-
41 натиск
ngener. aandrang -
42 по настоянию
prepos.gener. op aandrang van, op aandringen van (кого-л.) -
43 по своей инициативе
prepos.gener. uit eigen aandrangRussisch-Nederlands Universal Dictionary > по своей инициативе
-
44 по собственному почину
prepos.gener. uit eigen aandrang, uit eigen aandriftRussisch-Nederlands Universal Dictionary > по собственному почину
-
45 по требованию
-
46 побуждение
ngener. aandrang, aansporing, beweging, prikkeling, wekstem, aandrift, aandrijving, aanvuring, impuls, ingeving, motief, prikkel, stimulans, stimulatie -
47 прибегать
vgener. aandraven (òæ. komen aandrang), aansnellen (òæ. komen aansnauwen; ïîñïåêíî), oefenen (к чему-л.), toelopen, zich bedienen (к чему-л.), zijn toevlucht nemen (tot-к чему-либо) -
48 прилив крови
n1) gener. aandrang van bloed, bloedaandrang2) med. congestie, kongestie -
49 at Peter's instigation
at Peter's instigationop aandrang/instigatie van Peter -
50 call of nature
-
51 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
52 clamour
n. herrie, lawaai, geraas; protest; aanklacht--------n. schreeuwen, tieren; protesteren, zijn stem verheffenclamour11 geschreeuw ⇒ misbaar, getier2 herrie ⇒ geraas, lawaai, leven3 protest ⇒ (aan)klacht; aandrang————————clamour21 schreeuwen ⇒ tieren, lawaai maken2 protesteren ⇒ zijn stem verheffen, aandringen♦voorbeelden:clamour for • aandringen op -
53 impetus
n. impuls, stimulans, aansporing, prikkel, voortstuwende kracht, aandrang, aandrift, vaart[ impittəs]2 drijvende kracht ⇒ drijf/stuwkracht, drijfveer -
54 impulsion
n. aandrift, opwelling, impuls; drijfveer; stimulans, prikkel; stoot[ impulsjn] -
55 insistency
n. aandrang; volharding -
56 insistingly
adj. d.m.v aandrang -
57 violence
violence [vie.ollãs]〈v.〉3 heftigheid ⇒ hevigheid, felheid♦voorbeelden:se faire violence • zichzelf geweld aandoenfaire violence à un texte • een tekst verdraaien1. f1) geweld2) heftigheid2. violencesf pl -
58 instamment
-
59 instance
instance [ẽstãs]〈v.〉3 orgaan ⇒ autoriteit, instantie♦voorbeelden:être en instance de divorce • in scheiding liggeninstance judiciaire • rechtsgedingintroduire une instance contre qn. • een rechtsvordering tegen iemand instellenêtre en instance • hangende zijn -
60 se faire une douce violence
se faire une douce violenceDictionnaire français-néerlandais > se faire une douce violence
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Африкаанс
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский
aandrang
Страницы