Перевод: с английского на все языки

со всех языков на английский

famous+picture

Толкование Перевод

21 landscape

'lændskeip 1. noun
1) (the area of land that a person can look at all at the same time: He stood on the hill surveying the landscape.) landskap

2) (a picture showing a view of the countryside: He paints landscapes.) landskapsmaleri
2. verb
(to do landscape gardening on: We are having our back garden landscaped.) anlegge

- landscape gardening
- landscape gardener

landskap

I
subst. \/ˈlæn(d)skeɪp\/

1) landskap, terreng, natur

2) ( kunst) landskap, landskapsmaleri, landskapsbilde

• Turner is famous for his landscapes

Turner er berømt for landskapsmaleriene sine
II
verb \/ˈlæn(d)skeɪp\/

1) ( om hage og park) anlegge

2) forklaring: jobbe med landskapsarkitektur eller hagearkitektur

landscaped office kontorlandskap

English-Norwegian dictionary > landscape
22 throughout

1. adv

1) у всіх відношеннях; повністю; абсолютно; цілком

he is an honest man throughout — він бездоганно чесна людина

2) всюди, скрізь

the dictionary has been revised throughout — словник було перероблено від початку до кінця

3) весь час

today has been fine throughout — сьогодні весь день була гарна погода

2. prep

1) через; по всій площі, по всій довжині

throughout the country — по всій країні

throughout the length — по всій довжині

this picture is famous throughout — це всесвітньо відома картина

2) весь час, протягом усього часу

it rained throughout the night — дощ ішов усю ніч

throughout the 19th century — протягом усього XIX століття

* * *
I [aruː'aut] adv
1) усюди, скрізь

2) у всіх відношеннях, повністю, зовсім

he was wrong throughout — він був зовсім неправий

3) увесь час

today has been fine throughout — сьогодні весь день була гарна погода
II [aruː'aut] prep
1) через, по всій площі, довжині

throughout the country — по всій країні

throughout the length — по всій довжині

2) увесь час, протягом усього часу

throughout the week — протягом всього тижня

it rained throughout the night — дощ ішов всю ніч ( безперервно)

English-Ukrainian dictionary > throughout
23 make

n. merk
--------
v. maken; vervaardigen; veroorzaken; creëren

make¹

[ meek]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 merk

2 natuur ⇒ karakter, soort

♦voorbeelden:

1   a famous make of dress • een jurk van een beroemd merk

2   a man of your make • een man van jouw slag

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 fabricage ⇒ vervaardiging

2 maaksel ⇒ fabrikaat, makelij

3 〈 elektriciteit〉 sluiting 〈 van stroomcircuit〉

♦voorbeelden:

2   of bad make • van slechte makelij, van slecht fabrikaat

¶ 〈 slang〉 on the make • op (eigen) voordeel uit, op winst uit; op de versiertoer 〈van man/vrouw〉

     that young man is really on the make • die jongeman is een echte streber

————————

make²

〈 made, made [ meed]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 doen ⇒ zich gedragen, handelen

2 gaan ⇒ zich begeven

3 op het punt staan

4 〈 kaartspel〉de slag maken/winnen ⇒ houden

♦voorbeelden:

1   〈 informeel〉 make like a lion • een leeuw imiteren/spelen/nadoen

     make as if/though • doen alsof; op het punt staan

2   make after someone • achter iemand aan gaan

     we were making toward(s) the woods • wij gingen naar de bossen

3   they made to depart • zij stonden op het punt te vertrekken

4   my ace made • mijn aas hield

¶ make believe • spelen, doen alsof

     you'll have to make do with this old pair of trousers • je zult het met deze oude broek moeten doen

     make away/off • 'm smeren, ervandoor gaan

     make away with oneself • zich van kant maken

     make away with • doden; meenemen, jatten

     make off with • weg/meenemen, jatten

     make at someone • op iemand afstormen

     〈Amerikaans-Engels; informeel〉 make with • komen met, brengen; doen, uitvoeren

     make with the drinks, I'm parched • kom op met de drank(jes), ik heb een vreselijke dorst

     make with the show • kom op met de show, voer de show op

→ make for make for/, make out make out/, make up make up/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 maken ⇒ bouwen, fabriceren; scheppen; voortbrengen, veroorzaken; bereiden; (op)maken, opstellen 〈 wet, testament〉

2 in een bepaalde toestand/positie brengen ⇒ maken, vormen; maken tot, benoemen tot/als

3 (ver)krijgen ⇒ (be)halen, binnenhalen 〈 winst〉, hebben 〈 succes〉; lijden 〈 verlies〉; verdienen; scoren, maken 〈punt enz.〉

4 laten ⇒ ertoe brengen, doen, maken dat, dwingen

5 voorstellen als ⇒ doen lijken op, afschilderen (als)

6 schatten (op) ⇒ komen op

7 worden ⇒ maken, zijn

8 (geschikt) zijn (voor) ⇒ (op)leveren, worden

9 afleggen ⇒ overbruggen, doen

10 bereiken ⇒ komen tot, halen 〈 snelheid〉, gaan; halen, pakken 〈 trein〉; zien, in zicht krijgen 〈 land〉; bereiken 〈 rang〉, worden ⇒ komen in, halen 〈 ploeg〉

11 doen 〈 met handeling als object〉 ⇒ verrichten, uitvoeren 〈 onderzoek〉; geven 〈 belofte〉; nemen 〈 proef〉; houden 〈 redevoering〉

12 opmaken 〈 bed〉

13 versieren ⇒ 〈 in het bijzonder〉 naar bed gaan met

14 〈 informeel〉 tot een succes maken ⇒ het hem doen, de finishing touch geven

15 〈 elektriciteit〉 inschakelen ⇒ sluiten 〈 stroomcircuit〉

♦voorbeelden:

1   make coffee/tea • koffie/thee zetten

     make dinner • het warme eten klaarmaken

     make a house • een huis bouwen

     God made man • God schiep de mens

     make room • plaats maken

     make over a dress • een jurk vermaken/verstellen

     make a chair from paper • een stoel van papier maken

     〈 figuurlijk〉 show them what you are made of • toon wat je waard bent

     a bridge made of stone • een brug van steen, een stenen brug

     they made a cupboard out of oak • zij maakten een kast van eikenhout

     that boy's as fast/bad as they make 'em • die jongen is zo snel/slecht als maar kan

2   John made her his wife • John trouwde haar

     the letter made mother happy • de brief maakte moeder blij

     the workers made him their spokesman • de arbeiders maakten hem tot hun woordvoerder

     make the news public • het nieuws openbaar maken

     make over something (into) • iets ombouwen (tot), iets veranderen (in)

     make a stone into an axe • van een steen een bijl maken

     you've made such a happy man out of me • je hebt van mij zo'n gelukkig mens gemaakt

3   make a lot of money • veel geld verdienen

     make a profit of two guilders • een winst van twee gulden maken

     〈 kaartspel〉 make a trick • een slag maken/binnenhalen

     he made a lot on this deal • hij verdiende een hoop aan deze transactie

4   you think you can make this old car ride again • je denkt deze oude wagen weer aan de praat te kunnen krijgen

     the police made Randy sign the confession • de politie dwong Randy de bekentenis te tekenen

     the story made her laugh • het verhaal maakte haar aan het lachen

     Tom was made to tell his adventures once more • Tom moest zijn avonturen nog eens vertellen

     she made the food go round • ze zorgde ervoor dat er genoeg eten was voor iedereen

     he made himself heard by speaking loud and clear • hij maakte zichzelf verstaanbaar door hard en duidelijk te spreken

     you can't make me • je kunt me niet dwingen

5   this book makes the Second Worldwar end in 1943 • dit boek laat de Tweede Wereldoorlog eindigen in 1943

     the director made Macbeth a villain • de regisseur maakte van Macbeth een schurk

6   what do you make the time? • hoe laat heeft u het?

     I make it seven thirty • ik heb het half acht

7   a hundred pence make a pound • honderd pence is een pond

     three and four make seven • drie en vier is zeven

     that makes three who want whisky • dat zijn er drie die whisky willen

8   this boy will never make a musician • deze jongen zal nooit een musicus worden

     that novel makes pleasant reading • die roman laat zich lekker lezen

     she will make you the perfect secretary • zij zal de volmaakte secretaresse voor je zijn

     the man is made for this job • de man is geknipt voor deze baan

9   make a few more miles • nog een paar mijl afleggen

10 make an appointment • op tijd zijn voor een afspraak

     after that he made major • daarna werd hij majoor

     this car makes a hundred and thirty km/h • deze auto haalt honderddertig km/u

     make the front pages • de voorpagina's halen

     make port • de haven binnenlopen

     I wonder how that player could make this team • ik vraag me af hoe die speler in dit team kon komen/raken

     make it • op tijd zijn, het halen; 〈 figuurlijk〉succes hebben, slagen

     have it made • geslaagd zijn, op rozen zitten

11 make a decision • een beslissing nemen, beslissen

     make an effort • een poging doen, pogen

     make a phone call • opbellen

     make war against/on/with • oorlog voeren tegen/met

14 the dark colours make the picture • de donkere kleuren maken het schilderij af

     make something of oneself • succes hebben 〈 in het leven〉

¶ this fool can make or break/mar the project • deze gek kan het project maken of breken

     this new film will make him or break him • met deze nieuwe film is het erop of eronder voor hem

     make something do • zich met iets behelpen

     you'll have to make this bike do • je zult het met deze fiets moeten doen

     〈 slang〉 make it • het doen, een nummertje maken, naaien

     let's make it next week/Wednesday • laten we (voor) volgende week/woensdag afspreken

     make little of • onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen van

     he made little of this wonderful opportunity • hij deed weinig met deze prachtkans

     make the most of • er het beste van maken; zoveel mogelijk profiteren van

     make much of • belangrijk vinden; veel hebben aan; veel begrijpen van; veel werk maken van 〈 bijvoorbeeld meisje〉

     they never made much of reading at home • thuis vonden ze lezen nooit belangrijk

     make nothing of • gemakkelijk doen (over), geen probleem maken van; niets begrijpen van

     〈 informeel〉 want to make something of it? • zocht je soms mot?, knokken?

     〈 informeel〉 that makes two of us • dat geldt ook voor mij, hier idem dito

     make over (to) • vermaken (aan), overmaken (aan), toewijzen (aan) 〈geld e.d.〉

     what do you make of that story? • wat denk jij van dat verhaal?

     they couldn't make anything of my notes • ze begrepen niets van mijn aantekeningen

→ make out make out/, make up make up/

English-Dutch dictionary > make
24 ♦ (to) represent

♦ (to) represent /rɛprɪˈzɛnt/
v. t.

1 rappresentare ( anche di simbolo): At this meeting, the Northern Ireland Administration was represented by the First Minister, a questo incontro, l'amministrazione dell'Irlanda del Nord era rappresentata dal Primo ministro; Two artists will represent Britain at the Venice Biennale, due artisti rappresenteranno la Gran Bretagna alla Biennale di Venezia; He hopes to represent Britain in the forthcoming Olympics, spera di rappresentare la Gran Bretagna alle prossime olimpiadi; School board members are appointed to represent parents, i membri del consiglio scolastico sono eletti in rappresentanza dei genitori; (mat.) «x» represents the unknown, la «x» rappresenta l'incognita

2 rappresentare; costituire: Women represent 60% of trainee lawyers in the UK, le donne rappresentano il 60% dei praticanti avvocati nel Regno Unito; Tourism represents the main resource of the area, il turismo rappresenta la risorsa principale della regione; I don't think the group represents much of a threat, non credo che il gruppo costituisca una grande minaccia

3 rappresentare; raffigurare: The picture represents the murder of Abel, il quadro rappresenta l'uccisione di Abele; Victory in art is often represented as a woman with a laurel wreath, la vittoria nell'arte è spesso raffigurata come una donna con una corona d'alloro

4 rappresentare; essere un esempio di: This album represents everything that is wrong with music today, quest'album rappresenta tutto quello che non va nella musica di oggi

5 presentare; descrivere: More recent biographers represent Henry VIII as a man of great culture and exquisite taste, biografi più recenti descrivono Enrico VIII come un uomo di grande cultura e gusti raffinati

6 (leg.) rappresentare ( parti in causa, ecc.)

7 asserire; dichiarare

● to represent oneself, presentarsi come; He likes to represent himself as a famous healer, ama presentarsi come un famoso guaritore.

English-Italian dictionary > ♦ (to) represent
25 show

I [ʃəʊ]
nome

1) (as entertainment) spettacolo m. (anche teatr. cinem.); (particular performance) rappresentazione f.; rad. telev. trasmissione f.; (of slides) proiezione f.

on with the show! — (as introduction) lo spettacolo abbia inizio!

2) comm. (of cars, boats etc.) salone m.; (of fashion) sfilata f.; (of flowers, crafts) mostra f.

on show — esposto, in mostra

3) (of feelings) prova f., dimostrazione f.; (of strength) dimostrazione f.; (of wealth) ostentazione f.

to make o put on a (great) show of doing ostentare o fare sfoggio di (sapere) fare; he made a show of concern ostentava la sua preoccupazione; to be all show — essere solo apparenza, essere molto fumo e poco arrosto

4) (performance)

he put up a good show — ha fatto una bella figura

it was a poor show not to thank them — che brutta figura non ringraziarli

5) colloq. (business, undertaking)

he runs the whole show — comanda solo lui

••

to steal the show — teatr. rubare la scena; fig. monopolizzare l'attenzione
II 1. [ʃəʊ]
verbo transitivo (pass. showed; p.pass. shown)

1) (present for viewing) mostrare [person, object, photo]; presentare [ fashion collection]; mostrare, fare vedere [ ticket]; [TV channel, cinema] dare [ film]

to show sb. sth., sth. to sb. — mostrare qcs. a qcn

2) (display competitively) fare sfilare [ animal]; esporre, mettere in mostra [ flowers]

3) (reveal) mostrare [ feeling]; esporre [principle, fact]; [ garment] lasciare vedere [ underclothes]; [ patient] presentare [ symptoms]

to show interest in — mostrare interesse per

4) (indicate) indicare [time, direction]

5) (demonstrate) [ reply] dimostrare, testimoniare [wit, intelligence]; [gesture, gift] dimostrare [respect, gratitude]

to show one's age — dimostrare la propria età

as shown in diagram 12 — come si vede nella figura 12

6) (prove) dimostrare [truth, guilt]

to show that — [ document] provare che; [ findings] dimostrare che; [ expression] mostrare che

7) (conduct)

to show sb. to their seat — [host, usher] fare sedere qcn.

to show sb. to their room, to the door — accompagnare qcn. in camera, alla porta

8) colloq. (teach a lesson to)

I'll show him! — (as revenge) gli faccio vedere io! (when challenged) gli farò vedere!
2.
verbo intransitivo (pass. showed; p.pass. shown)

1) (be noticeable) [stain, label, emotion] vedersi

2) (be exhibited) [ artist] esporre; [ film] passare

•

- show in

- show off

- show out

- show round

- show up

••

it just goes to show — come volevasi dimostrare

show a leg! — colloq. giù dal letto!

to have nothing to show for sth. — restare con un pugno di mosche

to show one's face — colloq. farsi vedere

to show one's hand — scoprire le proprie carte

to show the way forward — aprire la strada

* * *
[ʃəu] 1. past tense - showed; verb
1) (to allow or cause to be seen: Show me your new dress; Please show your membership card when you come to the club; His work is showing signs of improvement.) mostrare

2) (to be able to be seen: The tear in your dress hardly shows; a faint light showing through the curtains.) vedersi

3) (to offer or display, or to be offered or displayed, for the public to look at: Which picture is showing at the cinema?; They are showing a new film; His paintings are being shown at the art gallery.) far vedere, presentare

4) (to point out or point to: He showed me the road to take; Show me the man you saw yesterday.) mostrare

5) ((often with (a)round) to guide or conduct: Please show this lady to the door; They showed him (a)round (the factory).) condurre, accompagnare

6) (to demonstrate to: Will you show me how to do it?; He showed me a clever trick.) mostrare

7) (to prove: That just shows / goes to show how stupid he is.) dimostrare, provare

8) (to give or offer (someone) kindness etc: He showed him no mercy.) mostrare
2. noun
1) (an entertainment, public exhibition, performance etc: a horse-show; a flower show; the new show at the theatre; a TV show.) mostra, spettacolo

2) (a display or act of showing: a show of strength.) dimostrazione

3) (an act of pretending to be, do etc (something): He made a show of working, but he wasn't really concentrating.) finta

4) (appearance, impression: They just did it for show, in order to make themselves seem more important than they are.) mostra, ostentazione

5) (an effort or attempt: He put up a good show in the chess competition.) prestazione, prova di sé

•

- showy
- showiness
- show-business
- showcase
- showdown
- showground
- show-jumping
- showman
- showroom
- give the show away
- good show!
- on show
- show off
- show up
* * *
show /ʃəʊ/
n.

1 esposizione; mostra; fiera; esibizione; salone: a show of paintings, un'esposizione di quadri; a flower show, una mostra di fiori; a dog [cattle] show, una mostra canina [di bovini]; a sample show, una fiera campionaria; the Motor [the Boat] Show, il salone dell'automobile [della nautica]

2 [cu] mostra; esibizione; ostentazione; dimostrazione; sfoggio: a show of affection, una dimostrazione d'affetto; (mil., polit., ecc.) a show of force, un'ostentazione di forza

3 [cu] apparenza; finzione; mostra; finta: It's all show!, è tutta una finta!; to do [to say] st. for show, fare [dire] qc. per mostra

4 [u] aspetto esteriore; esteriorità; parvenza: He's too concerned with show, si preoccupa troppo delle apparenze; a request with some show of sense, una richiesta che ha qualche parvenza di ragionevolezza

5 (teatr.) spettacolo, rappresentazione, rivista; (cinem., radio, TV) proiezione, programma, show: The show begins at nine o'clock, lo spettacolo comincia alle nove; DIALOGO → - Booking online- There's a show at 7.10 or the late show is at 10.30, c'è uno spettacolo alle 21:10 o l'ultimo è alle 22:30; stage show, spettacolo teatrale; TV show, programma televisivo; spettacolo televisivo; quiz show, quiz show; spettacolo a base di quiz

6 segno; traccia

7 (fam.) affare; azienda; impresa; organizzazione; baracca (fam.): After all, it's your show!, dopotutto, è affar tuo!; He wants to run ( o to boss) the show, vuole essere a capo dell'azienda; vuole comandare lui; You're in charge of the whole show, sei tu il capo della baracca!

8 (fam.) affare; cosa; faccenda: a disgraceful show, un brutt'affare; una cosa vergognosa; to give the ( whole) show away, mettere a nudo la faccenda; svelare le magagne; scoprire gli altarini

9 (fam., spec. USA) occasione; opportunità: Give him a fair show, dategli l'occasione di mostrare quel che vale (o quel che sa fare)

10 (fam.) prova di sé; prestazione; comportamento

11 ( gergo mil.) prova di forza; battaglia; operazione; l'impegnare il nemico

12 (ipp., USA) piazza d'onore, terzo posto ( in una corsa)

● (teatr.) show bill, cartellone, manifesto □ show-box, scatola che contiene foto piccanti ( che si vedono attraverso un foro) □ show business ► showbusiness □ ( USA) show biz ► showbiz □ show card ► showcard □ show ground, zona fiera (o fieristica) □ (comm.) show-how, dimostrazione ( di un metodo, ecc.) □ ( nelle votazioni) show of hands, alzata di mano: to vote by (a) show of hands, votare per alzata di mano □ (fam.) show-off, ostentazione, esibizionismo; (fam.) esibizionista, mattatore □ (fam. GB; di persona o personaggio vistosi) show pony, primadonna; primattore □ (leg.) show-up, confronto ( tra l'imputato e la vittima o un testimone); confronto all'americana □ show stopper, (teatr.) canzone (numero, ecc.) che scatena gli applausi; (fig.) cosa eccezionale; capolavoro □ show trial, processo politico ( per dimostrare il potere del governo) □ ( USA) show-window, vetrina, mostra ( di negozio) □ for show, per mostra; per salvare le apparenze □ ( USA) to get a fair show, essere trattato con lealtà (o con equità) □ (fig. USA) to get the show on the road, dare inizio ai lavori (al progetto, alla campagna) □ (fam. antiq.) Good show!, bel lavoro!; bravo!; benissimo! □ to make a show of, far mostra di, fingere di; mettere in mostra; ostentare: He made a show of interest [of accepting my offer], fece finta di essere interessato [di accettare la mia offerta]; to make a show of indifference, ostentare indifferenza □ to make a fine show, fare un bell'effetto; far figura □ a show of solidarity, un gesto di solidarietà □ to be on show, essere in mostra; essere esposto; ( di merce) essere in vetrina □ (fam.) to put up a good [a poor] show, dare una buona [una cattiva] prova di sé; fare una bella [una misera] figura; figurare bene [male] □ (fam.) to steal the show, monopolizzare (o prendersi tutti) gli applausi; fare un successone; essere la star ( di un evento mondano) □ (fam.) Let's get this show on the road!, cominciamo!
♦ (to) show /ʃəʊ/
(pass. showed, p. p. shown)

A v. t.

1 mostrare; far vedere; esibire; mettere in mostra; esporre; presentare a una mostra; dimostrare; indicare; additare; segnare: Show us the garden, mostraci il giardino; I was shown a specimen, mi hanno mostrato un esemplare; Show me how to do it, fammi vedere come si fa; All passengers are to show their passports, tutti i passeggeri devono esibire i passaporti; to show one's goods, mettere in mostra (o esporre) la propria merce; to show paintings, esporre quadri (a un mostra); We are going to show the new spring collection, esporremo la nuova collezione primaverile; He showed neither joy nor sorrow, non ha dimostrato né gioia né dolore; He shows his age, dimostra gli anni che ha; Please show me the way, per favore, indicami la strada!; A barometer shows air pressure, il barometro segna la pressione atmosferica; ( sport: dell'arbitro) to show the red [the yellow] card, mostrare il cartellino rosso [giallo]

2 dimostrare; provare; rivelare: This shows you how difficult it is, questo ti dimostra quanto sia difficile; This goes to show that you can do it, ciò sta a dimostrare che sei capace di farlo; The report shows that he did it on purpose, il rapporto prova che l'ha fatto di proposito

3 accompagnare; condurre; guidare; portare: to show sb. to the door, accompagnare q. alla porta; DIALOGO → - Showing guest to room- I'll just get someone to show you to your room, chiamo qualcuno che vi accompagni alla camera

4 (econ., fin., comm.) far registrare; presentare; accusare: to show a big increase in exports, far registrare un forte aumento delle esportazioni; to show a deficit, presentare un deficit; ( di conti) essere in rosso; The stock market showed a heavy fall yesterday, ieri la borsa ha accusato una forte flessione

5 (cinem.) proiettare; (teatr.) rappresentare; programmare; dare (fam.): They're showing a famous film of the 1920s, danno un famoso film degli anni venti

B v. i.

1 apparire; vedersi: The buds are just showing, appaiono i primi germogli

2 (fam. USA) farsi vedere; mostrarsi; fare atto di presenza; comparire: Her husband never shows at her at-homes, il marito non si fa mai vedere ai ricevimenti della moglie

3 vedersi; essere visibile: The mend doesn't show at all, il rammendo non si vede affatto; Does the scar still show?, si vede ancora la cicatrice?

4 (cinem.) essere in programma; essere proiettato: What's showing tonight?, che cosa danno stasera?

5 essere in mostra; ( anche arte) fare una mostra; partecipare ( a una mostra, un concorso, ecc.)

● to show one's class, fare sfoggio di classe □ (fig.) to show a clean pair of heels, darsela a gambe □ (fig.) to show the cloven hoof, rivelare un'indole malvagia, diabolica □ to show sb. the door, mostrare la porta a q.; mettere q. alla porta □ to show one's face (o head), mostrare la faccia; farsi vedere □ to show fight, mostrarsi bellicoso; accettare il combattimento (o lo scontro); opporre resistenza □ ( sport) to show good play, esprimere un bel gioco □ to show one's hand, scoprire il proprio gioco; (fig.) mettere le carte in tavola, rivelare le proprie intenzioni □ to show a leg, metter giù una gamba dal letto; alzarsi: Show a leg!, giù dal letto! □ (lett.) to show mercy on (o upon) sb., aver pietà di q. □ to show oneself, mostrarsi in pubblico, farsi vedere; dimostrarsi, dar prova d'essere: He showed himself to be clever [a clever student], ha dimostrato d'essere bravo [un bravo studente] □ to show sb. the sights, far vedere a q. le cose più notevoli ( monumenti, ecc.) d'una città (o d'un luogo); fare da cicerone a q. □ to show signs of, dar segno di; dimostrare di □ ( anche fig.) to show one's teeth, mostrare i denti □ (fig. lett.) to show the way, indicare il cammino; aprire la strada (fig.) □ to have nothing to show for all one's efforts [for one's life's work], non avere niente in mano dopo tutti gli sforzi compiuti [dopo una vita di lavoro]; stringere un pugno di mosche (fig.) □ That dress shows your underwear, con quel vestito ti si vede quello che porti sotto □ ( in treno, ecc.) Show your tickets, please, biglietti, prego! □ I'll show you!, ti faccio vedere io! □ (prov.) Time will show, chi vivrà vedrà.

* * *
I [ʃəʊ]
nome

1) (as entertainment) spettacolo m. (anche teatr. cinem.); (particular performance) rappresentazione f.; rad. telev. trasmissione f.; (of slides) proiezione f.

on with the show! — (as introduction) lo spettacolo abbia inizio!

2) comm. (of cars, boats etc.) salone m.; (of fashion) sfilata f.; (of flowers, crafts) mostra f.

on show — esposto, in mostra

3) (of feelings) prova f., dimostrazione f.; (of strength) dimostrazione f.; (of wealth) ostentazione f.

to make o put on a (great) show of doing ostentare o fare sfoggio di (sapere) fare; he made a show of concern ostentava la sua preoccupazione; to be all show — essere solo apparenza, essere molto fumo e poco arrosto

4) (performance)

he put up a good show — ha fatto una bella figura

it was a poor show not to thank them — che brutta figura non ringraziarli

5) colloq. (business, undertaking)

he runs the whole show — comanda solo lui

••

to steal the show — teatr. rubare la scena; fig. monopolizzare l'attenzione
II 1. [ʃəʊ]
verbo transitivo (pass. showed; p.pass. shown)

1) (present for viewing) mostrare [person, object, photo]; presentare [ fashion collection]; mostrare, fare vedere [ ticket]; [TV channel, cinema] dare [ film]

to show sb. sth., sth. to sb. — mostrare qcs. a qcn

2) (display competitively) fare sfilare [ animal]; esporre, mettere in mostra [ flowers]

3) (reveal) mostrare [ feeling]; esporre [principle, fact]; [ garment] lasciare vedere [ underclothes]; [ patient] presentare [ symptoms]

to show interest in — mostrare interesse per

4) (indicate) indicare [time, direction]

5) (demonstrate) [ reply] dimostrare, testimoniare [wit, intelligence]; [gesture, gift] dimostrare [respect, gratitude]

to show one's age — dimostrare la propria età

as shown in diagram 12 — come si vede nella figura 12

6) (prove) dimostrare [truth, guilt]

to show that — [ document] provare che; [ findings] dimostrare che; [ expression] mostrare che

7) (conduct)

to show sb. to their seat — [host, usher] fare sedere qcn.

to show sb. to their room, to the door — accompagnare qcn. in camera, alla porta

8) colloq. (teach a lesson to)

I'll show him! — (as revenge) gli faccio vedere io! (when challenged) gli farò vedere!
2.
verbo intransitivo (pass. showed; p.pass. shown)

1) (be noticeable) [stain, label, emotion] vedersi

2) (be exhibited) [ artist] esporre; [ film] passare

•

- show in

- show off

- show out

- show round

- show up

••

it just goes to show — come volevasi dimostrare

show a leg! — colloq. giù dal letto!

to have nothing to show for sth. — restare con un pugno di mosche

to show one's face — colloq. farsi vedere

to show one's hand — scoprire le proprie carte

to show the way forward — aprire la strada

English-Italian dictionary > show
26 sit

[sɪt] 1.
verbo transitivo ( forma in -ing - tt-; pass., p.pass. sat)

1) (put)

to sit sb. in, near sth. — mettere a sedere qcn. in qcs., vicino a qcs.

to sit sth. on, near sth. — mettere qcs. su qcs., vicino a qcs

2) BE scol. univ. sostenere, dare [ exam]
2.
verbo intransitivo ( forma in -ing - tt-; pass., p.pass. sat)

1) (take a seat) sedersi

to sit on the floor — sedersi per terra

2) (be seated) essere seduto; [ bird] essere appollaiato

to be sitting reading — essere seduto a leggere

to sit over — essere chino su [ books]

to sit at home — rimanere a casa

3) (meet) [committee, court] riunirsi

4) (hold office)

to sit as — essere [judge, magistrate]

to sit on — fare parte di [committee, jury]

5) (fit)

to sit well, badly (on sb.) — [ jacket] cadere bene, male (addosso a qcn.)

power sits lightly on her — fig. il potere non le pesa

6) (remain untouched)

the books were still sitting on the desk — i libri erano ancora posati sul banco

7) zool.

to sit on — [ bird] covare [ eggs]

•

- sit about

- sit back

- sit down

- sit in

- sit on

- sit out

- sit through

- sit up

* * *
[sit]
present participle - sitting; verb

1) (to (cause to) rest on the buttocks; to (cause to) be seated: He likes sitting on the floor; They sat me in the chair and started asking questions.) sedersi, far sedere

2) (to lie or rest; to have a certain position: The parcel is sitting on the table.) stare

3) ((with on) to be an official member of (a board, committee etc): He sat on several committees.) (fare parte), (essere in carica)

4) ((of birds) to perch: An owl was sitting in the tree by the window.) (essere appollaiato)

5) (to undergo (an examination).) presentarsi

6) (to take up a position, or act as a model, in order to have one's picture painted or one's photograph taken: She is sitting for a portrait/photograph.) posare

7) ((of a committee, parliament etc) to be in session: Parliament sits from now until Christmas.) (essere in seduta)

•

- sitter
- sitting
- sit-in
- sitting-room
- sitting target
- sitting duck
- sit back
- sit down
- sit out
- sit tight
- sit up
* * *
sit /sɪt/
n.

1 seduta; attesa (a sedere): a long sit in the waiting room, una lunga attesa in sala d'aspetto

2 ( d'indumento) modo di cadere ( alle spalle, in vita, ecc.)

3 avvallamento; cedimento; subsidenza.
♦ (to) sit /sɪt/
(pass. e p. p. sat)

A v. i.

1 sedere; essere (o stare) seduto: to sit on a chair [in an armchair, on the sofa], sedere (o essere seduto) su una sedia [in poltrona, sul divano]; to sit at table [at one's desk], sedere a tavola [alla scrivania]; She was sitting next to me, era seduta accanto a me; The cat was sitting under the table, il gatto era seduto sotto la tavola; He just sat there watching, se ne stava seduto a guardare; They were sitting round the camp fire, erano seduti intorno al fuoco dell'accampamento

2 sedersi; mettersi a sedere: He came into the room and sat beside me, è entrato nella stanza e mi si è seduto accanto; Sit over there!, siediti laggiù; ( a un cane) Sit!, seduto! (cfr. sit down, per le persone)

3 ( di uccelli, polli, ecc.) appollaiarsi, posarsi ( su un ramo, ecc.); esserci, essere appollaiato: The thrush was sitting on the tallest branch, il merlo era appollaiato sul ramo più alto

4 ( di uccelli) covare: Hens sit in late spring, le galline covano nella tarda primavera

5 posare ( per una foto, un ritratto); (pitt.) fare da modello: She sat for a famous painter, fece la modella per un pittore famoso

6 (polit.) avere un seggio; essere in carica: to sit in Parliament, avere un seggio in parlamento; essere un deputato; a sitting member, un deputato in carica

7 essere in seduta; tenere udienza; essere riunito: Parliament is sitting now, il parlamento è in seduta; (leg.) The court was sitting yesterday, ieri il tribunale ha tenuto udienza

8 ( d'abito e fig.) stare; cadere ( bene, ecc.): The dress sat beautifully on her, il vestito le stava magnificamente

9 ( di un oggetto) stare; rimanere; restare: My car sat unused in the garage for a month, la mia auto rimase ferma in garage per un mese

10 (poet.) essere situato; trovarsi: The cottage sits next to a little creek, la casetta si trova presso un ruscello

11 ( del vento) spirare; tirare

12 ( sport: di un giocatore in campo) essere posizionato (o piazzato, situato)

B v. t.

1 far sedere; mettere a sedere: Sit the baby in the high-chair!, metti il bambino a sedere sul seggiolone!; DIALOGO → - Offering a drink2- Sit yourself down and tell me what's been going on, mettiti a sedere e raccontami come vanno le cose

2 (equit.) stare in sella a ( un cavallo); cavalcare: He cannot sit his horse properly, non sa stare in sella come si deve

3 ( di uccelli) covare ( le uova)

4 ( di un veicolo, ecc.) avere posti a sedere per: This bus can sit forty people, in questo autobus ci sono quaranta posti a sedere

5 sostenere, dare ( un esame scritto): to sit maths, dare l'esame di matematica

6 (nei composti) assistere; badare a: to baby-sit, badare ai bambini; to granny-sit, assistere la nonnina

7 ( USA, sport) destinare alla (o tenere in) panchina

● (autom.) to sit again at the wheel, rimettersi al volante □ (fig.) to sit at sb. 's feet, pendere dalle labbra di q. (spec. un insegnante); essere allievo di q. □ to sit at home, starsene (a casa) in ozio; essere disoccupato □ (fig.) to sit in judgment, impancarsi a giudice □ to sit tight, star seduto senza muoversi; non fare nulla, non prendere iniziative; star fermo al proprio posto; (fam.) tener duro, non mollare; resistere, essere tetragono □ to be sitting on a fortune, avere un sacco di soldi; avere un oggetto preziosissimo □ (fam.) to be sitting pretty, passarsela bene ( a soldi); ( di un'azienda) andare bene (o a gonfie vele); prosperare □ We were sitting at tea [at dinner], stavamo prendendo il tè [eravamo a tavola].

* * *
[sɪt] 1.
verbo transitivo ( forma in -ing - tt-; pass., p.pass. sat)

1) (put)

to sit sb. in, near sth. — mettere a sedere qcn. in qcs., vicino a qcs.

to sit sth. on, near sth. — mettere qcs. su qcs., vicino a qcs

2) BE scol. univ. sostenere, dare [ exam]
2.
verbo intransitivo ( forma in -ing - tt-; pass., p.pass. sat)

1) (take a seat) sedersi

to sit on the floor — sedersi per terra

2) (be seated) essere seduto; [ bird] essere appollaiato

to be sitting reading — essere seduto a leggere

to sit over — essere chino su [ books]

to sit at home — rimanere a casa

3) (meet) [committee, court] riunirsi

4) (hold office)

to sit as — essere [judge, magistrate]

to sit on — fare parte di [committee, jury]

5) (fit)

to sit well, badly (on sb.) — [ jacket] cadere bene, male (addosso a qcn.)

power sits lightly on her — fig. il potere non le pesa

6) (remain untouched)

the books were still sitting on the desk — i libri erano ancora posati sul banco

7) zool.

to sit on — [ bird] covare [ eggs]

•

- sit about

- sit back

- sit down

- sit in

- sit on

- sit out

- sit through

- sit up

English-Italian dictionary > sit
27 ♦ (to) represent

♦ (to) represent /rɛprɪˈzɛnt/
v. t.

1 rappresentare ( anche di simbolo): At this meeting, the Northern Ireland Administration was represented by the First Minister, a questo incontro, l'amministrazione dell'Irlanda del Nord era rappresentata dal Primo ministro; Two artists will represent Britain at the Venice Biennale, due artisti rappresenteranno la Gran Bretagna alla Biennale di Venezia; He hopes to represent Britain in the forthcoming Olympics, spera di rappresentare la Gran Bretagna alle prossime olimpiadi; School board members are appointed to represent parents, i membri del consiglio scolastico sono eletti in rappresentanza dei genitori; (mat.) «x» represents the unknown, la «x» rappresenta l'incognita

2 rappresentare; costituire: Women represent 60% of trainee lawyers in the UK, le donne rappresentano il 60% dei praticanti avvocati nel Regno Unito; Tourism represents the main resource of the area, il turismo rappresenta la risorsa principale della regione; I don't think the group represents much of a threat, non credo che il gruppo costituisca una grande minaccia

3 rappresentare; raffigurare: The picture represents the murder of Abel, il quadro rappresenta l'uccisione di Abele; Victory in art is often represented as a woman with a laurel wreath, la vittoria nell'arte è spesso raffigurata come una donna con una corona d'alloro

4 rappresentare; essere un esempio di: This album represents everything that is wrong with music today, quest'album rappresenta tutto quello che non va nella musica di oggi

5 presentare; descrivere: More recent biographers represent Henry VIII as a man of great culture and exquisite taste, biografi più recenti descrivono Enrico VIII come un uomo di grande cultura e gusti raffinati

6 (leg.) rappresentare ( parti in causa, ecc.)

7 asserire; dichiarare

● to represent oneself, presentarsi come; He likes to represent himself as a famous healer, ama presentarsi come un famoso guaritore.

English-Italian dictionary > ♦ (to) represent
28 legend

noun

Sage, die; (of life of saint etc.; unfounded belief) Legende, die

legend has it that... — es geht die Sage, dass...

* * *
['le‹ənd]
noun

(a myth or traditional story, handed down from one generation to another: the legend of St George.) die Sage

- academic.ru/42347/legendary">legendary

* * *

leg·end

[ˈleʤənd]

I. n

1. (old story) Sage f; (about saint) Legende f

2. no pl (body of stories) Sagenschatz m; (of saints) Legendensammlung f

\legend has it that... es heißt, dass...

3. (famous person) Legende f fig, legendäre Gestalt

4. (on coin, diagram, map, picture) Legende f

II. adj pred

▪ to be \legend Legende sein fig

* * *
['ledZənd]
n

1) Legende f; (fictitious) Sage f

heroes of Greek legend — griechische Sagenhelden pl

to become a legend in one's lifetime — schon zu Lebzeiten zur Legende werden

2) (= inscription, caption) Legende f

* * *

legend [ˈledʒənd] s

1. Sage f, Legende f (auch fig)

2. koll Sage f, Sagen(schatz) pl(m), Legende(n) f(pl):

in legend in der Sage oder Legende

3. (Heiligen)Legende f

4. fig legendäre Gestalt oder Sache, Mythos m: → living A 1, time A 7

5. Legende f:

a) erläuternder Text, Bildunterschrift f

b) Zeichenerklärung f (auf Karten, Schautafeln etc)

c) Inschrift f (auf Münzen etc)

* * *

noun

Sage, die; (of life of saint etc.; unfounded belief) Legende, die

legend has it that... — es geht die Sage, dass...

* * *

(graphics) n.

Hinweistext m.

Zeichenerklärung f. n.

Erklärung f.

Illustrationsvermerk m.

Legende -n f.

Sage -n f.

English-german dictionary > legend
29 portrait

noun

Porträt, das; Bildnis, das (geh.); attrib. Porträt-

have one's portrait painted — sich porträtieren lassen

* * *
['po:trət]
noun

1) (a drawing, painting, photograph etc of a person: She had her portrait painted by a famous artist.) das Portrait

2) (a written description of a person, place etc: a book called `A portrait of London'.) das Portrait

* * *

por·trait

[ˈpɔ:trɪt, AM ˈpɔ:r-]

n

1. (picture) Porträt nt, Bildnis nt

to paint a \portrait of sb [or sb's \portrait] jds Porträt malen

to have one's \portrait painted sich akk porträtieren lassen

to sit for one's \portrait jdm [für sein Porträt] Modell sitzen

2. ( fig: description) Bild nt, Porträt nt fig

to paint a vivid \portrait of sth ein lebendiges Bild einer S. gen zeichnen

3. no art TYPO (format) Hochformat nt

* * *
['pɔːtrɪt]
n

1) (also in words) Porträt nt

to have one's portrait painted — sich malen lassen

to sit for one's portrait — für sein Porträt sitzen

to paint a portrait of sb — jdn porträtieren

2) (printing format) Hochformat nt

* * *

portrait [ˈpɔː(r)trıt; -treıt; US auch ˈpəʊr-] s

1. a) Porträt n, Bild(nis) n

b) FOTO Porträt(aufnahme) n(f):

take sb’s portrait jemanden porträtieren, ein Porträt von jemandem machen;

portrait bust Porträtbüste f;

portrait painter Porträtmaler(in);

portrait photographer Porträtfotograf(in)

2. fig Porträt n, Bild n:

give ( oder paint) a realistic portrait of ein realistisches Bild zeichnen von (od gen)

3. in portrait ( mode oder format) im Hochformat

* * *

noun

Porträt, das; Bildnis, das (geh.); attrib. Porträt-

have one's portrait painted — sich porträtieren lassen

* * *

n.

Bildnis -se n.

Portrait -s n.

Porträt -s n.

English-german dictionary > portrait
30 see

1. transitive verb,
saw, seen

1) sehen

let somebody see something — (show) jemandem etwas zeigen

let me see — lass mich mal sehen

I saw her fall or falling — ich habe sie fallen sehen

he was seen to leave or seen leaving the building — er ist beim Verlassen des Gebäudes gesehen worden

I'll believe it when I see it — das will ich erst mal sehen

they saw it happen — sie haben gesehen, wie es passiert ist

can you see that house over there? — siehst du das Haus da drüben?

be worth seeing — sehenswert sein; sich lohnen (ugs.)

see the light — (fig.): (undergo conversion) das Licht schauen (geh.)

I saw the light — (I realized my error etc.) mir ging ein Licht auf (ugs.)

see things — Halluzinationen haben

I must be seeing things — (joc.) ich glaub', ich seh' nicht richtig

see the sights/town — sich (Dat.) die Sehenswürdigkeiten/Stadt ansehen

see one's way [clear] to do or to doing something — es einrichten, etwas zu tun

2) (watch) sehen

let's see a film — sehen wir uns (Dat.) einen Film an!

3) (meet [with]) sehen; treffen; (meet socially) zusammenkommen mit; sich treffen mit

I'll see you there/at 5 — wir sehen uns dort/um 5

see you! — (coll.)

[I'll] be seeing you! — (coll.) bis bald! (ugs.)

see you on Saturday/soon — bis Samstag/bald; see also academic.ru/43656/long">long I 1. 3)

4) (speak to) sprechen [Person] ( about wegen); (pay visit to) gehen zu, (geh.) aufsuchen [Arzt, Anwalt usw.]; (receive) empfangen

the doctor will see you now — Herr/Frau Doktor lässt bitten

whom would you like to see? — wen möchten Sie sprechen?; zu wem möchten Sie?

5) (discern mentally) sehen

I see it all! — jetzt ist mir alles klar

I can see it's difficult for you — ich verstehe, dass es nicht leicht für dich ist

I see what you mean — ich verstehe [was du meinst]

see what I mean? — siehst du?

I saw that it was a mistake — mir war klar, dass es ein Fehler war

I don't see the point of it — ich sehe keinen Sinn darin

he didn't see the joke — er fand es [gar] nicht lustig; (did not understand) er hat den Witz nicht verstanden

I can't think what she sees in him — ich weiß nicht, was sie an ihm findet

6) (consider) sehen

let me see what I can do — [ich will] mal sehen, was ich tun kann

7) (foresee) sehen

I can see I'm going to be busy — ich sehe [es] schon [kommen], dass ich beschäftigt sein werde

I can see it won't be easy — ich sehe schon, dass es nicht einfach sein wird

8) (find out) feststellen; (by looking) nachsehen

that remains to be seen — das wird man sehen

see if you can read this — guck mal, ob du das hier lesen kannst (ugs.)

9) (take view of) sehen; betrachten

see things as somebody does — jemandes Ansichten teilen

try to see it my way — versuche es doch mal aus meiner Sicht zu sehen

as I see it — meines Erachtens

10) (learn) sehen

I see from your letter that... — ich entnehme Ihrem Brief, dass...

11) (make sure)

see [that]... — zusehen od. darauf achten, dass...

12) usu. in imper. (look at) einsehen [Buch]

see below/p. 15 — siehe unten/S. 15

13) (experience, be witness of) erleben

live to see something — etwas miterleben

now I've seen everything! — (iron.) hat man so etwas schon erlebt od. gesehen!

we shall see — wir werden [ja/schon] sehen

he will not or never see 50 again — er ist [bestimmt] über 50

14) (imagine) sich (Dat.) vorstellen

see somebody/oneself doing something — sich vorstellen, dass jemand/man etwas tut

I can see it now -... — ich sehe es schon bildhaft vor mir -...

15) (contemplate) mit ansehen; zusehen bei

[stand by and] see somebody doing something — [tatenlos] zusehen od. es [tatenlos] mit ansehen, wie jemand etwas tut

16) (escort) begleiten, bringen (to [bis] zu)

17) (consent willingly to) einsehen

not see oneself doing something — es nicht einsehen, dass man etwas tut
2. intransitive verb,
saw, seen

1) (discern objects) sehen

see for yourself! — sieh doch selbst!

as far as the eye can see — soweit das Auge reicht

see red — rotsehen (ugs.)

2) (make sure) nachsehen

3) (reflect) überlegen

let me see — lass mich überlegen; warte mal ['n Moment] (ugs.)

4)

I see — ich verstehe; aha (ugs.); ach so (ugs.)

you see — weißt du/wisst ihr/wissen Sie

there you are, you see! — Siehst du? Ich hab's doch gesagt!

as far as I can see — soweit ich das od. es beurteilen kann

Phrasal Verbs:

- see about

- see into

- see off

- see out

- see over

- see through

- see to

* * *
I [si:] past tense - saw; verb
1) (to have the power of sight: After six years of blindness, he found he could see.) sehen

2) (to be aware of by means of the eye: I can see her in the garden.) sehen

3) (to look at: Did you see that play on television?) sehen

4) (to have a picture in the mind: I see many difficulties ahead.) sehen

5) (to understand: She didn't see the point of the joke.) verstehen

6) (to investigate: Leave this here and I'll see what I can do for you.) sehen

7) (to meet: I'll see you at the usual time.) sehen

8) (to accompany: I'll see you home.) begleiten

•

- see about
- seeing that
- see off
- see out
- see through
- see to
- I
- we will see II [si:] noun
(the district over which a bishop or archbishop has authority.) das (Erz)Bistum

* * *

see¹

<saw, seen>

[si:]

I. TRANSITIVE VERB

1. (perceive with eyes)

▪ to \see sb/sth jdn/etw sehen

I've never \seen anything quite like this before so etwas habe ich ja noch nie gesehen

have you ever \seen this man before? haben Sie diesen Mann schon einmal gesehen?

he's \seen where you live er weiß jetzt, wo du wohnst

I can't \see much without my glasses ohne Brille sehe ich nicht sonderlich viel

there's nothing to \see (after accident) hier gibt's nichts zu sehen!

I saw it happen ich habe gesehen, wie es passiert ist

it has to be \seen to be believed man muss es gesehen haben[, sonst glaubt man es nicht]

I'll believe it when I \see it das glaube ich auch erst, wenn ich es mit eigenen Augen gesehen habe

▪ to \see sb do [or doing] sth sehen, wie jd etw tut

I saw her coming ich habe sie kommen sehen

the woman was \seen to enter the bank die Frau wurde gesehen, wie sie die Bank betrat

I can't believe what I'm \seeing — is that your car? ich glaube, ich spinne! ist das dein Auto?

she didn't want to be \seen visiting the doctor sie wollte nicht, dass jemand mitbekommt, dass sie zum Arzt geht

I've never \seen my brother eating mushrooms ich habe meinen Bruder noch nie Pilze essen sehen

can you \see where... siehst du, wo...

to \see sth with one's own eyes etw mit eigenen Augen sehen

for all the world to \see in aller Öffentlichkeit

2. (watch as a spectator)

▪ to \see sth film, play [sich dat] etw [an]sehen [o ÖSTERR, SCHWEIZ a. anschauen]

this film is really worth \seeing dieser Film ist echt sehenswert

to \see sb in a film/in a play/on television jdn in einem Film/Stück/im Fernsehen sehen

3. (visit place)

▪ to \see sth famous building, place etw ansehen [o ÖSTERR, SCHWEIZ a. anschauen]

I'd love to \see Salzburg again ich würde gerne noch einmal nach Salzburg gehen

to \see the sights of a town die Sehenswürdigkeiten einer Stadt besichtigen

4. (understand)

▪ to \see sth etw verstehen [o begreifen]; (discern mentally) etw erkennen

I \see what you mean ich weiß, was du meinst

I can't \see the difference between... and... für mich gibt es keinen Unterschied zwischen... und...

I just don't \see why... ich begreife [o verstehe] einfach nicht, warum...

I can't \see why I should do it ich sehe einfach nicht ein, warum ich es machen sollte

I can \see you're having trouble with your car Sie haben Probleme mit Ihrem Auto?

I really can't \see what difference it makes to... ich weiß wirklich nicht, was es für einen Unterschied machen soll,...

I can \see it's difficult ich verstehe ja, dass es schwierig ist

I can \see you have been fighting ich sehe doch, dass ihr euch gezankt habt

I can't \see the joke ich weiß nicht, was daran komisch sein soll

I don't \see the point of that remark ich verstehe den Sinn dieser Bemerkung nicht

\see what I mean? siehst du?

5. (consider)

▪ to \see sth etw sehen

as I \see it... so wie ich das sehe...

try and \see it my way versuche es doch mal aus meiner Sicht zu sehen

I \see myself as a good mother ich denke, dass ich eine gute Mutter bin

this is how I \see it so sehe ich die Sache

I don't \see it that way ich sehe das nicht so

to \see sth in a new [or a different] [or another] light etw mit anderen Augen sehen

to \see reason [or sense] Vernunft annehmen

to \see things differently die Dinge anders sehen

to make sb \see sth jdm etw klarmachen

to \see oneself obliged to do sth sich akk dazu gezwungen sehen, etw zu tun

6. (learn, find out)

▪ to \see sth etw feststellen

I \see [that]... wie ich sehe,...

I'll \see what I can do/who it is ich schaue mal, was ich tun kann/wer es ist

let me \see if I can help you mal sehen, ob ich Ihnen helfen kann

that remains to be \seen das wird sich zeigen

7. (meet socially)

▪ to \see sb jdn sehen; (by chance) jdn [zufällig] treffen [o sehen]

we're \seeing friends at the weekend wir treffen uns am Wochenende mit Freunden

to \see a lot [or much] of sb jdn häufig sehen

I haven't \seen much of him recently ich sehe ihn in letzter Zeit [auch] nur [noch] selten

I haven't \seen her around much in the last few weeks in den letzten Wochen habe ich sie [auch nur] selten gesehen

I shall be \seeing them at eight ich treffe sie um acht

I'll \see you around bis dann!

\see you! [or BRIT be \seeing you!] ( fam) bis bald! fam

\see you later! ( fam: when meeting again later) bis später!; (goodbye) tschüss! fam

\see you on Monday bis Montag!

to go and \see sb jdn besuchen [gehen]

8. (have meeting with)

▪ to \see sb jdn sehen; (talk to) jdn sprechen; (receive) jdn empfangen

I demand to \see the manager ich möchte mit dem Geschäftsführer sprechen!

Mr Miller can't \see you now Herr Miller ist im Moment nicht zu sprechen

the doctor will \see you now Sie können jetzt reingehen, der Herr Doktor ist jetzt frei

to \see a doctor/a solicitor zum Arzt/zu einem Anwalt gehen, einen Arzt/einen Anwalt aufsuchen geh

9. (have relationship with)

▪ to be \seeing sb mit jdm zusammen sein fam

I'm not \seeing anyone at the moment ich habe im Moment keine Freundin/keinen Freund

are you \seeing anyone? hast du einen Freund/eine Freundin?

10. (envisage, foresee)

▪ to \see sth sich dat etw vorstellen

I \see a real chance of us meeting again ich glaube wirklich, dass wir uns wiedersehen

I can't \see him getting the job ich kann mir nicht vorstellen, dass er den Job bekommt

can you \see her as a teacher? kannst du dir sie als Lehrerin vorstellen?

do you \see... kannst du dir vorstellen,...

I can't \see myself as a waitress ich glaube nicht, dass Kellnern was für mich wäre

to \see it coming es kommen sehen

11. (witness, experience)

▪ to \see sth etw [mit]erleben

1997 saw a slackening off in the growth of the economy 1997 kam es zu einer Verlangsamung des Wirtschaftswachstums

he won't \see 50 again er ist gut über 50

I've \seen it all mich überrascht nichts mehr

now I've \seen everything! ist denn das zu fassen!

I've \seen it all before das kenne ich alles schon!

▪ to \see sb do sth [mit]erleben, wie jd etw tut

his parents saw him awarded the winner's medal seine Eltern waren mit dabei, als ihm die Siegermedaille überreicht wurde

I can't bear to \see people being mistreated ich ertrag es nicht, wenn Menschen misshandelt werden

to \see the day when... den Tag erleben, an dem...

to \see life das Leben kennenlernen

to live to \see sth etw erleben

I shall not live to \see it das werde ich wohl nicht mehr miterleben

12. (accompany)

▪ to \see sb jdn begleiten

to \see sb into bed jdn ins Bett bringen

to \see sb to the door [or out] /home jdn zur Tür/nach Hause bringen [o geh begleiten]

to \see sb into a taxi jdn zum Taxi bringen

I saw her safely into the house ich brachte sie sicher zum Haus

13. (inspect)

sb wants to \see sth licence, passport jd möchte etw sehen; references, records jd möchte etw [ein]sehen

the policeman asked to \see my driving licence der Polizist wollte meinen Führerschein sehen

let me \see that lass mich das mal sehen

14. in imperative (refer to)

▪ \see... siehe...

\see below/page 23/over[leaf] siehe unten/Seite 23/nächste Seite

15. (perceive)

▪ to \see sth in sb/sth etw in jdm/etw sehen

I don't know what she \sees in him ich weiß nicht, was sie an ihm findet

16. (ensure)

to \see sb right BRIT, AUS ( fam: help) jdm helfen [o behilflich sein]; (pay or reimburse) aufpassen [o dafür sorgen], dass jd sein Geld [wieder]bekommt

▪ to \see that sth happens dafür sorgen, dass etw passiert

\see that this doesn't happen again sieh zu, dass das nicht noch einmal passiert

17. (view)

▪ to \see sth house for sale [sich dat] etw ansehen [o ÖSTERR, SCHWEIZ a. anschauen

18. (in poker)

▪ to \see sb:

I'll \see you ich halte

19.

▶ to have \seen better days schon [einmal] bessere Tage gesehen haben

▶ let's \see the colour of your money first erst will ich dein Geld sehen! fam

▶ you couldn't \see him/her for dust man sah nur noch seine/ihre Staubwolke fam

▶ if... you won't \see the dust of him/her wenn..., wird er/sie die Fliege machen wie nichts sl

▶ he/she can't \see further than [or beyond] the end of his/her nose er/sie sieht nicht weiter als seine/ihre Nasenspitze [reicht] fam

▶ I'll \see him/her in hell first das wäre das Letzte, was ich täte!

▶ to not have \seen hide nor hair of sb jdn nicht mal von hinten gesehen haben fam

▶ to \see the last [or BRIT, AUS the back] of sb [endlich] jdn los sein fam

▶ to \see the last [or BRIT, AUS the back] of sth endlich etw überstanden haben

▶ sb \sees the light (understand) jdm geht ein Licht auf fam; (become enlightened) jdm gehen die Augen auf fam; (be converted) jd [er]schaut das Licht [Gottes] geh

▶ to \see the light of day (first appear) das Licht der Welt erblicken geh o hum

▶ to [go and] \see a man about a dog hingehen, wo auch der Kaiser zu Fuß hingeht euph hum fam

▶ to \see stars Sterne sehen fam

▶ to be \seeing things sich dat etw einbilden, Halluzinationen haben

▶ to \see one's way [clear] to doing sth es [sich dat] einrichten, etw zu tun

▶ to not \see the wood [or AM the forest] for the trees den Wald vor [lauter] Bäumen nicht sehen hum

II. INTRANSITIVE VERB

1. (use eyes) sehen

I can't \see very well without my glasses ohne Brille kann ich nicht sehr gut sehen

... but \seeing is believing... doch ich habe es mit eigenen Augen gesehen!

as far as the eye [or you] can \see so weit das Auge reicht

2. (look) sehen

let me \see! lass mich mal sehen!

\see for yourself! sieh doch selbst!; (in theatre etc.)

can you \see? können Sie noch sehen?

there, \see, Grandad's mended it for you schau mal, Opa hat es dir wieder repariert!

3. (understand, realize)

... — oh, I \see!... — aha!

I \see ich verstehe

you \see! it wasn't that difficult was it? na siehst du, das war doch gar nicht so schwer!

\see, I don't love you anymore ich liebe dich einfach nicht mehr, o.k.? fam

you \see,... weißt du/wissen Sie,...

well, you \see, all these rooms are going to be decorated alle Zimmer werden natürlich noch renoviert

\see?! siehst du?!

as far as I can \see... so wie ich das sehe...

I \see from your report... Ihrem Bericht entnehme ich,...

... so I \see... das sehe [o merke] ich

4. ( dated: as protest)

now, \see here, I only bought this ticket a month ago also, dieses Ticket habe ich erst vor einem Monat gekauft!

5. (find out) nachsehen, ÖSTERR, SCHWEIZ a. nachschauen; (in the future) herausfinden

wait and \see abwarten und Tee trinken fam

well, we'll \see schau ma mal! fam

let me \see lass' mich mal überlegen

you'll \see du wirst schon sehen!

you'll soon \see for yourself du wirst es schon bald selbst sehen!

6.

▶ to not \see eye to eye [with sb] nicht derselben Ansicht sein [wie jd]

▶ to \see fit to do sth es für angebracht halten, etw zu tun

▶ to \see red rotsehen fam

▶ to make sb \see red jdn zur Weißglut treiben fam

see²

[si:]

n (of bishop or archbishop) [Erz]bistum nt; (Catholic) [Erz]diözese f

the Holy S\see der Heilige Stuhl

* * *

see¹ [siː] prät saw [sɔː], pperf seen [siːn]

A v/t

1. sehen:

see page 15 siehe Seite 15;

as I see it fig wie ich es sehe, in meinen Augen, meiner Meinung nach;

I see things otherwise fig ich sehe oder betrachte die Dinge anders;

I cannot see myself doing it fig ich kann mir nicht vorstellen, dass ich es tue;

I cannot see my way to doing it ich weiß nicht, wie ich es anstellen soll;

I see myself obliged to go ich sehe mich gezwungen zu gehen;

I wonder what he sees in her ich möchte wissen, was er an ihr findet;

let us see what can be done wir wollen sehen, was sich machen lässt;

little was seen of the attack SPORT vom Angriff war nur wenig zu sehen (siehe weitere Verbindungen mit den entsprechenden Substantiven etc)

2. (ab)sehen, erkennen:

see danger ahead Gefahr auf sich zukommen sehen

3. entnehmen, ersehen ( beide:

from aus der Zeitung etc)

4. (ein)sehen:

I do not see what he means ich verstehe nicht, was er meint;

I don’t see the importance of it ich verstehe nicht, was daran so wichtig sein soll;

I don’t see the use of it ich weiß nicht, wozu das gut sein soll; → joke A 2

5. (sich) etwas ansehen, besuchen: → worth¹ A 2

6. herausfinden:

see who it is sieh nach, wer es ist

7. dafür sorgen(, dass):

see (to it) that it is done sorge dafür oder sieh zu, dass es geschieht;

see justice done to sb dafür sorgen, dass jemandem Gerechtigkeit widerfährt

8. a) besuchen

b) sich treffen mit:

they have been seeing a lot of each other lately sie sind in letzter Zeit oft zusammen;

he has been seeing her for two years er geht schon seit zwei Jahren mit ihr umg

9. aufsuchen, konsultieren ( beide:

about wegen), sprechen ( on business geschäftlich), US umg (mal) mit jemandem reden (um ihn zu beeinflussen):

we must see the judge

10. empfangen:

he refused to see me

11. begleiten, geleiten:

see sb home jemanden heimbegleiten, jemanden nach Hause bringen;

see sb to bed jemanden zu Bett bringen;

see sb to the station jemanden zum Bahnhof bringen oder begleiten;

see sb across the street jemanden über die Straße bringen; → see off 1, see out 1

12. sehen, erleben:

live to see erleben;

see action MIL im Einsatz sein, Kämpfe mitmachen;

he has seen better days er hat schon bessere Tage gesehen

13. besonders Poker: mithalten mit

B v/i

1. sehen:

she doesn’t see very well with her left eye sie sieht nicht sehr gut auf dem linken Auge;

we haven’t seen much of him lately wir haben ihn in letzter Zeit nicht allzu oft gesehen;

you’ll see du wirst schon sehen

2. einsehen, verstehen:

I see! (ich) verstehe!, aha!, ach so!;

(you) see, … weißt du oder wissen Sie, …;

(you) see? umg verstehst du?;

as far as I can see soviel ich sehen kann

3. nachsehen:

go and see (for) yourself!

4. überlegen:

let me see! warte(n Sie) mal!, lass mich überlegen!;

we’ll see wir werden sehen, mal sehen oder abwarten

see² [siː] s REL

1. (Erz)Bischofssitz m, (erz)bischöflicher Stuhl:

Apostolic ( oder Holy) See (der) Apostolische oder Heilige Stuhl

2. (Erz)Bistum n:

the see of Canterbury

3. obs ( besonders Thron)Sitz m

s. abk

1. second ( seconds pl) s, Sek.

2. section

3. see s.

4. series

5. set

6. HIST Br shilling ( shillings pl)

7. sign

8. signed gez.

9. singular Sg.

10. son

v. abk

1. MATH vector

2. velocity v

3. verb

4. verse

5. JUR SPORT versus, against

6. very

7. vide, see

8. voice

9. ELEK volt ( volts pl) V

10. ELEK voltage

11. volume

* * *
1. transitive verb,
saw, seen

1) sehen

let somebody see something — (show) jemandem etwas zeigen

let me see — lass mich mal sehen

I saw her fall or falling — ich habe sie fallen sehen

he was seen to leave or seen leaving the building — er ist beim Verlassen des Gebäudes gesehen worden

I'll believe it when I see it — das will ich erst mal sehen

they saw it happen — sie haben gesehen, wie es passiert ist

can you see that house over there? — siehst du das Haus da drüben?

be worth seeing — sehenswert sein; sich lohnen (ugs.)

see the light — (fig.): (undergo conversion) das Licht schauen (geh.)

I saw the light — (I realized my error etc.) mir ging ein Licht auf (ugs.)

see things — Halluzinationen haben

I must be seeing things — (joc.) ich glaub', ich seh' nicht richtig

see the sights/town — sich (Dat.) die Sehenswürdigkeiten/Stadt ansehen

see one's way [clear] to do or to doing something — es einrichten, etwas zu tun

2) (watch) sehen

let's see a film — sehen wir uns (Dat.) einen Film an!

3) (meet [with]) sehen; treffen; (meet socially) zusammenkommen mit; sich treffen mit

I'll see you there/at 5 — wir sehen uns dort/um 5

see you! — (coll.)

[I'll] be seeing you! — (coll.) bis bald! (ugs.)

see you on Saturday/soon — bis Samstag/bald; see also long I 1. 3)

4) (speak to) sprechen [Person] ( about wegen); (pay visit to) gehen zu, (geh.) aufsuchen [Arzt, Anwalt usw.]; (receive) empfangen

the doctor will see you now — Herr/Frau Doktor lässt bitten

whom would you like to see? — wen möchten Sie sprechen?; zu wem möchten Sie?

5) (discern mentally) sehen

I see it all! — jetzt ist mir alles klar

I can see it's difficult for you — ich verstehe, dass es nicht leicht für dich ist

I see what you mean — ich verstehe [was du meinst]

see what I mean? — siehst du?

I saw that it was a mistake — mir war klar, dass es ein Fehler war

I don't see the point of it — ich sehe keinen Sinn darin

he didn't see the joke — er fand es [gar] nicht lustig; (did not understand) er hat den Witz nicht verstanden

I can't think what she sees in him — ich weiß nicht, was sie an ihm findet

6) (consider) sehen

let me see what I can do — [ich will] mal sehen, was ich tun kann

7) (foresee) sehen

I can see I'm going to be busy — ich sehe [es] schon [kommen], dass ich beschäftigt sein werde

I can see it won't be easy — ich sehe schon, dass es nicht einfach sein wird

8) (find out) feststellen; (by looking) nachsehen

that remains to be seen — das wird man sehen

see if you can read this — guck mal, ob du das hier lesen kannst (ugs.)

9) (take view of) sehen; betrachten

see things as somebody does — jemandes Ansichten teilen

try to see it my way — versuche es doch mal aus meiner Sicht zu sehen

as I see it — meines Erachtens

10) (learn) sehen

I see from your letter that... — ich entnehme Ihrem Brief, dass...

11) (make sure)

see [that]... — zusehen od. darauf achten, dass...

12) usu. in imper. (look at) einsehen [Buch]

see below/p. 15 — siehe unten/S. 15

13) (experience, be witness of) erleben

live to see something — etwas miterleben

now I've seen everything! — (iron.) hat man so etwas schon erlebt od. gesehen!

we shall see — wir werden [ja/schon] sehen

he will not or never see 50 again — er ist [bestimmt] über 50

14) (imagine) sich (Dat.) vorstellen

see somebody/oneself doing something — sich vorstellen, dass jemand/man etwas tut

I can see it now -... — ich sehe es schon bildhaft vor mir -...

15) (contemplate) mit ansehen; zusehen bei

[stand by and] see somebody doing something — [tatenlos] zusehen od. es [tatenlos] mit ansehen, wie jemand etwas tut

16) (escort) begleiten, bringen (to [bis] zu)

17) (consent willingly to) einsehen

not see oneself doing something — es nicht einsehen, dass man etwas tut
2. intransitive verb,
saw, seen

1) (discern objects) sehen

see for yourself! — sieh doch selbst!

as far as the eye can see — soweit das Auge reicht

see red — rotsehen (ugs.)

2) (make sure) nachsehen

3) (reflect) überlegen

let me see — lass mich überlegen; warte mal ['n Moment] (ugs.)

4)

I see — ich verstehe; aha (ugs.); ach so (ugs.)

you see — weißt du/wisst ihr/wissen Sie

there you are, you see! — Siehst du? Ich hab's doch gesagt!

as far as I can see — soweit ich das od. es beurteilen kann

Phrasal Verbs:

- see about

- see into

- see off

- see out

- see over

- see through

- see to

* * *

v.

(§ p.,p.p.: saw, seen)

= anzeigen v.

sehen v.

(§ p.,pp.: sah, gesehen)

zusehen v.

English-german dictionary > see
31 to

1.
[before vowel tʊ, before consonant tə, stressed tuː] preposition

1) (in the direction of and reaching) zu; (with name of place) nach

go to work/to the theatre — zur Arbeit/ins Theater gehen

to Paris/France — nach Paris/Frankreich

go from town to town — von Stadt zu Stadt ziehen

throw the ball to me — wirf mir den Ball zu

2) (towards a condition or quality) zu

appoint somebody to a post — jemanden auf einen Posten berufen

3) (as far as) bis zu

from London to Edinburgh — von London [bis] nach Edinburgh

increase from 10 % to 20 % — von 10 % auf 20 % steigen

4) (next to, facing)

with one's back to the wall — mit dem Rücken zur Wand

5) (implying comparison, ratio, etc.)

[compared] to — verglichen mit; im Vergleich zu

3 is to 4 as 6 is to 8 — 3 verhält sich zu 4 wie 6 zu 8

it's ten to one he does something — die Chancen stehen zehn zu eins, dass er etwas tut

6) introducing relationship or indirect object

to somebody/something — jemandem/einer Sache (Dat.)

lend/explain etc. something to somebody — jemandem etwas leihen/erklären usw.

speak to somebody — mit jemandem sprechen

relate to something — sich auf etwas (Akk.) beziehen

to me — (in my opinion) meiner Meinung nach

secretary to the Minister — Sekretär des Ministers

a room to oneself — ein eigenes Zimmer

get four apples to the pound — vier Äpfel je Pfund bekommen

that's all there is to it — mehr ist dazu nicht zu sagen

what's that to you? — was geht das dich an?

7) (until) bis

to the end — bis zum Ende

to this day — bis heute

five [minutes] to eight — fünf [Minuten] vor acht

8) with infinitive of a verb zu; expressing purpose, or after academic.ru/75540/too">too um [...] zu

want to know — wissen wollen

do something to annoy somebody — etwas tun, um jemanden zu ärgern

too young to marry — zu jung, um zu heiraten; zu jung zum Heiraten

too hot to drink — zu heiß zum Trinken

to rebel is pointless — es ist sinnlos zu rebellieren

he woke to find himself in a strange room — er erwachte und fand sich in einem fremden Zimmer wieder

to use a technical term — um einen Fachausdruck zu gebrauchen

9) as substitute for infinitive

he would have phoned but forgot to — er hätte angerufen, aber er vergaß es

she didn't want to go there, but she had to — sie wollte nicht hingehen, aber sie musste
2.
[tuː] adverb

1) (just not shut)

be to — [Tür, Fenster:] angelehnt sein

push a door to — eine Tür anlehnen

2)

to and fro — hin und her

* * *
1. [tə,tu] preposition
1) (towards; in the direction of: I cycled to the station; The book fell to the floor; I went to the concert/lecture/play.) zu, auf

2) (as far as: His story is a lie from beginning to end.) bis

3) (until: Did you stay to the end of the concert?) bis

4) (sometimes used to introduce the indirect object of a verb: He sent it to us; You're the only person I can talk to.) zu, mit

5) (used in expressing various relations: Listen to me!; Did you reply to his letter?; Where's the key to this door?; He sang to (the accompaniment of) his guitar.) zu, für

6) (into a particular state or condition: She tore the letter to pieces.) in

7) (used in expressing comparison or proportion: He's junior to me; Your skill is superior to mine; We won the match by 5 goals to 2.) gegenüber, zu

8) (showing the purpose or result of an action etc: He came quickly to my assistance; To my horror, he took a gun out of his pocket.) zu

9) ([tə] used before an infinitive eg after various verbs and adjectives, or in other constructions: I want to go!; He asked me to come; He worked hard to (= in order to) earn a lot of money; These buildings were designed to (= so as to) resist earthquakes; She opened her eyes to find him standing beside her; I arrived too late to see him.) zu, um zu

10) (used instead of a complete infinitive: He asked her to stay but she didn't want to.) zu
2. [tu:] adverb
1) (into a closed or almost closed position: He pulled/pushed the door to.) zu

2) (used in phrasal verbs and compounds: He came to (= regained consciousness).) zu sich, dran

•

- to and fro

* * *

to

[tu:, tu, tə]

I. PREPOSITION

1. (moving towards) in + akk

, nach + dat

, zu + dat

she walked over \to the window sie ging [hinüber] zum Fenster [o ans Fenster]

we're going \to town wir gehen/fahren in die Stadt

they go \to work on the bus sie fahren mit dem Bus zur Arbeit

I'm going \to a party/concert ich gehe auf eine Party/ein Konzert

she has to go \to a meeting now sie muss jetzt zu einem Meeting [gehen]

we moved \to Germany last year wir sind letztes Jahr nach Deutschland gezogen

he flew \to the US er flog in die USA

she's never been \to Mexico before sie ist noch nie [zuvor] in Mexiko gewesen

my first visit \to Africa mein erster Aufenthalt in Afrika

this is a road \to nowhere! diese Straße führt nirgendwohin!

parallel \to the x axis parallel zur x-Achse

from here \to the station von hier [bis] zum Bahnhof

on the way \to the mountains/the sea/the town centre auf dem Weg in die Berge/zum Meer/ins [o zum] Stadtzentrum

\to the north/south nördlich/südlich

twenty miles \to the north of the city zwanzig Meilen nördlich der Stadt

the suburbs are \to the west of the city die Vororte liegen im Westen der Stadt

from place \to place von Ort zu Ort

\to the right/left nach rechts/links

there \to the right dort rechts

he's standing \to the left of Adrian er steht links neben Adrian

2. (attending regularly) zu + dat

, in + dat

she goes \to kindergarten sie geht in den Kindergarten

he goes \to university er geht auf die Universität

do you go \to church? gehst du in die Kirche?

I go \to the gym twice a week ich gehe zweimal wöchentlich zum Fitness

3. (inviting to) zu + dat

an invitation \to a wedding eine Einladung zu einer Hochzeit

I've asked them \to dinner ich habe sie zum Essen eingeladen

she took me out \to lunch yesterday sie hat mich gestern zum Mittagessen ausgeführt [o eingeladen

4. (in direction of) auf + akk

she pointed \to a distant spot on the horizon sie zeigte auf einen fernen Punkt am Horizont

to have one's back \to sth/sb etw/jdm den Rücken zudrehen

back \to front verkehrt herum

5. (in contact with) an + dat

they were dancing cheek \to cheek sie tanzten Wange an Wange

she put her hand \to his breast sie legte die Hand auf seine Brust

she clasped the letter \to her bosom sie drückte den Brief an ihre Brust

6. (attached to) an + akk

tie the lead \to the fence mach die Leine am Zaun fest

they fixed the bookshelves \to the wall sie brachten die Bücherregale an der Wand an

stick the ads \to some paper klebe die Anzeigen auf ein Blatt Papier

7. (with indirect object)

▪ \to sb/sth jdm/etw dat

I lent my bike \to my brother ich habe meinem Bruder mein Fahrrad geliehen

give that gun \to me gib mir das Gewehr

children are often cruel \to each other Kinder sind oft grausam zueinander

who's the letter addressed \to? an wen ist der Brief adressiert?

what have they done \to you? was haben sie dir [an]getan?

her knowledge proved useful \to him ihr Wissen erwies sich als hilfreich für ihn

they made a complaint \to the manager sie reichten beim Geschäftsleiter eine Beschwerde ein

a threat \to world peace eine Bedrohung des Weltfriedens [o für den Weltfrieden]

to be grateful \to sb jdm dankbar sein

to be married \to sb mit jdm verheiratet sein

to tell/show sth \to sb jdm etw erzählen/zeigen

8. (with respect to) zu + dat

and what did you say \to that? und was hast du dazu gesagt?

he finally confessed \to the crime er gestand schließlich das Verbrechen

this is essential \to our strategy dies ist ein wesentlicher Bestandteil unserer Strategie

9. (in response) auf + akk

a reference \to Psalm 22:18 ein Verweis auf Psalm 22:18

her reply \to the question ihre Antwort auf die Frage

and what was her response \to that? und wie lautete ihr Antwort darauf?

10. (belonging to) zu + dat

the keys \to his car seine Autoschlüssel

the top \to this pen die Kappe, die auf diesen Stift gehört

she has a mean side \to her sie kann auch sehr gemein sein

there is a very moral tone \to this book dieses Buch hat einen sehr moralischen Unterton

there's a funny side \to everything alles hat auch seine komische Seite

11. (compared to) mit + dat

I prefer beef \to seafood ich ziehe Rindfleisch Meeresfrüchten vor

she looked about thirty \to his sixty neben ihm mit seinen sechzig Jahren wirkte sie wie dreißig

to be comparable \to sth mit etw dat vergleichbar sein

[to be] nothing \to sth nichts im Vergleich zu etw dat [sein]

her wage is nothing \to what she could earn ihr Einkommen steht in keinem Vergleich zu dem, was sie verdienen könnte

to be superior \to sb jdm übergeordnet sein, höher stehen als jd

12. (in scores) zu + dat

Paul beat me by three games \to two Paul hat im Spiel drei zu zwei gegen mich gewonnen

Manchester won three \to one Manchester hat drei zu eins gewonnen

13. (until) bis + dat

, zu + dat

I read up \to page 100 ich habe bis Seite 100 gelesen

unemployment has risen \to almost 8 million die Arbeitslosigkeit ist auf fast 8 Millionen angestiegen

count \to 20 zähle bis 20

it's about fifty miles \to New York es sind [noch] etwa fünfzig Meilen bis New York

14. (expressing change of state) zu + dat

he converted \to Islam er ist zum Islam übergetreten

his expression changed from amazement \to joy sein Ausdruck wechselte von Erstaunen zu Freude

the change \to the metric system der Wechsel zum metrischen System

her promotion \to department manager ihre Beförderung zur Abteilungsleiterin

the meat was cooked \to perfection das Fleisch war bestens zubereitet

he drank himself \to death er trank sich zu Tode

she nursed me back \to health sie hat mich [wieder] gesund gepflegt

smashed \to pieces in tausend Stücke geschlagen

she was close \to tears sie war den Tränen nahe

he was thrilled \to bits er freute sich wahnsinnig

15. (to point in time) bis + dat

the shop is open \to 8.00 p.m. der Laden hat bis 20 Uhr geöffnet

we're in this \to the end wir führen dies bis zum Ende

and \to this day... und bis auf den heutigen Tag...

it's only two weeks \to your birthday! es sind nur noch zwei Wochen bis zu deinem Geburtstag!

16. (including)

▪ from... \to... von... bis...

from beginning \to end von Anfang bis Ende

from morning \to night von morgens bis abends

front \to back von vorne bis hinten, von allen Seiten

I read the document front \to back ich habe das Dokument von vorne bis hinten gelesen

he's done everything from snowboarding \to windsurfing er hat von Snowboarden bis Windsurfen alles [mal] gemacht

from simple theft \to cold-blooded murder vom einfachen Diebstahl bis zum kaltblütigen Mord

17. BRIT (in clock times) vor, bis SÜDD

it's twenty \to six es ist zwanzig vor sechs

18. (causing) zu + dat

\to my relief/horror/astonishment zu meiner Erleichterung/meinem Entsetzen/meinem Erstaunen

much \to her surprise zu ihrer großen Überraschung

19. (according to) für + akk

\to me, it sounds like she's ending the relationship für mich hört sich das an, als ob sie die Beziehung beenden wollte

that outfit looks good \to me das Outfit gefällt mir gut

if it's acceptable \to you wenn Sie einverstanden sind

this would be \to your advantage das wäre zu deinem Vorteil, das wäre für dich von Vorteil

does this make any sense \to you? findest du das auf irgendeine Weise einleuchtend?

fifty pounds is nothing \to him fünfzig Pfund sind nichts für ihn

what's it \to you? ( fam) was geht dich das an?

20. (serving) für + akk

he works as a personal trainer \to the rich and famous er arbeitet als Personal Trainer für die Reichen und Berühmten

they are hat makers \to Her Majesty the Queen sie sind Hutmacher Ihrer Majestät, der Königin

economic adviser \to the president Wirtschaftsberater des Präsidenten

21. FILM (next to)

she was Ophelia \to Olivier's Hamlet in der Verfilmung von Olivier spielte sie neben Hamlet die Ophelia

22. (in honour of) auf + akk

here's \to you! auf dein/Ihr Wohl!

\to the cook! auf den Koch/die Köchin!

the record is dedicated \to her mother die Schallplatte ist ihrer Mutter gewidmet

I propose a toast \to the bride and groom ich bringe einen Toast auf die Braut und den Bräutigam aus

a memorial \to all the soldiers who died in Vietnam ein Denkmal für alle im Vietnamkrieg gefallenen Soldaten

23. (per)

the car gets 25 miles \to the gallon das Auto verbraucht eine Gallone auf 25 Meilen

three parts oil \to one part vinegar drei Teile Öl auf einen Teil Essig

the odds are 2 \to 1 that you'll lose die Chancen stehen 2 zu 1, dass du verlierst

24. (as a result of) von + dat

she awoke \to the sound of screaming sie wurden durch laute Schreie wach

I like exercising \to music ich trainiere gerne mit Musik

I can't dance \to this sort of music ich kann zu dieser Art Musik nicht tanzen

the band walked on stage \to rapturous applause die Band zog unter tosendem Applaus auf die Bühne

25. (roughly) bis + dat

thirty \to thirty-five people dreißig bis fünfunddreißig Leute

26. MATH (defining exponent) hoch

ten \to the power of three zehn hoch drei

27.

▶ that's all there is \to it das ist schon alles

▶ there's not much [or nothing] \to it das ist nichts Besonderes, da ist nichts Besonderes dabei

II. TO FORM INFINITIVES

1. (expressing future intention) zu

she agreed \to help sie erklärte sich bereit zu helfen

I'll have \to tell him ich werde es ihm sagen müssen

I don't expect \to be finished any later than seven ich denke, dass ich spätestens um sieben fertig sein werde

he lived \to see his first grandchild er durfte erleben, dass sein erstes Enkelkind geboren wurde

I have \to go on a business trip ich muss auf eine Geschäftsreise

the company is \to pay over £500,000 die Firma muss über 500.000 Pfund bezahlen

he's going \to write his memoirs er wird seine Memoiren schreiben

I have some things \to be fixed ich habe einige Dinge zu reparieren

Blair \to meet with Bush Blair trifft Bush

to be about \to do sth gerade etw tun wollen, im Begriff sein, etw zu tun

2. (forming requests) zu

she was told \to have the report finished by Friday sie wurde gebeten, den Bericht bis Freitag fertigzustellen

he told me \to wait er sagte mir, ich solle warten

I asked her \to give me a call ich bat sie, mich anzurufen

we asked her \to explain wir baten sie, es uns zu erklären

you've not \to do that du sollst das nicht tun

that man is not \to come here again der Mann darf dieses Haus nicht mehr betreten

young man, you're \to go to your room right now junger Mann, du gehst jetzt auf dein Zimmer

3. (expressing wish) zu

I need \to eat something first ich muss zuerst etwas essen

I'd love \to live in New York ich würde nur zu gern in New York leben

would you like \to dance? möchten Sie tanzen?

that child ought \to be in bed das Kind sollte [schon] im Bett sein

I want \to go now ich möchte jetzt gehen

I need \to go to the bathroom ich muss mal auf die Toilette

do you want \to come with us? willst du [mit uns] mitkommen?

I'd love \to go to France this summer ich würde diesen Sommer gern nach Frankreich fahren

4. (omitting verb)

are you going tonight? — I'm certainly hoping \to gehst du heute Abend? — das hoffe ich sehr

would you like to go and see the Russian clowns? — yes, I'd love \to möchtest du gern die russischen Clowns sehen? — ja, sehr gern

can you drive? — yes I'm able \to but I prefer not \to kannst du Auto fahren? — ja, das kann ich, aber ich fahre nicht gern

5. after adj (to complete meaning)

it's not likely \to happen es ist unwahrscheinlich, dass das geschieht, das wird wohl kaum geschehen

I was afraid \to tell her ich hatte Angst, es ihr zu sagen

he's able \to speak four languages er spricht vier Sprachen

she's due \to have her baby sie bekommt bald ihr Baby

I'm afraid \to fly ich habe Angst vorm Fliegen

she's happy \to see you back sie ist froh, dass du wieder zurück bist

I'm sorry \to hear that es tut mir leid, das zu hören

easy \to use leicht zu bedienen

languages are fun \to learn Sprachenlernen macht Spaß

it is interesting \to know that es ist interessant, das zu wissen

three months is too long \to wait drei Monate zu warten ist zu lang

I'm too nervous \to talk right now ich bin zu nervös, um jetzt zu sprechen

6. (expressing purpose)

I'm going there \to see my sister ich gehe dort hin, um meine Schwester zu treffen

she's gone \to pick Jean up sie ist Jean abholen gegangen

my second attempt \to make flaky pastry mein zweiter Versuch, einen Blätterteig zu machen

they have no reason \to lie sie haben keinerlei Grund zu lügen

I have the chance \to buy a house cheaply ich habe die Gelegenheit, billig ein Haus zu kaufen

something \to eat etwas zu essen

the first person \to arrive die erste Person, die ankam [o eintraf]

Armstrong was the first man \to walk on the moon Armstrong war der erste Mann, der den Mond betrat

7. (expressing intent)

we tried \to help wir versuchten zu helfen

\to make this cake, you'll need... für diesen Kuchen braucht man...

he managed \to escape es gelang ihm zu entkommen

8. (after wh- words)

I don't know what \to do ich weiß nicht, was ich tun soll

I don't know where \to begin ich weiß nicht, wo ich anfangen soll

she was wondering whether \to ask David about it sie fragte sich, ob sie David deswegen fragen sollte

can you tell me how \to get there? könne Sie mir sagen, wie ich dort hinkomme?

9. (introducing clause)

\to tell the truth [or \to be truthful] um die Wahrheit zu sagen

\to be quite truthful with you, Dave, I never really liked the man ich muss dir ehrlich sagen, Dave, ich konnte diesen Mann noch nie leiden

\to be honest um ehrlich zu sein

10. (in consecutive acts) um zu

he looked up \to greet his guests er blickte auf, um seine Gäste zu begrüßen

she reached out \to take his hand sie griff nach seiner Hand

they turned around \to find their car gone sie drehten sich um und bemerkten, dass ihr Auto verschwunden war

III. ADVERB

inv zu

to push [or pull] the door \to die Tür zuschlagen

to come \to zu sich dat kommen

to set \to sich akk daranmachen fam

they set \to with a will, determined to finish the job sie machten sich mit Nachdruck daran, entschlossen, die Arbeit zu Ende zu bringen

* * *
[tuː]
1. PREPOSITION

1) = in direction of, towards zu

to go to the station — zum Bahnhof gehen

to go to the doctor( 's)/greengrocer's etc — zum Arzt/Gemüsehändler etc gehen

to go to the opera/concert etc — in die Oper/ins Konzert etc gehen

to go to France/London — nach Frankreich/London fahren

to go to Switzerland —

to go to school to go to bed — zur Schule or in die Schule gehen ins or zu Bett gehen

to the left — nach links

to the west — nach Westen

he came up to where I was standing —

to fall to the ground — auf den Boden or zu Boden fallen

to turn a picture/one's face to the wall — ein Bild/sich mit dem Gesicht zur Wand drehen

hold it up to the light — halte es gegen das Licht

2) = as far as, until bis

to count (up) to 20 —

there were (from) 40 to 60 people — es waren 40 bis 60 Leute da

it's 90 kms to Paris — nach Paris sind es 90 km

it's correct to a millimetre — es stimmt bis auf den Millimeter

8 years ago to the day — auf den Tag genau vor 8 Jahren

to this day — bis auf den heutigen Tag

they perished to a man — sie kamen alle bis auf den letzten Mann ums Leben

3) = in in (+dat)

I have never been to Brussels/India — ich war noch nie in Brüssel/Indien

4)

= secure to he nailed it to the wall/floor etc — er nagelte es an die Wand/auf den Boden etc

they tied him to the tree —

they held him to the ground — sie hielten ihn am Boden

5)

with indirect object to give sth to sb — jdm etw geben

a present from me to you —

who did you give it to? — wem haben Sie es gegeben?

I said to myself... — ich habe mir gesagt...

he was muttering/singing to himself — er murmelte/sang vor sich hin

what is it to you? — was geht dich das an?

he is kind to everyone — er ist zu allen freundlich

it's a great help to me — das ist eine große Hilfe für mich

he has been a good friend to us — er war uns (dat)

"To... " (on envelope etc) to pray to God — "An (+acc)..." zu Gott beten

6) in toasts auf (+acc)

to drink to sb — jdm zutrinken

to drink to sb's health — auf jds Wohl (acc) trinken

7)

= next to with position bumper to bumper — Stoßstange an Stoßstange

close to sb/sth — nahe bei jdm/etw

at right angles to the wall —

parallel to the wall — parallel zur Wand

to the west (of)/the left (of) — westlich/links (von)

8) with expressions of time vor

20 ( minutes) to 2 — 20 (Minuten) vor 2

at (a) quarter to 2 — um Viertel vor 2

25 to 3 — 5 (Minuten) nach halb 3

it was five to when we arrived — es war fünf vor, als wir ankamen

9) = in relation to zu

A is to B as C is to D —

by a majority of 10 to 7 — mit einer Mehrheit von 10 zu 7

they won by 4 goals to 2 — sie haben mit 4:2 (spoken: vier zu zwei) Toren gewonnen

10) = per pro; (in recipes, when mixing) auf (+acc)

one person to a room — eine Person pro Zimmer

11) MATH

3 to the 4th, 3 to the power of 4 — 3 hoch 4

12)

= concerning what do you say to the idea? — was hältst du von der Idee?

what would you say to a beer? — was hältst du von einem Bier?

that's all there is to it — das ist alles

to repairing television £30 (Comm) — (für) Reparatur eines Fernsehers £ 30

13)

= according to to the best of my knowledge — nach bestem Wissen

it's not to my taste — das ist nicht nach meinem Geschmack

14)

= accompanied by to sing to the guitar —

to sing sth to the tune of... — etw nach der Melodie von... singen

to dance to a tune/a band — zu einer Melodie/den Klängen or der Musik eines Orchesters tanzen

15)

= of ambassador to America/the King of France — Botschafter in Amerika/am Hofe des Königs von Frankreich

secretary to the director — Sekretärin des Direktors

16)

= producing to everyone's surprise — zu jedermanns Überraschung

17)

infinitive to begin to do sth — anfangen, etw zu tun

he decided to come — er beschloss zu kommen

I want to do it — ich will es tun

I want him to do it — ich will, dass er es tut

18)

conditional use of infinitive to see him now, one would never think... — wenn man ihn jetzt sieht, würde man nicht glauben,...

19)

infinitive expressing purpose, result to eat/work to live —

I did it to help you — ich tat es, um dir zu helfen

to get to the point,... — um zur Sache zu kommen,...

well, not to exaggerate... — ohne zu übertreiben,...

I arrived to find she had gone — als ich ankam, war sie weg

never to be found again — und wurde nie wiedergefunden

20)

omitting verb I don't want to — ich will nicht

I'll try to — ich werde es versuchen

you have to — du musst

I'd love to — sehr gerne

we didn't want to but we were forced to — wir wollten nicht, aber wir waren dazu gezwungen

I intended to (do it), but I forgot (to) — ich wollte es tun, aber ich habe es vergessen

buy it, it would be silly not to — kaufe es, es wäre dumm, es nicht zu tun

he often does things one doesn't expect him to — er macht oft Dinge, die man nicht von ihm erwartet

21)

set structures __diams; noun/pronoun + to + infinitive he is not the sort to do that — er ist nicht der Typ, der das täte, er ist nicht der Typ dazu

I have done nothing to deserve this — ich habe nichts getan, womit ich das verdient hätte

there's no-one to help us — es ist niemand da, der uns helfen könnte

who is he to order you around? — wer ist er denn, dass er dich so herumkommandiert?

he was the first to arrive — er kam als Erster an, er war der Erste, der ankam

who was the last to see her? —

there is much to be done — es gibt viel zu tun

what is there to do here? —

now is the time to do it — jetzt ist die (beste) Zeit, es zu tun

the book is still to be written — das Buch muss noch geschrieben werden

are you ready to go at last? — bist du endlich fertig?

it's hard to understand — es ist schwer zu verstehen

it's impossible to believe — das kann man einfach nicht glauben

you are foolish to try it — du bist dumm, das überhaupt zu versuchen

is it good to eat? —

it's too heavy to lift too young to marry — es ist zu schwer zum Heben zu jung zum Heiraten

he's too old to be still in short trousers — er ist schon so alt und trägt noch kurze Hosen

2. ADJECTIVE
door (= ajar) angelehnt; (= shut) zu
3. ADVERB

to and fro — hin und her; walk auf und ab

* * *

to

A präp [tuː; tʊ; tə]

1. (Grundbedeutung) zu

2. (Richtung und Ziel, räumlich) zu, nach, an (akk), in (akk), auf (akk):

go to London nach London fahren;

from east to west von Osten nach Westen;

throw sth to the ground etwas auf den oder zu Boden werfen

3. in (dat):

have you ever been to London?

4. (Richtung, Ziel, Zweck) zu, auf (akk), an (akk), in (akk), für, gegen:

play to a large audience vor einem großen Publikum spielen; → duty A 1 a, invite A 1, pray B 2, etc

5. (Zugehörigkeit) zu, in (akk), für, auf (akk):

that is all there is to it das ist alles;

a cap with a tassel to it eine Mütze mit einer Troddel (daran);

a key to the case ein Schlüssel für den oder zum Koffer;

a room to myself ein Zimmer für mich (allein); → assistant B 1, end C 7, moral B 1, secretary 1, etc

6. (Übereinstimmung, Gemäßheit) nach, für, gemäß: → astonishment, etc

7. (im Verhältnis oder Vergleich) zu, gegen, gegenüber, auf (akk), mit:

the score is three to one (3-1) das Spiel oder es steht drei zu eins (3:1);

two is to four as four is to eight zwei verhält sich zu vier wie vier zu acht

8. (Ausmaß, Grenze, Grad) bis, (bis) zu, (bis) an (akk), auf (akk), in (dat):

to the clouds bis an die Wolken;

ten feet to the ground zehn Fuß bis zum Boden; → craziness

9. (zeitliche Ausdehnung oder Grenze) bis, bis zu, bis gegen, auf (akk), vor (dat):

from three to four von drei bis vier (Uhr);

it’s ten to five es ist zehn vor fünf

10. (Begleitung) zu, nach:

sing to a guitar zu einer Gitarre singen;

they danced to a tune sie tanzten nach einer Melodie; → dance A 1

11. zur Bildung des Dativs:

a) betont:

he gave the book to me, not to you! er gab das Buch mir, nicht Ihnen!

b) unbetont:

she was a good mother to him sie war ihm eine gute Mutter

B partikel [tʊ; tə]

1. zur Bezeichnung des Infinitivs:

to go gehen;

easy to understand leicht zu verstehen;

she was heard to cry man hörte sie weinen

2. (Zweck, Absicht) um zu, zu:

he only does it to earn money er tut es nur, um Geld zu verdienen

3. zur Verkürzung des Nebensatzes:

I weep to think of it ich weine, wenn ich daran denke;

he was the first to arrive er kam als Erster;

to hear him talk wenn man ihn (so) reden hört; → honest A 1 b

4. zur Bezeichnung eines Grundes:

why blame you me to love you? obs oder poet was tadelst du mich, weil ich dich liebe?

5. zur Andeutung eines aus dem Vorhergehenden zu ergänzenden Infinitivs:

I don’t go because I don’t want to ich gehe nicht, weil ich nicht (gehen) will

C adv [tuː]

1. a) zu, geschlossen:

pull the door to die Türe zuziehen

b) angelehnt:

leave the door to

2. (wieder) zu Bewusstsein oder zu sich: → bring to A 1, come to 1

3. SCHIFF nahe am Wind:

keep her to!

4. to and fro

a) hin und her,

b) auf und ab

* * *
1.
[before vowel tʊ, before consonant tə, stressed tuː] preposition

1) (in the direction of and reaching) zu; (with name of place) nach

go to work/to the theatre — zur Arbeit/ins Theater gehen

to Paris/France — nach Paris/Frankreich

go from town to town — von Stadt zu Stadt ziehen

throw the ball to me — wirf mir den Ball zu

2) (towards a condition or quality) zu

appoint somebody to a post — jemanden auf einen Posten berufen

3) (as far as) bis zu

from London to Edinburgh — von London [bis] nach Edinburgh

increase from 10 % to 20 % — von 10 % auf 20 % steigen

4) (next to, facing)

with one's back to the wall — mit dem Rücken zur Wand

5) (implying comparison, ratio, etc.)

[compared] to — verglichen mit; im Vergleich zu

3 is to 4 as 6 is to 8 — 3 verhält sich zu 4 wie 6 zu 8

it's ten to one he does something — die Chancen stehen zehn zu eins, dass er etwas tut

6) introducing relationship or indirect object

to somebody/something — jemandem/einer Sache (Dat.)

lend/explain etc. something to somebody — jemandem etwas leihen/erklären usw.

speak to somebody — mit jemandem sprechen

relate to something — sich auf etwas (Akk.) beziehen

to me — (in my opinion) meiner Meinung nach

secretary to the Minister — Sekretär des Ministers

a room to oneself — ein eigenes Zimmer

get four apples to the pound — vier Äpfel je Pfund bekommen

that's all there is to it — mehr ist dazu nicht zu sagen

what's that to you? — was geht das dich an?

7) (until) bis

to the end — bis zum Ende

to this day — bis heute

five [minutes] to eight — fünf [Minuten] vor acht

8) with infinitive of a verb zu; expressing purpose, or after too um [...] zu

want to know — wissen wollen

do something to annoy somebody — etwas tun, um jemanden zu ärgern

too young to marry — zu jung, um zu heiraten; zu jung zum Heiraten

too hot to drink — zu heiß zum Trinken

to rebel is pointless — es ist sinnlos zu rebellieren

he woke to find himself in a strange room — er erwachte und fand sich in einem fremden Zimmer wieder

to use a technical term — um einen Fachausdruck zu gebrauchen

9) as substitute for infinitive

he would have phoned but forgot to — er hätte angerufen, aber er vergaß es

she didn't want to go there, but she had to — sie wollte nicht hingehen, aber sie musste
2.
[tuː] adverb

1) (just not shut)

be to — [Tür, Fenster:] angelehnt sein

push a door to — eine Tür anlehnen

2)

to and fro — hin und her

English-german dictionary > to
32 legend

leg·end [ʼleʤənd] n

1) ( old story) Sage f; ( about saint) Legende f

2) no pl ( body of stories) Sagenschatz m; ( of saints) Legendensammlung f;

\legend has it that... es heißt, dass...

3) ( famous person) Legende f ( fig), legendäre Gestalt

4) (on coin, diagram, map, picture) Legende f adj

pred

to be \legend Legende sein ( fig)

English-German students dictionary > legend
33 arrange

1. III
arrange smth.

1) arrange one's books (the collections, the files, etc.) расставлять /располагать/ книги и т. д. [в определенном парилке]; arrange one's letters раскладывать письма; arrange smb.'s papers приводить в порядок чьи-л. бумаги; arrange furniture расставить мебель; arrange one's dress (one's tie, the folds of one's robe, etc.) поправить платье и т. д.; she is good at arranging flowers a) она умеет красиво расставлять цветы; б) она умеет составлять красивые букеты; arrange one's ideas привести в порядок свои мысли; arrange one's arguments построить /выстроить/ систему аргументации

2) arrange an interview (a concert, a dance, a feast, a marriage, etc.) устраивать /организовывать/ интервью и т. д.; he arranged the trip [это] он организовал /устроил/ поездку; be good at arranging discussions (parties, outings, balls, etc.) уметь хорошо организовывать дискуссии и т.д.; this artist is good at arranging the subjects of his picture композиция - сильная сторона этого художника

3) arrange the matters (one's affairs, a dispute, a quarrel, our difficulties, etc.) уладить /урегулировать/ дела и т. д; arrange terms договориться об условиях
2. IV
1) arrange smth. in some manner arrange smth. alphabetically (systematically, topically, etc.) раскладывать или расставлять что-л. в алфавитном порядке и т. д.; he arranged the books clumsily он бестолково расставил книги; arrange one's hair carefully (properly, neatly, etc.) аккуратно и т. д. уложить волосы; she arranged her hair becomingly она сделала прическу, которая ей к лицу; arrange food tastefully аппетитно разложить еду (на блюде и т. п.)

2) arrange smth. in some manner arrange an interview thoroughly (his reception properly, etc.) тщательно подготовить интервью и т. д., smth. at some time he arranged the meeting beforehand он заранее подготовил эту встречу

3) arrange smth. in some manner arrange smth. amicably полюбовно уладить /урегулировать/ что-л.; arrange smth. satisfactorily to both parties найти решение, подходящее для обеих старин
3. VII
arrange for smb. to do smth. arrange for her to wait (for him to come unannounced, for smb. to escort her, for smb. to go out, etc.) договориться, чтобы она подождала и т. д.; arrange for smth. to be done arrange for the cab to be called (for things to be taken away, for tickets to be booked, etc.) устроить /сделать/ так, чтобы вызвали /заказали/ такси и т. д.
4. XI
be arranged everything has been arranged все устроено; be arranged in some manner the matter has been arranged satisfactorily вопрос был улажен [вполне удовлетворительно]; everything has been arranged as you wished все сделали /организовали/, как вы хотели; be arranged by/through/ smth. his contract was arranged by /through/ the mediation of friends контракт ему устроили друзья /был подписан благодаря посредничеству друзей/; be arranged that... it is arranged that he will stay for three weeks (that they will publish this data, that she will look after the child, etc.) есть договоренность, что он пробудет здесь три недели и т. д.
5. XIII
arrange to do smth. arrange to start early (to meet her at ten o'clock, to be there, to be back on Sunday, etc.) договариваться /уславливаться/ выехать рано и т.д., can you arrange to be here at six o'clock? вы сможете [устроить так, чтобы] быть здесь в шесть часов?
6. XVI
arrange about smth. arrange about the tickets (about a matter, about that, etc.) договориться о билетах и т. д.; arrange with smb. about smth. arrange with the boss about a leave (with buyers about the price, with the creditors about another loan, etc.) договориться с хозяином об отпуске и т. д.; could you arrange with him about the reception? вы не смогли бы договориться с ним о приеме?; arrange for smth. I cannot arrange for everything я не могу организовать /обеспечить, устроить/ все
7. XVII
arrange about doing smth. arrange about renting the concert-hall (about meeting the train, about having the house painted, etc.) договориться о том, чтобы снять концертный зал и т. д.
8. XXI1
1) arrange smth., smb. on (in, etc.) smth. arrange smth. on the table (on the shelves, in the cupboard, etc.) располагать /расставлять, раскладывать/ что-л. на столе и т. д.; food on dishes разложить еду по тарелкам; the audience in their [proper] seats посадить зрителей на [их] места; arrange pupils in pairs построить учеников парами; arrange smth., smb. by (according to, in, etc.) smth. arrange cards by author and subject (books by size, topics in order of their importance, exhibits according to the numbers on the tags, etc.) располагать /расставлять/ [каталожные] карточки по авторам и темам и т. д.; arrange subjects in three classes разбить предметы на три категории, расклассифицировать предметы по трем категориям; arrange tourists in five parties разделить /распределить/ туристов на пять групп; arrange guests according to seniority рассадить гостей по старшинству; arrange authors on a historical basis классифицировать авторов по хронологическому принципу; arrange smth., smb. for smth. arrange the drawing-room for the evening party подготовить гостиную к приему гостей; arrange troops (the агаву) for battle привести войска (Армию) в боевую готовность, подготовить войска (армию) к бою

2) arrange smth. for some time arrange a conference for Monday (a discussion on Thursday evening, a series of meetings with writers for the winter months, a discussion before the meeting, etc.) организовать /устроить/ конференцию в понедельник и т. д., назначить конференцию на понедельник и т. д.; arrange smth. for smth. arrange everything for the meeting (tickets for the performance, etc.) обеспечить все для встречи и т. д., arrange things for our trip to Italy устроить все дела, чтобы можно было [спокойно] поехать в Италию; arrange a time for smth. найти /выделить/ время для чего-л.; arrange smth. for smb. can you arrange this for me? можете ли вы мне это устроить?; arrange smth. between smb. arrange a meeting between the two parties (a marriage between them, etc.) устроить /организовать/ встречу сторон и т. д; arrange smth. with smb. arrange an interview with a famous actor (a meeting with a film director, a journey with a friend, etc.) устроить /организовать/ интервью с известным артистом и т. д.

3) arrange smth. among (between) smb. arrange smth. among one selves (a dispute between the two boys, the terms between the parties, etc.) улаживать что-л. между собой и т. д; arrange smth. with smb., smth. arrange the terms of a bargain with a firm (the date with the chairman, etc.) договориться с фирмой об условиях сделки и т. д; arrange smth. with respect to smth. arrange the matter with respect to size (with respect to price, with respect to the possible delay, etc.) решить дело /условиться, договориться/ в отношении размера и т. д.

4) arrange smth. for smth. arrange a piece for the violin (a piece for four voices, a score for the piano, this music for the violin, etc.) аранжировать пьесу для скрипки и т. д; arrange a story (a novel) for the stage переделать рассказ (роман) в пьесу, написать /сделать/ инсценировку рассказа (романа)
9. XXIV1
arrange smth. as smth. arrange a story as a play in the theatre переделать рассказ в пьесу, инсценировать рассказ
10. XXVI
arrange smth. that... I so arranged it that nobody heard of his departure я так все устроил, что никто ничего и не слыхал об его отъезде

English-Russian dictionary of verb phrases > arrange
34 give

1. I
abs

the door gave дверь подалась; the ice gave лед сломался /не выдержал/; the foundations are giving фундамент оседает; at the height of the storm the bridge gave в самый разгар бури мост не выдержал и рухнул; his knees seemed to give ему казалось, что у него подкашиваются ноги; the branch gave but did not break ветка прогнулась, но не сломалась; а soft chair (a bed, a mattress, etc.) gives [when one sits on it] мягкий стул и т. д. проминается [, когда на него садятся]; the frost is beginning to give мороз начинает слабеть
2. II
1) give in some manner. give generously /unsparingly, abundantly/ щедро и т. д. давать /дарить, одаривать/; give grudgingly нехотя делать подарки

2) give in some manner this chair (the mattress, the bed, etc.) gives comfortably (a lot) этот стул и т. д. приятно (сильно) проминается; the springs won't give enough /much/ пружины довольно тугие; the горе has given a good deal веревка сильно растянулась /ослабла/; give for some time the frost did not give all day мороз не отпускал весь день
3. III
give smth.

1) give food (medicine, L 3, etc.) давать еду и т. д., give presents дарить /делать/ подарки; give a grant давать дотацию /пособие/; give a scholarship предоставлять стипендию; give a medal награждать медалью; give alms подавать милостыню

2) give a message передавать записку /сообщение/; give one's regards передать привет

3) give a large crop (10 per cent profit, etc.) приносить / давать/ большой урожай и т. д.; give fruit плодоносить; give milk давать молоке; give heat излучать тепло; the lamp gives a poor light лампа светит тускло /дает, излучает тусклый свет/; his work gives good results его работа дает хорошие результаты; two times two /two multiplied by two/ gives four дважды два give четыре

4) give facts (news, details, the following figures, etc.) приводить /сообщать/ факты и т. д.; give an example /an instance/ приводить /давать/ пример: the dictionary doesn't give this word в словаре нет этого слова; the list gives ten names в списке [приведено /указано/] / список содержит/ десять имен; he gave a full account of the event он все рассказал /дал полный отчет/ об этом событии; he gave no particulars он не сообщил никаких подробностей; give a portrait (a character, the scenery of the country, etc.) нарисовать портрет и т. д.; in his book he gives a description of their customs в своей книге он описывает их нравы; give evidence /testimony/ давать показания; give one's name and address дать /назвать/ свой фамилию и адрес

5) the thermometer gives forty degrees термометр показывает сорок градусов; the barometer gives rain барометр пошел на дождь; give no sign of life не подавать признаков жизни; give no sign of recognition a) не подать виду, что узнал; б) не узнать; give no sign of embarrassment нисколько не смутиться

6) give a dinner (a dinner party, a ball, a party, a concert, a performance, etc.) давать /устраивать/ обед и т. д.

7) give lessons (instruction, exact information, etc.) давать уроки и т. д., give smth. in smth. give lessons in mathematics (instruction in golf, etc.) давать уроки по математике и т. д.; give smth. on smth. give lectures on psychology (on biology, on various subjects, etc.) читать лекции по психологии и т. д., give a lecture прочитать лекцию, выступить с лекцией; give a song (one of Beethoven's sonatas, a concerto, etc.) исполнять песню и т. д., give a recital (a recitation) выступать с сольным концертом (с художественным чтением)

8) give one's good wishes желать всего доброго / хорошего/; give one's blessing давать свое благословение: give a toast провозглашать тост; give smb.'s health /the health of smb./ поднимать тост за чье-л. здоровье

9) give a point in the argument уступить по одному какому-л. вопросу в споре; give way /ground/ отступать, сдавать [свои] позиции; the army (our troops, the crowd, etc.) gave way армия и т. д. отступила; the door (the axle, the railing, etc.) gave way дверь и т. д. подалась; the bridge (the ice, the floor, the ground, etc.) gave way мост и т. д. провалился; the rope /the line/ gave way веревка лопнула; my legs gave way у меня подкосились ноги; his health is giving way его здоровье пошатнулось; his strength is giving way силы оставляют его; if he argues don't give way если он будет спорить, не уступайте

10) give a decision сообщать решение; give judg (e)ment выносить приговор; give notice а) предупреждать о предстоящем увольнении; б) уведомлять

11) semiaux give a look /а glance/ взглянуть, бросить взгляд; give a jump /а leap/ (под)прыгнуть, сделать прыжок; give a push (a pull) толкнуть (потянуть); give a kick ударить ногой, лягнуть; give a smile улыбнуться; give a kiss поцеловать; give a loud laugh громко засмеяться /рассмеяться/; give a cry /а shout/ издавать крик; give a sigh вздохнуть; give a groan застонать; give a sob всхлипнуть; give a start вздрогнуть; give a nod кивнуть; give a shake [of one's head] отрицательно покачать головой; give an injection делать укол; give a shrug of the shoulders пожать плечами; give a wave of the hand махнуть рукой; give a blow ударить; give a rebuff давать отпор; give a beating задать порку, избить; give chase пускаться в погоню; give a wag of the tail вильнуть хвостом; give an order (a command, instructions, etc.) отдавать приказ /распоряжение/ и т. д.; give an answer /а reply/ давать ответ, отвечать; give help оказывать помощь; give the alert объявлять тревогу; give a warning делать предупреждение; give advice советовать, давать совет; give a suggestion предлагать, выдвигать предложение; give a promise (one's word, one's pledge, etc.) давать обещание и т. д.; give shelter давать /предоставлять/ убежище; give a volley дать залп; the gun gave a loud report раздался громкий ружейный выстрел; give offence обижать, наносить обиду; give battle давать бой; give a chance (an opportunity, power, etc.) предоставлять /давать/ возможность и т. д.
4. IV
give smth. somewhere

1) give back the books you borrowed (my pen, my newspaper, etc.) возвращать книги, которые вы взяли и т. д.; give smth. in some manner give money generously (grudgingly, freely, etc.) щедро и т. д. давать деньги; regularly give presents регулярно делать подарки

2) give smth. at some time give a message immediately немедленно передать записку

3) give smth. at some time give profit (10 per cent, etc.) regularly (annually, etc.) регулярно и т. д. приносить прибыль и т. д.

4) give smth. in some manner give an extract in full (at length, in detail, etc.) приводить отрывок полностью и т. д.

5) semiaux give smth. in some manner give aid willingly охотно оказывать помощь; give one's answers loudly (distinctly, etc.) давать ответы /отвечать/ громко и т. д.
5. V
1) give smb. smth. give me your pencil (him this book, her your hand, me a match, the child a glass of milk, the boy his medicine, etc.) дайте мне ваш карандаш и т. д., give smb. a present сделать кому-л. подарок; give him watch (her a ring, etc.) подарить ему часы и т. д.; give her a bunch of flowers преподнести ей букет цветов; what has he given you? что он вам подарил /преподнес/?; give him a letter from his mother (her a note from me, etc.) передавать ему письмо от матери и т. д.; give an actor a role (him a job, etc.) предлагать /давать/ актеру роль и т. д.; give smb. the place of honour отвести кому-л. почетное место; give me long distance дайте мне междугородную; I give you my word (my promise, my consent, etc.) 'даю вам слово и т. д.; give smb. smth. for smth. give smb. a watch for a present преподнести кому-л. часы в качестве подарка; give women equal pay with men for their work оплачивать труд женщин наравне с трудом мужчин; give smb. smth. in smth. give them parts in his new play распределять между ними роли в его новой пьесе; give smb. smb. she gave him a beautiful baby boy она родила ему прекрасного мальчика

2) give smb. smth. give him the message (me the letter, etc.) передавать ему записку и т. д.; give smb. one's love (one's compliments, one's kind regards, etc.) передавать кому-л. привет и т. д.; give him my thanks передайте ему мою благодарность; I give you my very best wishes желаю вам всего самого лучшего

3) give smb. smth. give smb. an illness (measles, a sore throat, etc.) заразить кого-л. какой-л. болезнью и т. д.; you've given me your cold вы заразили меня насморком, я от вас заразился насморком

4) give smb., smth. smth. give us warmth and light (us fruit, people meat, us milk, us wool and leather, etc.) давать нам тепло и свет и т. д.; give men pleasure (him joy, the children enjoyment, her satisfaction, etc.) доставлять людям удовольствие и т. д.; give smb. [much] pain (much trouble, sorrow, etc.) причинять кому-л. боль и т. д.; too much noise gives me a headache от сильного шума у меня начинается головная боль; give smb. courage (me patience, him strength, her more self-confidence, etc.) придавать кому-л. мужество и т. д.; that gave me the idea of travelling это навело меня на мысль о путешествии; give smth. flavour придавать чему-л. вкус

5) give smb. smth. give the commission an account of his trip (us a good description of the man, him wrong information, him good proof, etc.) давать комиссии отчет /отчитываться перед комиссией/ о своей поездке и т. д.; give me your opinion сообщите мне свое мнение; give us human nature truthfully (the reader a true picture of his age, etc.) описать /воссоздать/ для нас подлинную картину человеческой природы и т. д.

6) give smb. smth. give the child a name дать ребенку имя; give smth. smth. give the book a strange title дать книге странное заглавие /название/; this town gave the battle its name эта битва получила название по городу, близ которого она произошла

7) give smb. smth. give smb. lessons (music lessons, lessons in French, consultations, instruction, etc.) давать кому-л. уроки и т. д., give smb. a concerto (a play, etc.) исполнить для кого-л. концерт и т. д.; give us Bach (us another song, etc.) исполните нам /для нас/ Баха и т. д.; who will give us a song? кто вам споет? || give smb. an example служить кому-л. примером; give the other boys an example подавать другим мальчикам пример

8) give smb. smth. give smb. good morning (him good day, us good evening, etc.) пожелать кому-л. доброго утра и т. д., give smb. one's blessing благословлять кого-л.; give smb. smth., smb. give them our country (our host, the Governor, etc.) предложить им выпить за нашу страну и т. д.

9) give smb. smth. give smb. six months' imprisonment (five years, two years of hard labour, etc.) приговорить кого-л. к пяти месяцам тюремного заключения и т. д.

10) semiaux give smb., smth. smth. give smb. a look (a fleeting glance, etc.) бросить на кого-л. взгляд и т. д.; give smb. a smile улыбнуться кому-л.; give smb. a kiss поцеловать кого-л.; give smb. a blow нанести кому-л. удар, стукнуть кого-л.; give smb. a push толкнуть кого-л.; give smb. a kick лягнуть, ударить кого-л. ногой; give smb. a nod кивнуть кому-л. [головой]; give smb. a beating избить /поколотить/ кого-л.; give one's hat a brush почистить шляпу; give a blackboard a wipe стереть с доски; give smb.'s hand a squeeze сжать или пожать кому-л. руку; give them our support (him help, him a hand, them every assistance, etc.) оказать им поддержку и т. д.; give the matter every care внимательно отнестись к вопросу; give smb. a warning предупреждать кого-л.; give smb. an order (instructions, etc.) отдать кому-л. приказ и т. д.; give smb. an answer /а reply/ давать кому-л. ответ, отвечать кому-л.; my old coat gives me good service мое старое пальто все еще служит мне; give me a chance (him another opportunity, etc.) предоставьте мне возможность и т. д.
6. VII
1) give smth. to do smth. give a signal to start (notice to leave, etc.) давать сигнал к отправлению и т. д.; give a push to open the door толкнуть дверь, чтобы она открылась; give a lot to know it (anything to know what happened, the world to have it, the world to secure such a thing, etc.) многое отдать, чтобы узнать это и т. д. || give smb. to understand дать кому-л. понять

2) give smb. smth. to do give him a book to read (me something to eat, her a glass of water to drink, him the right to complain, him a week to make up his mind, us an hour to get there, myself time to think it over, etc.) дать ему прочесть книгу и т. д.; give a porter one's bags to carry (a groom one's horse to hold, etc.) попросить носильщика отнести вещи и т. д.; give him a letter to mail дать /велеть/ ему отправить письмо; give her a message to deliver дать ей записку для передачи
7. XI
1) be given smth. he was given a job (quarters, a rest, etc.) ему дали /предложили/ работу и т. д., he was given a book (a watch, L 50, a ring, etc.) ему подарили книгу и т. д.; be given to smb., smth. a book (a watch, etc.) was given to him ему подарили книгу и т. д., he was given a contract с ним заключили контракт; be given in some manner our services are given free of charge мы оказываем услуги бесплатно; invitations are given gratuitously (periodically, willingly, etc.) приглашения рассылаются бесплатно и т. д., be given somewhere articles (books, etc.) must be given back статьи и т. д. должны быть возвращены

2) be given to smb. of all the books that have been given to the public on the problem из всех выпущенных по данному вопросу книг

3) || semiaux I was given to understand that... мне дали понять, что...

4) be given to smth. be given to idleness (to luxury and pleasure, to drink, to these pursuits, etc.) иметь склонность к безделью и т. д., he is much given to music он увлекается музыкой; be given in so me manner I am not given that way у меня не такой склад /характер/; be given to doing smth. be given to drinking (to day-dreaming, to lying, to contradicting, to swearing, to shooting and hunting, etc.) любить выпить, иметь пристрастие к выпивке и т. д.; he is given to stealing он нечист на руку; he is given to boasting он хвастлив || semiaux (not) be given to smb. to do smth. it is not given to him to understand it (to appreciate beauty, to express his thoughts eloquently, to become famous, etc.) ему не дано понять это и т. д.

5) be given somewhere the figures (the data, the results, etc.) are given below ( above) цифры и т. д. приведены ниже (выше); as given below (above) как показано /сказано/ ниже (выше); the word (this phrase, etc.) is not given in the dictionary словарь не дает /не приводит/ этого слова и т. д., be given in some manner the prices are given separately цены даются отдельно; this is given as a hypothesis это приводится в виде гипотезы

6) be given smth. he was given the name of John его назвали Джоном; be given in some manner the subtitle is given rather grandiloquently дан очень пышный подзаголовок

7) be given at some place the opera (the play, etc.) was first given in Paris (on this stage, etc.) эта опера и т. д. была впервые поставлена в Париже и т. д.; be given at some time the play is to be given again next month пьеса вновь пойдет /пьесу снова покажут/ в следующем месяце

8) be given smth. be given six years' imprisonment (a severe punishment, a stiff sentence, a reprieve, etc.) получить шесть лет тюрьмы и т. д.; be given for (against) smb. the decision (the judg(e)ment, etc.) was given for (against) the defendant ( the plaintiff, etc.) решение и т. д. было вынесено в пользу (против) обвиняемого и т. д.
8. XVI
1) give to /for/ smth., smb. give to the Red Cross (to charity, to the poor, for the relief of the victims of the flood, etc.) жертвовать [средства] в пользу Красного Креста и т. д.

2) give under smth. the fence (the beam, etc.) may give under the weight забор и т. д. может рухнуть под такой тяжестью; the earth /the soil/ (the marshy ground, etc.) gave under the vehicle под тяжестью машины почва и т. д. осела; the step gave under his feet ступенька сломалась у него под ногами; the lock gave under hard pushing мы напирали на дверь, пока замок не сломался; give on smth. we can't negotiate until each side is willing to give on some points успешные переговоры невозможны [до тех пор], пока каждая сторона не пойдет на определенные уступки

3) give (up)on (into, onto) smth. the window ( the door, the gate, etc.) gives (up)on the street (on the garden, on the side street, into /on(to)/ the yard, on the sea, etc.) окно и т. д. выходит на улицу и т. д., the road gave onto the highway дорога выходила на шоссе
9. XVIII
give oneself to smth. give oneself to mathematics (to study, to science, etc.) посвятить себя математике и т. д.; give oneself to thought (to meditation, to prayer, etc.) предаваться размышлениям и т. д.; the invaders gave themselves to plunder захватчики занимались грабежом
10. XXI1
1) give smth. to smb., smth. give a book to each of the boys (food to the hungry, medicine to a patient, money to a beggar, etc.) давать каждому мальчику по книге и т. д.; money to the Red Cross (all his books to the library, his collection to the college, etc.) передать /( пожертвовать/ деньги Красному Кресту и т.

13)

; give one's hand to the visitor подать / пожать, протянуть/ руку посетителю; give a part to an actor дать актеру роль; give place to the old woman (to new methods, etc.) уступить место пожилой женщине и т. д.; give her face to the sun подставить лицо солнцу; give smth. for smb., smth. give his life for his friends (for his country, for a cause, etc.) отдать свою жизнь за друзей и т. д.; give smth. to smth., smb. give (no) thought to it (не) задумываться над этим; give [one's] attention to smb. оказывать кому-л. внимание; give credit to smth. прислушиваться к чему-л.; give credit to the report доверять сообщению || give one's ear to smb., smth. прислушиваться к кому-л., чему-л.; give ear to the rumour прислушиваться к тому, что говорят; give one's daughter in marriage выдавать /отдавать/ дочь замуж

2) give smth. to smb. give the command of the regiment to him поручить ему командование полком; give my love /my kind regards, my compliments/ to her (to your family, etc.) передавать ей и т. д. привет; give smb., smth. into smb., smth. give the children into smb.'s hands (into smb.'s care, into smb.'s charge, etc.) передавать детей в чьи-л. руки и т. д., поручать детей кому-л. и т. д., give the thief into the hands of the police передать вора в руки полиции; give the prisoner into custody отдать заключенного под стражу

3) give smth. to smth., smb. give perfume to the linen (an edge to the appetite, brilliance to the thing, etc.) придавать белью аромат и т. д.; give a disease to smb. (a cold to the boy, measles to a whole school, etc.) заразить кого-л. какой-л. болезнью и т. д.; give motion to the wheel привести колесо в движение; give currency to smth. пускать что-л. в обращение; give currency to rumours распускать слухи; his novel gave currency to this phrase после выхода в свет его романа это выражение стало крылатым; give rise to smth. породить /вызвать/ что-л.; his behaviour gave rise to rumours его поведение дало повод разговорам

4) give smth. for smth. give five pounds for the hat (as much as L 3 for this book, a good price for the car, etc.) (заплатать пять фунтов за шляпу и т. д.; how much /what/ did you give for that? сколько вы за это заплатили?; give prizes /premiums/ for the best exhibits выдавать призы за лучшие экспонаты; give smth. to smb. give good wages to the workers хорошо платить рабочим

5) give smth. to smth., smb. give one's free time to golf (one's mind to scientific research, one's attention to study, one's heart to art, one's energy to political affairs, one's love to her, etc.) отдавать все свое свободное время игре в гольф и т. д.; give one's life to science (to the cause of peace, to study, to one's duty, etc.) отдать /посвятить/ свой жизнь науке и т. д.

6) give smth. with smth. give the story with many unnecessary particulars (a description with many side remarks, evidence with no trace of bias, etc.) рассказать эту историю со многими ненужными подробностями и т. д.; give the scenery with great fidelity описывать /воспроизводить/ пейзаж с большой точностью; give smth. for smth. give his reasons for his absence (for the delay, for her lateness, etc.) объяснять свое отсутствие и т. д.

7) give smth. at smth. the bulletin gives the population of the country at 90 millions (the average number of attempts at 3, the number of instances at 8, etc.) в бюллетене указывается, что население этой страны ранки девяноста миллионам и т. д.; give smth. in smth. give 30° in the shade (in the sun) показывать /регистрировать/ тридцать градусов в тени (на солнце)

8) give smth. to smth. the city gave its name to the battle эта ботва получила название по городу, близ которого она произошла; the largest city gave its name to the province эта область названа по самому большому городу

9) give smth. for smb. give a dinner (a party, etc.) for 20 guests давать обед и т. д. на двадцать человек /персон/

10) give smth. to smb. give instruction to a class of adults (lessons to children, interviews to journalists, etc.) давать уроки группе взрослых и т. д., give a talk to the recruits провести беседу с новобранцами

11) give smth. to smb. give three hearty cheers to the winners встречать победителей троекратным "ура"

12) || give way to smth., smb. отступать перед чем-л., кем-л.; give way to а саг (to traffic coming in from the right, to the man, etc.) пропускать автомобиль и т. д., давать дорогу автомобилю и т. д.; give way to despair впасть в отчаяние; give way to temptation (to grief, etc.) поддаться соблазну и т. д.; give way to emotions уступить чувствам, быть не в состоянии справиться со своими чувствами; give way to tears не сдержать слезы, расплакаться; give way to his whims (to him, to these impudent demands, etc.) уступать его капризам и т. д., give way to anger не сдержать гнева, дать волю гневу; give place to smth., smb. отступать перед чем-л., кем-л.; spring gave place to summer на смену весне пришло лето

13) semiaux give smth., to smb., smth. give a blow to smb. нанести кому-л. удар; give a signal to the guard подавать сигнал часовому; give a turn to a key in the lock повернуть ключ в замке; give help to the needy оказывать помощь нуждающимся; give an order to the servants (a command to the soldiers. etc.) отдать распоряжение слугам и т. д.; give an answer to the man ответить этому человеку; give encouragement to the boy ободрить /подбодрить/ мальчика; give chase to a ship [начать] преследовать корабль
11. XXIV1
give smth. as smth. give a book (a jack-knife, etc.) as a present давать книгу и т. д. в качестве подарка, дарить книгу и т. д., give smth. as a keepsake дарить что-л. на память

English-Russian dictionary of verb phrases > give
35 study

1. I
abs

does he study? он учится?; he's busy studying он сейчас занимается; he went to Oxford to study он поехал учиться в Оксфорд
2. II
study in some manner study hard упорно /много/ заниматься; study at some time study late at night заниматься допоздна /ночами/; study somewhere study abroad учиться за границей
3. III
study smth.

1) study English (French, philosophy, history, law, medicine, etc.) изучать английский [язык] и т.д., заниматься английским [языком] и т.д.; what subjects are you studying? какими предметами вы занимаетесь?; какие вы проходите /изучаете/ предметы?; study one's lessons (the passage, the poem, one's part, etc.) учить уроки и т.д.

2) study the report (social conditions, the political situation, their proposals, etc.) изучать /рассматривать/ доклад /донесение/ и т.д.; study the stars (the manuscript, the Bible, the properties of the substance, etc.) изучать /исследовать/ звезды и т.д.; I've studied all the literature on the subject я проработал всю литературу по этому вопросу /предмету/; study smb.'s face (the picture, the graph, etc.) рассматривать /разглядывать, изучать/ чье-л. лицо и т.д.

3) study one's own interests (smb.'s comfort, smb.'s conveniences, the wishes of one's friends, etc.) учитывать собственные интересы и т.д., считаться со своими собственными интересами и т.д.
4. IV
study smth. in some manner

1) study smth. carefully (faithfully, conscientiously, etc.) тщательно и т.д. учить /изучать/ что-л.; study their social conditions at first hand самому /лично/ исследовать /изучать/ условия их жизни

2) study smth. systematically (closely, conscientiously, thoroughly, theoretically, etc.) систематически и т.д. исследовать /изучать/ что-л.
5. XI
be studied in some manner biology is now widely studied, both in colleges and high schools биологию сейчас изучают как в колледжах, так и в школах; be studied somewhere Russian is studied in England now сейчас в Англии изучают русский язык; be studied by smb. it is studied by everyone now сейчас это изучают все
6. XIII
1) study to be smb. study to be a doctor (to be a lawyer, to be a flier, etc.) учиться на врача и т.д.

2) study to do smth. study to avoid disagreeable topics (to please one's customers, to do the right thing, etc.) стараться /стремиться/ избегать неприятных тем и т.д.; nobody studies to hurt him никто не хочет /не желает/ его обидеть /задеть/
7. XVI
1) study at /in/ smth. study at school (at a university, in college, at home, etc.) учиться в школе и т.д.; study with (without, by) smth., smb. study with textbooks (without a textbook, with a teacher, by a self-instructor, by oneself, etc.) заниматься /учиться/ по учебникам и т.д.; study under smb. he studied under a famous physicist его учителем был знаменитый физик, он был учеником знаменитого физика; study for smth., smb. study for the medical profession (for the Bar, for the Army, for the church, for the stage, for a painter, etc.) готовиться к медицинской карьере и т.д., учиться на врача и т.д.; study for an examination готовиться /подготавливаться/ к экзамену; study for pleasure (for knowledge rather than for marks) учиться /заниматься/ ради удовольствия (ради знаний, а не ради отметок)

2) study into smth. study into the causes (into the results, into the matter, etc.) разбираться в причинах и т.д.), вникать в причины и т.д.; he has not studied into the subject enough to really understand it он еще слишком мало занимался этим вопросом, чтобы как следует в нем разобраться /понять его/
8. XXI1
study smth. with /under/ smb. study English with a native speaker (languages with a foreign teacher, physics under him, etc.) заниматься английским [языком] с англичанином и т.д.; учиться английскому [языку] у англичанина и т.д.; study smth. at some place study English at school (biology at college, etc.) изучать английский [язык] в школе и т.д.; I'm studying medicine at the university я студент медицинского факультета университета; study smth. for some time study English for years (mathematics for five years, cooking for three months, one's spelling for half an hour, etc.) заниматься английским [языком] в течение многих лет и т.д., учить английский [язык] много лет и т.д.; study this subject for pleasure заниматься этим предметом ради удовольствия
9. XXV
1) study after... (before...) he never studied after he left the university после того, как он ушел из университета, он уже больше никогда не учился; he never studied before he came here до приезда сюда он нигде не учелся

2) study how... I was studying how I should serve him я обдумывал, как ему помочь /быть полезным/
10. XXVI
study smth. before... we studied the map before we started прежде чем пуститься в дорогу, мы проштудировали карту

English-Russian dictionary of verb phrases > study
36 Arthur Eld

сущ.; собст.; SK, DT

Артур Эльд

Один из баронов, рыцарь, о котором в мире Роланда слагались легенды. Основоположник рода Эльдов, потомком которого по одной из боковых линий был сам Роланд. Артур Эльд силой объединил разрозненные миры под своим началом, предположительно, тем самым и образовав Альянс феодов. Легенды о нём аналогичны легендам о короле Артуре и рыцарях круглого стола в нашем мире. Например, Артур Эльд, как избранник пророчеств, извлёк свой единяющий меч, Экскалибур, из пирамиды.

Above them, on the wall, was a picture of Arthur, the Great King of Eld astride his white stallion, and a sign which read (in a curious mixture of High and Low Speech): ARGYOU NOT ABOUT THE HAND YOU ARE DELT IN CARDS OR LIFE. — Над ними на стене висела картина, изображающая Артура, великого короля Эльда, верхом на белом жеребце. Подпись (странная смесь низкого наречия и Высокого Слога) гласила: В ИГРЕ КАРТАМИ ЖИЗНИ ОБХОДИСЬ ТЕМИ, ЧТО У ТЕБЯ НА РУКАХ. (ТБ 4)

Steven Deschain of Gilead, a gunslinger (which was to say a knight, squire, peacemaker, and Baron… the last title having almost no meaning in the modern day, despite all John Farson’s ranting) of the twenty-ninth generation descended from Arthur of Eld, on the side line of descent (the long-descended gel of one of Arthur’s many gillies, in other words). — Стивен Дискейн из Гилеада, стрелок (иначе говоря, рыцарь, сквайр, миротворец и барон – последний титул не имел никакого веса в нынешнее время, пусть Джон Фарсон и утверждал обратное), потомок в двадцать восьмом колене Артура из Эльда, по боковой линии (другими словами, ведущий свой род от одной из многочисленных наложниц Артура). (ТБ 4)

… the music had been fuller, the company of older and nobler lines which grew closer and closer together as they stretched back toward Arthur Eld, he of the white horse and unifying sword. — … музыка громче, а гуляли они под недремлющим оком короля Артура из Эльда, изображенного на белом коне с объединяющим мечом. (ТБ 4)

In the hallway just off from the reception room, that had been, by the tapestry showing Arthur Eld carrying his sword out of the pyramid in which it had been entombed. — В коридорчике рядом с залом приемов, под гобеленом, на котором король Артур доставал из пирамиды захороненный в ней меч. (ТБ 4)

Rich men, famous men, and well-blooded men had taken gilly-girls since the beginning of time; Arthur Eld had had better than forty himself, according to the tales. — Богачи, знаменитости, аристократы заводили наложниц с незапамятных времен. У самого Артура из Эльда их было не меньше сорока, если верить легендам. (ТБ 4)

Another link in the chain stretching back into the dimness where Arthur Eld had led his gunslingers into battle with the great sword Excalibur raised above his head and the crown of All-World on his brow. — Еще одно звено в цепи, протянувшейся в далекое прошлое, где Артур из Эльда вел на битву своих стрелков, с великим Эскалибуром в руке и короной Всех Миров на челе. (ТБ 4)

English-Russian dictionary of neologisms from a series of books by Stephen King "Dark Tower" > Arthur Eld
37 come

I 1. [kʌm] гл.; прош. вр. came; прич. прош. вр. come
1) приходить, подходить; идти

to come back — вернуться, возвратиться

to come by — проходить мимо

to come forward — выходить вперёд, выступать

I think it's time to come back to the most important question: who is to pay for the new building? — Я думаю, пора вернуться к самому важному вопросу - кто оплатит строительство нового здания?

We'd like to come back next year. — На следующий год мы бы хотели снова приехать сюда.

He'll never come back to her. — Он никогда к ней не вернётся.

Just then a bus came by so we got on and rode home. — Мимо как раз проезжал автобус, мы сели и доехали до дома.

Move aside, please, the firemen want to come by. — Расступитесь, пожалуйста, пожарным нужно пройти.

Godfather, come and see your boy. — Крёстный отец, подойдите же и посмотрите на своего мальчика.

Mary came down the stairs. — Мэри спустилась по лестнице.

The plane came down safely in spite of the mist. — Самолёт благополучно приземлился, несмотря на туман.

When are you coming home tonight? — Когда ты сегодня вернёшься домой?

Leave them alone and they'll come home, bringing their tails behind them. — Оставь их в покое и они вернутся с поджатыми хвостами.

She comes and goes at her will. — Она приходит и уходит, когда ей заблагорассудится.

A tall man came out from behind the screen. — Из-за перегородки вышел высокий мужчина.

The family must come together for the parents' silver wedding. — На серебряную свадьбу родителей должна собраться вся семья.

- come and go

Syn:

arrive, approach 2.

Ant:

go 1., leave II

2)

а) приезжать, прибывать

We have come many miles by train. — Мы приехали на поезде издалека.

Syn:

arrive

б) = come in / through прибывать (о поезде, пароходе)

Has the train come through? — Поезд уже прибыл?

Syn:

dock II 2., draw in, get in, land 2., pull in

Ant:

leave II

3) ( come into) = come in входить

The door opened and the children came into the room. — Открылась дверь, и в комнату вошли дети.

"Come in!" called the director when he heard the knock at his door. — "Войдите!" - сказал директор, услышав стук в дверь.

Syn:

enter 1., go in

4) = come in поступать ( об информации)

News of the death of the famous actress began coming in just as we were starting the broadcast. — К началу передачи пришло известие о смерти знаменитой актрисы.

When will the sales figures come in? — Когда появятся котировки?

I haven't a lot of money coming in just now. — У меня сейчас не очень большие доходы.

Syn:

arrive

Ant:

go out

5)

а) доходить, доставать, достигать

Does the railway come near the town? — Железная дорога близко от города?

The window came down to the ground. — Окно доходило до земли.

б) доходить, долетать, доноситься

A message came down to the boys that they were to be ready. — Мальчикам передали, чтобы они приготовились.

The wind came off the ocean. — С океана дул ветер.

A pleasant female voice came over the phone. — В трубке послышался приятный женский голос.

Syn:

reach I 2.

6) = come out at равняться, составлять; простираться (до какого-л. предела, границы)

The bill comes to 357 pounds. — Счёт составляет 357 фунтов.

Overall costs come out at 5,709 dollars. — Общие издержки составят 5709 долларов.

7) ( come to) = come down to сводиться (к чему-л.)

His speech comes to this: the country is deeply in debt. — Вся его речь сводится к одному: страна увязла в долгах.

When it all comes down, there isn't much in his story. — По большому счёту, в его истории нет ничего особенного.

The whole matter comes down to a power struggle between the trade union and the directors. — Всё сводится к противостоянию профсоюза и совета директоров.

Syn:

boil down

8) приходить в соприкосновение с (чем-л.), вступать в связь с (чем-л.)

to come into contact with smth. — дотрагиваться до чего-л.

The carbines will come into play. — В игру вступят карабины.

The boat came into collision with a steamer. — Лодка столкнулась с пароходом.

9) переходить в другое состояние, фазу

to come into blossom / flower — распускаться, раскрываться ( о цветке); зацвести ( о дереве)

10) ( come to) приступать к (какому-л. делу), обращаться к (какому-л. вопросу)

Now I come to the question which you asked. — Теперь я перехожу к вопросу, который вы задали.

11) = come about / along случаться, происходить (с кем-л. / чем-л.)

come what may — будь, что будет

to have it coming to one — заслуживать того, что с ним случается ( о человеке)

I'm sorry he got caught by the police, but after all, he had it coming (to him), didn't he? — Мне очень жаль, что его арестовали, но ведь он сам во всём виноват, не так ли?

What has come of my blue bag? — Что сталось с моей синей сумкой?

Don't know what will come of the boy if he keeps failing his examinations. — Не знаю, что станет с этим парнем, если он и дальше будет проваливаться на экзаменах.

Peace can only come about if each side agrees to yield to the other. — Мир настанет только тогда, когда обе стороны пойдут на уступки.

How did it come about that the man was dismissed? — Как так случилось, что его уволили?

Trouble comes along when you least expect it. — Неприятности происходят именно тогда, когда их меньше всего ждёшь.

Take every chance that comes along. — Пользуйся любой предоставляющейся возможностью.

- let'em all come!

Syn:

happen, occur

12) ( come to)

а) приходить (в какое-л. состояние); достигать (каких-л. результатов)

to come to good — иметь хороший результат

to come to no good — плохо кончиться

to come to harm — пострадать

A compromise was come to. — Был достигнут компромисс.

The boy has no character, he will never come to much. — У этого парня слабый характер, он ничего особенного не добьётся в жизни.

What is the world coming to? — К чему идёт мир?

I'm disappointed that my efforts have come to so little. — Я разочарован, что мои усилия принесли так мало результатов.

- come to an end

б) = come down to опуститься (до чего-л.), докатиться

Has he come (down) to this? — Неужели он опустился до этого?

He came down to selling matches on street corners. — Он докатился до того, что торгует спичками на улицах.

13) делаться, становиться

a dream that came true — мечта, ставшая явью

14) предстоять, ожидаться

(which is) to come — грядущий; будущий

pleasure to come — предвкушаемое удовольствие

things to come — грядущее

in days to come — в будущем

15) появляться, встречаться

This word comes on page 200. — Это слово встречается на странице 200.

16) = come up прорастать, всходить

He sowed turnips, but none of them came. — Он посеял репу, но она не взошла.

17) груб.; = come off кончить ( испытать оргазм)

18) получаться, выходить

He repainted the figure, but it wouldn't come well. — Он заново нарисовал фигуру, но она всё равно не получилась.

No good could come of it. — Из этого не могло получиться ничего хорошего.

19) = come in поставляться ( о товарах); поступать в продажу

The car comes with or without the rear wing. — Машина поставляется в двух модификациях - с задним крылом и без заднего крыла.

These shoes come with a 30 day guarantee. — Эти туфли продаются с гарантией на один месяц.

The new crop of tobacco will be coming in soon. — Скоро в продаже появится новый урожай табака.

As soon as the fresh vegetables come in, we put them on sale. — Как только к нам поступают свежие овощи, мы сразу выставляем их на продажу.

20) разг.; = come along / on

а) давай, двигай вперёд

Come along, children, or we'll be late! — Поторапливайтесь, дети, а то опоздаем!

Come along, Jane, you can do better than that. — Давай, Джейн, постарайся, ты же можешь сделать лучше.

Come on! — Живей!

б) ври дальше; мели, Емеля, твоя неделя

Oh, come along! I know better than that! — Кому вы рассказываете! Я лучше знаю.

в) стой, погоди

21) come + прич. наст. вр. (начать) делать что-л. ( указанное причастием)

The fog came pouring in at every chink and keyhole. (Ch. Dickens, Christmas Carol, 1843) — Туман заползал в каждую щель, просачивался в каждую замочную скважину. (пер. Т. Озерской)

22) come + инф. прийти к чему-л.; дойти до того, чтобы сделать что-л.

to come to know smb. better — лучше узнать кого-л.

to come to find out — случайно обнаружить, узнать

- come to stay

23) = come next / on идти, следовать за (кем-л. / чем-л.)

I can never remember which king came after which. — Никогда не мог запомнить, какой король шёл за каким.

Mrs Brown was the first to arrive, and her daughter came next. — Первой приехала миссис Браун, затем - её дочь.

I'll go ahead, and you come on later. — Сначала пойду я, потом ты.

The military government refused to allow the people their right to vote, what came next was violence. — Военное правительство отказало людям в праве голосовать, и в результате начались беспорядки.

My family comes first, and my work comes next. — На первом месте для меня семья, на втором - работа.

Syn:

follow, ensue

24) ( come after) преследовать кого-л., гнаться за кем-л., искать кого-л., домогаться кого-л.

I saw a big dog coming after me. — Я увидел, что за мной гонится огромная собака.

25) ( come at) нападать, набрасываться на кого-л.

He allegedly came at Jim with a knife. — Как утверждают, он напал на Джима с ножом.

26) ( come at) получить доступ к чему-л., добраться до кого-л. / чего-л.; найти, обнаружить, установить (правду, причины, факты)

Put the food where the cat can't come at it. — Положи еду туда, где её не достанет кошка.

I wanted to reply to your letter in detail, but I can't come at it anywhere. — Я хотел подробно ответить на ваше письмо, но нигде не могу его найти.

It is always difficult to come at the truth. — Всегда трудно докопаться до истины.

How did you come at the information? — Как вы это узнали?

27) ( come before) предшествовать чему-л.

Did the invention of the telephone come before the end of the 19th century? — Телефон изобрели ещё до конца девятнадцатого века?

28) ( come before) превосходить кого-л. рангом; быть более важным, чем что-л.

Consideration of a fellow worker's health must come before my own professional pride. — Я должен прежде думать о здоровье коллеги и лишь потом о собственной профессиональной гордости.

29) ( come before) представать (перед судом или какой-л. официальной организацией); рассматриваться ( в суде)

When you come before the judge, you must speak the exact truth. — Когда ты говоришь в суде, ты должен говорить чистую правду.

The witness of the accident did not come before the court. — Свидетель этого происшествия не предстал перед судом.

Your suggestion came before the board of directors yesterday, but I haven't heard the result of their meeting. — Ваше предложение было рассмотрено советом директоров вчера, но я не знаю, каков был результат.

Syn:

go before

30) ( come between) вмешиваться в чьи-л. дела, вставать между кем-л.; вызывать отчуждение, разделять

Never come between husband and wife. — Никогда не вставай между мужем и женой.

Ten years of separation have come between them. — Их разделяли десять лет разлуки.

Syn:

interfere

31) ( come between) мешать кому-л. в чём-л.

I don't like people who come between me and my work. — Я не люблю людей, которые мешают мне работать.

32) ( come by) доставать, приобретать, находить

How did you come by that beautiful picture? — Каким образом к тебе попала эта прекрасная картина?

It is not easy to come by a high paying job. — Не так-то просто найти высокооплачиваемую работу.

Syn:

obtain

33) ( come by) (случайно) получать (царапину, травму)

How did you come by that wound on your arm? — Как тебя угораздило поранить руку?

Syn:

receive

34) ( come for) заходить за кем-л. / чем-л.

I've come for my parcel. — Я пришёл за своей посылкой.

I'll come for you at 8 o'clock. — Я зайду за тобой в 8 часов.

35) ( come for) бросаться на кого-л.

The guard dog came for me. — Сторожевая собака бросилась ко мне.

36) (come from / of) происходить, иметь происхождение

These words come from Latin. — Эти слова латинского происхождения.

What country do you come from? — Откуда вы родом?

I came from a race of fishers. — Я из рыбацкого рода.

He comes from a long line of singers. — Он происходит из старинного рода певцов.

A butterfly comes from a chrysalis. — Бабочка появляется из куколки.

She comes of a good family. — Она происходит из хорошей семьи.

37) (come from / of) = come out from, come out of проистекать из чего-л., получаться в результате чего-л.; появляться (откуда-л.)

What results do you expect to come from all this activity? — Каких результатов вы ожидаете от всех этих действий?

Danger comes from unexpected places. — Опасность появляется оттуда, откуда не ожидаешь.

I don't know what will come of your actions. — Не знаю, к чему приведут ваши действия.

What came out from your long talks with the director? — Что вышло из твоих долгих бесед с директором?

Syn:

derive, spring

38) = come in

а) прибывать (на работу, в учреждение), поступать ( в больницу)

Has Mr Sharp come in yet? — Мистер Шарп уже на месте?

б) ( come into) вступать ( в должность), приступать ( к новым обязанностям)

to come into office — вступить в должность

to come into power — приходить к власти

39)

а) ( come to) = come down доставаться, переходить по наследству

This painting belongs to us. It came through my mother. — Эта картина принадлежит нам. Она досталась мне от матери.

The house came to me after my father's death. — Этот дом перешёл ко мне после смерти отца.

This ring has come down in my family for two centuries. — Это кольцо передаётся в нашей семье по наследству уже два века.

б) ( come into) получать в наследство, наследовать

Charles came into a fortune when his father died. — Когда отец умер, Чарлз получил состояние.

Syn:

inherit

40) ( come into) присоединяться, вступать ( в организацию)

Several new members have come into the club since Christmas. — С Рождества в клуб приняли несколько новых членов.

41) ( come near) разг. быть на грани чего-л.; чуть не сделать что-л.

The boy came near (to) falling off the high wall. — Мальчик едва не свалился с высокой стены.

42) ( come on) снять трубку, ответить ( по телефону)

One of the most powerful men in France came on the line. — В трубке раздался голос одного из самых влиятельных людей во Франции.

43) (come over / (up)on) охватывать (кого-л.)

Fear came upon him as he entered the empty house. — Когда он зашёл в пустой дом, его охватил страх.

What's come over her? — Что на неё нашло?

44) ( come through) проникать, просачиваться; пролезать, просовываться

The first light came through the open window. — Первые лучи солнца проникли через открытое окно.

45) ( come through) перенести, пережить (что-л. неприятное или тяжёлое); пройти через что-л.

Bill came through his operation as cheerful as ever. — Билл перенёс операцию как обычно бодро.

All my family came through the war. — Вся моя семья пережила войну.

46) ( come through) = come out появляться (из-за туч; о солнце, луне, лучах)

The sun came through the clouds for a while. — Солнце ненадолго выглянуло из-за туч.

There was a wisp of sun coming through the mist. — Сквозь туман пробивался солнечный луч.

47) (come across / to) приходить на ум; становиться известным (кому-л.)

to come to smb.'s attention / notice — доходить до кого-л., становиться известным кому-л.

It came to my knowledge that... — Я узнал, что…

After ruminating about it for a period of time, suddenly it came to me how it could be done. — После долгих размышлений меня осенило, как можно это сделать.

The thought came across my mind that I had met him before. — Тут мне показалось, что я видел его раньше.

48) ( come under) подчиняться, находиться в ведении (какой-л. организации)

This area comes under the powers of the local court. — Эта сфера подпадает под юрисдикцию местного суда.

49) (come under / within) относиться (к чему-л.), попадать (в какой-л. раздел, категорию)

all the paperwork that comes under the general heading of insurance — вся канцелярская работа, связанная со страхованием

50) ( come under) подвергаться (нападению, критике, давлению)

The town came under attack again last night. — Прошлой ночью на город снова напали.

He came unber biting criticism at the last meeting. — На последнем собрании он подвергся жестокой критике.

51) (come across / upon) натолкнуться на (что-л.), неожиданно найти (что-л.), случайно встретить (кого-л.)

I came across this old photograph in the back of the drawer. — Я случайно обнаружил эту старую фотографию на дне секретера.

A very interesting book has come across my desk. — На моём столе случайно оказалась очень интересная книга.

Syn:

happen, stumble 2.

52) ( come (up)on)

а) нападать, атаковать

The enemy came upon the town by night. — Враг атаковал город ночью.

б) налетать, обрушиваться (на кого-л. / что-л.)

The wind with lightening and thunder came on them. — На них налетел ветер с громом и молнией.

•

- come about

- come across

- come along

- come apart

- come around

- come away

- come back

- come by

- come down

- come forth

- come forward

- come in

- come off

- come on

- come out

- come over

- come round

- come through

- come to

- come together

- come up

••

light come light go — что досталось легко, быстро исчезает

Come again? — разг. Что ты сказал?

to come into being / existence — возникать

to come into season — созревать, появляться в продаже

to come into service / use — входить в употребление

to come into sight / view — появляться, показываться

to come into the world — родиться

to come to blows — дойти до рукопашной

to come to oneself — прийти в себя; взять себя в руки

to come to a dead end — разг. зайти в тупик

to come to the boil — достигнуть критической точки

to come to one's feet — вскочить, подняться

to come to the ground — упасть

not to know whether / if one is coming or going — растеряться, чувствовать себя потерянным; не знать, на каком ты свете

I'm so upset I don't know whether I'm coming or going. — Я так расстроен, что уж и не знаю, что делать.

- come close
- come easy
- come natural
- come it too strong
- come of age
- come one's ways
- come one's way
- come clean
- come short of smth.
- come home
- come to a head
- come to hand
- come day go day 2. [kʌm] предл.; разг.
с наступлением, с приходом ( момента)

... but come summer, the beaches would be lined with rows of tents. —... но когда наступит лето, на пляжах появится множество навесов.
II [kʌm] = cum II

Англо-русский современный словарь > come
38 artist

['aːtɪst]
n

1) художник, живописец, скульптор, творческий работник (в области изобразительных искусств)

This picture was painted by an unknown artist who lived many years ago. — Эта картина написана неизвестным художником, жившим много лет тому назад.

- Paris is famous for its artists

2) артист, актёр

See:

artists

- dramatic artist
- gifted artist
- People's Artist
- Honoured Artist
- opera artist
3) мастер, специалист высокого класса, мастер своего дела

This cook is an artist. — Этот повар - настоящий артист.

He is no ordinary baker, the man is an artist. — Он не просто булочник, он - артист в своем деле.

The true poet is always a true artist and words are the instruments of his art — Настоящий поэт всегда мастер своего дела, а слова - его инструмент.

- artist in words

•

USAGE:

(1.) В отличие от русского существительного артист, используемого для всех видов искусства, английское существительное artist (2.), связано лишь со сценическим перевоплощением. Другие виды искусства дают названия артистам либо по месту и виду сценической деятельности, например, musician, opers singer, circus performer и т. д., либо по названию используемого инструмента: flutist, drummer, rope-walker, 'cellist (2.) See actor, n; USAGE

English-Russian combinatory dictionary > artist
39 beauty

['bjuːtɪ]
n

1) красота, краса, прелесть, обаяние

The life that is past gains beauty. — Прошлое всегда красиво.

There is no definite standard of male beauty. — Нет никаких определенных критериев мужской красоты.

Beauty is a joy forever; its loveliness increases: it will never pass into nothingness. — Красота всегда будет прекрасна, ее неповторимость возрастет: она никогда не уйдет в небытие.

- unusual beauty
- perfect beauty
- original beauty
- dazzling beauty
- unmatched beauty
- unearthly beauty
- moral beauty
- stately beauty
- fresh beauty
- beauty parlour
- beauty shop
- beauty doctor
- beauty treatment
- beauty sleep
- beauty spot
- beauty contest
- beauty queen
- beauty of the forest
- inexhaustible beauty of his music
- beauty of a face
- beauty of form
- wild beauty of nature
- beauty of a building
- beauty of mind
- beauty of character
- beauties of the city
- long-forgotten beauties of the sea
- unequalled in beauty
- feature of feminine beauty
- picture of wonderful beauty
- thing of beauty
- aids to beauty
- add beauty to smth
- add a fantastic beauty to the scenery
- have a keen susceptibility for beauty
- enhance beauty
- preserve the beauty of the original
- enjoy the beauties of life
- be charmed with the beauty of the scene
- keep one's beauty in old age
- bring out accentuate smb's beauty
- choose a wife for her beauty
- see the place in its fullest beauty
- unite beauty and wit
- abound in beauties
- beauty remains but changes
- beauty fades
- man of great personal beauty
2) красавица, красотка

She is a beauty. — Она - красавица.

She was a great beauty in her day. — В свое время она была красавицей.

She was not a striking beauty but she had undoubtedly a pleasing face. — Она не была женщиной поразительной красоты, но у нее, без сомнения, было приятное лицо.

Beauty is only skin-deep. — ◊ Снаружи красота, а внутри - пустота. /Лицом хорош, да душой не пригож. /Нам с лица не воду пить.

Beauty lies/is in lover's eyes. — ◊ Не то мило, что хорошо, а то хорошо, что мило.

Beauty is in the eye of the beholder. — ◊ У каждого свое представление о красоте

- famous beauty
- proud beauty
- dazzing beaty
- society beauty
- fading beauty
- village beauty
- beauty show
- acknowledged beauty of the screen
- beauty in all her splendor

English-Russian combinatory dictionary > beauty
40 line

line

A n

1 ( mark) ligne f ; (shorter, thicker) trait m ; Art trait m ; Sport (on pitch, court) ligne f ; Math ligne f ; line and colour Art le trait et la couleur ; a straight/curved line une ligne droite/courbe ; a solid/broken line une ligne continue/discontinue ; a single/double line une ligne simple/double ; to draw ou rule a line tracer une ligne ; to draw a line down the middle of the page tracer une ligne verticale au milieu de la page ; to put a line through sth barrer qch ; to cross the line Sport franchir la ligne ; the starting/finishing line Sport la ligne de départ/d'arrivée ; above/below the line ( in bridge) (marqué) en points d'honneur/en points de marche ; the line AB ( in geometry) la droite AB ; the thin line of his mouth ses lèvres fines ;

2 ( row) (of people, cars) file f (of de) ; ( of trees) rangée f (of de) ; (of footprints, hills) succession f (of de) ; in straight lines [plant, arrange, sit] en lignes droites ; to stand in a line faire la queue ; get into (a) line! faites la queue! ; to form a line [people] faire la queue ; [hills, houses, trees] être aligné ; please form a line mettez-vous en file s'il vous plaît ; she is fifth in line elle est la cinquième dans la file ; to be in line [buildings] être dans l'alignement ; put the desks in line alignez les bureaux ; to be in line with [shelving, cooker] être dans l'alignement de [cupboard] ; [mark, indicator] coïncider avec [number] ; to be out of line [picture] être de travers ;

3 fig to be in line for promotion/a pay rise avoir des chances d'être promu/d'être augmenté ; to be in line for redundancy/takeover risquer d'être mis au chômage/d'être racheté ; to be next in line for promotion/execution être le prochain à être promu/exécuté ; in line for the post of bien placé pour obtenir le poste de ;

4 surtout US ( queue) file f ; to stand in ou wait in line faire la queue (for pour) ;

5 ( wrinkle) ( on face) ride f ; ( on hand) ligne f ;

6 Archit, Sewing ( outline shape) ligne f (of de) ; the classical lines of the building la ligne classique du bâtiment ;

7 ( boundary) frontière f ; an imaginary line between une frontière imaginaire entre ; to cross the state line passer la frontière de l'État ; to follow the line of the old walls suivre le tracé des anciens remparts ; there's a fine line between knowledge and pedantry de la culture à la pédanterie il n'y a qu'un pas ;

8 ( rope) corde f ; Fishg ligne f ; to put the washing on the line étendre le linge ; a line of washing du linge étendu à sécher ; to throw sb a line lancer une corde à qn ; to cast one's line lancer sa ligne ; there was a fish at the end of the line il y avait un poisson qui mordait ;

9 ( cable) Elec ligne f (électrique) ; the line had been cut Elec on avait coupé la ligne ; to bring the lines down Telecom abattre les lignes ; the lines are down Telecom les lignes ont été abattues ;

10 Telecom ( connection) ligne f ; a bad line une mauvaise ligne ; outside line ligne f extérieure ; dial 9 to get an outside line faites le 9 pour appeler à l'extérieur ; to be on the line to sb être en ligne avec qn ; to get off the line ○ raccrocher ; at the other end of the line au bout du fil ; the lines will be open from 8.30 onwards vous pouvez nous appeler à partir de 8 h 30 ; the line is dead il n'y a pas de tonalité ; the line went dead la ligne a été coupée ;

11 Transp Rail ( connection) ligne f (between entre) ; ( rails) voie f ; (shipping, air transport) ( company) compagnie f ; ( route) ligne f ; repairs to the line réparations sur la voie ; at every station along the line à chaque gare sur la ligne ; the London-Edinburgh line Rail la ligne Londres-Édimbourg ;

12 ( in genealogy) lignée f ; the male/female line la lignée par les hommes/les femmes ; the Tudor line la maison des Tudor ; to found ou establish a line fonder une lignée ; the line died out la lignée s'est éteinte ; to come from a long line of scientists être issu d'une longue lignée de scientifiques ; to trace one's line back to sb retracer son ascendance jusqu'à qn ; to trace a line down to sb retracer une descendance jusqu'à qn ; to trace a line through sb retracer l'ascendance du côté de qn ; the title passes to the next in line le titre passe au suivant dans l'ordre de succession ; she is second in line to the throne elle est la deuxième dans l'ordre de succession au trône ;

13 ( of text) ( in prose) ligne f ; ( in poetry) vers m ; ( of music) ligne f ; to give sb 100 lines donner 100 lignes à qn ; to start a new line aller à la ligne ; to miss a line sauter une ligne ; write a few lines about your hobbies décrivez vos passe-temps en quelques lignes ; just a line to say thank you juste un petit mot pour dire merci ; a line from une citation de [poem etc] ; a line of verse ou poetry un vers ; the famous opening lines la célèbre introduction ; he has all the best lines il a les meilleures répliques ; to learn one's lines Theat apprendre son texte ;

14 ( conformity) to fall into line être d'accord ; to make sb fall into line faire marcher qn au pas ; to fall into line with [person] tomber d'accord avec [view] ; [group, body] être d'accord avec [practice, policy] ; China fell into line with the other powers la Chine s'est mise d'accord avec les autres puissances ; to bring sb into line ramener qn dans le rang ; to bring regional laws into line with federal laws harmoniser les lois régionales et les lois fédérales ; to bring working conditions into line with European standards aligner les conditions de travail sur les normes européennes ; to keep sb in line tenir qn en main ; his statement is out of line with their account sa déclaration ne concorde pas avec leur déposition ; our prices are out of line with those of our competitors nos prix ne s'accordent pas avec ceux de nos concurrents ; to be (way) out of line [objection, remark] être (tout à fait) déplacé ; you're way out of line ○ ! franchement, tu exagères! ;

15 ○ ( piece of information) to have a line on sb/sth avoir des informations sur qn/qch ; to give sb a line on sb/sth donner un tuyau ○ à qn sur qn/qch ; to give sb a line about sth (story, excuse) raconter des bobards ○ à qn sur qch ; don't give me that line! ne me raconte pas ces histoires! ;

16 ( stance) position f (on sur) ; something along these lines quelque chose dans le même genre ; our rivals had been thinking along the same lines nos concurrents avaient pensé aux mêmes choses ; to be on the right lines être sur la bonne voie ; the official line la position officielle ; ( approach) ligne f de conduite (with avec) ; to take a firm line with sb se montrer ferme avec qn ; I don't know what line to take je ne sais pas quelle ligne de conduite adopter ;

17 Comm ( type of product) gamme f ; one of our most successful lines une gamme qui a beaucoup de succès ;

18 Mil ( fortifications) ligne f ; ( position held) position f ; enemy lines lignes fpl ennemies ; they held their line ils ont conservé leurs positions ;

19 Naut line ahead/abreast ligne de front/de file ;

20 ( equator) the line la ligne ; to cross the line traverser la ligne ;

21 ○ ( of cocaine) ligne ○ f (of de) ;

22 TV ligne f.

B in line with prep phr en accord avec [approach, policy, trend, teaching, requirement] ; to be in line with [statement, measure] être dans la ligne de [policy, view, recommendation] ; [figures, increase] être proportionnel à [inflation, trend] ; to increase/fall in line with augmenter/baisser proportionnellement à ; to vary in line with varier parallèlement à.

C vtr

1 ( add layer) doubler [garment] (with avec) ; tapisser [box, shelf, nest] (with de) ; to be lined with books être tapissé de livres ; to line the walls and ceilings tapisser les murs et les plafonds d'un papier d'apprêt ;

2 ( stand along) [trees, spectators] border [route] ; to be lined with trees être bordé d'arbres ;

3 ( mark) to be lined with être marqué par [worry, age].

Idioms

all along the line, right down the line sur toute la ligne ; somewhere along the line ( at point in time) à un certain moment ; ( at stage) quelque part ; something along those lines quelque chose dans ce goût ; to do a line with sb ○ sortir avec qn ; to be on the line [life, job] être en jeu.

Phrasal verb

■ line up:

▶ line up

1 ( side by side) se mettre en rang (for pour) ; ( one behind the other) se mettre en file (for pour) ; to line up in rows se mettre en rangs ;

2 ( take sides) to line up with sb/sth se ranger du côté de qn/qch ; to line up against sb/sth se regrouper contre qn/qch ;

▶ line up [sb], line [sb] up ( in row) faire s'aligner ; they lined us up ( in columns) ils nous ont fait former des colonnes ; to line people up against a wall aligner des gens contre un mur ;

▶ line [sth] up, line up [sth]

1 ( align) aligner (with sur) ;

2 ( organize) sélectionner [team] ; to have sb/sth lined up [candidate, work, project, activities] avoir qn/qch en vue ; what have you got lined up for us tonight? qu'est-ce que tu nous as prévu pour ce soir ○ ?

Big English-French dictionary > line

Страницы

См. также в других словарях:

famous picture — n. well known picture; famous painting … English contemporary dictionary
Picture Bibles — • In the Middle Ages the Church made use of pictures as a means of instruction, to supplement the knowledge acquired by reading or oral teaching Catholic Encyclopedia. Kevin Knight. 2006. Picture Bibles Picture Bibles … Catholic encyclopedia
Famous Players (disambiguation) — Famous Players may refer to*Famous Players theatres, a chain of Canadian motion picture theatres *Famous Players Film Company, an early American motion picture company founded by Adolph Zukor *Famous Players Lasky Corporation, a partnership with… … Wikipedia
Famous Players-Lasky — Corporation was an American motion picture company formed in 1916 from the merger of Famous Players Film Company and the Jesse L. Lasky Feature Play Company. The deal, guided by Adolph Zukor, saw this new entity make a concurrent deal with W. W.… … Wikipedia
picture hat — n. a woman s wide brimmed hat with plumes, flowers, etc., like those seen in some famous paintings … English World dictionary
Famous Players — Paramount Pictures Pour les articles homonymes, voir Paramount (homonymie). Logo de la Paramount Pictures … Wikipédia en Français
Famous Players in Famous Plays — Paramount Pictures Pour les articles homonymes, voir Paramount (homonymie). Logo de la Paramount Pictures … Wikipédia en Français
Famous Players-Lasky — Paramount Pictures Pour les articles homonymes, voir Paramount (homonymie). Logo de la Paramount Pictures … Wikipédia en Français
Famous Players-Lasky Corporation — Paramount Pictures Pour les articles homonymes, voir Paramount (homonymie). Logo de la Paramount Pictures … Wikipédia en Français
Picture This (song) — Infobox Single Name = Picture This Artist = Blondie from Album = Parallel Lines B side = Fade Away and Radiate Released = 1978 Format = Vinyl 7 single Recorded = 1978 Genre = Power pop/New Wave Length = 2:59 Label = flag|UK Chrysalis Writer =… … Wikipedia
Famous Last Words (My Chemical Romance song) — Infobox Single Name = Famous Last Words Artist = My Chemical Romance from Album = The Black Parade Released = January 22, 2007 Format = 7 vinyl CD Digital download Recorded = 2006 Genre = Alternative rock Disputed subgenres Length = 4:59 (album… … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

famous+picture

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

famous+picture

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: