-
81 manen
manen1————————manen21 [met aandrang herinneren] sommer (de)2 [aansporen] exhorter (à)♦voorbeelden:1 iemand om geld manen • sommer qn. de payer -
82 nu
nu1〈 bijwoord〉1 [algemeen] maintenant2 [m.b.t. een voorafgaand woord] donc♦voorbeelden:wat nu weer? • quoi encore?wat nu? • et maintenant?nu en dan • de temps à autretot nu (toe) • jusqu'à présentvan nu af aan • désormaisvan nu tot volgend jaar • d'ici à l'année prochainehet nu • le présentnu ben ik klaar • me voilà prêtnu eens … dan weer • tantôt … tantôtreeds van nu af aan • d'ores et déjà————————nu2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:1 nu ik dat weet, ben ik gerust • maintenant que je sais cela, je suis rassuré————————nu31 [als aansporing, aandrang] alors2 [m.b.t. verbazing, ongeloof] ça alors, eh!6 [m.b.t. de voortzetting, beëindiging] bon♦voorbeelden:1 stil nu toch! • tais-toi (donc)!waar zat je nu? • où étais-tu (donc)?2 hoe kan dat nu? • comment est-ce possible?3 wie komen er nu precies? • qui vient au juste?4 de mensen zijn nu eenmaal zo • que voulez-vous, les gens sont comme çanu ja, wat dan nog? • enfin oui, et alors?5 hoe kun je dat nu doen? • franchement, comment peux-tu faire cela?6 nu, om weer op ons onderwerp te komen • bon, pour en revenir à nos moutons -
83 druk
druk1〈de〉1 [het duwen] pressure2 [stuwende kracht] pressure4 [oplage] edition♦voorbeelden:een druk op de knop is voldoende • just press the button2 zijwaartse/opwaartse druk • lateral/upwards pressurede druk verhogen (op), onder hogere druk zetten • increase the pressure (on)de druk verlagen • ease the pressureonder de druk der omstandigheden handelen • be forced by circumstances to do something(tweede,) onveranderde druk • second editionin druk verschijnen • appear in print————————druk24 [intensief] busy♦voorbeelden:een druk leven hebben • lead a busy lifehet druk hebben • be busyzich niet druk maken • remain calmII 〈 bijwoord〉1 [intensief] busily♦voorbeelden:druk bezig zijn (met iets) • be very busy (with/doing something)een druk bezocht college • a well-attended lecturehij is druk aan het werk • he is busy workingdruk in de weer zijn • be on the go, bustle (about) -
84 klem
klem1〈de〉1 [knellende greep] grip4 [toestel om te vangen] trap5 [knijper, paperclip] clip♦voorbeelden:3 met klem spreken • speak with great emphasis/emphaticallymet klem beweren dat … • contend that …iets met klem (van redenen) betogen • argue with forceful arguments/forcibly————————klem2♦voorbeelden:hij zat klem in het gat • he got stuck in the holeklem zetten • jam -
85 manen
manen1〈 meervoud〉1 mane————————manen22 [aansporen] urge♦voorbeelden:iemand tot kalmte manen • admonish someone to be calmdit maant (ons) tot voorzichtigheid • this should be a warning to us (to proceed cautiously) -
86 nou
nou11 now♦voorbeelden:1 wat moeten we nou doen? • what do we (have to) do now?————————nou2♦voorbeelden:————————nou33 [als bevestiging] 〈zie voorbeelden 3〉4 [met betrekking tot onzekerheid] again6 [bij meningsverschil] 〈zie voorbeelden 6〉7 [met betrekking tot ongepastheid] oh, now ⇒ … on earth, … ever8 [met betrekking tot voortzetting/beëindiging] well ⇒ 〈 beëindiging〉 so, 〈 voortzetting〉 now, 〈 voortzetting〉 right♦voorbeelden:1 kom je nou? • well, are you coming?nou, komt er nog wat van? • well, how about it?, are you going to stand there all day?2 meen je dat nou? • do you really mean it?, are you serious?asjemenou! • well I'll be (darned)!, you don't say!hoe kan dat nou? • how on earth can that be?nou, dat weet ik niet hoor! • hold on though, I'm not so sure I agree!3 nou dan! • exactly, couldn't agree more!nou, en of! • you bet!4 wanneer ga je nou ook weer weg? • when were you leaving again?5 nou ja, wat zou dat? • oh (very) well, what does it matter?nou ja, zo erg is 't niet • never mind, it's not all that baddat is nou niet bepaald eenvoudig • well, that's not so easy7 wie doet nou zoiets? • who (on earth) would ever do such a thing?waar bleef je nou? • where on earth have you been?8 nou, dat was het dan • well/so, that was that¶ nou, nou! • there there! -
87 nu
nu1〈 het〉♦voorbeelden:————————nu2〈 bijwoord〉3 [op een bepaald ogenblik; in de toekomst] now4 [met betrekking tot een voorafgaand woord] now♦voorbeelden:ik kan nu niet • I can't (right) nownu meteen • right now, right/straight awaynu nog niet • not yethij komt nu pas aan • he's only just arriving (now)tot nu (toe) • up to now, so farvan nu af aan • from now on(wards)3 wat nu? • what now?, what next?nu en dan • now and then, at times, occasionally4 dit probleem nu moet bij de wortels aangepakt worden • now, this problem must be tackled at the roots————————nu3〈 voegwoord〉♦voorbeelden:1 nu ik dat weet, ben ik gerust • now (that) I know, my mind's at rest————————nu42 [met betrekking tot verbazing/ongeloof] … on earth3 [met betrekking tot onzekerheid] again5 [met betrekking tot ongepastheid] now ⇒ … on earth♦voorbeelden:3 wie komen er nu precies? • who is coming again exactly?4 de mensen zijn nu eenmaal zo • let's face it, that's the way people are5 hoe kun je dat nu doen? • how on earth can you do such a thing? -
88 onbewust
1 [niet wetend] unconscious (of)2 [onwillekeurig] unconscious♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [instinctief] subconscious♦voorbeelden: -
89 prediken
1 [Gods woord verkondigen] preach (the Word (of God)/Gospel)♦voorbeelden:1 over iets prediken • preach on/about somethingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met aandrang verkondigen] preach♦voorbeelden: -
90 tronen
II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door vleiende aandrang ergens toe/heen brengen] lure -
91 Drang
〈m.; Drang(e)s, Dränge〉♦voorbeelden:im Drang der Vorbereitungen • door grote drukte bij de voorbereidingen -
92 Kongestion
-
93 Neigung
Neigung〈v.; Neigung, Neigungen〉4 voorkeur, voorliefde6 〈 natuurkunde, sterrenkunde〉helling, inclinatie♦voorbeelden:1 eine Neigung des Kopfes • een buiging van, met het hoofd3 (eine) Neigung zu etwas haben • (een) neiging, lust, aandrang hebben tot, voor ietsNeigung zur Fettsucht • neiging, aanleg tot vetzucht5 zu jemandem eine Neigung fassen, fühlen • voor iemand genegenheid opvatten, gevoelen -
94 Schub
〈m.; Schub(e)s, Schübe〉1 partij, portie, groep ⇒ drom; lading, vracht2 〈 natuurkunde, techniek〉stuwkracht, aandrijving, voortstuwing(skracht) ⇒ druk, stuwing♦voorbeelden:1 ein Schub Brötchen • een partij, bakplaat vol broodjesSchub auf Schub, in Schüben, Schub um Schub • (a) groepsgewijze, in groepen; (b) in partijen, portiesein großer Schub von Arbeitskräften • een grote aandrang, toeloop van arbeidskrachten -
95 dringen
dringen♦voorbeelden:Tränen dringen in die Augen • tranen komen in de ogenauf sofortige Zahlung dringen • directe betaling verlangenmit Bitten in jemanden dringen • iemand met aandrang verzoeken -
96 ein großer Schub von Arbeitskräften
ein großer Schub von Arbeitskräfteneen grote aandrang, toeloop van arbeidskrachtenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein großer Schub von Arbeitskräften
-
97 eine Neigung zu etwas haben
(een) neiging, lust, aandrang hebben tot, voor ietsWörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Neigung zu etwas haben
-
98 einmahnen
einmahnen1 (met aandrang, manend) herinneren aan ⇒ invorderen -
99 flehentlich
-
100 jemandes Drängen nachgeben
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandes Drängen nachgeben
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Африкаанс
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский
aandrang
Страницы