-
1 vulgar behavior
vulgair gedrag, grof gedrag -
2 bugger
n. sodomiet; lulhanes--------v. sodomie bedrijvenbugger1[ bugə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 vulgair〉pederast, sodomiet3 (arme) drommel ⇒ (arme) donder, kerel♦voorbeelden:¶ bugger-all • geen sodemieter, geen flikker————————bugger2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:bugger it, you've messed the whole thing up • sodeju, je hebt er een puinhoop van gemaakt -
3 shit
interj. stront! (uitdruk van walging, i.h. Nederlands "bah!", spreektaal)--------n. poep; stront; uitwerpsel; gezeur, gezwam, domme praat--------v. poepen, drukkenshit1♦voorbeelden:1 you shit! • klootzak!1 stront ⇒ kak, poep♦voorbeelden:beat the shit out of someone • iemand een pak op zijn sodemieter gevennot give a shit • er schijt aan hebben1 gezeik ⇒ gelul, onzin2 hasj→ tough tough/IV 〈meervoud; the〉1 schijterij ⇒ ‘dunne’, diarree————————shit2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schijten op/in♦voorbeelden:————————shit3〈 tussenwerpsel〉 〈 vulgair〉 -
4 vulgar
adj. vulgair, ordinair[ vulgə]1 vulgair ⇒ laag (bij de gronds), ordinair♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 (al)gemeen (bekend/aangenomen) ⇒ volks(-), van het volk2 van/in de volkstaal♦voorbeelden:1 vulgar herd • grote massa, vulgusVulgar Latin • vulgair Latijnvulgar opinion • algemene opinievulgar tongue • volkstaal -
5 ball
n. bal; bal (dansfeest)--------v. tot bal vormen; tot een bal maken; klonteren; deelnemen aan geslachtsgemeenschapball1[ bo:l]2 bol ⇒ bolvormig voorwerp, bal3 prop ⇒ kluwen, bol5 kogel♦voorbeelden:set/start the ball rolling • de zaak aan het rollen brengenballs! • gelul!¶ on the ball • wakker, op zijn hoedebe (right) on the ball • op de hoogte/ad rem zijn♦voorbeelden:————————ball2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ balls up balls up/ -
6 cheap
adj. goedkoop--------adv. goedkoopcheap1[ tsjie:p] 〈bijvoeglijk naamwoord; cheapness〉3 vulgair ⇒ ordinair, grof♦voorbeelden:1 cheap and nasty • armoedig, van slechte kwaliteitmake oneself cheap • zijn goede naam/reputatie te grabbel gooienon the cheap • voor een prikjecheap shot • rotopmerking/streek————————cheap2〈 bijwoord〉1 goedkoop ⇒ voordelig, op goedkope wijze♦voorbeelden: -
7 come
v. komen; aankomen; tot een oplossing komen; eindigen, tot bevrediging komencome1————————come21 komen ⇒ naderen, nader(bij) komen3 beschikbaar zijn ⇒ verkrijgbaar zijn, aangeboden/geproduceerd worden5 meegaan6 gebeuren7 staan ⇒ komen, gaan8 zijn9 beginnen ⇒ gaan, worden♦voorbeelden:the time will come when … • er komt een tijd dat …in the years to come • in de komende jarenshe came running • ze kwam aangerendcome aboard • aan boord komenthe train is coming • de trein komt eraanI'm coming! • ik kom eraan!〈 spreekwoord〉 first come, first served • die eerst komt, eerst maalt5 are you coming? • kom je mee?(now that I) come to think of it • nu ik eraan denk〈 informeel〉 how come? • hoe komt dat?, waarom?it comes rather easy • het is nogal gemakkelijkcome loose • loskomen, losgaanit has come to be used wrongly • men is het verkeerd gaan gebruikencome to believe • tot de overtuiging komencome to know someone better • iemand beter leren kennenthe life to come • het leven in het hiernamaalsshe doesn't know whether she is coming or going • ze is de kluts kwijtcome home to roost • zich keren tegen (de aanstichter), zich wrekencome now! • kom, kom!, zachtjes aan!come home to someone • tot iemand doordringencome near to tears • bijna in tranen uitbarstencome together • het eens worden, een geschil bijleggencome near doing something • iets bijna doen→ come about come about/, come across come across/, come after come after/, come again come again/, come along come along/, come apart come apart/, come around come around/, come at come at/, come away come away/, come back come back/, come before come before/, come between come between/, come by come by/, come down come down/, come for come for/, come forward come forward/, come from come from/, come in come in/, come into come into/, come of come of/, come off come off/, come on come on/, come out come out/, come over come over/, come round come round/, come through come through/, come to come to/, come under come under/, come up come up/, come upon come upon/ -
8 fart
n. scheet (slang)--------v. een wind laten, een scheet laten (slang)fart1————————fart2♦voorbeelden:¶ fart about/around • aanklooien/rotzooien -
9 fuck
n. neukpartij, sexuele gemeenschap (sl.); verdomme!, barst!--------v. neuken, sexuele gemeenschap hebben (sl.)fuck12 neuker♦voorbeelden:what the fuck is going on here? • wat is hier verdomme aan de hand?Fuck! • verdomme!, barst!————————fuck21 neuken ⇒ naaien, wippen♦voorbeelden:2 fuck'em! • ze kunnen de pot op!fuck it! • verrek!, krijg de klere!; hou op!fuck you (Charley)! • loop naar de verdommenis!(go) fuck yourself! • krijg de klere! -
10 gob
-
11 gross
adj. grof, dik, lomp; grof, uitgesproken, vulgair; bruto, totaal--------adj. totaal, bruto--------n. gros, 144--------v. gros, 12 dozijn; grof, dik, lomp; brutogross1[ groos] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: vaak gross〉1 gros ⇒ 12 dozijn, 144♦voorbeelden:1 by the gross • bij dozijnen, bij het gros————————gross2〈bijvoeglijk naamwoord; grossness〉1 grof ⇒ dik, lomp2 grof ⇒ flagrant, uitgesproken5 grof ⇒ vulgair, plat6 grof ⇒ algemeen, in grote lijnen♦voorbeelden:————————gross3〈 werkwoord〉1 een bruto winst hebben van ⇒ in totaal verdienen/opbrengen♦voorbeelden: -
12 hump
n. bult--------v. krommen, de rug krommen, geslachtsgemeenschap bedrijvenhump1[ hump] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 it gives me the hump • ik baal ervan/krijg er de balen van————————hump21 bollen ⇒ bol gaan staan, kromtrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 welven ⇒ bol/krom maken, ronden -
13 piss
n. pis (slang)--------v. pissen, plassen, urineren; irriteren, boos makenpiss11 pis♦voorbeelden:take the piss out of someone • iemand voor de gek houden————————piss2♦voorbeelden:it pisses me off • ik ben het beu/zat, ik ben woest -
14 Vulgar Latin
-
15 arse about
-
16 arse
n. reet, gat, kont; klootzak, lul; misdadiger; iem. die zich in elke toestand weet te redden[ a:s] 〈Brits-Engels; vulgair〉1 reet♦voorbeelden: -
17 arse-licking
arse-licking〈Brits-Engels; vulgair〉1 kont/gatlikkerij -
18 arsehole
-
19 asshole
-
20 ball-aching
См. также в других словарях:
POURRIR — v. n. S altérer, se gâter, se corrompre. Les fruits pourrissent quand on les garde trop longtemps. Il y a eu tant de pluies, que le raisin pourrissait sur le cep au lieu de mûrir. Le bois de chêne ne pourrit pas dans l eau aussi promptement que… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Napolitain — Carte du groupe italo roman méridional. Le napolitain est noté par « IVb ». Le napolitain est la langue parlée à Naples qui fait partie d un ensemble plus vaste de parlers dits méridionaux … Wikipédia en Français
Amsterdam Gay Pride — Gay Pride Amsterdam 2005 Amsterdam Gay Pride (AGP) ist ein jährlich am ersten Wochenende im August abgehaltenes Festival in der Innenstadt von Amsterdam für Homosexuelle, Bisexuelle, Lesben, Transgender und Transsexuelle (kurz: LGBT), mit einer… … Deutsch Wikipedia
tripudier — (entrée créée par le supplément) (tri pu di é) v. n. Mot forgé du latin. Danser, sauter de joie. • Astres bénins [dindes truffées] dont l apparition fait scintiller, radier et tripudier les gourmands de toutes les catégories, BRILLAT SAVARIN… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
vulgär — Adj std. (17. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. vulgaire, dieses aus l. vulgāris gemein, niedrig, allgemein , zu l. vulgus Volk . Ebenso nndl. vulgair, ne. vulgar, nfrz. vulgaire, nschw. vulgär, nnorw. vulgær. ✎ DF 6 (1983), 280 285.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache