-
81 à bas prix
à bas prixvoor een zacht prijsje, goedkoop -
82 moitié prix
(à) moitié prix -
83 à prix d'argent
à prix d'argent -
84 à prix d'or
à prix d'or -
85 à quel prix est ce manteau?
à quel prix est ce manteau?wat kost die jas?Dictionnaire français-néerlandais > à quel prix est ce manteau?
-
86 à tout prix
à tout prix -
87 à vil prix
à vil prix -
88 accessible
accessible [aaksessiebl]2 gevoelig ⇒ vatbaar, ontvankelijk♦voorbeelden:exposé accessible au profane • voor een niet-ingewijde begrijpelijke uiteenzettingadj1) toegankelijk, bereikbaar2) gevoelig, ontvankelijk -
89 astronomique
astronomique [aastronnommiek]♦voorbeelden:adj -
90 attribuer
attribuer [aatriebuu.ee]1 toekennen ⇒ toewijzen, verlenen♦voorbeelden:1 zich toe-eigenen ⇒ zich aanmatigen, zich toeschrijven♦voorbeelden:1. v1) toekennen, toewijzen2) toeschrijven, wijten2. s'attribuerv -
91 avoir
avoir1 [aavwaar]〈m.〉1 bezit ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:avoir fiscal • belastingfaciliteitense faire faire un avoir • een tegoedbon laten uitschrijvenavoir à la caisse d'épargne • spaartegoedportez cette somme à mon avoir • crediteert u mij voor dit bedrag————————avoir2 [aavwaar]2 〈 vooral met toekomende tijd, passé composé, passé défini〉 krijgen ⇒ in het bezit komen van, hebben ⇒ 〈 examen, trein〉 halen3 te pakken nemen ⇒ beetnemen, te grazen nemen6 schelen ⇒ mankeren, hebben♦voorbeelden:avoir qn. à déjeuner • iemand te lunchen hebbenen avoir assez de qn. • genoeg van iemand hebbenen avoir à, après, contre qn. • iets tegen iemand hebben, op iemand gebeten zijnnous en avons pour deux heures • we hebben er twee uur voor nodigen avoir pour son argent • waar voor zijn geld krijgenavoir pour ami • als vriend hebbenavoir qc. sur soi • iets bij zich hebbenavoir un prix • een prijs krijgenfaire avoir qc. à qn. • iemand aan iets helpen6 qu'est-ce qu'elle a, cette télé? • wat mankeert er aan die televisie?1 er is, zijn ⇒ er staat, staan, er ligt, liggen♦voorbeelden:il y a cinq kilomètres d'ici au village • het dorp is vijf kilometer hiervandaanil y en a qui • er zijn mensen diecombien y a-t-il d'ici à Paris? • hoever is het (van hier) naar Parijs?il n'y a pas de quoi • niets te dankenil n'y a pas que lui • hij is niet de enigequ'est-ce qu'il y a de nouveau? • wat voor nieuws is er?→ unIII 〈 hulpwerkwoord〉1 hebben, zijn2 moeten ⇒ behoeven, willen♦voorbeelden:il n'a pas à se plaindre • hij heeft niet te klagentu n'auras pas à le regretter • je zult er geen spijt van krijgenje n'ai rien à faire • ik heb niets te doenj'ai (fort) à faire • ik heb het (erg) druk1. m1) bezit, vermogen2) creditpost2. v1) hebben, bezitten2) krijgen3) halen [examen, trein]5) dragen [kleren]6) zijn [leeftijd]7) meten8) schelen, mankeren9) lijken (op)10) [hulpww.] hebben, zijn11) [hulpww.] moeten3. il y av1) er is/zijn2) geleden zijn -
92 bas
bas1 [baa]〈m.〉1 kous♦voorbeelden:bas à varices • steunkous————————bas2 [baa],basse [baas]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., bijwoord〉6 laag(st) ⇒ min(st), gering♦voorbeelden:le bas monde • het ondermaansesoleil bas • laagstaande zonla basse ville • de benedenstadle malade est bien bas • de zieke is heel minnetjess'incliner très bas • heel diep buigenle thermomètre est tombé très bas • de thermometer is flink gezaktmettre une maison à bas • een huis met de grond gelijkmakenà bas le fascisme! • weg met het fascisme!il sauta à bas de son lit • hij sprong uit zijn beden bas • beneden, omlaagla tête en bas • met het hoofd naar benedenil habite en bas • hij woont benedenen bas de la page • onderaan de bladzijded'en bas • van onderpar en bas • van onder (naar boven)être bas sur pattes • korte pootjes hebbenau bas de • onderaandu bas jusqu'en haut • van beneden naar bovenle bas • het laagst gelegen gedeeltele bas du visage • de onderkant van het gezichtle bas d'une montagne • de voet van een bergpar le bas • van onder (naar boven)bas les pattes! • handen thuis!chapeaux bas! • hoeden af!trois étages plus bas • drie verdiepingen lagervoyez plus bas • zie verderau bas mot • op z'n minst, minstensle bas peuple • het lagere volkà bas prix • voor een zacht prijsje, goedkoop1. m 2. bas/basseadj, adv1) laag2) laaggelegen3) gemeen4) verderop6) zacht, niet luid [stem]7) laag(st), min(st), gering -
93 bataille
bataille [baataaj]〈v.〉2 gevecht ⇒ kloppartij, strijd3 slagorde♦voorbeelden:bataille électorale • verkiezingsstrijden bataille • overdwars, (schots en) scheefchapeau en bataille • scheef op 't hoofd staande hoedcheveux en bataille • verward haarf1) (veld)slag2) gevecht3) slagorde -
94 bloquer
bloquer [blokkee]3 groeperen ⇒ verenigen, samenvoegen♦voorbeelden:1 bloqué par la glace • vastgevroren, ingevrorenbloquer les prix • een prijzenstop afkondigenbloquer les salaires • de lonen bevriezen, een loonstop afkondigen1. v1) blokkeren2) vastzetten, vastleggen3) stoppen [bal]4) versperren, afsluiten5) verenigen2. se bloquervgeblokkeerd raken, vastlopen -
95 calculer
calculer [kaalkuulee]1 rekenen♦voorbeelden:→ machineII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (in)schatten ⇒ (be)ramen, taxeren3 overwegen ⇒ doordenken, afwegen♦voorbeelden:calculer que 〈+ aantonende wijs〉 • schatten, voorzien datv1) (be)rekenen2) zuinig zijn3) beramen4) overwegen -
96 concurrence
concurrence [kõkuurãs]〈v.〉1 concurrentie ⇒ mededinging, wedijver♦voorbeelden:prix défiant toute concurrence • spotprijzenêtre, se trouver en concurrence avec qn. • met iemand wedijveren, rivaliserenfaire concurrence à qn. • iemand beconcurrerenpouvoir soutenir la concurrence • kunnen concurrerenf -
97 conseiller
conseiller1 [kõsejjee],conseillère [kõsejjer]〈m., v.〉1 raadsman, -vrouwe ⇒ raadgever, -geefster♦voorbeelden:conseiller d'orientation professionnelle • beroepskeuzeadviseurconseiller municipal • gemeenteraadslid————————conseiller2 [kõsejjee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:être bien conseillé • een goede raad gekregen hebbenconseiller qc. à qn. • iemand iets aanradenconseiller à qn. de faire qc. • iemand aanraden om iets te doen1. m (f - conseillère)1) raadsman/-vrouwe, raadgever/-geefster2) raadslid2. = conseillère; conseillervaanraden, adviseren -
98 consolation
consolation [kõsollaasjõ]〈v.〉2 persoon die (kan) troost(en) ⇒ trooster(es), troost♦voorbeelden:une piètre, faible consolation • een schrale troosttrouver de la consolation à penser que • zich troosten met de gedachte datftroost, vertroosting -
99 contrôle
contrôle [kõtrool]〈m.〉1 controle ⇒ toezicht, onderzoek2 controle ⇒ beheersing, macht3 controleplaats ⇒ controlepost, controle5 register ⇒ (naam)lijst, rol♦voorbeelden:contrôle des prix • prijsbeheersingcontrôle de vitesse par radar • radarcontroleperdre le contrôle de sa voiture • de macht over het stuur verliezencontrôle de soi • zelfbeheersing, zelfcontrole〈 leger〉 être rayé des contrôles • van de lijst, de sterkte afgevoerd wordenm1) controle, toezicht2) beheersing, macht3) controlepost4) waarmerk, keur [zilver, goud]5) register, naamlijst -
100 débattre
débattre [deebaatr]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 discussiëren over ⇒ onderhandelen over, bespreken♦voorbeelden:1 worstelen (met) ⇒ vechten (tegen), zich verzetten (tegen)♦voorbeelden:se débattre comme un forcené • uit alle macht tegenspartelen1. v3) bepleiten2. se débattrev
См. также в других словарях:
Prix de Rome (musique) — Prix de Rome Palais Mancini, Rome, par Giovanni Battista Piranesi, 1752 … Wikipédia en Français
Prix de rome — Palais Mancini, Rome, par Giovanni Battista Piranesi, 1752 … Wikipédia en Français
Prix litteraire — Prix littéraire Un prix littéraire est une distinction remise pour une performance littéraire particulière par des institutions gouvernementales ou non, des associations, des académies, des fondations ou encore des personnes individuelles. La… … Wikipédia en Français
Prix littéraires — Prix littéraire Un prix littéraire est une distinction remise pour une performance littéraire particulière par des institutions gouvernementales ou non, des associations, des académies, des fondations ou encore des personnes individuelles. La… … Wikipédia en Français
prix — [ pri ] n. m. • pris 1050; lat. pretium I ♦ 1 ♦ Rapport de valeur d un bien à un autre bien; rapport d échange entre un bien ou un service et la monnaie. ⇒ coût, valeur. « L argent est le prix des marchandises ou denrées. Mais comment se fixera… … Encyclopédie Universelle
Prix Gemeaux — Prix Gémeaux Logo de la 24e édition des Prix Gémeaux, présentée en 2009. Les Prix Gémeaux, créés en 1986, sont des prix qui récompensent chaque année les professionnels de la production télévisuelle francophone du Canada. Les Prix Gemini (en… … Wikipédia en Français
Prix Gémaux — Prix Gémeaux Logo de la 24e édition des Prix Gémeaux, présentée en 2009. Les Prix Gémeaux, créés en 1986, sont des prix qui récompensent chaque année les professionnels de la production télévisuelle francophone du Canada. Les Prix Gemini (en… … Wikipédia en Français
Prix Gémeau — Prix Gémeaux Logo de la 24e édition des Prix Gémeaux, présentée en 2009. Les Prix Gémeaux, créés en 1986, sont des prix qui récompensent chaque année les professionnels de la production télévisuelle francophone du Canada. Les Prix Gemini (en… … Wikipédia en Français
Prix Nobel — Nom original Nobelpriset Prix remis Prix Nobel de physique Prix Nobel de chimie Prix Nobel de littérature Prix Nobel de la paix Prix Nobel de physiologie ou médecine … Wikipédia en Français
Prix d'Amerique — Prix d Amérique Le Prix d Amérique est une course hippique de trot attelé se déroulant le dernier dimanche de janvier sur l hippodrome de Vincennes. Il est considéré comme le championnat du monde du trot attelé. C est une course de Groupe I… … Wikipédia en Français
Prix de belgique — Le Prix de Belgique est une course hippique de trot attelé se déroulant au mois de janvier sur l hippodrome de Vincennes. C est une course de Groupe II internationale réservée aux chevaux de 4 à 10 ans, hongres exclus, ayant gagné au moins… … Wikipédia en Français