-
41 coller
coller [kollee]♦voorbeelden:3 coller à la pensée de qn. • iemands gedachte precies uitdrukken; 〈 ook〉 zich inspannen om iemands gedachte goed te kunnen volgencoller à un texte • 〈 van vertaling〉 te woordelijk zijn; 〈 van vertaler〉 te dicht bij het origineel blijven4 ça colle! • dat gaat goed!, dat klopt!, afgesproken!ça ne colle pas entre eux • het klikt niet tussen henII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanplakken ⇒ (vast)plakken, lijmen, dichtplakken4 〈 informeel〉gooien (in, tegen) ⇒ met kracht smijten (in, tegen)6 〈 vooral onderwijs〉 een strikvraag stellen ⇒ (met een vraag) in het nauw brengen ⇒ 〈 kandidaat〉 laten zakken♦voorbeelden:coller qn. en prison • iemand in de gevangenis zettencoller qc. par terre • iets op de grond smijten7 être collé • (moeten) nablijven, nazitten♦voorbeelden:se coller du rouge à lèvres • lippenstift opdoens'y coller • 〈 bij verstoppertje spelen〉met de ogen geblinddoekt wachten, terwijl de anderen zich gaan verstoppencolle-toi là • ga daar maar zittense coller devant la télévision • zich voor de televisie installeren1. v1) kleven (aan), vastplakken (aan)2) nauw sluiten [kleding]4) gesmeerd lopen, klikken5) aanplakken, dichtplakken6) lijmen8) smijten9) toedienen10) verkopen [klap]11) aansmeren, opdringen13) laten zakken14) laten nablijven [leerling]15) lastig vallen, hinderen [door zijn onophoudelijke aanwezigheid]2. se collerv2) zich toeleggen (op) [ondanks tegenzin] -
42 couper
couper [koepee]♦voorbeelden:¶ couper court à • een eind maken aan, de kop indrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (door)snijden ⇒ afsnijden, opensnijden, knippen, (om)hakken, maaien6 stopzetten ⇒ tegenhouden, versperren♦voorbeelden:le froid coupe les mains, les lèvres • de kou doet je handen afvriezen, doet je lippen splijtencouper un organe • een orgaan verwijderenle vent coupe le visage • de wind snijdt in je gezichtle village a été coupé du reste du monde • het dorp is van de rest van de wereld afgesnedencouper avec les dents • af-, doormidden bijtencouper avec une scie • af-, doormidden zagencouper à travers champs • de kortste weg nemencouper l'eau, le courant • het water, de stroom afsluitencouper la fièvre • de koorts doen dalencouper le mal à, dans la racine • het kwaad met wortel en tak uitroeiencouper la retraite à l'ennemi • de vijand de terugtocht afsnijdencouper le vent • tegen de wind beschermença vous la coupe! • dat verbaast je!coupez! • stop! 〈 film-, geluidsopname〉〈 telefoon〉 ne coupez pas, s.v.p. • blijft u aan de lijn a.u.b.♦voorbeelden:il se couperait en quatre pour lui • hij gaat door het vuur voor hem1. v1) snijden, scherp zijn3) (door)snijden, afsnijden, knippen, omhakken, maaien4) amputeren5) schrappen [tekst]6) verwonden7) splitsen8) stopzetten9) tegenhouden10) aanlengen11) afnemen [kaarten]12) castreren2. se couperv1) zich/elkaar verwonden3) zichzelf tegenspreken, zich verraden -
43 doucement
doucement [doesmã]〈bijwoord; ook tussenwerpsel〉1 zacht(jes) ⇒ langzaam, kalm, geleidelijk4 stilletjes ⇒ bij zichzelf, stiekem♦voorbeelden:doucement! • kalm aan, zachtjes aan!1. adv1) zacht(jes)2) voorzichtig3) geleidelijk4) zo zo, niet te best5) heimelijk2. interj -
44 dupe
dupe [duup]〈bijvoeglijk naamwoord; ook v.〉♦voorbeelden:prendre qn. pour dupe • iemand beetnemenla dupe • de bedrogene, het slachtofferêtre la dupe de qn. • door iemand beetgenomen worden¶ je ne suis pas dupe de ses mensonges • hij liegt, maar ik heb hem doorfbedrogene, slachtoffer -
45 elle
elle [el]♦voorbeelden:elles viennent, elle et sa soeur • zij en haar zuster komenje la vois, elle • ik zie háárje ne vois qu'elle • ik zie alleen háár maarelle non plus • zij ook nietil est fier d'elles • hij is trots op hen, hij is er trots opces livres sont à elle • deze boeken zijn van haarpron1) zij, ze2) haar, d'r -
46 fier
1 trots ⇒ hooghartig, -moedig♦voorbeelden:faire le fier • uit de hoogte doenfier comme Artaban • zo trots als een pauw————————〈 werkwoord〉1 vertrouwen (op) ⇒ rekenen (op), afgaan (op)♦voorbeelden:1 ne vous y fiez pas! • wees op je hoede!fiez-vous à moi • laat dat maar aan mij overcatalogue auquel on peut se fier • betrouwbare catalogus1. v( se fier (à)) vertrouwen (op)2. fier/fièreadj( se fier (à))1) trots2) nobel, waardig3) geweldig -
47 heureux
heureux [urreu]1 gelukkig2 voorspoedig ⇒ voordelig, goed♦voorbeelden:1 heureusement pour moi • gelukkig ben ik, heb ikles heureux de ce monde • de rijken der aardefaire un, des heureux • iemand, mensen gelukkig maken→ jeuc'est heureux pour vous! • gelukkig maar voor u!= heureuse; adj1) gelukkig2) voorspoedig, goed3) goed bedacht, geslaagd4) blij (met) -
48 homme
homme [om]〈m.〉1 mens2 man♦voorbeelden:homme des cavernes • holenmensdépouiller le vieil homme • de oude Adam afleggen〈 spreekwoord〉 l'homme propose, Dieu dispose • de mens wikt, maar God beschikthomme de bien • rechtschapen manhomme de couleur • kleurlinghomme de Dieu • priester, heiligehomme d'église • geestelijkehomme d'épée • militairhomme d'équipage • lid van de bemanninghomme d'esprit • geestrijk manhomme d'Etat • staatsmanhomme au foyer • huismanhomme du jour • held van de daghomme de lettres • letterkundigehomme de loi • rechtsgeleerdehomme de main • handlangerhomme de paille • stromanparole d'homme! • op mijn erewoord!homme de peine • sjouwerhomme de robe • magistraatl'homme de la rue • de man in de straat, Jan Modaalhomme de science • wetenschapsmanhomme de troupe • soldaatgrand homme • groot, beroemd manhomme grand • grote manvoilà mon homme • dat is de man die ik zoekhomme politique • politicusje suis votre homme • ik ben uw man, ik ben bereid dat voor u te doenêtre (un) homme à • het soort man zijn datil a trouvé son homme • hij heeft zijn evenknie gevondenhomme à femmes • Don Juan, ladykillerd' homme à homme • van man tot man, directcomme un seul homme • als één man, unaniemm1) mens2) man3) kerel -
49 maladie
maladie [maalaadie]〈v.〉2 drang ⇒ hartstocht, zucht♦voorbeelden:maladies des tropiques • gele koortsmaladie de la vache folle • gekkekoeienziektemaladies cardio-vasculaires • hart- en vaatziektenmaladie honteuse • geslachtsziektemaladie mentale • geestesziektemaladie professionnelle • beroepsziektemaladie sexuellement transmissible • seksueel overdraagbare aandoeningattraper une maladie • een ziekte oplopencouver une maladie • een ziekte onder de leden hebbenen faire une maladie • zich dood ergerentraîner une maladie • maar niet van een ziekte afkomenmaladie de coeur • hartkwaalf1) ziekte2) hartstocht -
50 nombre
nombre [nõbr]〈m.〉2 aantal ⇒ menigte, hoeveelheid3 telwoord♦voorbeelden:nombres fractionnaires décimaux • tiendelige breukenun mauvais nombre • ongeluksgetalfaire nombre • alleen maar als zaalvulling dienen; talrijk lijken; meetellenmettre au nombre des meilleurs • tot de besten rekenenle (plus) grand nombre • het merendeelje te compte au nombre de mes amis • ik reken jou tot mijn vriendennombre (de) • veelen nombre • in groten getaleils sont supérieurs en nombre • zij zijn numeriek sterkersans nombre • talloosserez-vous du nombre (des invités)? • behoort u tot de genodigden?nombre ordinal • rangtelwoord————————nombre (de)m1) getal2) menigte, hoeveelheid3) telwoord -
51 pelle
pelle [pel]〈v.〉1 schop ⇒ spade, schep♦voorbeelden:pelle à ordures • vuilnisblikpelle à poussière • blikpelle mécanique • lepelexcavateurfschop, schep -
52 perdre
perdre [perdr]2 afnemen ⇒ verminderen, zwakker worden♦voorbeelden:y perdre • erop achteruitgaanperdre sur une marchandise • verlies lijden op een artikelII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verliezen ⇒ kwijtraken, erbij inschieten2 verspillen ⇒ verknoeien, verspelen3 ruïneren ⇒ te gronde richten, in zijn goede naam aantasten♦voorbeelden:sans perdre une syllabe • zonder ook maar één woord te missenn'avoir rien à perdre, mais tout à gagner • nee heb je, ja kun je krijgentu ne le connais pas? tu n'y perds rien • ken je hem niet? daar mis je niets aanperdre de vue • uit het oog verliezen2 vous ne perdez rien pour attendre! • u komt heus nog wel aan uw trekken!vous n'auriez pas un instant à perdre? • hebt u niet een ogenblikje voor me?♦voorbeelden:v1) verliezen2) afnemen, zwakker worden3) lekken4) vloeien [vrouw]5) kwijtraken6) verspillen7) ruïneren -
53 peut-être
peut-être [peuttetr]〈 bijwoord〉1 misschien ⇒ wellicht, mogelijk2 soms ⇒ zou ik denken, zeker♦voorbeelden:peut-être que • misschien (dat)peut-être bien que oui, peut-être bien que non • misschien wel, maar misschien ook niet2 ce n'est pas de l'or, peut-être? • is dat soms geen goud?adv1) misschien2) soms -
54 remarquable
remarquable [rəmaarkaabl]♦voorbeelden:adj1) opmerkelijk, merkwaardig -
55 revenir
revenir [rəvnier]1 terugkomen (in, uit, op) ⇒ terugkeren (naar), opnieuw plaatsvinden2 terugkomen (op) ⇒ zijn mening herzien, terugkomen (van)3 terugkomen (bij) ⇒ te binnen schieten, invallen5 toekomen (aan) ⇒ ten deel vallen, ten goede komen (aan)9 spoken♦voorbeelden:revenir à soi • (weer) bijkomenrevenir à ses études • zijn studie weer opvattenrevenir de l'école • uit school komenje reviens de le voir • ik heb hem zojuist gezienrevenir d' une erreur • van een dwaling terugkomenêtre revenu de tout • van alles zijn bekomst hebbenrevenir de loin • oog in oog met de dood gestaan hebben, ver heen geweest zijnrevenir de ses craintes • zijn angsten te boven komenje n'en reviens pas de voir ses progrès • ik ben stomverbaasd over zijn vorderingen→ chargev1) terugkomen, terugkeren6) kosten8) bevallen -
56 savoir
savoir1 [saavwaar]〈m.〉1 kennis ⇒ wetenschap, eruditie————————savoir2 [saavwaar]1 weten2 kennen♦voorbeelden:peut-on savoir? • vertel eens?reste à savoir si • blijft nog over de vraag of〈 informeel〉 va savoir, allez savoir! • zie daar maar eens achter te komen!qu'est-ce que j'en sais!, est-ce que je sais? • weet ik veel!cet argent vient de qui vous savez • dat geld komt van u-weet-welil avait un je ne sais quoi de charmant • hij had, hoe zal ik het zeggen, iets charmantsen savoir long • goed op de hoogte zijnne savoir que, quoi faire • zich geen raad wetenà savoir • te weten, namelijkvous n'êtes pas sans savoir que • u weet heel goed daton sait que • het is bekend datsachez que • u moet weten datque je sache • voor zover ik weetla question est de savoir si • het is de vraag ofon ne saurait tout prévoir • men kan ook niet alles voorziensavoir vivre • weten hoe men zich moet gedragen♦voorbeelden:ça se saurait • als dat waar was zou het wel bekend zijn1. m1) kennis2) wetenschap2. v1) weten2) kennen3) kunnen -
57 théorie
théorie [tee.orrie]〈v.〉♦voorbeelden:f -
58 tolérance
-
59 vrai
vrai1 [vre]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 waar ⇒ waarachtig, waarheidsgetrouw2 waar ⇒ echt, authentiek, werkelijk3 waar ⇒ echt, onvervalst, typisch4 waar ⇒ juist, passend♦voorbeelden:il n'en est pas moins vrai que • het is daarom niet minder waar dat(n'est-il) pas vrai? • is het niet?〈 informeel〉 c'est pas vrai! • niet te geloven!, 't is nie(t) waar!ce n'est que trop vrai • dat is helaas maar al te waarc'est du champagne, du vrai de vrai • het is honderd procent champagnele vrai • het ware, de waarheidà dire vrai, à vrai dire, à dire le vrai • om de waarheid te zeggenêtre dans le vrai • het bij het rechte eind hebben————————vrai2 [vre],vraiment [vremmã]〈 bijwoord〉1 overeenkomstig de waarheid ⇒ waarlijk, werkelijk♦voorbeelden:parler vrai • de waarheid spreken1. adj1) waar2) echt3) juist2. adv1) werkelijk2) echt, heus -
60 ce n'est pas malheureux!
Dictionnaire français-néerlandais > ce n'est pas malheureux!
См. также в других словарях:
Doe Maar — Henny Vrienten Doe Maar (von 1978 bis 1984 und von 1999 bis 2000 sowie von 2008 bis heute) sind eine niederländische Popgruppe, die auf niederländisch singt und Elemente von Ska, Punk sowie Reggae zum Nederpop kombiniert. Doe Maars vier… … Deutsch Wikipedia
Abe Lenstra — (1955) Abe Lenstra ([ ɑ:bə lɛnstɾa], * 27. November 1920 in Heerenveen; † 2. September 1985 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Er spielte seit de … Deutsch Wikipedia
Jan F. de Zanger — (* 4. Juli 1932 in Schiedam, Niederlande; † 14. Januar 1991 in Dänemark) war ein niederländischer Autor, vor allem von Jugendbüchern. De Zanger sprach fließend Dänisch, da er 1945 von seinen Eltern drei Monate nach Dänemark zu einer Pflegefamilie … Deutsch Wikipedia
Jan de Zanger — Jan F. de Zanger (* 4. Juli 1932 in Schiedam, Niederlande; † 14. Januar 1991 in Dänemark) war ein niederländischer Autor, vor allem von Jugendbüchern. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Werke 3 … Deutsch Wikipedia
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Anne Marie de Schurman — Anna Maria van Schurman Anna Maria van Schurman, portrait peint par Jan Lievens en 1649, National Gallery, Londres … Wikipédia en Français
Simon Tahamata — Simon Tahamata Spielerinformationen Voller Name Simon Melkianus Tahamata Geburtstag 26. Mai 1956 Geburtsort Vught, Niederlande Position Flügel … Deutsch Wikipedia
Joan van Hoorn — Portrait von Cornelis de Bruijn. Der zwanzigjährige Kaiser von China, Kangxi … Deutsch Wikipedia
Unkraut — 1. Akrokt verdirft nit. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 795. 2. Bei Unkraut gräbt man nicht nach der Wurzel. – Schweiz, I, 24, 3. 3. Das vnkraut wil von dem garten nit. – Franck, II, 6a; Gruter, I, 12; Petri, II, 70; Simrock, 10710; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Amelanderkaap 109 — (Холлум,Нидерланды) Категория отеля: Адрес: Oosterhiemweg 1 109, 9161 CZ Холлум … Каталог отелей
Wallonia — Wallonia, or Wallonie, ( fr. Wallonie, de. Wallonien, nl. Wallonië, wa. Waloneye) is the meridional part of Belgium belonging to the Romance linguistic field (about 3,4 millions inhabitants), in opposition to the Germanic linguistic field in the… … Wikipedia