-
1 langage
langage [lãgaazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:langage commun, courant • omgangstaallangage écrit, parlé • schrijf-, spreektaalchanger de langage • een andere toon aanslaanlangage de programmation • programmeertaalm -
2 verbe
verbe [verb]〈m.〉♦voorbeelden:m1) woord, taal2) toon [spreken]3) werkwoord [taal] -
3 écorcher
écorcher [eekorsĵee]2 schrammen ⇒ schaven, ontvellen, licht beschadigen♦voorbeelden:il crie comme si on l'écorchait • hij schreeuwt als een mager varkenv1) villen2) schrammen, schaven3) verbasteren [taal] -
4 estropier
estropier [estropjee]1 invalide, kreupel maken ⇒ verminken1 invalide, kreupel wordenv1) invalide/kreupel maken2) verminken, verdraaien [taal] -
5 idiome
-
6 langue
langue [lãg]〈v.〉1 tong2 taal♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 langue de bois • wollig taalgebruik, stereotiepe propagandataallangue de terre • landtonglangue de vipère, de serpent • kwaadspreker, -spreeksteravoir la langue épaisse • een beslagen tong hebbenavoir la langue liée à qn. • iemand dwingen ergens over te zwijgenavoir la langue trop longue • een lange tong hebbenmauvaise langue • kwaadspreker, -spreeksteravoir la langue bien pendue • goed van de tongriem gesneden zijntu a avalé ta langue? • heb je je tong verloren?lier la langue à qn. • iemand dwingen ergens over te zwijgense mordre la langue • zich op de tong bijten 〈 van spijt〉; het nog net binnenhouden 〈 wat men wilde zeggen〉tenir, garder sa langue • z'n mond houdenne pas savoir tenir sa langue • z'n mond niet kunnen houdentirer la langue à qn. • de tong tegen iemand uitsteken〈 figuurlijk〉 tirer la langue • dorst hebben; zich moeite geven; behoeftig zijn〈 spreekwoord〉 il faut tourner sa langue sept fois dans sa bouche avant de parler • men moet eerst denken, dan pas sprekenne pas avoir sa langue dans sa poche • niet op z'n mondje gevallen zijn→ couplangue mère • stamtaalun professeur de langues • een leraar vreemde talenlangue écrite, parlée • schrijf-, spreektaallangue véhiculaire • voertaallangue verte • argotlangue vulgaire • volkstaalf1) tong2) taal -
7 linguistique
linguistique [lẽgŵiestiek]♦voorbeelden:faire un séjour linguistique en Angleterre • enige tijd in Engeland doorbrengen om er de taal te lerenla linguistique • de taalkunde, linguïstiekftaalkunde, linguïstiek -
8 ordure
ordure [orduur]〈v.〉♦voorbeelden:ordures ménagères • huisvuilenlever les ordures • het huisvuil ophalenjeter, mettre aux ordures • weggooien1. f1) vuil, vuiligheid2) vies woord3) smeerlap2. orduresf pl1) vuilnis2) uitwerpselen3) vuile taal -
9 saleté
saleté [saaltee]〈v.〉2 vuil ⇒ viezigheid, troep3 schunnigheid ⇒ vuiligheid, schunnige taal♦voorbeelden:1. f1) vuilheid2) vuil, viezigheid2. saletésf pl1) rommel, rotzooi2) uitwerpselen -
10 langagier
-
11 acquisition
acquisition [aakieziesjõ]〈v.〉1 aankoop ⇒ aanwinst, aanschaf, verwerving♦voorbeelden:faire l'acquisition de qc. • iets kopen, aanschaffenfaankoop, verwerving -
12 actif
actif1 [aaktief]〈m.〉1 activa ⇒ bezit, vermogen♦voorbeelden:1 avoir à son actif • gedaan hebben, op zijn naam hebben staan————————actif2 [aaktief]1 actief ⇒ werkzaam, werkend, bedrijvig♦voorbeelden:1. m1) activa, bezit2) bedrijvende vorm [taal]2. actifsm pl3. actif/-iveadj1) actief, werkend, werkzaam2) efficiënt, krachtig -
13 anglais
-
14 appeler
appeler [aaplee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 roepen2 oproepen3 opbellen4 noemen5 benoemen ⇒ roepen (tot), bestemmen (voor)6 verlangen ⇒ noodzaken, met zich brengen♦voorbeelden:appeler le médecin • de dokter laten komenappeler qn. • iemand (aan)roepenappeler à l'aide, au secours • om hulp roepenappeler qn. ( au téléphone) • iemand opbellenappeler qn. en justice • iemand voor het gerecht dagenappeler qn. par son prénom • iemand bij zijn voornaam noemenappeler les choses par leur nom • het kind bij de naam noemenêtre appelé à 〈+ onbepaalde wijs〉 • bestemd zijn (om), geroepen worden (tot), genoodzaakt zijn (om)appeler qn. à une fonction, à un poste • iemand benoemen op een postelle est appelée par sa fonction à beaucoup voyager • haar functie zal met zich meebrengen dat ze veel moet reizenune riposte en appelle une autre • het ene weerwoord lokt het andere uitappeler l'attention de qn. sur qc. • iemands aandacht op iets vestigen♦voorbeelden:1 comment t'appelles-tu? • hoe heet je?voilà ce qui s'appelle parler • dat is pas duidelijke taalou je ne m'appelle plus X, aussi sûr que je m'appelle X • zowaar als ik leef, hier sta1. v1) noemen2) (op)roepen3) opbellen4) benoemen2. s'appelerv -
15 arabe
arabe [aaraab]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., m. & v.〉1 Arabisch♦voorbeelden:un(e) Arabe • Arabier, Arabische (vrouw)1. mArabisch [taal]2. m/fArabier/Arabische vrouw3. adj -
16 blocus
blocus [blokkuus]〈m.〉1 blokkade ⇒ blokkering, omsingeling♦voorbeelden:blocus économique • handelsblokkadem1) blokkade2) omsingeling, insluiting3) blokperiode [student] -
17 calomnie
calomnie [kaalomnie]〈v.〉♦voorbeelden:f -
18 châtier
-
19 clarté
clarté [klaartee]〈v.〉1 licht ⇒ lichtschijn(sel), glans, helderheid♦voorbeelden:f1) lichtschijn(sel), glans2) helderheid [water, glas]3) duidelijkheid, helderheid -
20 code
code [kod]〈m.〉2 (verzameling) voorschriften, regels♦voorbeelden:code de la route • verkeersregelscode civil • burgerlijk wetboekcode confidentiel • pincodecode électoral • kieswetcode pénal • wetboek van strafrechtle Code • de wetten3 code à barres • streepjes-, barcodecode postal • postcodecode secret • geheimschriften code • in code(taal) in geheim-, cijferschriftêtre en code • dimlicht aan hebbenmettre ses phares en code, se mettre en code • zijn lichten dimmen————————(éclairage, phares) codem1) wetboek2) verzameling voorschriften, regels3) code, geheimschrift
См. также в других словарях:
Taal — Vista aérea del volcán … Wikipedia Español
Taal — is the Dutch and Afrikaans word for language and was used as an early name for Afrikaans.The word Taal can also refer to: *Tala (music) *Taal, an Assamese traditional instrument * Taal (film), a 1999 Bollywood film by Subhash Ghai *Taal, Batangas … Wikipedia
Taal — bezeichnet: Taal (Batangas), Stadtgemeinde in der philippinischen Provinz Batangas Taal See, Vulkansee in der philippinischen Provinz Batangas Taal (Vulkan), Vulkan im Taal See in der philippinischen Provinz Batangas Taal (Film), indischer… … Deutsch Wikipedia
taal — taal; Taal; … English syllables
Taal — Pour les articles homonymes, voir Taal (homonymie). Taal est un film indien réalisé par Subhash Ghai et sorti en 1999 en Inde. En hindi, Taal signifie battement (musical, du cœur). Sommaire 1 Synopsis … Wikipédia en Français
Taal — /tahl/, n. Afrikaans (usually prec. by the). [1895 1900; < Afrik < D taal language, speech; c. TALE] /tah ahl /, n. an active volcano in the Philippines, on SW Luzon, on an island in Taal Lake: eruptions 1749, 1873, 1911. 1050 ft. (320 m). * * * … Universalium
taal — ● tala ou taal nom masculin (mot sanscrit) Dans la musique savante hindoue, structure comportant un nombre fixe de schémas métriques, exprimés lors de l apprentissage par des onomatopées vocales. ● tala ou taal (homonymes) nom masculin (mot… … Encyclopédie Universelle
Taal — Original name in latin Taal Name in other language Taal, Таал State code PH Continent/City Asia/Manila longitude 13.87992 latitude 120.92311 altitude 42 Population 39745 Date 2011 07 31 … Cities with a population over 1000 database
Taal (Vulkan) — Taal Der Vulkan im Taalsee Höhe 400 m … Deutsch Wikipedia
Taal and Rhya — are fictional deities in the Warhammer Fantasy setting, and are drawn from real world analogies, such as the Green Man, Mother Nature, and local nature spirits. The descriptions of the cult of Taal and Rhya are not as developed as the deities… … Wikipedia
Taal, Batangas — Taal is a 4th class municipality in the province of Batangas, Philippines. According to the 2000 census, it has a population of 43,455 people in 8,451 households. History The descendants of the Bornean settlers in Panay spread out to the… … Wikipedia