-
1 agenda
• agenda -
2 agenda
-
3 agenda
n. agenda, diary; program, schedule -
4 een overvolle agenda
een overvolle agendaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een overvolle agenda
-
5 op de agenda staan
op de agenda staanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op de agenda staan
-
6 even mijn agenda pakken
even mijn agenda pakkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > even mijn agenda pakken
-
7 mijn agenda is al overbezet
mijn agenda is al overbezetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mijn agenda is al overbezet
-
8 mijn agenda is volgeboekt
mijn agenda is volgeboektVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mijn agenda is volgeboekt
-
9 agendapunt
1 agenda item, item on the agenda -
10 dagorde
-
11 overvol
♦voorbeelden:een overvol gemoed • a heart brimming with emotionovervolle straten • congested streets -
12 agendapunt
n. item on the agenda -
13 dienstregeling
n. timetable, schedule, agenda -
14 afdoen
2 [wegnemen] take off4 [betalen] settle♦voorbeelden:2 〈 figuurlijk〉 zijn armoede deed niets af aan zijn waardigheid • his poverty did not detract from his dignity〈 figuurlijk〉 dat doet niets af aan het feit dat … • that doesn't alter the fact that …hij heeft voorgoed bij mij afgedaan • I'm through with himiets van de prijs afdoen • knock a bit off the price, come down a bit (in price)die zaak is afgedaan • that business is over and done withdaarmee is dat afgedaan • that is the end of thatiets afdoen met een lachertje • laugh something offhet laatste agendapunt werd met een paar woorden afgedaan • the last item on the agenda was disposed of in a few wordsde schade onderhands afdoen • settle the damages out of court -
15 het laatste agendapunt werd met een paar woorden afgedaan
het laatste agendapunt werd met een paar woorden afgedaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het laatste agendapunt werd met een paar woorden afgedaan
-
16 overbezet
♦voorbeelden:overbezet met personeel • overstaffed -
17 pakken
1 [te voorschijn halen] get, take, fetch3 [betrappen] catch5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:een extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a pendan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈 tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the armiets te pakken krijgen • lay one's hands on somethingde verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own agehet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈 erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the busze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈 bij de neus nemen ook〉 they really made me look silly1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:het betoog pakte de toehoorders • the speech held the audience2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing -
18 punt
2 [muziek] dot3 [waarde-eenheid] point5 [drukwezen] point♦voorbeelden:de dubbelepunt • the colonergens een punt achter zetten • 〈 figuurlijk〉 put a stop to something; 〈 met betrekking tot werk〉 call it a dayik was gewoon kwaad, punt, uit! • I was just angry, full stopje gaat (er) wel heen, punt, uit! • you're going, and that's final!hoeveel punten hebben jullie? • what's your score?hij werd verslagen met drie punten • he was beaten by three pointszij had de meeste punten • she had the highest number of pointshij is twee punten vooruitgegaan • he has gone up (by) two marksII 〈 het〉2 [wiskunde] point4 [onderdeel] point ⇒ 〈 van programma, agenda ook〉 item, 〈 van aanklacht ook〉 count, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 matter, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 question, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 issue♦voorbeelden:1 we zijn op het dode punt gekomen • we've reached a stalemate/an impassewanneer de zon haar hoogste punt bereikt heeft • when the sun has reached its zenith/its highest pointhet hoogste punt van de berg • the summit/top of the mountainhet laagste punt bereiken • reach rock bottomhet mooiste punt van ons land • the most beautiful place in our countryhet kritieke punt • the critical momenthij stond op het punt van vertrek/(om) te vertrekken • he was (just) about to leavehij was/stond op het punt om alles te verliezen • he was on the verge of losing everythingop het punt staan in tranen uit te barsten • be near to tearseen punt van overeenkomst • a (point of) similarityeen punt van overweging vormen • be a considerationtijd is geen punt van overweging • time is (of) no considerationeen belangrijk punt is … • an important point is …een bepaald punt ter sprake brengen • bring up a certain pointdat is niet zijn sterke punt • that is not his strong pointeen teer punt aanroeren • touch a sore pointeen teer/een netelig punt • a delicate/ticklish pointzijn zwakke punt • his weak pointtot in de puntjes verzorgd • 〈 uitstekend gekleed〉 spick and span; 〈 zeer goed georganiseerd〉 shipshapeiets tot in de puntjes kennen • know something inside-outop dat punt is hij zeer gevoelig • he's very sensitive on that pointop het punt van • in the matter ofschuldig bevonden op alle punten • be found guilty on all countseen zaak punt voor punt nagaan • check a matter point by pointhet punt waar het op aankomt, is … • the thing that really matters is …geen punt! • no problem!III 〈de〉2 [puntig gesneden part] 〈 ook van kaas〉 wedge, (wedge-shaped) piece♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ik zie aan het puntje van je neus dat je jokt • I can see from your face you're lyingpunt van een pen • nib of a pende punt van een potlood • the point of a pencilpunt van een schoen • toe(cap) of a shoede punt van een speld/van een mes • the point of a pin/knifestoot niet tegen de punt van de tafel • mind the corner of the tablehet ligt op het puntje van mijn tong • it's on the tip of my tongueeen punt aan een potlood slijpen • sharpen a pencilop het puntje van zijn stoel zitten • be poised on the edge of his seat, be all attention/all ears -
19 verschuiven
-
20 volgeboekt
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Agenda — Agenda … Deutsch Wörterbuch
agenda — [ aʒɛ̃da ] n. m. • 1535; mot lat. « choses à faire », spécialt « office » en lat. médiév., d où agende fin XIIIe , en ce sens ♦ Carnet sur lequel on inscrit jour par jour ce qu on doit faire, ses rendez vous, ses dépenses, etc. Agendas de poche,… … Encyclopédie Universelle
Agenda — (vom Lateinischen agenda, Neutrum Plural des Gerundivs agendum, wörtlich „das zu Treibende oder zu Tuende, d.h. das, was getan werden muss“; im Deutschen jetzt fälschlicherweise als Femininum Singular gebraucht) ist ein im romanischen und… … Deutsch Wikipedia
agenda — a‧gen‧da [əˈdʒendə] noun [countable] 1. a list of the subjects to be discussed at a meeting: • What s the first item on the agenda? • High on the agenda of today’s meeting of the G8 is global warming. 2. a list of things that someone considers… … Financial and business terms
Agenda 21 — is a programme run by the United Nations (UN) related to sustainable development. It is a comprehensive blueprint of action to be taken globally, nationally and locally by organizations of the UN, governments, and major groups in every area in… … Wikipedia
Agenda — may refer to: * Agenda (meeting), points to be discussed; sometimes refers to the list of topics itself * Political agenda, the set of goals of an ideological group; also used as above, the topics under discussion by a government * Lotus Agenda,… … Wikipedia
agendă — AGÉNDĂ, agende, s.f. 1. Carnet cu foi ca de calendar, în care se notează lucrările care urmează să fie făcute la anumite date. 2. Ordine de zi. – Din fr., lat. agenda. Trimis de ana zecheru, 10.11.2007. Sursa: DEX 98 AGÉNDĂ s. v. ordine de zi.… … Dicționar Român
agenda — sustantivo femenino 1. Libro o cuaderno en que se anotan datos de interés personal: agenda de teléfonos, agenda de direcciones, agenda de notas, consultar la agenda. Me lo apuntaré en la agenda para no olvidarme. 2. Programa de trabajo o de… … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
AGENDA — AE, vox Ecclesiae Romanae. Dicuntur autem Agendae, munia Canonica, statutis temporibus agenda, ut officium (quod dicitur) Matutinum et Vespertinum Capitular. Caroli l. 6. c. 234. Si quis Presbyter, inconsultô Episcopô, Agendam in quolibet loco… … Hofmann J. Lexicon universale
agenda — 1. The essential plurality of this word (= things to be done) has been worn to extinction by usage. Its dominant sense now is ‘a list of items of business to be considered at a meeting, etc.’ and it is often used in extended or figurative… … Modern English usage
agenda — ([.a]*j[e^]n d[.a]), n. a temporally organized plan for matters to be attended to. Syn: docket, schedule [WordNet 1.5 +PJC] 2. A list of matters to be discussed (as at a meeting). Syn: agendum, docket, order of business [WordNet 1.5] 3. A motive… … The Collaborative International Dictionary of English