-
1 wiel
1 [rad; ook met betrekking tot voertuig] wheel2 [kolk] pool♦voorbeelden:aan een wiel draaien • turn a wheeldoor de wielen zakken • sink to the groundiemand in de wielen rijden • 〈 figuurlijk〉 put a spoke in someone's wheel, put/throw a spanner in the wheelshet vijfde wiel aan de wagen zijn • be the odd man out -
2 wiel
n. wheel -
3 wiel
• gear• wheel -
4 wiel- en schijfintegrator
• wheel and disc integratorNederlands-Engels Technisch Woordenboek > wiel- en schijfintegrator
-
5 aan een wiel draaien
aan een wiel draaienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan een wiel draaien
-
6 een spaak in het wiel steken
een spaak in het wiel stekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een spaak in het wiel steken
-
7 er zit een slag in mijn wiel
er zit een slag in mijn wielVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er zit een slag in mijn wiel
-
8 het gedraai van een wiel
het gedraai van een wielthe turning/spinning of a wheelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het gedraai van een wiel
-
9 het vijfde wiel aan de wagen zijn
het vijfde wiel aan de wagen zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het vijfde wiel aan de wagen zijn
-
10 het wiel weer uitvinden
het wiel weer uitvindenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het wiel weer uitvinden
-
11 aangedreven wiel
• driven wheel -
12 loos wiel
• idler -
13 samenwerkend wiel
• mating gear -
14 naaf
-
15 rad
rad1〈 het〉1 [wiel onder een voertuig] wheel2 [(tand)wiel] (cog)wheel♦voorbeelden:————————rad21 quick♦voorbeelden:rad van tong zijn • have the gift of the gab -
16 band
band1I 〈de〉2 [ring om een wiel] tyre3 [magneetband] tape4 [transportband] conveyor (belt)8 [wat rondom iets wordt bevestigd] band♦voorbeelden:2 een lekke band • a flat tyre, a punctureiets op de band opnemen • tape somethingaan de band staan • work on the assembly linenauwe banden met het moederland onderhouden • maintain strong ties with one's mother countryde banden der vriendschap aanhalen • tighten the bonds of friendshipgeen enkele band meer hebben met zijn familie • have severed all connections with one's familyde banden verbreken • sever the ties¶ aan de lopende band doelpunten scoren/rotopmerkingen maken • pile on scores, make scathing remarks all the timeiemand aan banden leggen • restrain someonedoor de band • on averageuit de band springen • get out of handII 〈 het〉————————band2〈de〉 〈 Engels〉 -
17 drijfas
-
18 gedraai
3 [het om de waarheid heendraaien] beating about the bush♦voorbeelden:1 het gedraai van een wiel • the turning/spinning of a wheel -
19 geknars
1 gnashing 〈 in het bijzonder tanden〉 ⇒ grating, creak(ing) 〈 scharnier, verroest ijzer〉, grind(ing) 〈 wiel, remmen〉 -
20 pakken
1 [te voorschijn halen] get, take, fetch3 [betrappen] catch5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:een extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a pendan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈 tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the armiets te pakken krijgen • lay one's hands on somethingde verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own agehet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈 erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the busze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈 bij de neus nemen ook〉 they really made me look silly1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:het betoog pakte de toehoorders • the speech held the audience2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Wiel — ist ein niederländischer männlicher Vorname,[1] der auch als Familienname auftritt. Inhaltsverzeichnis 1 Bekannte Namensträger 1.1 Vorname 1.2 Familienname … Deutsch Wikipedia
WIEL — Infobox Radio station name = WIEL city = Elizabethtown, Kentucky area = slogan = branding = Espn Radio 1400 frequency = 1400 kHz repeater = airdate = share = share as of = share source = format = Sports radio power = 1,000 watts unlimited erp =… … Wikipedia
Wiel Coerver — Wiel Coerver Spielerinformationen Geburtstag 3. Dezember 1924 Geburtsort Kerkrade, Niederlande Sterbedatum 22. April 2011 Sterbeort … Deutsch Wikipedia
Wiel Kusters — (* 1. Juni 1947 in Spekholzerheide) ist ein niederländischer Dichter, Autor und Literaturwissenschaftler an der Universität Maastricht. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Bibliographie 2.1 Poesie/Lyrik … Deutsch Wikipedia
Wiel Arets — Nom de naissance Wiel Arets Naissance 6 mai 1955 Heerlen … Wikipédia en Français
Wiel Coerver — Pas d image ? Cliquez ici. Biographie Nationalité … Wikipédia en Français
Wiel Coerver — (born 3 December 1924 in Kerkrade, Limburg) is a football (soccer) manager from the Netherlands, who s the developer of the Coerver coaching method. He won the UEFA Cup with Feyenoord Rotterdam in the 1973 1974 season.The 1998 FIFA World Cup in… … Wikipedia
WIEL — Will I Ever Learn (Community » Educational) … Abbreviations dictionary
wiel — m ( es/ as) slave, servant … Old to modern English dictionary
wiel- — see also wil , wyl … Old to modern English dictionary
wielþ — pres 3rd sing of weallan … Old to modern English dictionary