-
1 refill bag
zak die opnieuw te vullen is -
2 pocket
adj. klein; tot de zak behorend--------n. zak; zak (in zak steken); oliezak (in grond)--------v. zakkenrollen; in zak steken; verdienen; een bal erin rollen (bij biljard)pocket1[ pokkit] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 erts/olieader♦voorbeelden:have something in one's pocket • ergens (bijna) in geslaagd zijnline one's pockets • zijn zakken vullen, (op een oneerlijke manier) rijk wordenI was twenty dollars out of pocket • ik ben twintig dollar kwijtgeraakt————————pocket2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 sack
n. (grote)zak; hobbezak (kledingstuk); zak, ontslag; nest, bed; koffer; Spaanse witte wijn (soort)--------v. ontslag, de zak krijgen; plunderen; in zak pakkensack1[ sæk] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zak ⇒ baal, jutezak3 → sackful sackful/♦voorbeelden:give someone the sack • iemand de laan uitsturen————————sack2〈 werkwoord〉→ sack out sack out/ -
4 bag
n. zak; tas; handtas; koffer; beurs; notitieboek; wild op jacht meegenomen; uier (bij een koe, schaap, enz.); oogwal (veroorzaakt door gebrek aan slaap of vermoeidheid); honk, een van de vier honken bij honkbal (Honkbal); kleine hoeveelheid illegale drugs (Slang); lelijke vrouw (Slang)--------v. in zak, jas, koffer; doen; vangen (bij de jacht); te pakken krijgen; aanhouden, arresterenbag1[ bæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 zak ⇒ tas, koffer3 zakvormig voorwerp/lichaamsdeel♦voorbeelden:bags of room • plaats genoeg→ diplomatic diplomatic/————————bag2〈 bagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen zwellen/uitpuilen/uitzakken♦voorbeelden: -
5 pouch
-
6 footbag
n. kleine zak van stof gevuld met bonen of plastic balletjes die op een bal lijkt; elk spel gespeeld met bovenstaande zak waarbij het doel van het spel is de zak zo lang mogelijk in de lucht te houden (door er tegen aan te trappen) -
7 axe
n. bijl; asaxe11 bijl♦voorbeelden:the plan got the axe from the government • het plan werd door de regering van tafel geveegd————————axe21 de zak/bons geven ⇒ ontslaan, aan de dijk zetten -
8 buy a pig in a poke
-
9 damn
n. verdorie--------v. verdommen, vervloeken; afkrakendamn1♦voorbeelden:she doesn't care/give a (tinker's) damn • het kan haar geen barst schelen¶ damn! • verdomme!————————damn2〈bijvoeglijk naamwoord; bijwoord〉 〈 slang〉1 allejezus ⇒ godvergeten, verdomd(e)♦voorbeelden:damn fast • verdomd snelyou're damn well going to • jij doet dat om de sodemieter wel————————damn3〈 werkwoord〉1 verdoemen ⇒ vervloeken, verwensen♦voorbeelden:1 damn that fool! • laat ie doodvallen!〈 informeel〉 (well,) I'll be damned • wel allejezus/verdomme, krijg nou wat〈 slang〉 damn it! • verdomme!damn you! • (kloot)zak!, val dood! -
10 in sackcloth and ashes
-
11 jerk
n. ruk, schok, trek; zenuwtrek; lul, zak--------v. (plotseling) rukken; (plotseling) duwen; gooien, werpen; bevenjerk1[ dzjə:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ruk ⇒ schok, trek♦voorbeelden:stop with a jerk • met een ruk stoppen————————jerk2♦voorbeelden:jerk to a halt • met een ruk stoppen→ jerk off jerk off/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rukken aan ⇒ stoten, trekken aan♦voorbeelden: -
12 pack
n. pakket; pakje; horde; troep, zwerm; groep; verband; zalf--------v. (in)pakken, zijn koffer pakkenpack1[ pæk]1 pak ⇒ (rug)zak; last; bepakking; verpakking; pakket2 pak ⇒ hoop; pak vis/vlees/fruit; (verpakte) vangst/oogst 〈 van een seizoen〉; 〈 Brits-Engels〉 pak/spel kaarten; 〈 Amerikaans-Engels〉 pakje 〈 sigaretten〉♦voorbeelden:pack of nonsense • hoop onzinthis season's pack of salmon • de zalmvangst van dit seizoenII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 troep ⇒ bende; horde, meute 〈 jachthonden bijvoorbeeld〉; vloot 〈 van onderzeeërs, gevechtsvliegtuigen〉; 〈 sport〉 peloton; 〈 rugby〉 pack 〈 de voorwaartsen van een team〉♦voorbeelden:————————pack23 samenklitten ⇒ samenklonteren, zich verenigen♦voorbeelden:3 pack into • zich verdringen/persen inII 〈 overgankelijk werkwoord〉8 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 op zak hebben 〈 pistool bijvoorbeeld〉 ⇒ bij de hand hebben♦voorbeelden:packed lunch • lunchpakketthe theatre was packed with people • het theater was afgeladen -
13 sackful
n. zakvol[ sækfoel] 〈meervoud: ook sacksful〉♦voorbeelden: -
14 pouched
adj. zak-, zak bezittend (of zakken) -
15 I don't give a (flying) fuck
-
16 I had no money on me
-
17 Matilda
[ mətildə] 〈 Australisch-Engels〉♦voorbeelden:¶ walk/waltz Matilda • met zijn zak/bundel rondzwerven/reizen -
18 a paper bag crumpled (up) into a ball
a paper bag crumpled (up) into a ballEnglish-Dutch dictionary > a paper bag crumpled (up) into a ball
-
19 bag-ful
[ bægfoel] 〈meervoud: ook bagsful [bægzfoel]〉♦voorbeelden: -
20 bugger
n. sodomiet; lulhanes--------v. sodomie bedrijvenbugger1[ bugə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 vulgair〉pederast, sodomiet3 (arme) drommel ⇒ (arme) donder, kerel♦voorbeelden:¶ bugger-all • geen sodemieter, geen flikker————————bugger2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:bugger it, you've messed the whole thing up • sodeju, je hebt er een puinhoop van gemaakt
См. также в других словарях:
Zak — als Abkürzung steht für: ZAK (Politmagazin), Politmagazin des Westdeutschen Rundfunks (WDR) von 1988 bis 1996 den Zollernalbkreis, einem deutschen Landkreis in Baden Württemberg mit Sitz in Balingen für den dort ansässigen Zeitungsverlag Zollern… … Deutsch Wikipedia
Žak — ZAK als Abkürzung steht für: ZAK (Politmagazin), Politmagazin des Westdeutschen Rundfunks (WDR) von 1988 bis 1996 den Zollernalbkreis, einem deutschen Landkreis in Baden Württemberg mit Sitz in Balingen für den dort ansässigen Zeitungsverlag… … Deutsch Wikipedia
Žák — ZAK als Abkürzung steht für: ZAK (Politmagazin), Politmagazin des Westdeutschen Rundfunks (WDR) von 1988 bis 1996 den Zollernalbkreis, einem deutschen Landkreis in Baden Württemberg mit Sitz in Balingen für den dort ansässigen Zeitungsverlag… … Deutsch Wikipedia
ZAK — als Abkürzung steht für: ZAK (Politmagazin), Politmagazin des Westdeutschen Rundfunks (WDR) von 1988 bis 1996 den Zollernalbkreis, einem deutschen Landkreis in Baden Württemberg mit Sitz in Balingen für den dort ansässigen Zeitungsverlag Zollern… … Deutsch Wikipedia
żak — I {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mos IIa a. IIIb, lm M. żacy || i {{/stl 8}}{{stl 7}} dawniej: uczeń lub student, obecnie żartobliwe określenie studenta : {{/stl 7}}{{stl 10}}żacy Akademii Krakowskiej. Zabawy żaków podczas juwenaliów. <czes. z… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
Zak — Zak, altes holländisches Getreidemaß, das aber heute noch in Holland und zum Teil auch in den deutschen Ostseehäfen zur Qualitätsbestimmung des Getreides dient, die nach holländischen Troypfund im Zak geschieht = 27,874 l … Lexikon der gesamten Technik
Zak [1] — Zak (Zakrivier), so v.w. Sackfluß … Pierer's Universal-Lexikon
Zak [2] — Zak, Maß, so v.w. Sac … Pierer's Universal-Lexikon
Zak — (»Sack«), altes holländ. Getreidemaß zu 3 Schepels = 83,442 Lit., 1821–69 (Mud) = 1 hl … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Zak — (Sack), niederländ. Getreidemaß = 1 hl … Kleines Konversations-Lexikon
Zak — /zak/, n. a male given name, form of Zachary or Zachariah. * * * … Universalium