-
1 massing together
opeenhoping -
2 accumulation
opeenhopingopeenstapeling -
3 agglomerate
adj. opeengestapeld--------v. (zich) opeenhopen/stapelenagglomerate1[ əglommərət] 〈zelfstandig naamwoord; bijvoeglijk naamwoord〉————————agglomerate2[ əglomməreet] 〈werkwoord; zelfstandig naamwoord: agglomeration〉1 (zich) opeenhopen/stapelen ⇒ samenklonteren -
4 buildup
n. image; groeibuildup1 opstopping ⇒ opeenhoping, opeenstapeling♦voorbeelden:II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; alleen enkelvoud〉1 ontwikkeling ⇒ opbouw, vorming, opvoering -
5 conglomerate
n. groep of massa gevormd door verscheidene elementen; groot bedrijf gevormd door opkomst van veschillende bedrijven--------v. ophopen, accumulerenconglomerate1[ kənglommərət] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————conglomerate2————————conglomerate31 samenklonteren ⇒ samenballen, (zich) tot een massa verenigen -
6 drift
n. beweging, richting, tendens; erosie, afdrijving--------v. met de stroom meegaan; meeslependrift1[ drift] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afwijking/drijving ⇒ het weg/afdrijven, het zwerven2 vlaag ⇒ sneeuw/regenvlaag, stofwolk3 opeenhoping ⇒ berg, massa4 ongeorganiseerde beweging ⇒ gang, trek5 strekking ⇒ tendens, bedoeling♦voorbeelden:I get your drift • ik begrijp wat je bedoelt→ continental continental/————————drift21 (af/uiteen)drijven 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ (zich laten) meedrijven, (rond)zwalken♦voorbeelden:John and Mary drifted apart • John en Mary vervreemdden van elkaardrift away/off • geleidelijk verdwijnenshe just drifted in • ze kwam zomaar even langsII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
7 dropsical
-
8 dropsy
-
9 hoard
n. (verborgen-) schat--------v. hamsterenhoard1[ ho:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————hoard2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 Law of Large Numbers
de Wet van de Grote Nummers (een gezegde dat vaststelt hoe groter de proefgroep, des te meer benadert de verdeling van de resultaten de normale verdeling (in opeenhoping)) -
11 agglomeration
n. opeenhoping; kluit, blok -
12 amassment
n. opeenhoping; vergadering -
13 anasarcous
adj. opeenhoping van water -
14 aortic calcification
n. (Medicijnen) verharding van de aorta (over het algemeen veroorzaakt door opeenhoping van cholesterol) -
15 being piled up
Opeengehoopt worden (op een hoop verzamelen, op een hoop gelegd zijn, opeenhoping) -
16 catadioptric
adj. van opeenhoping en weerkaatsing van licht (in optica) -
17 chemical conglomerate
chemische opeenhoping (een chemikalenfabriek,een fabriek met verschillende soorten chemikalen) -
18 densitometry
n. meting van opéénhoping -
19 edema
n. opeenhoping van vloeistof in het lichaam -
20 ganglionate
adj. ganglionen bezittend (in anatomie-opeenhoping van zenuwcellen)
- 1
- 2