-
1 leg
-
2 leg
n. laying, way in which something is laid or lies -
3 leg aan!
leg aan!take aim! -
4 leg een gaasje op de wond
leg een gaasje op de wondVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > leg een gaasje op de wond
-
5 aan de leg zijn
aan de leg zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan de leg zijn
-
6 hoe leg ik dat aan?
hoe leg ik dat aan?how do I go about this?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hoe leg ik dat aan?
-
7 ik leg u geen vingerbreed in de weg
ik leg u geen vingerbreed in de wegI won't stand in your way/hold you backVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik leg u geen vingerbreed in de weg
-
8 van de leg zijn
van de leg zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van de leg zijn
-
9 beenruimte
• leg space• legroom -
10 been
2 [lichaamsdeel met betrekking tot een dier] leg3 [bot; stof waaruit botten bestaan] bone5 [met betrekking tot een kous; met betrekking tot een voorwerp] leg♦voorbeelden:een houten been • a wooden legop het verkeerde been gezet worden • 〈 sport〉 be wrong-footed; 〈 figuurlijk〉 be misled; 〈informeel; figuurlijk〉 be sent barking up the wrong treehij brak zijn been • he broke his legde benen strekken • stretch one's legsmet de benen over elkaar • with one's legs crosseder was veel volk op de been • a great many people were aboutik kan niet meer op mijn benen staan • I can't keep on my feet any longereen leger op de been brengen • raise an armyop de been blijven • remain on one's feetweer op de been zijn • be up and about (again)hij is al de hele dag op de been • he's been on his feet all daystevig op zijn benen staan • be steady on one's legsgoed ter been zijn • be a good walkerzich de benen uit het lijf lopen • run one's legs off〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • it is no easy matter to bear prosperity decently -
11 poot
I 〈 de (mannelijk)〉2 [steunsel voor een voorwerp] leg3 [informeel] [been/voet van een mens] leg4 [informeel] [hand] paw5 [informeel] [handschrift] fist6 [informeel] [handtekening] Bfist, AJohn Hancock7 [afdruk van een poot] paw print8 [neerhaal van een letter] leg9 [informeel] [mannelijke homoseksueel] 〈 niet pejoratief〉 gay ⇒ 〈Brits-Engels; slang; pejoratief〉 poof(ter), 〈Amerikaans-Engels; slang; pejoratief〉 fag(ot), faggot♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iets op poten zetten • set up/start somethinggeen poot aan de grond krijgen • not be able to get something off the ground/get something going; 〈 bij iemand〉 get nowhere (with someone)〈 figuurlijk〉 zijn poten thuishouden • keep one's paws off someone/somethinggeen poot uitsteken/verzetten • not lift a finger6 zijn poot zetten • put one's fist/John Hancockop zijn poot spelen • stand on one's hind legs, kick up a fuss/roween brief op poten schrijven • write a stiff letterII 〈de〉 -
12 beenbreuk
n. leg fracture, fracture of a leg bone, break in one of the leg bones -
13 beenpijp
n. shank, human leg; the leg of the pants -
14 broekspijp
n. trouser-leg, part of pants were one places the leg -
15 dijstuk
n. leg, part of leg -
16 uit de verlegenheid helpen
give smb. a leg up, give him a leg up -
17 aanleggen
1 [aanbrengen tegen/om] apply2 [doen overeenkomstig een doel] contrive ⇒ set/go about3 [bezig zijn tot stand te brengen] construct, build ⇒ 〈 straat ook〉 lay, dig 〈 kanaal〉, lay out 〈 park, tuin〉, install 〈 voorzieningen〉, build up 〈 voorraad〉♦voorbeelden:een verband aanleggen • dress (a wound), bandage2 het zó weten aan te leggen dat … • contrive it so that …het erop aanleggen dat/om … • set out to …hoe leg ik dat aan? • how do I go about this?het met de buurvrouw aanleggen • start carrying on with the woman next doorhet met iemand aanleggen • 〈 zich inlaten met〉 get involved with someone; 〈 gemene zaak maken met〉 join forces with someone3 een spoorweg/weg aanleggen • construct a railway/roadeen verzameling aanleggen • start a collectioneen vuur aanleggen • lay a fireeen nieuwe wijk aanleggen • build a new Bestate/Adevelopment2 [onderweg stilhouden] stop (off)1 [richten] aim♦voorbeelden:1 leg aan! • take aim! -
18 beenbreuk
♦voorbeelden: -
19 etappe
1 [afstand tussen twee rustpunten] stage ⇒ 〈 laatste ook〉 lap, 〈 vliegreis ook〉 hop, 〈 vliegreis ook〉 leg -
20 kontje
1 [duw tegen iemands zitvlak] ±boost ⇒ leg up♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Leg — (l[e^]g), n. [Icel. leggr; akin to Dan. l[ae]g calf of the leg, Sw. l[ a]gg.] 1. A limb or member of an animal used for supporting the body, and in running, climbing, and swimming; esp., that part of the limb between the knee and foot. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
leg — [leg] n. [ME < ON leggr, a leg, limb < IE base * lek , limb > L lacertus, muscle, lacerta, lizard] 1. one of the parts of the body by means of which animals stand and walk, specif., in human beings, a) one of the lower limbs b) Anat. the … English World dictionary
leg — ► NOUN 1) each of the limbs on which a person or animal moves and stands. 2) a long, thin support or prop, especially of a chair or table. 3) a section of a journey, process, or race. 4) (in sport) each of two or more games or stages constituting … English terms dictionary
leg*/*/*/ — [leg] noun [C] 1) one of the parts of a person s or animal s body to which the feet are attached an exercise to strengthen the leg muscles[/ex] She sat down and crossed her legs.[/ex] 2) the part of a piece of clothing that covers one of your… … Dictionary for writing and speaking English
legʷh- — legʷh English meaning: light (adj.) Deutsche Übersetzung: “leicht in Bewegung and Gewicht”, verbal ‘sich leicht, flink bewegen” Note: nasalized lengʷh Material: 1. O.Ind. laghu , ved. raghu “rash, hasty, light, small”, compar … Proto-Indo-European etymological dictionary
Leg — * Lêg, er, este, oder Lêge, r, ste, adj. et adv. welches nur in einigen gemeinen Mundarten üblich ist, wo es eigentlich niedrig bedeutet, in welchem Verstande es vorzüglich im Niederdeutschen vorkommt. Das Wasser ist leg, niedrig. Leges Wasser… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
leg-1 — leg 1 English meaning: to drip, ooze, flow out Deutsche Übersetzung: “tröpfeln, sickern, zergehen” Material: Arm. lič ‘swamp, marsh” (*lēgi̯ ü); O.Ir. legaim “löse mich auf, zergehe, schmelze”, fo llega “(die ink) running from”,… … Proto-Indo-European etymological dictionary
leĝ- — leĝ English meaning: to gather Deutsche Übersetzung: “zusammenlesen, sammeln” Material: Gk. λέγω ‘sammle, lese together, zähle, rede, say”, καταλέγω “verzeichne”, συλλογή ‘sammlung”, ἐκλογή “Auswahl”, λόγος, λέξις “ discourse “,… … Proto-Indo-European etymological dictionary
Leg — (l[e^]g), v. t. To use as a leg, with it as object: (a) To bow. [Obs.] (b) To run. [Low] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
leg. — leg. 〈Abk. für ital.〉 legato * * * leg. = ↑ legato. * * * leg. = legato … Universal-Lexikon
leg-up — leg ,up noun singular 1. ) INFORMAL if you give someone a leg up, you help them to make progress, especially in their career 2. ) if you give someone a leg up, you help them climb something by letting them put their foot in your hands and then… … Usage of the words and phrases in modern English