-
1 been
2 [lichaamsdeel met betrekking tot een dier] leg3 [bot; stof waaruit botten bestaan] bone5 [met betrekking tot een kous; met betrekking tot een voorwerp] leg♦voorbeelden:een houten been • a wooden legop het verkeerde been gezet worden • 〈 sport〉 be wrong-footed; 〈 figuurlijk〉 be misled; 〈informeel; figuurlijk〉 be sent barking up the wrong treehij brak zijn been • he broke his legde benen strekken • stretch one's legsmet de benen over elkaar • with one's legs crosseder was veel volk op de been • a great many people were aboutik kan niet meer op mijn benen staan • I can't keep on my feet any longereen leger op de been brengen • raise an armyop de been blijven • remain on one's feetweer op de been zijn • be up and about (again)hij is al de hele dag op de been • he's been on his feet all daystevig op zijn benen staan • be steady on one's legsgoed ter been zijn • be a good walkerzich de benen uit het lijf lopen • run one's legs off〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • it is no easy matter to bear prosperity decently -
2 been
n. (Anatomy) leg, one of the two or four limbs that support and move an animal or human; bone, hard structures which make up the skeleton; long narrow part of something -
3 een leger op de been brengen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een leger op de been brengen
-
4 hij is al de hele dag op de been
hij is al de hele dag op de beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is al de hele dag op de been
-
5 aan een been knagen
aan een been knagenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan een been knagen
-
6 dat hield me op de been
dat hield me op de beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat hield me op de been
-
7 dat was tegen het zere been
dat was tegen het zere beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat was tegen het zere been
-
8 deze kou dringt door merg en been
deze kou dringt door merg en beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deze kou dringt door merg en been
-
9 die kreet ging door merg en been
die kreet ging door merg en beenit was a harrowing/heart-rending cryVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > die kreet ging door merg en been
-
10 een been afkluiven
een been afkluivenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een been afkluiven
-
11 een blok aan het been zijn voor iemand
een blok aan het been zijn voor iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een blok aan het been zijn voor iemand
-
12 een gebroken been spalken
een gebroken been spalkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gebroken been spalken
-
13 een gipsen been
een gipsen beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gipsen been
-
14 een houten been
een houten beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een houten been
-
15 een verdediger op het verkeerde been zetten
een verdediger op het verkeerde been zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verdediger op het verkeerde been zetten
-
16 er was een grote politiemacht op de been
er was een grote politiemacht op de beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er was een grote politiemacht op de been
-
17 er was veel volk op de been
er was veel volk op de beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er was veel volk op de been
-
18 ergens geen been in zien
ergens geen been in zienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens geen been in zien
-
19 geen been hebben om op te staan
geen been hebben om op te staanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen been hebben om op te staan
-
20 gewond aan het been
gewond aan het beeninjured/wounded in the legVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gewond aan het been
См. также в других словарях:
been — [bi:n, bın US bın] [: Old English; Origin: gebeon] 1.) the past participle of ↑be 2.) a) used to say that someone has gone to a place and come back been to ▪ I ve never been to Japan. have been to do sth ▪ Have you been to see the Van Gogh… … Dictionary of contemporary English
been — been; car·a·been; car·been; cau·been; gom·been; she·been; … English syllables
Been — [OE. beon, ben, bin, p. p. of been, beon, to be. See {Be}.] The past participle of {Be}. In old authors it is also the pr. tense plural of {Be}. See 1st {Bee}. [1913 Webster] Assembled been a senate grave and stout. Fairfax. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
been — pp. of BE (Cf. be). Dismissive slang phrase been there, done that attested from 1994 (been there had the experience, usually of something disreputable, is from 1880s) … Etymology dictionary
been-to — UK US noun [countable] [singular been to plural been tos] west african informal someone who has lived in the UK, especially for part of their education Thesaurus: educated people and experts … Useful english dictionary
been — / bot bonyo been / voet futu … Woordenlijst Sranan
Been — may refer to:*pungi, wind instrument *Rudra Veena, string instrument *past participle of the verb to … Wikipedia
Been — Been, S. Behen … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
been — the past participle of be … Usage of the words and phrases in modern English
been — [bin; ] often [ ben; bēn] vi. [ME ben < OE beon: see BE] pp. of BE … English World dictionary
Been — Mario Been Spielerinformationen Voller Name Mario Been Geburtstag 11. Dezember 1963 Geburtsort Rotterdam, Niederlande Position Mittelfeld Vereine als Aktiver1 … Deutsch Wikipedia