-
41 erkennen
♦voorbeelden:naar hij zelf erkent • by his own admission2 iets niet erkennen • disown something 〈 verantwoordelijkheid, natuurlijk kind〉; 〈 juridisch〉 reject/disallow something 〈 vordering〉een natuurlijk kind erkennen • acknowledge a natural childeen regering erkennen • recognize a governmenthet vaderschap niet erkennen • deny paternityeen vordering erkennen • admit/recognize a claim 〈 bij faillissement〉een document als echt erkennen • recognize a document as genuineiemand als zijn meerdere erkennen • acknowledge someone as one's superior3 genoten weldaden erkennen • acknowledge/recognize benefits enjoyed -
42 give up
(het) opgeven, geen hoop meer hebbengive up♦voorbeelden:I give up on you • je bent hopeloosII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opgeven ⇒ afstand doen van; niet langer verwachten; alle hoop opgeven voor 〈 ook medicijnen, geneeskunde〉; 〈 informeel〉 laten zitten3 overgeven ⇒ overleveren, (toe)wijden4 onthullen ⇒ verraden, openbaar maken♦voorbeelden:give up one's seat • zijn zitplaats afstaangive up for dead/lost • als dood/verloren beschouwen 〈 ook figuurlijk〉give up smoking • stoppen met roken3 give oneself up • zich gevangen geven, zich melden -
43 idealize
-
44 reckon
v. rekenen (op), afgaan (op)[ rekkən]♦voorbeelden:3 if you do that you'll have to reckon with me • als je dat doet, krijg je het met mij aan de stokII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 meerekenen ⇒ meetellen, rekening houden met3 beschouwen ⇒ aanzien (voor), houden (voor)♦voorbeelden:1 have you reckoned it all up? • heb je het allemaal opgeteld?2 ten guests, not reckoning the children • tien gasten, de kinderen niet meegerekend -
45 that
adj. die, dat--------adv. die, dat--------conj. dat--------pron. die, datthat11 die/dat2 die/datgene ⇒ hij, zij, dat♦voorbeelden:that's life • zo is het leventhat is (to say) • dat wil zeggen, te weten, tenminstewho's that crying? • wie huilt daar (zo)?〈 aan telefoon, Brits-Engels〉 who's that? • met wie spreek ik?the best linen is that from Flanders • het beste linnen komt uit Vlaanderenjust like that • zo maar (even)don't yell like that • schreeuw niet zohe's into Zen and all that • hij interesseert zich voor zen en zohe isn't as stupid as all that • zo stom is hij ook weer nietthat's that • dat was het dan, zo, voor mekaar, dat zit erop; 〈 als bevel〉en nou is 't uit!¶ 〈 informeel〉 that's it • dat is 't hem nu juist, dat is (nu juist) het probleem; dat is wat we nodig hebben/de oplossing/het; dit/dat is het eindeit's practical and beautiful at that • het is praktisch, en bovendien nog mooi ookwe left it at that • we lieten het daarbij/maar zowith that • (onmiddellijk) daarna1 die/dat ⇒ wat, welke♦voorbeelden:2 the day that he arrived • de dag dat/waarop hij aankwamthe house that he lives in • het huis waarin hij woont————————that22 heel ⇒ heel erg, zo♦voorbeelden:————————that3[ ðæt] 〈determinator; meervoud: those〉1 die/dat2 dat/die ⇒ de/het♦voorbeelden:do you see that house? • zie je dat huis daar?do you want this hat or that one? • wil je deze hoed of die?————————that4♦voorbeelden:1 it was only then that I found out that … • pas toen ontdekte ik dat …she knew that he was ill • ze wist dat hij ziek was3 he's the better candidate in that he has experience • hij is de beste kandidaat omdat hij ervaring heeftnot that I care, but … • niet dat het mij iets kan schelen, maar …I didn't go, that he would not follow me • ik ben niet gegaan, zodat hij me niet zou volgenanywhere that you would like to go • waar je ook naar toe zou willenII 〈nevenschikkend voegwoord; in uitroep〉1 dat♦voorbeelden:1 that it should come to this! • dat het zover moest komen! -
46 common law marriage
n. huwelijk dat niet niet kerkelijk of burgerlijk gesloten is maar door het paar bekendgemaakt en op onderlinge overeenkomst gebaseerd is zich als getrouwd te beschouwen en gebaseerd is op het als man en vrouw samenleven -
47 caillou
〈m.〉♦voorbeelden:cailloux d'empierrement • straatkeientas de cailloux • steenhoop, grindhoopcasser des cailloux • keien kloppenmarquer qc. d'un caillou blanc • iets als een mijlpaal beschouwenavoir un caillou à la place du coeur • een hart van steen hebben1. m1) kiezelsteen2) edelsteen, diamant3) kale knikker2. caillouxm pl -
48 sacraliser
-
49 deem something an honour
-
50 deem
v. achten, oordelen, vinden[ die:m] 〈 voornamelijk formeel〉1 achten ⇒ oordelen, menen, vinden♦voorbeelden: -
51 esteem
n. waardering--------v. achten, respecteren, waarderenesteem11 achting ⇒ respect, waardering♦voorbeelden:————————esteem21 (hoog)achten ⇒ waarderen, respecteren♦voorbeelden: -
52 give up for dead/lost
give up for dead/lostals dood/verloren beschouwen 〈 ook figuurlijk〉 -
53 give up something as a bad job
-
54 grant
n. subsidie, toelage, beurs--------v. geven, toegeven; verlenen; inwilligen; bijdragengrant1[ gra:nt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 subsidie ⇒ toelage, beurs♦voorbeelden:————————grant2〈 werkwoord〉1 toekennen ⇒ inwilligen, verlenen, toestaan♦voorbeelden:2 granted; but … • akkoord; maar …I must grant you that • dat moet ik je toegevenI take the rest for granted • de rest geloof ik wel -
55 job
n. Jobjob1[ dzjob] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 baan(tje) ⇒ vak, job, taak3 zaak(je) ⇒ handel(tje), zwendel(tje)♦voorbeelden:have a job to get something done • aan iets de handen vol hebbenmake a (good) job of something • iets goed/grondig afwerkenon the job • aan/op het werk, bezigout of a job • zonder werk, werkloosmake the best of a bad job • ergens nog het beste van makenhe's gone, and a good job too • hij is weg, en maar goed ook¶ that should do the job • zo/daarmee moet het lukkenit was just the job • het kwam precies van pas→ odd odd/————————job2〈 jobbed〉♦voorbeelden:2 manoeuvreren ⇒ ambtsmisbruik plegen, vriendjespolitiek bedrijven♦voorbeelden: -
56 materialize
v. realiseren; werkelijkheid worden; plotseling verschijnen; verwezenlijken; materialiseren; doen verschijnen; als materiaal beschouwenmaterialize, materialise[ mətiəriəlajz] 〈zelfstandig naamwoord: materialization〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verwezenlijken ⇒ realiseren, uitvoeren -
57 presume someone innocent until he is proved guilty
een beschuldigde als onschuldig beschouwen zolang zijn schuld niet bewezen isEnglish-Dutch dictionary > presume someone innocent until he is proved guilty
-
58 presume
v. vermoeden, veronderstellen; schatten; durven; (het zich) permitteren[ prizjoe:m]→ presume on presume on/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zich veroorloven ⇒ de vrijheid nemen, wagen2 veronderstellen ⇒ vermoeden, aannemen♦voorbeelden:2 presume someone innocent until he is proved guilty • een beschuldigde als onschuldig beschouwen zolang zijn schuld niet bewezen is -
59 rate
n. koers; cijfer; snelheid; prijs; klas; plaatselijke belasting; geval--------v. schatten; berispenrate1[ reet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 snelheid ⇒ vaart, tempo2 prijs ⇒ tarief, koers3 (sterfte/geboorte)cijfer4 (kwaliteits)klasse ⇒ rang, graad5 〈voornamelijk meervoud; Brits-Engels〉 gemeentebelasting ⇒ 〈 in het bijzonder〉 onroerendgoedbelasting, onroerendezaakbelasting♦voorbeelden:rate of interest • rentevoetimprove the rate of pay • het loon/salaris verhogenbuy oranges at a rate of 70p a pound • sinaasappels kopen voor 70p per pond¶ at any rate • in ieder geval, ten minsteat this/that rate • in dit/dat geval; op deze/die manier————————rate21 gerekend worden ⇒ behoren, gelden♦voorbeelden:he rates as one of the best writers • hij geldt als een van de beste schrijversII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 beschouwen ⇒ tellen, rekenen4 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 aanslaan ⇒ taxeren, schatten 〈 met betrekking tot onroerendgoedbelasting, onroerendezaakbelasting〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 many tourists rate the service of this hotel high(ly) • vele toeristen slaan de bediening in dit hotel hoog aanrate someone's income at • iemands inkomen schatten op2 do you rate him? • sla je hem hoog aan?3 rate among/with • rekenen onder/tot -
60 take something for granted
См. также в других словарях:
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Erwin Mortier — Nom de naissance Erwin Mortier Activités écrivain Naissance 28 novembre 1965 Nevele, Belgiqu … Wikipédia en Français
Henry Fayat — Hendrik Fayat (en français Henri), né à Molenbeek Saint Jean le 28 juin 1908 et mort à Jette le 21 septembre 1997, est un homme politique socialiste belge. Sommaire 1 Biographie 1.1 1908 1935 : Jeunesse, adolescence,… … Wikipédia en Français
Sachsenspiegel — ›Ik warr dî den Sassenspêgel noaschloân (ûtlegen, revendêren)‹, ich werde dir den Sachsenspiegel nachschlagen, auch vollschlagen, wobei ›Sassenspêgel‹ euphemistisch für ›Hintern‹ steht, wie auch in den weiteren derben niederdeutschen Redensarten … Das Wörterbuch der Idiome
schauen — schauen: Das westgerm. Verb mhd. schouwen, ahd. scouwōn »sehen, betrachten«, niederl. schouwen »schauen, besichtigen«, engl. to show »zeigen« (↑ Show) gehört mit ablautend aisl. skygn »scharfsichtig« und aisl. skygna »spähen« zu einer Wurzel… … Das Herkunftswörterbuch
Schau — schauen: Das westgerm. Verb mhd. schouwen, ahd. scouwōn »sehen, betrachten«, niederl. schouwen »schauen, besichtigen«, engl. to show »zeigen« (↑ Show) gehört mit ablautend aisl. skygn »scharfsichtig« und aisl. skygna »spähen« zu einer Wurzel… … Das Herkunftswörterbuch