-
1 fou
fou1 [foe]〈m.〉1 gek ⇒ dwaas, idioot, krankzinnige2 (hof)nar♦voorbeelden:maison de fous • gekkenhuisêtre fou furieux • razend van woede zijnfaire le fou • gek doen〈 spreekwoord〉 plus on est de fous, plus on rit • hoe meer zielen, hoe meer vreugd————————fou2 [foe],fol, folle [fol]1 gek ⇒ dwaas, idioot, krankzinnig3 enorm ⇒ krankzinnig veel, groot♦voorbeelden:fol qui s'y fie • dwaas die het gelooftfou à lier • stapelgekfou de • gek op, dol verliefd op, verzot opje ne suis pas assez fou pour te croire • ik ben niet zo gek je te geloven→ herbe2 aiguille folle • dol geworden naald, wijzerbalance folle • doorslaande weegschaalmèche folle • weerbarstige lokfou rire • slappe lachvierge folle • lichtzinnig vrouwtjeça fait un temps fou que je ne l'ai pas vue • ik heb haar al ontzettend lang niet gezienc'est fou ce que c'est cher • belachelijk zo duur als dat is1. m1) gek, dwaas2) nar3) loper [schaken]2. fou, fol, folleadj1) gek, krankzinnig3) enorm, groot4) wild [biologie]3. fou (de)adjdol verliefd, gek (op) -
2 agacer
agacer [aagaasee]1 ergeren ⇒ irriteren, boos maken♦voorbeelden:il m'agaçait un peu • hij hing me een beetje de keel uit1 zich ergeren ⇒ zenuwachtig worden, gek worden van1. vergeren, irriteren2. s'agacerv -
3 insensé
insensé [ẽsãsee]1 waanzinnig ⇒ dwaas, onzinnig, gek♦voorbeelden:1 c'est insensé • het is waanzin, onzinadj1) waanzinnig, onzinnig, gek2) belachelijk -
4 sensationnel
sensationnel [sãsaasjonnel]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:1 rechercher le sensationnel • op sensatie belust zijn, sensatie zoeken= sensationnelle; adj1) sensationeel2) te gek, geweldig -
5 sonné
-
6 terrible
terrible [terriebl]2 verschrikkelijk ⇒ buitengewoon, ontzettend♦voorbeelden:le terrible • het verschrikkelijke, erge→ enfantadj2) buitengewoon3) te gek, gaaf -
7 tête
tête [tet]〈v.〉1 hoofd ⇒ kop, gezicht5 kop ⇒ top, bovenkant, voorste gedeelte♦voorbeelden:1 avoir, être une tête à claques, à gifles • een irritant koppie, een rotkop hebbentête de mort • doodshoofd, doodskopune tête de six pieds de long • een lang gezicht, een gezicht als een oorwurmde la tête aux pieds • van top tot teenêtre la tête de Turc, servir de tête de Turc • het mikpunt, pispaaltje zijndonner tête baissée dans qc. • blindelings, zonder te kijken ergens op inlopen, tegenaan lopen; 〈 ook〉 er blindelings inlopenavoir une bonne tête • er betrouwbaar, intelligent uitzien, een sympathieke kop hebbence sont deux têtes sous un même bonnet • dat zijn twee handen op één buiktomber la tête la première • voorovervallenla tête renversée • met het hoofd naar achterensale tête • gemene kopcourir tête baissée • lopen zo snel als men kandonner sa tête à couper • zijn hoofd eronder durven verweddenen faire une tête • een lang gezicht zettenjeter qc. à la tête de qn. • iemand iets naar het hoofd slingeren, iemand iets verwijtenrompre la tête à qn. • iemand de oren van het hoofd schreeuwentourner la tête • het hoofd afwenden2 c'est, il a une tête en l'air, tête sans cervelle, tête de linotte, tête d'oiseau • hij is een leeghoofd, heeft de hersens van een garnaal, gedraagt zich als een kip zonder kopavoir une tête de cochon, de mule • koppig zijnêtre une tête de cochon, de lard, de mule, de pioche • een stijfkop zijnmettre la tête à l'envers à qn. • iemand het hoofd op hol brengentête brûlée • heethoofdavoir la tête chaude • een heethoofd, driftkop zijnavoir la tête fêlée • een beetje getikt zijnune forte tête • iemand met een eigen wil, dwarskopavoir la tête froide • koelbloedig zijn〈 informeel〉 une grosse tête • een knappe kop, superintelligent persoon〈 informeel〉 avoir une, la grosse tête • pretenties, praatjes hebben〈 informeel〉 petite tête! • domkop!, sufferd(je)!examiner, réfléchir à tête reposée • rustig, op z'n gemak bekijken, overdenkenavoir la tête solide • veel aan zijn hoofd kunnen hebbenavoir toute sa tête • bij zijn volle verstand zijnavoir la tête vide • niet (meer) kunnen nadenken, zich niets meer kunnen herinnerenavoir de la tête • een goed verstand hebbenavoir la tête à ce qu'on fait • zijn hoofd, zijn aandacht bij zijn werk hebbenavoir la tête près du bonnet • een heethoofd, driftkop zijncasser, fendre la tête à qn. • iemand op zijn zenuwen werken, irriterense casser la tête contre les murs • met zijn hoofd tegen de muur lopen, wanhopig zijnchercher dans sa tête • proberen zich iets te herinnerense creuser la tête • z'n hersens pijnigenéchauffer la tête • iemand nijdig, woedend makenn'en faire qu'à sa tête • precies doen waar men zin in heeftfourrer, mettre qc. dans la tête • iets in het hoofd prentense mettre dans la tête, en tête de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten omse mettre dans la tête, en tête que 〈+ aantonende wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten dat, zich inbeelden datidée qui passe par la tête de qn. • idee dat zomaar bij iemand opkomtperdre la tête • het hoofd, zijn verstand verliezen, gek wordenle vin lui tourne la tête • de wijn stijgt hem naar het hoofdtourner la tête à qn. • iemand het hoofd op hol brengenavoir la tête ailleurs • er met zijn gedachten niet bij zijn, afwezig zijn〈 spreekwoord〉 quand on n'a pas de tête, il faut avoir des jambes • wie zijn hoofd vergeet, moet zijn benen gebruikende tête • uit het hoofd, in gedachtenavoir une idée (de) derrière la tête • iets in zijn achterhoofd hebbense mettre à la tête, prendre la tête de • de leiding nemen overà la tête, en tête de • aan het hoofd, aan de leiding vanpar tête • per persoon, per mantête d'ail • knoflookbolletjetête d'épingle • speldenknoptête de ligne • kopstation, beginpunt van een lijntête du lit • hoofdeinde van het bedtête de pipe • pijpenkopvirer tête à queue • helemaal om zijn as draaien, een draai van 180 graden makenwagon de tête • voorste wagontête nucléaire • atoomkopmusique en tête • de muziek vooropcôté tête • kop(zijde), kruisavoir la tête sur les épaules • met beide benen op de grond staanmauvaise tête • dwarsligger, lastpostfaire la mauvaise tête • koppig zijn, dwars liggense cogner, se taper la tête contre les murs • wanhopig naar een oplossing zoekenne plus savoir où donner de la tête • niet meer weten waar te beginnen, overstelpt zijn met werkfaire la tête (à qn.) • mokken (tegen iemand), boos zijn (op iemand)se jeter à la tête de qn. • toenadering zoeken tot iemand, zich bij iemand opdringenlaver la tête à qn. • iemand een flinke uitbrander gevenmonter la tête à qn. • iemand tegen iemand opzettense monter la tête • zich ergens over opwinden, spoken ziense payer (doucement) la tête de qn. • iemand (stiekem) voor de gek houdenpiquer une tête • een duik nemen, duikenredresser, relever la tête • zijn zelfvertrouwen herwinnenrisquer, sauver sa tête • zijn leven wagen, het er levend van afbrengentenir tête • het hoofd bieden, standhoudenen avoir par-dessus la tête • er schoon genoeg van hebben, er de buik van vol hebbenf1) hoofd, kop2) gezicht3) leider4) kopbal5) top, bovenkant -
8 affolant
-
9 anormal
anormal [aanormaal],anormaux [aanormoo]♦voorbeelden:je trouve ça anormal • ik vind dat schandaligadj1) abnormaal, ongewoon -
10 assommer
assommer [aasommee]〈 werkwoord〉1 (dood)slaan ⇒ afmaken, neerslaan2 vervelen ⇒ vermoeien, lastig vallen♦voorbeelden:être assommé par des arguments • overstelpt worden met argumentense faire assommer par la police • klappen krijgen van de politiev1) (dood)slaan, neerslaan2) overbluffen -
11 bête
bête1 [bet]〈v.〉♦voorbeelden:bête à bon dieu • lieveheersbeestjebête de proie • roofdierbête de somme • lastdierbête de trait • trekdier〈 figuurlijk〉 c'est ma bête noire • ik kan hem, haar niet uitstaan〈 figuurlijk〉 être la bête noire • het zwarte schaap, de gebeten hond zijn〈 figuurlijk〉 chercher la petite bête • vitten, muggenziftenbête puante • stinkdierbêtes sauvages, féroces • wilde dierentravailler comme une bête de somme • zich afbeulenêtre malade comme une bête • doodziek zijnregarder qn. comme une bête curieuse • iemand aangapenfaire la bête • dom doen, zich van de domme houden¶ bête à concours • boekenwurm, werkezel, vosser————————bête2 [bet]1 dom♦voorbeelden:bête comme un âne, une oie, un pied • oliedomc'est bête comme chou • dat is kinderspel1. f1) beest, dier3) domkop2. bêtesf pl(het) vee, wilde dieren, insecten3. adj1) dom, dwaas2) onzinnig -
12 boîte
boîte [bwaat]〈v.〉1 doos ⇒ blik, trommel, kistje5 nachtclub ⇒ dancing, discotheek, (dans)tent♦voorbeelden:1 boîte en fer • ijzeren trommel, kistboîte à gants • handschoenen-, dashboardkastjeboîte à idées • ideeënbus〈 informeel〉 boîte à images • kijkbuis, -doosboîte aux lettres • brievenbus〈 figuurlijk〉 boîte à malice • trukendoos, toverdoosboîte à musique • speeldoosboîte à ordures • vuilnisbakboîte à rythme(s) • ritmeboxboîte à savon • zeepdoosboîte de secours • verbandtrommelboîte à suggestions • ideeënbusboîte à surprise(s) • fopdoos, toverdoosboîte postale • postbusmettre en boîte(s) • inblikken〈 figuurlijk〉 mettre qn. en boîte • iemand voor de gek houden, op de kast jagenboîte crânienne • hersenpan〈 vliegtuig〉 boîte noire • zwarte doos, black boxf1) doos, trommel2) blikje3) kast, bak, lege ruimte [techniek]4) zaak, hok [om te werken]5) school6) gevangenis7) nachtclub -
13 boule
boule [boel]〈v.〉♦voorbeelden:boule de neige • sneeuwbalboule de Noël • kerstbalboule de signaux • seinbalfaire boule de neige • een sneeuwbaleffect hebbenen boule • opgerold, als een bol〈 informeel〉 se mettre en boule • boos worden, zijn stekels opzetten→ nerfperdre la boule • de kluts kwijtraken, gek wordenf1) bal, bol, kogel2) aardbol3) kop, knikker4) snoepje -
14 brebis
-
15 capote
-
16 casser
casser [kaasee]→ passerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 breken ⇒ stukmaken, stukslaan, inslaan♦voorbeelden:casser du bois • hout hakkenle ressort est cassé • hij, zij is innerlijk gebrokença ne casse rien • dat is niet veel bijzondersil ne casse rien • ik ben niet bijzonder onder de indruk van hemce travail me casse la tête • ik word gek van dat werktu nous les casses • schei uit met je gezeikfilm à tout casser • buitengewone filmil conduit sa voiture à tout casser • hij rijdt plankgasça vous coûtera dix francs à tout casser • dat zal u hoogstens tien frank kostenrire à tout casser • keihard lachensans en casser une • zonder een woord♦voorbeelden:1. v1) breken, stukgaan2) stukslaan3) annuleren [vonnis]4) ontslaan, afzetten, degraderen5) onderbreken6) kraken, inbreken2. se casservaftaaien, er vandoor gaan -
17 cinglé
cinglé [sẽglee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉 〈 informeel〉1 (een beetje) geschift ⇒ getikt, verknipt, mesjogge♦voorbeelden:1. m (f - cinglée) 2. = cinglée; cingléadjgek, getikt, mesjogge -
18 cintré
cintre [sẽtr]〈m.〉1 hanger(tje) ⇒ knaapje, kleerhanger♦voorbeelden:adj1) gebogen, gewelfd2) getailleerd3) gek, knetter -
19 cochon
cochon1 [kosĵõ]〈m.〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 des (petits) yeux de cochon • varkensoogjes, zeer kleine ogencochon de mer • bruinvis〈 informeel〉 je n'ai pas gardé les cochons avec vous • 〈 als iemand dadelijk te familiair is〉wij zijn toch geen familie van elkaar?être gros, gras comme un cochon • een vetzak zijncochon qui s'en dédit! • hand erop!————————cochon2 [kosĵõ],cochonne [kosĵon]〈m., v.〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:2 ce cochon-là, ce cochon de X • (X,) die smeerlap¶ (eh bien,) mon cochon! • (nou, nou,) jij durft!quel cochon de temps!, temps de cochon! • wat een beestenweer!————————cochon3 [kosĵõ],cochonne [kosĵon]♦voorbeelden:1. m1) varken, zwijn2) varkensvlees2. cochon/-onnem/fviezerik, smeerlap3. cochon/-onneadj1) vies, vuil2) schunnig, schuin -
20 comme
comme1 [kom]〈 bijwoord〉————————comme2 [kom]〈voegwoord; ook bijwoord, voorzetsel〉6 daar ⇒ aangezien, omdat7 juist toen ⇒ terwijl, toen♦voorbeelden:comme il faut • zoals 't hoort, netjesune personne très comme il faut • een keurig iemandc'est qc. comme un examen • het is een soort examentout comme (son père) • precies zoals (zijn vader)c'est tout comme • 't komt op hetzelfde neer, 't scheelt niet veelcomme tout • heel erggentil comme tout • hartstikke, onwijs aardigcomme si • alsof3 〈 resumerend〉 alors comme ça il paraît que tu nous enlèves notre fille • dus jij gaat onze dochter meenemenun prof comme ça! • een geweldige leraarcomme cela, ça • zo, op die maniercomme ci comme ça • zo zo, z'n gangetjecela fait qc. comme 10 francs • dat is ongeveer 10 frank〈 informeel〉 comme qui dirait • om zo te zeggen, in zekere zin¶ comme quoi • waaruit volgt dat, waarin staat dat1. adv1) wat, hoe... (!)2) hoezeer2. conj1) zoals, evenals2) als, in de hoedanigheid van3) daar, aangezien4) terwijl, toen
См. также в других словарях:
gek — gek·ko; gek·ko·nes; gek·kon·i·dae; gek·ko·ta; gek·ko·nid; gek·ko·noid; … English syllables
GEK — steht als Abkürzung für: Gendarmerieinsatzkommando, beispielsweise GEK Cobra Autorengruppe Gernhardt Eilert Knorr, kurz GEK Gruppe Gewässerentwicklungskonzept, ein wasserwirtschaftlicher Begriff Gmünder ErsatzKasse … Deutsch Wikipedia
GEK — (no periods), geomagnetic electrokinetograph … Useful english dictionary
gek — gèk prt. 1. juk, gi: Gèk mano kiaulės metinės, ale skūra ir kaulai Pbs. Gek žinai, kad jis tave mėgsta rš. Eičiau gèk ir aš grybauti, tik tingiu anksti keltis Kkl. 2. ar, argi: Gèk tau nešalta? Dl … Dictionary of the Lithuanian Language
GEK-Gruppe — (Autorengruppe Gernhardt Eilert Knorr) bezeichnet die Zusammenarbeit der drei Autoren Robert Gernhardt, Bernd Eilert und Peter Knorr. Inhaltsverzeichnis 1 Geschichte 1.1 Anfänge (1971–1973) 1.2 Trio (1973–1975) … Deutsch Wikipedia
GEK COBRA — Abzeichen des Einsatzkommando Cobra Das Einsatzkommando Cobra (kurz EKO Cobra) ist die wichtigste polizeiliche Spezialeinheit in Österreich. Es ist dem Bundesministerium für Inneres direkt unterstellt und gehört nicht dem Wachkörper Bundespolizei … Deutsch Wikipedia
GEK Cobra — Abzeichen des Einsatzkommando Cobra Das Einsatzkommando Cobra (kurz EKO Cobra) ist die wichtigste polizeiliche Spezialeinheit in Österreich. Es ist dem Bundesministerium für Inneres direkt unterstellt und gehört nicht dem Wachkörper Bundespolizei … Deutsch Wikipedia
GEK Cobra — Un membre du GEK Cobra pendant un entrainement à l arme de poing Le GendarmerieEinsatzKommando Cobra (GEK Cobra, français : Commando d intervention de la Gendarmerie Cobra) est l unité d intervention antiterroriste de la Bundesgendarmerie… … Wikipédia en Français
GEK — gekürzt (International » German) ** Geomagnetic Electrokinetograph (Academic & Science » Ocean Science) * Gerald E King (Community » Famous) * Ganes Creek, Alaska (Regional » Airport Codes) … Abbreviations dictionary
GEK — Geomagnetic Electrokinetograph ( > IEEE Standard Dictionary ) … Acronyms
gek. — 1) gekürzt EN shortened, abbreviated 2) gekündigt EN terminated, quit 3) gekühlt EN cooled 4) gekörnt EN grained, granular 5) gekonnt … Abkürzungen und Akronyme in der deutschsprachigen Presse Gebrauchtwagen