-
1 avortement
avortement [aavortəmã]〈m.〉1 abortus ⇒ vruchtafdrijving, zwangerschapsonderbreking2 miskraam♦voorbeelden:m1) miskraam2) abortus3) mislukking -
2 chute
chute [sĵuut]〈v.〉4 eindpunt♦voorbeelden:lois de la chute des corps • wetten van de zwaartekrachtchute d'eau • watervalchute du jour • (het) vallen van de avondchute d'un toit • helling van een dakchute naturelle • natuurlijke watervalchute en pente • hellend dakvlak→ point3 la chute de la bourse • de ineenstorting van de beurs, de beurskrachf1) val, (het) vallen2) ondergang4) waterval5) eindpunt6) afval, rest [stof]7) mislukking -
3 défaite
-
4 désastre
désastre [deezaastr]〈m.〉1 ramp ⇒ onheil, catastrofe2 complete mislukking ⇒ ondergang, fiasco♦voorbeelden:m1) ramp, catastrofe2) fiasco, mislukking -
5 échec
échec [eesĵek]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉2 schaak3 moeilijke, hachelijke positie♦voorbeelden:échec (au roi)! • schaak!faire échec • schaak zettenêtre en échec • schaak staanl'échec à un examen • het zakken voor een examenm2) schaak4) mislukking, tegenslag5) (het) zakken [examen] -
6 manquer
manquer [mãkee]1 ontbreken ⇒ afwezig zijn, verstek laten gaan, missen2 gebrek hebben (aan) ⇒ niet hebben, te kort komen, missen3 tekortschieten (in) ⇒ nalaten, verzuimen♦voorbeelden:1 ce n'est pas l'argent qui manque! • er is geld genoeg!ses enfants lui manquent • hij, zij mist zijn, haar kinderenles occasions ne manquent pas! • gelegenheid te over!l'argent vint à manquer • het geld raakte opla voix lui manqua • zijn stem stokte in zijn keelles forces lui manquèrent • zijn krachten begaven hettu me manques beaucoup • ik mis je ergmanquer à l'appel • op het appel ontbrekenla conversation manque d' entrain • het gesprek wil niet vlottenmanquer d' expérience • onervaren zijnil ne manque pas d' esprit • hij is niet ongeestigil ne manque de rien • hij komt niets te kortmanquer à sa parole • zijn woord breken〈 formeel〉 manquer à qn., au respect qu'on doit à qn. • iemand niet met het verschuldigde respect bejegenenje n'y manquerai pas • ik zal het zeker doenne pas manquer de faire qc. • iets zeker doenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 mislopen3 tot een mislukking maken ⇒ laten mislukken, laten mislopen, verknoeien♦voorbeelden:manquer le train • de trein missen〈 figuurlijk〉 la prochaine fois, je ne le manquerai pas • de volgende keer zal ik hem te grazen nemen, zal ik hem weten te vinden→ coche¶ manquer la classe • spijbelen, de school verzuimenmanquer une occasion • een gelegenheid voorbij laten gaanil n'en manque pas une • hij begaat de ene stommiteit na de anderev1) ontbreken2) niet hebben, missen3) verzuimen4) mislukken5) missen, niet treffen6) mislopen -
7 mort-né
-
8 suicidaire
suicidaire [sŵiesieder]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉♦voorbeelden:un(e) suicidaire • iemand met zelfmoordplannenadj -
9 affecter
affecter [aafektee]〈 werkwoord〉1 voorwenden ⇒ veinzen, doen alsof3 bestemmen ⇒ reserveren, toewijzen4 aanstellen ⇒ plaatsen, indelen5 treffen ⇒ aandoen, inwerken op♦voorbeelden:la grève affecte plusieurs usines • verschillende fabrieken worden door de staking getroffenv2) aanstellen (bij), plaatsen3) voorwenden -
10 faillite
faillite [faajiet]〈v.〉2 mislukking ⇒ schipbreuk, ineenstorting, ondergang, bankroet♦voorbeelden:faire faillite, tomber en faillite • failliet gaan2 faire faillite • mislukken, bankroet gaanf -
11 fiasco
-
12 four
four [foer]〈m.〉1 oven2 mislukking ⇒ fiasco, echec♦voorbeelden:four crématoire • lijkovenfour solaire • zonneovenil fait chaud comme dans un four • het is smoorheetil fait noir comme dans un four • het is zo donker als de helouvrir un grand four • zijn schuurdeur openzettenon n'y voit pas plus que dans un four • je ziet geen hand voor ogen〈 spreekwoord〉 on ne peut pas être à la fois au four et au moulin • wie de klok luidt kan niet in de processie gaanfaire un four • vallen als een baksteenm1) oven2) flop, fiasco -
13 au-devant
au-devant [oodvã]〈bijwoord; ook voorzetsel〉1 tegemoet♦voorbeelden:aller au-devant de qn. • iemand tegemoet gaanaller au-devant de qc. • iets trotseren, het hoofd biedenaller au-devant des désirs de qn. • iemands wensen voorkómen -
14 constat
constat [kõstaa]〈m.〉♦voorbeelden:¶ faire, dresser un constat d'échec • vaststellen dat alles 〈 leven, huwelijk enz.〉 één grote mislukking was -
15 courte honte
courte honte -
16 aller au-devant d' une défaite, d' un échec
aller au-devant d' une défaite, d' un échecDictionnaire français-néerlandais > aller au-devant d' une défaite, d' un échec
-
17 déboire
-
18 déconfiture
-
19 flop
-
20 foirade
foirade [fwaaraad]〈v.〉 〈 vulgair〉
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Golden Film — Infobox award bgcolour = #ffdead name = Golden Film imagesize = 250px caption = The Golden Film trophy for Love to Love (2003) description = Box office achievements presenter = Netherlands Film Festival Netherlands Film Fund country = Netherlands … Wikipedia
Список премьер-министров Нидерландов — Премьер министр Нидерландов нидерл. Minister President … Википедия
Ferdinand Bordewijk — (* 10. Oktober 1884 in Amsterdam; † 28. April 1965 in Den Haag) war ein niederländischer Schriftsteller. Sein Werk wird oft dem Magischen Realismus und der Neuen Sachlichkeit zugerechnet und gilt als eines der wichtigsten der niederländischen… … Deutsch Wikipedia
Схиммелпеннинк, Геррит — Геррит Схиммелпеннинк Gerrit Schimmelpenninck … Википедия