-
1 bas
bas1 [baa]〈m.〉1 kous♦voorbeelden:bas à varices • steunkous————————bas2 [baa],basse [baas]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., bijwoord〉6 laag(st) ⇒ min(st), gering♦voorbeelden:le bas monde • het ondermaansesoleil bas • laagstaande zonla basse ville • de benedenstadle malade est bien bas • de zieke is heel minnetjess'incliner très bas • heel diep buigenle thermomètre est tombé très bas • de thermometer is flink gezaktmettre une maison à bas • een huis met de grond gelijkmakenà bas le fascisme! • weg met het fascisme!il sauta à bas de son lit • hij sprong uit zijn beden bas • beneden, omlaagla tête en bas • met het hoofd naar benedenil habite en bas • hij woont benedenen bas de la page • onderaan de bladzijded'en bas • van onderpar en bas • van onder (naar boven)être bas sur pattes • korte pootjes hebbenau bas de • onderaandu bas jusqu'en haut • van beneden naar bovenle bas • het laagst gelegen gedeeltele bas du visage • de onderkant van het gezichtle bas d'une montagne • de voet van een bergpar le bas • van onder (naar boven)bas les pattes! • handen thuis!chapeaux bas! • hoeden af!trois étages plus bas • drie verdiepingen lagervoyez plus bas • zie verderau bas mot • op z'n minst, minstensle bas peuple • het lagere volkà bas prix • voor een zacht prijsje, goedkoop1. m 2. bas/basseadj, adv1) laag2) laaggelegen3) gemeen4) verderop6) zacht, niet luid [stem]7) laag(st), min(st), gering -
2 filer
filer [fielee]1 langzaam weglopen ⇒ wegvloeien, uitlopen 〈 kaas〉 ⇒ te hoog opschieten 〈 struiken〉 ⇒ walmen 〈 kaars〉♦voorbeelden:l'argent lui file entre les mains • hij heeft een gat in z'n handII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 schaduwen ⇒ heimelijk volgen, de gangen nagaan van♦voorbeelden:v2) walmen [kaars]3) snel gaan4) ladderen [kous]5) spinnen6) afrollen7) schaduwen8) geven -
3 accrocher
accrocher [aakrosĵee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v1) haperen2) vastmaken, vastpennen, ophangen4) licht aanrijden [auto]5) aanklampen, tegenhouden6) bemachtigen, aan de haak slaan2. s'accrocherv2) volharden, doorzetten -
4 baguette
baguette [baaget]〈v.〉1 stokje♦voorbeelden:baguette de fée • toverstokjebaguette de sourcier • wichelroedebaguette divinatoire • wichelroedebaguette magique • toverstokjebaguette salée • zoute stengel→ coupf1) stokje2) aanwijsstok3) dirigeerstok4) eetstokje5) stokbrood6) siernaad [kous, sok]7) lijstje, lijstwerk [bouwkunde] -
5 clair
clair1 [kler]〈m.〉♦voorbeelden:se détacher en clair sur • duidelijk afsteken tegenêtre au clair sur qc. • een duidelijk idee van iets hebbenmettre ses notes au clair • zijn aantekeningen uitwerkentirer au clair • 〈 vloeistof〉klaren, filtreren〈 figuurlijk〉 tirer une affaire au clair • een zaak tot klaarheid brengen, ophelderenle plus clair • het grootste gedeeltemessage en clair • niet gecodeerd berichten clair, cela ne l'intéresse pas • om duidelijk te zijn, het interesseert hem niet————————clair2 [kler]3 duidelijk ⇒ gemakkelijk te begrijpen, helder4 helder ⇒ transparant, zuiver♦voorbeelden:opposer un refus clair et net • vierkant weigerenclair comme deux et deux font quatre • zo klaar als een klontje→ eau4 son affaire est claire • zijn, haar lot is bezegeldlait clair • wei————————clair3 [kler]〈 bijwoord〉2 dun♦voorbeelden:je vois clair dans son jeu • ik heb hem, zijn spel door1. m1) lichte partij [schilderij]2) dunne plek [stof]2. adj1) duidelijk, helder2) onbewolkt3) licht [kleur]4) dun5) helder [verstand]3. adv1) duidelijk2) dun -
6 maille
maille [maaj]〈v.〉♦voorbeelden:maille à l'endroit • rechte steekmaille à l'envers • averecht(s)e steekmaille double, serrée • vaste steek2 cotte de mailles • maliënkolder, -hemdf1) steek [handwerk]2) malie -
7 bas de laine
bas de laine -
8 cagoulé
cagoulé [kaagoelee]1 met een kous 〈 als masker〉 over het hoofd ⇒ 〈van inbreker enz.〉 met een soort bivakmuts op, gemaskerd -
9 démailler
démailler [deemaajee]♦voorbeelden: -
10 demi-bas
-
11 estafilade
-
12 *honte
*honte ['õt]〈v.〉1 schande3 schroom♦voorbeelden:faire honte à qn. • iemand te schande makenà la honte de qn. • tot iemands schandemauvaise, fausse honte • valse schaamteavoir honte de • zich schamen overavoir toute honte bue • ieder schaamtegevoel verloren hebbenfaire honte à qn. • iemand beschamenmourir de honte • zich doodschamen -
13 il en sera pour sa courte honte
il en sera pour sa courte honteDictionnaire français-néerlandais > il en sera pour sa courte honte
-
14 remailler
remailler [rəmaajee]〈 werkwoord〉 -
15 une maille qui file
une maille qui file
См. также в других словарях:
Kous — Kous, das alte Apollinopolis parva, kleine Handelsstadt in Oberägypten; nahe daran die Ruinen des alten Theben … Pierer's Universal-Lexikon
Kous — [ kuːs], Stadt in Oberägypten, Kus … Universal-Lexikon
kous — am·phe·rot·o·kous; ar·rhe·not·o·kous; deu·ter·ot·o·kous; dit·o·kous; the·lyt·o·kous; to·kous; sou·kous; at·o·kous; epit·o·kous; kous; thel·y·ot·o·kous; … English syllables
kous- — To hear. Oldest form *ə₂kous . 1. a. hear, from Old English hīeran, to hear; b. hearken, from Old English he(o)rcnian, to harken. Both a and b from Germanic *hauzjan; 2. Suffixed form *əkous yo … Universalium
kouş — kovuk, içi boş olan … Çağatay Osmanlı Sözlük
Kous — Aksyon de moun, de bèt ou byen plizyè ki ap kouri pou wè kiyès ki ap rive yon kote anvan … Definisyon 2500 mo Kreyòl
kous — kowsu … Woordenlijst Sranan
kous — I. noun see kouse I II. noun see kouse II … Useful english dictionary
Koussevitzky,Sergei Aleksandrovich — Kous·se·vitz·ky (ko͞o sə vĭtʹskē), Sergei Aleksandrovich. Known as “Serge.” 1874 1951. Russian born American conductor of the Boston Symphony Orchestra (1924 1949) noted for his support of contemporary composers. * * * … Universalium
Koussevitzky — Kous•se•vitz•ky [[t]ˌku səˈvɪt ski[/t]] n. big Serge (sârzh, sûrj), (Sergei Alexandrovich Kusevitsky), 1874–1951, Russian conductor in the U.S … From formal English to slang
o — abi·o·log·i·cal; ab·o·li·tion; ab·o·li·tion·ary; ab·o·li·tion·dom; ab·o·li·tion·ism; ab·o·li·tion·ist; ab·o·li·tion·ize; ab·o·ma·sal; ab·o·ma·sum; ac·an·thol·o·gy; ac·an·thop·o·dous; acar·i·dol·o·gist; ac·a·ri·nol·o·gy; acar·i·o·sis;… … English syllables