-
101 cover up
n. bewaken,dekken,verzekeren--------v. overdekken,afdekken; dekken (iemand beschermen,verstoppen)cover up♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verdoezelen ⇒ wegmoffelen, verhullen♦voorbeelden: -
102 cropper
n. coupeerder, scheerder; productief gewas[ kroppə]1 coupeerder ⇒ scheerder, knipper♦voorbeelden:2 these beans are good/heavy/light croppers • deze bonen geven een goede/rijke/schamele opbrengst -
103 direct
adj. rechtstreeks, direct; onmiddellijk; openhartig--------adv. rechtstreeks, duidelijk; op een onomwonden manier, op openhartige wijze--------v. instruëren, toelichten, aanduiden; toezien, kontroleren, inspekteren; kommanderendirect1[ dirrekt, daj-]1 direct ⇒ rechtstreeks, onmiddellijk, openhartig♦voorbeelden:direct contact • rechtstreeks contactbe a direct descendant • in een rechte lijn van iemand afstammendirect drive • directe aandrijvingdirect evidence • bewijs uit de eerste handa direct flight • een rechtstreekse vluchta direct hit • een voltrefferthe direct road • de kortste wegdirect taxes • directe belastingenbe direct • er geen doekjes om winden〈 Brits-Engels〉 direct grant • rijkssubsidie 〈 voor scholen in tegenstelling tot subsidie van plaatselijke overheid〉direct mail • direct mail, postreclame 〈 (persoonlijk gerichte) reclame via de brievenbus〉II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 absoluut ⇒ exact, precies♦voorbeelden:————————direct21 het bevel voeren ⇒ aanwijzingen geven, opdracht geven2 richten3 de weg wijzen ⇒ leiden, gidsen4 bestemmen ⇒ toewijzen, aanwijzen5 leiden ⇒ de leiding hebben over, besturen♦voorbeelden:he directed a blow at his brother • hij sloeg naar zijn broerhis remarks were directed at all of us • zijn opmerkingen waren voor ons allemaal bedoeld3 would you direct me to the town hall? • zou u mij kunnen zeggen hoe ik bij het stadhuis moet komen?————————direct3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:she came direct to Paris • ze kwam rechtstreeks naar Parijs -
104 distinguish
v. onderscheiden; onderscheid maken[ distinggwisj]♦voorbeelden:¶ distinguish between • onderscheid maken tussen, uit elkaar houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:distinguish A from B • A van B onderscheiden4 these birds are distinguished by their brilliant colours • deze vogels onderscheiden zich door hun felle kleuren -
105 eater
n. eter; iemand die van eten houdt[ ie:tə]♦voorbeelden:2 are these eaters or cookers? • zijn dit hand- of moesappelen? -
106 embargo
n. embargo--------v. embargoembargo1[ imba:goo] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: embargoes〉♦voorbeelden:lift/raise/remove an embargo • een embargo opheffenthese products are under an embargo • op deze producten rust een embargo————————embargo2〈 werkwoord〉1 een embargo leggen op ⇒ beslag leggen op; blokkeren -
107 engaged
adj. verloofd; bezet (telefoon lijn), bezig[ ingeedzjd]1 verloofd2 bezet ⇒ bezig, druk♦voorbeelden:engaged in composing an opera • bezig een opera te schrijvenengaged on a study of French opera • werkend aan een studie over de Franse opera5 are these seats engaged? • zijn deze plaatsen bezet? -
108 exist
v. bestaan[ igzist]1 bestaan ⇒ zijn; voorkomen, gebeuren2 (over)leven ⇒ bestaan, voortbestaan♦voorbeelden:1 does God exist? • bestaat God (echt)?that situation does not really exist • die situatie komt niet echt voor2 how can they exist in these conditions? • hoe kunnen zij in deze omstandigheden overleven? -
109 expression
n. uitdrukking, blik, gezegde; woord; (hoeveelheids) uitdrukking; (genetica) de mate waarin genetische eigenschappen in cellen uitwendig zichtbaar zijn[ ikspresjn]♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 these ideas find expression in his last novel • deze ideeën komen tot uitdrukking in zijn laatste romanthat's beyond/past expression • daar zijn geen woorden voor2 she laid so much expression in her performance • ze legde zoveel gevoelsuitdrukking in haar uitvoering -
110 extort
v. afpersen[ iksto:t]1 afpersen ⇒ opeisen (door middel van dwang/intimidatie), loskrijgen met geweld/bedreiging♦voorbeelden:extort money from someone • iemand geld afpersen -
111 fall
n. buiteling; afgang, val; ineenstorting; lawine; herfst; waterval; verleiding; afdaling; (gedurende aanval) landing van elke raket (geworpen gedurende het conflict tussen Israël en de Hizbollah in juli-augustus 2006)--------v. vallen; dalen; verminderen; omkeren, dichtbij komen; ruimte makenfall1[ fo:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ride for a fall • zijn ondergang tegemoet gaanthe Fall (of man) • de zondeval————————fall21 vallen ⇒ om/neervallen, invallen 〈 van duisternis〉; afnemen, dalen 〈 van prijzen, barometer, stem〉; aflopen, afhellen 〈 van land〉2 ten onder gaan ⇒ vallen; sneuvelen; ingenomen worden 〈 van stad, fort〉; zijn (hoge) positie verliezen; 〈 religie〉 zondigen, onteerd worden 〈 van vrouw〉6 raken♦voorbeelden:fall to pieces • in stukken/kapot vallen 〈 ook figuurlijk〉fall on one's sword • zich op zijn zwaard stortenit fell on my way • het kwam op mijn padthe wind fell • de wind nam af, ging liggen〈 informeel〉 fall about (laughing/with laughter) • omrollen/omvallen (van het lachen)something to fall back on • iets om op terug te vallenfall over • omvallen〈 informeel〉 fall over backwards • zich uitsloven, zich in allerlei bochten wringenfall through • mislukkenthe town fell to the enemy • de stad viel in handen van de vijandfall for • zich laten overtuigen door, erin trappen; vallen op, verliefd worden opit fell to me to put the question • het was aan mij de vraag te stellenfall from grace • uit de gratie rakenNick's name fell • Nicks naam viel/werd genoemdfall asleep • in slaap vallenfall flat • niet inslaan, mislukkenfall short (of) • tekortschieten (voor), niet voldoen (aan)fall in love (with) • verliefd worden (op)→ fall away fall away/, fall down fall down/, fall in fall in/, fall into fall into/, fall in with fall in with/, fall off fall off/, fall out fall out/, fall to fall to/, let let/1 worden♦voorbeelden:fall silent • stil worden/vallen -
112 far
adj. ver, verre--------adv. ver, verweg; veelfar1[ fa:] 〈bijvoeglijk naamwoord; farther [fa:ðə], further [fə:ðə], farthest [fa:ðist], furthest [fə:ðist]〉1 ver ⇒ (ver)afgelegen, ver verwijderd♦voorbeelden:1 your plum-pudding is a far cry from the real thing • jouw plumpudding heeft weinig te maken met een echteat the far end of the room • aan het andere eind van de kamer————————far2〈 bijwoord〉1 ver♦voorbeelden:1 carry/take something too far • iets te ver doordrijven/te ver laten komena pound doesn't go very far these days • tegenwoordig kun je met een pond haast niets meer doenfar gone • ver heenhow far • hoe ver, in hoeverrefar and near • overalso far • (tot) zó ver, in zoverrefar and wide • wijd en zijdfar from easy • verre van/allesbehalve makkelijkfar be it from me to criticize • het is verre van mij om kritiek te leverenin so/as far as • voor zoveras/so far as • voor zover; tot aan, zover alsas far as I can see • volgens mijso far so good • zover zijn we in elk geval, tot nu toe is alles nog goed gegaanfar into the afternoon • ver in de middagfar and away the best • verreweg het bestethat book is the better by far • dat is verreweg het beste boek -
113 fine
adj. mooi; (haar)fijn; mager, smal; verkozen; uitstekend; scherp; gepolijst; delicatesse; puur; elegant--------adv. tot het dunne af; mooi, goed; uitstekend--------n. (geld)boete--------v. boete geven; verfijnen, dunner makenfine1[ fajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————fine21 fijn ⇒ dun, scherp3 delicaat ⇒ fijn, goed♦voorbeelden:〈 ironisch〉 a fine friend you are! • (een) mooie vriend ben jij!fine and dandy • alles goed en wel, primathat's all very fine • allemaal goed en welfine with me • mij goed/best3 fine workmanship • goed/technisch geraffineerd vakmanschapone of these fine days • vandaag of morgena fine gentleman/lady • een hele meneer/mevrouwnot to put too fine a point/an edge on it • zonder er doekjes om te windencome to/reach a fine pass • in een lastig parket rakenthe fine points of the argument • de subtiele punten van de redeneringfine silver • zilver van hoog gehalte♦voorbeelden:1 I'm fine, thanks • met mij gaat het goed, dank je————————fine3〈 werkwoord〉1 beboeten♦voorbeelden:1 be fined £10 for smoking • £10 boete krijgen wegens roken————————fine41 fijn ⇒ goed, in orde♦voorbeelden:it suits me fine • ik vind het prima2 cut up onions fine • uien fijn/klein snipperen¶ you are cutting it fine if you want to catch your train • dat wordt erg krap als je die trein wil halen -
114 go
n. Japans bordspel voor twee personen in ruiten verdeeld door 19 horizontale en 19 vertikale lijnen--------n. poging; enthousiasme; activiteit (spreektaal)--------v. lopen, gaan; gaan (rijden); aankomen; wordengo11 poging3 pit ⇒ fut, energie4 aanval♦voorbeelden:have a go doing something • iets proberen te doen2 at/in one go • in één klap, in één keerhave a go at • een aanval doen op; uitvallen tegen, van leer trekken tegen¶ be all the go • in de mode zijn, erg in trek zijnmake a go of it • er een succes van makenit 's all go • het is een drukte van je welste(up)on the go • in de weer, in volle actie(it 's) no go • het kan niet, het lukt nooit→ near near/————————go21 goed functionerend ⇒ in orde, klaar♦voorbeelden:————————go31 gaan ⇒ starten, vertrekken; beginnen, aanvatten, aanvangen2 gaan ⇒ voortgaan, lopen, reizen12 vooruitgaan ⇒ vorderen, opschieten18 verdwijnen ⇒ wijken, afgeschaft worden, afgevoerd worden23 beschikbaar/voorhanden zijn♦voorbeelden:go fetch! • zoek!, apporte! 〈 tegen hond〉go to find someone • iemand gaan zoekengo fishing • uit vissen gaanleave go of • loslaten, laten gaanlook where you are going! • kijk uit je doppen!〈 informeel〉 don't go saying that! • zeg dat nou toch niet!go shopping • gaan winkelenwho goes there? • wie daar? 〈 vraag naar wachtwoord〉go aside • opzij gaan, zich even terugtrekkengo near to do/doing something • iets bijna doengo on an errand • een boodschap (gaan) doengo on a journey • op reis gaango on the pill • aan de pil gaango on the stage • bij het toneel gaanready, steady, go! • klaar voor de start? af!2 go by air/car • met het vliegtuig/de auto reizengo for a walk • een wandeling maken1the forks go in the top drawer • de vorken horen in de bovenste la1where do you want this cupboard to go? • waar wil je deze kast hebben?3plus any cash that was going • plus wat voor geld er maar beschikbaar wasgo aboard • aan boord gaango abroad • naar het buitenland gaango straight • rechtop lopengo along that way • die weg nemen/volgengo from bad to worse • van kwaad tot erger vervallenthe difference goes deep • het verschil is erg grootgo in fear of one's life • voor zijn leven vrezenas things go • in vergelijking, in het algemeengo armed • gewapend zijnit will go hard with him • het zal erg moeilijk voor hem wordenhow are things going? • hoe gaat het ermee?how is work going? • hoe staat het met het werk?go slow • een langzaam-aan-actie houdenthe tune goes like this • het wijsje kt als volgt10 go well • goed aflopen, goed komen11 how did the exam go? • hoe ging het examen?go in someone's favour • in iemands voordeel uitvallenwhat he says goes • wat hij zegt, gebeurt ook12 how is the work going? • hoe vordert het (met het) werk?go unpunished • ongestraft wegkomengoing!, going!, gone! • eenmaal! andermaal! verkocht!16 go on • besteed worden/gespendeerd worden aanmy complaints went unnoticed • mijn klachten werden niet gehoordthe cook must go • de kok moet gaanhe paid as he went • hij betaalde directit only goes to show • zo zie je maargo (a-)begging • geen aftrek vinden, niet gewild zijnif these things are going begging I'll take them • als niemand (anders) ze wil, neem ik ze wel〈Brits-Engels; informeel〉 go and do something • iets gaan doen; zo maar even iets doen; zo dwaas zijn iets te doenlet oneself go • zich laten gaan, zich ontspannen; zich verwaarlozenanything goes • alles is toegestaanhe kept going like this • hij deed telkens zogo carefully • heel bedachtzaam/behoedzaam te werk gaango easy • het rustig(er) aan (gaan) doengo easy with • aardig/vriendelijk zijn tegen〈 informeel〉 here goes! • daar gaat ie (dan)!〈 informeel〉 here we go again • daar gaan we weer, daar heb je het weerthere it goes • weg, foetsie; kapotgo wrong • een fout maken, zich vergissen; fout/mis gaan, de mist in gaan; 〈 informeel〉stuk gaan, het begeven 〈 van apparaat〉; het verkeerde pad opgaan→ go about go about/, go across go across/, go after go after/, go against go against/, go ahead go ahead/, go along go along/, go around go around/, go at go at/, go away go away/, go back go back/, go beyond go beyond/, go by go by/, go down go down/, go far go far/, go for go for/, go forward go forward/, go in go in/, go into go into/, go off go off/, go on go on/, go out go out/, go over go over/, go round go round/, go through go through/, go to go to/, go together go together/, go under go under/, go up go up/, go with go with/, go without go without/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:go the same way • dezelfde kant opgaango the shortest way • de kortste weg nemen¶ go it alone • iets/het helemaal alleen doengo it strong • er hard tegenaan gaan; overdrijven, het er dik op leggen♦voorbeelden:go absent • afwezig blijvengo bad • slecht worden, bedervengo blind • blind wordengo broke • al zijn geld kwijtrakengo cold • koud wordengo hot and cold • het (afwisselend) warm en koud krijgengo hungry • honger krijgengo ill/sick • ziek wordenthe milk went sour • de melk werd zuurgoing fifteen • bijna vijftien (jaar), naar de vijftien toe -
115 his
pron. van hem, zijnhis11 van hem ⇒ het/de zijne2 het zijne, de zijne(n)♦voorbeelden:he and his • hij en de zijnena hobby of his • een hobby van hem————————his2〈 determinator〉1 zijn♦voorbeelden: -
116 interlock
n. interlock (soort stof)--------v. verbinden; (in elkaar) grijpeninterlock1[ - lok] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————interlock2[ - lok]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
117 into
prep. in3 〈 duur of afstand〉tot … in♦voorbeelden:run into an old friend • een oude vriend tegen het lijf lopenhe drove into the kerb • hij reed tegen de stoeprand aanlook into the matter • de zaak bestuderentranslate into Japanese • in het Japans vertalenput lots of work into a plan • veel werk steken in een plan4 into 8 gives 2 • acht gedeeld door vier is tweetalk somebody into leaving • iemand ompraten om te gaan -
118 inverse
adj. omgekeerd--------n. omgekeerde; omkering[ invə:s]♦voorbeelden:1 these things are in inverse proportion/relation to each other • deze dingen zijn omgekeerd evenredig aan elkaarinverse ratio • omgekeerd evenredigheid -
119 keep on
keep on2 doorgaan ⇒ doorrijden, doorlopen, verder gaan3 blijven praten/zeuren ⇒ doorkletsen; (blijven) lastig vallen♦voorbeelden:1 he keeps on telling me these awful jokes • hij blijft me maar van die afschuwelijke grappen vertellenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:I don't think I'll keep Alice on at that school • ik denk niet dat ik Alice op die school houd -
120 long
adj. lang; langdurig; niet voor rede vatbaar (gevaar)--------adv. lang; langdurig; gedurende--------n. lange tijd; lang iets--------v. verlangen (naar); smachten; uitzien (naar); missenlong1[ long] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:before long • binnenkort, spoedighe won't stay for long • hij zal niet (voor) lang blijven————————long2〈bijvoeglijk naamwoord; longer [longgə], longest [longgist]〉 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 groot ⇒ meer dan, lang♦voorbeelden:long finger • middelvingerover the long haul • op lange termijntake a long look at something • iets lang/aandachtig bekijken/onderzoekenof long standing • al lang bestaand, van ouds gekendto cut a long story short • om kort te gaan, samengevatin the long term • op den duur, op de lange duur2 long dozen • groot dozijn, dertiencotton is in long supply • er is een ruime voorraad katoenhe stands a long chance • hij maakt weinig kanslong sale • verkoop à la hausse¶ the long arm of the law • de lange/machtige arm der wet〈 Brits-Engels〉 not by a long chalk • op geen stukken na, bijlange nietlong division • staartdelinglong drink • longdrinklong johns • lange onderbroekin the long run • uiteindelijklong shot • kansloos deelnemer; gok, waagstuk〈 Amerikaans-Engels〉 by a long shot • veruit, met gemaknot by a long shot • op geen stukken na, bijlange nietlong suit • fort, sterk puntlong in the tooth • lang in de mond, aftandstake a long view/take long views • dingen op de lange termijn bekijkenhave come a long way • van ver gekomen zijn, erg veranderd zijngo a long way (towards) • voordelig (in het gebruik) zijn, veel helpen, het ver schoppen£1 doesn't go a long way these days • met een pond kom je tegenwoordig niet ver meer————————long3〈 werkwoord〉————————long4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:all night long • de hele nachtthe promotion was long due • de promotie liet lang op zich wachtendon't be long • maak het kortas/so long as • zo lang, mitsno/not any longer • niet langer/meer〈 informeel〉 so long! • tot dan!, tot ziens!he's long about his work • hij doet lang over zijn werkbe long in doing something • lang over iets doen
См. также в других словарях:
thèse — [ tɛz ] n. f. • 1579; lat. rhét. thesis, mot gr., proprt « action de poser » 1 ♦ Proposition ou théorie particulière qu on tient pour vraie et qu on s engage à défendre par des arguments. Avancer, soutenir, défendre une thèse. Réfuter la thèse… … Encyclopédie Universelle
These Boots Are Made for Walkin' — Single par Nancy Sinatra extrait de l’album Boots Face B The City Never Sleeps at Night Sortie Février 1966 Enregistrement 1966 Durée 2:42 … Wikipédia en Français
These Days (Jackson Browne song) — These Days is a song written by Jackson Browne. Principally recorded by Nico, Gregg Allman, and Browne himself in three different musical worlds, it has lasted for decades as a classic of morose introspection made even more remarkable by Browne… … Wikipedia
These Boots Are Made for Walkin' (Jessica Simpson) — These Boots Are Made for Walkin Sencillo de Jessica Simpson del álbum A Public Affair/The Dukes of Hazzard Original Soundtrack Lanzamiento 26 de mayo de … Wikipedia Español
These de Church — Thèse de Church La thèse de Church du nom du mathématicien Alonzo Church est le principe de base de la calculabilité. Dans sa forme la plus ordinaire, elle affirme que tout traitement réalisable mécaniquement peut être accompli par un ordinateur… … Wikipédia en Français
These mythiste (Jesus non historique) — Thèse mythiste À partir du XVIIIe siècle et du développement des méthodes historico critiques dans l étude des textes du Nouveau testament, l existence réelle de Jésus de Nazareth a été remise en question, et des thèses (appelées thèses… … Wikipédia en Français
Thèse Church-Turing — Thèse de Church La thèse de Church du nom du mathématicien Alonzo Church est le principe de base de la calculabilité. Dans sa forme la plus ordinaire, elle affirme que tout traitement réalisable mécaniquement peut être accompli par un ordinateur… … Wikipédia en Français
Thèse de Church-Turing — Thèse de Church La thèse de Church du nom du mathématicien Alonzo Church est le principe de base de la calculabilité. Dans sa forme la plus ordinaire, elle affirme que tout traitement réalisable mécaniquement peut être accompli par un ordinateur… … Wikipédia en Français
Thèse de church — La thèse de Church du nom du mathématicien Alonzo Church est le principe de base de la calculabilité. Dans sa forme la plus ordinaire, elle affirme que tout traitement réalisable mécaniquement peut être accompli par un ordinateur (plus… … Wikipédia en Français
Thèse mythiste (Jésus non historique) — Thèse mythiste À partir du XVIIIe siècle et du développement des méthodes historico critiques dans l étude des textes du Nouveau testament, l existence réelle de Jésus de Nazareth a été remise en question, et des thèses (appelées thèses… … Wikipédia en Français
Thèse mythiste (jésus non historique) — Thèse mythiste À partir du XVIIIe siècle et du développement des méthodes historico critiques dans l étude des textes du Nouveau testament, l existence réelle de Jésus de Nazareth a été remise en question, et des thèses (appelées thèses… … Wikipédia en Français