-
21 drift
n. beweging, richting, tendens; erosie, afdrijving--------v. met de stroom meegaan; meeslependrift1[ drift] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afwijking/drijving ⇒ het weg/afdrijven, het zwerven2 vlaag ⇒ sneeuw/regenvlaag, stofwolk3 opeenhoping ⇒ berg, massa4 ongeorganiseerde beweging ⇒ gang, trek5 strekking ⇒ tendens, bedoeling♦voorbeelden:I get your drift • ik begrijp wat je bedoelt→ continental continental/————————drift21 (af/uiteen)drijven 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ (zich laten) meedrijven, (rond)zwalken♦voorbeelden:John and Mary drifted apart • John en Mary vervreemdden van elkaardrift away/off • geleidelijk verdwijnenshe just drifted in • ze kwam zomaar even langsII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
22 float
n. drijvend voorwerp, vlot, boei; drijflichaam; luchttank (bij vliegtuig voor het drijven op water)--------v. drijven, laten drijven; laten varen; zweven; stichten, oprichten; op de beurs verkopenfloat1[ floot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 drijvend voorwerp ⇒ vlot, boei, dobber4 geldbedrag ⇒ contanten, kleingeld————————float23 zweven♦voorbeelden:the scene floated before my eye • het tafereel zweefde me voor de ogenII 〈 overgankelijk werkwoord〉6 in omloop brengen ⇒ voorstellen, rondvertellen♦voorbeelden:float a rumour • praatjes in de wereld brengen -
23 hoof
n. hoef van een speciaal dier (paard, koe, enz.)--------v. zwerven; trappen; dansen (jargon)hoof1[ hoe:f] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook hooves〉♦voorbeelden:————————hoof21 lopen♦voorbeelden: -
24 live rough
zwerven, in de open lucht leven -
25 migrant
adj. migrerend; v. migrant, seizoenarbeider--------n. emigrant, iemand die verhuist, vogels die trekken, zwerven[ majgrənt]♦voorbeelden: -
26 mobile
adj. mobiel, beweeglijk; beweging; (het) zwerven; verandering--------n. mobiel (speelgoed)[ moobajl] 〈zelfstandig naamwoord: mobility〉♦voorbeelden: -
27 move
n. zet; stap; verhuizing--------v. bewegen; verplaatsen; verhuizen; ontroeren; voorstellenmove1[ moe:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beweging3 zet ⇒ beurt, slag4 stap ⇒ maatregel, manoeuvre♦voorbeelden:get someone/something on the move • iemand/iets in beweging brengenlarge forces were on the move • grote strijdkrachten waren op de been4 make a move • opstaan 〈 van tafel〉; opstappen, het initiatief nemen; maatregelen treffen, in actie komenmake moves to stop the war • stappen ondernemen om de oorlog te staken————————move21 (zich) bewegen ⇒ zich verplaatsen, van positie/houding veranderen2 vorderen ⇒ vooruitkomen, opschieten6 verhuizen ⇒ (weg)trekken, zich verzetten7 een voorstel/verzoek doen♦voorbeelden:it's time to be moving • het is tijd om te vertrekkenmove along • doorlopen, opschietenhe moved away from her • hij ging een stapje opzijmove off! • verdwijn!, hoepel op!move over • inschikken, opschuivenmove down a road • een weg afgaanmove towards better understanding • tot een beter begrip komenthe plot moves slowly • de plot ontwikkelt zich langzaamsuddenly things began to move • plotseling kwam er leven in de brouwerijkeep moving! • blijf doorgaan!, doorlopen!the army moves off • het leger marcheert af6 they moved away • ze trokken weg/verhuisdenthey moved into a flat • ze betrokken een flat→ move about move about/, move around move around/, move down move down/, move in move in/, move on move on/, move out move out/, move up move up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewegen ⇒ (ver)roeren, in beweging/beroering brengen3 verhuizen ⇒ vervoeren, overbrengen4 opwekken ⇒ (ont)roeren, raken, aangrijpen5 drijven ⇒ aanzetten, aansporen♦voorbeelden:1 the police moved them along • de politie dwong hen door te lopen/rijdenit moved him to laughter • het werkte op zijn lachspierenhe is moved to tears • hij is tot tranen toe geroerdbe moved to • zich geroepen voelen (om) te→ move about move about/, move around move around/, move down move down/, move in move in/, move on move on/, move out move out/, move up move up/ -
28 peregrination
n. zwerftocht; het zwerven1 het rondtrekken ⇒ zwerftocht, rondzwerving -
29 reel
n. haspel, klos, spoel--------v. duizelen, wankelen; zwervenreel1[ rie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 haspel ⇒ klos, spoel————————reel2♦voorbeelden:3 reel back • terugdeinzen/wijkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen duizelen/wankelen/draaien♦voorbeelden: -
30 road
n. weg, straat; spoorweg[ rood]♦voorbeelden:the main road • de hoofdwegsubsidiary roads • secundaire wegen〈 slang〉 hit the road! • smeer 'm!〈 informeel〉 one for the road • een afzakkertje, eentje voor onderwegon the road • onderweg, op pad/weg 〈 voornamelijk van handelsreiziger〉; rondreizend 〈 van toneelgezelschap〉take to the road • gaan zwerven -
31 roll
n. rol; broodje; lijst; roffel; slingeren; donderslag--------v. slingeren; donderenroll1[ rool]4 broodje♦voorbeelden:call the roll • appel houden, de namen afroepen→ Swiss Swiss/1 rollende beweging ⇒ geslinger 〈 van schip〉; deining 〈 van water〉; 〈 figuurlijk〉 golving 〈 van landschap〉♦voorbeelden:————————roll22 zich rollend/schommelend bewegen ⇒ buitelen; slingeren 〈 van schip〉; 〈 figuurlijk〉 rondtrekken, zwerven♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 the years rolled by • de jaren gingen/gleden voorbijthe waves rolled in to the beach • de golven rolden op het strand aan〈informeel; figuurlijk〉 roll on the day this work is finished! • leve de dag waarop dit werk af is!tears were rolling down her face • tranen rolden/liepen over haar wangenthose tights roll on easily • die panty is gemakkelijk aan te trekken5 let's roll! • aan de slag!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rollen ⇒ laten/doen rollen2 een rollende/schommelende beweging doen maken ⇒ rollen 〈 met ogen〉; doen slingeren 〈 schip〉; gooien 〈 dobbelstenen〉; laten lopen 〈 camera〉5 rollen ⇒ walsen, pletten♦voorbeelden:2 roll the camera! • laat de camera lopen!roll a baby in a blanket • een baby in een deken wikkelen¶ roll off some extra copies • een paar extra kopieën afdrukken/maken -
32 rough
adj. hard; ruw, grof; onbewerkt--------adv. ruw, grof, bars, streng, hardhandig, moeilijk; ruig; oneffen; ongeslepen--------n. gewelddadige kerel; iets in het klad geschreven; tegenslag--------v. ruw maken, ruw worden; zich gewelddadig gedragen; preliminair voorbereiden, in kort omschrijvenrough1[ ruf]3 ruwe staat ⇒ onbewerkte/onvoltooide staat♦voorbeelden:————————rough2〈bijvoeglijk naamwoord; roughness〉1 ruw ⇒ ruig, oneffen4 ruw ⇒ scherp, naar; wrang van smaak5 ruw ⇒ schetsmatig, niet uitgewerkt♦voorbeelden:3 rough behaviour • wild/baldadig gedrag4 rough luck • pech, tegenslaga rough time • een zware tijdrough wine • wrange wijnit is rough on him • het is heel naar voor hemrough justice • min of meer rechtvaardige behandelingrough quarter of the town • gevaarlijke buurt→ roughly roughly/————————rough3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:¶ rough it • zich behelpen, op een primitieve manier leven————————rough4〈 bijwoord〉2 wild ⇒ ruw, woest♦voorbeelden:live rough • zwerven, in de open lucht leven -
33 straggle
v. afdwalen, zwerven, achterdwalen; verstrooid staan; verspreid liggen[ strægl]1 (af)dwalen ⇒ achterblijven, van de groep af raken2 (wild) uitgroeien ⇒ verspreid groeien/liggen♦voorbeelden: -
34 street
n. straat, weg[ strie:t]♦voorbeelden:be on/walk the streets • dakloos zijn/worden, op straat zwerven (op zoek naar werk); tippelen〈 informeel〉 streets ahead (of) • (mijlen)ver uitstekend boven, veel beter/verder danthat's (right) up my street • dat is precies in mijn straatjethat's not up my street • dat is niets voor mij/mijn vak niet -
35 take to the road
-
36 traipse
-
37 waver
v. verdwalen; zwerven, dwalen; zich bewegen; knipperen (licht); rillen, beven; instorten; ondermijnd worden; twijfelen, betwijfelen[ weevə]♦voorbeelden: -
38 ambulation
n. zonder vaste plaats zijn, zwerven -
39 loiteringly
adv. treuzelend, drentelend; tijdens zwerven -
40 migration
n. migratie, immigratie; (het) zwerven; dwaling; (in computers) het overstappen op een nieuw systeem, platform of besturingssysteem
См. также в других словарях:
Swerve — Swerve, v. i. [imp. & p. p. {Swerved}; p. pr. & vb. n. {Swerving}.] [OE. swerven, AS. sweorfan to wipe off, to file, to polish; akin to OFries. swerva to creep, D. zwerven to swerve, to rope, OS. swerban to wipe off, MHG. swerben to be whirled,… … The Collaborative International Dictionary of English
Swerved — Swerve Swerve, v. i. [imp. & p. p. {Swerved}; p. pr. & vb. n. {Swerving}.] [OE. swerven, AS. sweorfan to wipe off, to file, to polish; akin to OFries. swerva to creep, D. zwerven to swerve, to rope, OS. swerban to wipe off, MHG. swerben to be… … The Collaborative International Dictionary of English
Swerving — Swerve Swerve, v. i. [imp. & p. p. {Swerved}; p. pr. & vb. n. {Swerving}.] [OE. swerven, AS. sweorfan to wipe off, to file, to polish; akin to OFries. swerva to creep, D. zwerven to swerve, to rope, OS. swerban to wipe off, MHG. swerben to be… … The Collaborative International Dictionary of English
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia
Hai Tanahku Papua — ( Oh My Land Papua ) is an unofficial anthem of West Papua. Contents 1 History 2 Current status 3 Lyrics 3.1 Old Indonesian spelling … Wikipedia
Henri Arnoldus — (* 22. Februar 1919 in Middelburg; † 19. Dezember 2002, ebenda) war ein niederländischer Lehrer und Kinderbuchautor, der durch seine Kinderbuchreihe Pitje Puck bekannt wurde. Pitje Puck ist der lustige Briefträger eines kleinen Dorfes, der in den … Deutsch Wikipedia
Verbes irreguliers neerlandais — Verbes irréguliers néerlandais Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog … Wikipédia en Français
Verbes irréguliers néerlandais — Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog Bedrogen … Wikipédia en Français
swerve — /swerrv/, v., swerved, swerving, n. v.i. 1. to turn aside abruptly in movement or direction; deviate suddenly from the straight or direct course. v.t. 2. to cause to turn aside: Nothing could swerve him. n. 3. an act of swerving; turning aside.… … Universalium
swerve — [c]/swɜv / (say swerv) verb (swerved, swerving) –verb (i) 1. to turn aside abruptly in movement or direction; deviate suddenly or sharply from the straight or direct course. –verb (t) 2. to cause to turn aside. –noun 3. the act of swerving; a… …
Sterben — 1. Alles besser wie gestorben. (Warschau.) Trost der Unglücklichen, die bei grossem Verlust, z.B. einer Feuersbrunst, wenigstens das Leben gerettet haben. 2. Ans Sterben denkt man zu spät. Frz.: On s arise tard en mourant. 3. As män sugt:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon