-
1 addition
addition [aadiesjõ]〈v.〉2 optelling ⇒ (het) optellen, som♦voorbeelden:garçon, l'addition, s'il vous plaît! • ober, afrekenen graag!f1) rekening2) optelling, som3) toevoeging -
2 association
association [aasosjaasjõ]〈v.〉1 vereniging ⇒ (ver)bond, maatschappij2 verbinding ⇒ samenvoeging, koppeling4 opneming ⇒ deelneming, toevoeging♦voorbeelden:association de consommateurs • consumentenbondassociation de malfaiteurs • misdadigersbendeassociation reconnue d'utilité publique • erkende instelling van algemeen nutassociation secrète • geheim genootschapassociation d'idées • gedachteassociatief1) vereniging, verbond2) vennootschap [juridisch]3) combinatie4) samenwerking5) opneming, toevoeging -
3 complément
complément [kõpleemã]〈m.〉1 aanvulling ⇒ toevoeging, completering♦voorbeelden:le complément d'une somme • het resterende bedrag van een somcomplément de circonstance • bijwoordelijke bepalingcomplément d'objet direct • lijdend voorwerpcomplément d'objet indirect • meewerkend voorwerpm1) aanvulling, toevoeging2) bepaling van gesteldheid [taalkunde] -
4 comme
comme1 [kom]〈 bijwoord〉————————comme2 [kom]〈voegwoord; ook bijwoord, voorzetsel〉6 daar ⇒ aangezien, omdat7 juist toen ⇒ terwijl, toen♦voorbeelden:comme il faut • zoals 't hoort, netjesune personne très comme il faut • een keurig iemandc'est qc. comme un examen • het is een soort examentout comme (son père) • precies zoals (zijn vader)c'est tout comme • 't komt op hetzelfde neer, 't scheelt niet veelcomme tout • heel erggentil comme tout • hartstikke, onwijs aardigcomme si • alsof3 〈 resumerend〉 alors comme ça il paraît que tu nous enlèves notre fille • dus jij gaat onze dochter meenemenun prof comme ça! • een geweldige leraarcomme cela, ça • zo, op die maniercomme ci comme ça • zo zo, z'n gangetjecela fait qc. comme 10 francs • dat is ongeveer 10 frank〈 informeel〉 comme qui dirait • om zo te zeggen, in zekere zin¶ comme quoi • waaruit volgt dat, waarin staat dat1. adv1) wat, hoe... (!)2) hoezeer2. conj1) zoals, evenals2) als, in de hoedanigheid van3) daar, aangezien4) terwijl, toen -
5 additif
-
6 adjonction
-
7 incorporation
incorporation [ẽkorporraasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:sursis d'incorporation • uitstel van eerste oefening -
8 un additif
un additiftoevoeging, additief, dope
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский