-
1 berekenen
-
2 berekenen
1 [algemeen] calculer2 [in rekening brengen] compter♦voorbeelden:altijd alles berekenen • toujours bien calculer (son coup)2 iemand de volle prijs berekenen • compter le prix entier à qn. -
3 berekenen
рассчитать; исчислить; вывести; присчитать* * *(d)рассчитывать, вычислять* * *гл.общ. высчитывать, вычислять, подсчитывать, рассчитывать, считать -
4 berekenen
berechnen -
5 berekenen
kalkulá, rekDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > berekenen
-
6 berekenen
v. calculate, compute, evaluate -
7 berekenen
-
8 berekenen
• to calculate• to compute -
9 berekenen
1) kalkylera2) beräkna -
10 berekenen
hesaplamak [-ar] v -
11 berekenen
calculer, compter -
12 berekenen
kalkulá, rek -
13 berekenen over
berekenen over -
14 altijd alles berekenen
altijd alles berekenen -
15 iemand de volle prijs berekenen
iemand de volle prijs berekenencompter le prix entier à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand de volle prijs berekenen
-
16 zijn kansen berekenen
zijn kansen berekenen -
17 bedieningsgeld berekenen
bedieningsgeld berekenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bedieningsgeld berekenen
-
18 de integraal berekenen van
de integraal berekenen vancalculate the integral of, integrateVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de integraal berekenen van
-
19 de oppervlakte van iets berekenen
de oppervlakte van iets berekenencalculate/compute the (surface) area of somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de oppervlakte van iets berekenen
-
20 het subtotaal berekenen
het subtotaal berekenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het subtotaal berekenen
См. также в других словарях:
Schiff — 1. Alle Schiffe sind gut, so lange sie auf der Werft liegen. Die Russen: So lange das Schiff auf der Werft ist, lobt es der Narr, wenn es vom Stapel lief, lobt es der Weise. (Altmann VI, 440.) 2. An Schiffen und Frauen ist immer was zu flicken. 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon