-
1 éponger
éponger [eepõzĵee]♦voorbeelden:éponger un retard • een achterstand wegwerken♦voorbeelden:v1) afsponzen, afwissen2) wegwerken -
2 polish off
-
3 expédier
-
4 suppléer
suppléer [suuplee.ee]1 compenseren ⇒ vergoeden, goedmakenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 abschieben
-
6 aufholen
aufholenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 zijn achterstand wegwerken ⇒ verbeteren, versterken♦voorbeelden:der Zug holt auf • de trein haalt zijn vertraging inII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 op-, inhalen ⇒ goedmaken, wegwerken2 〈 scheepvaart〉ophalen, (omhoog-, op)hijsen♦voorbeelden: -
7 раскрыть скобки
vmath.anal. haakjes wegwerken -
8 сгонять
vgener. afjagen, opdrijven, wegwerken, opjagen -
9 убирать
v1) gener. onderbrengen (сено и т.п.), opknappen, opnemen, wegdoen, wegruimen, afruimen (со стола), bergen, de oogst inbrengen, inhalen (парус), inschikken, opbergen, opmaken (постель и т.п.), opredderen, opruimen, opschikken, redderen, ruimen, schoon schip maken, schoonmaken, tooien, wegleggen, wegwerken -
10 удалять
vgener. afnemen, ontdoen, ruimen, verwijderen, wegmaken, wegwerken, afschuiven, wegcijferen -
11 block out something on a photo
block out something on a photoiets op een foto afdekken/wegwerken -
12 block
n. blok; versperring; (in computers) een verzameling tekst, die als eenheid wordt behandeld voor een bepaalde bewerking; stremming; obstructie--------v. versperren, blokkeren; vertragenblock1[ blok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:block of marble • blok marmerhe lives four blocks away • hij woont vier straten verder(op)walk around the block • een straatje omlopenpsychological block • psychologische drempel→ old old/————————block21 blokkeren ⇒ blokken, obstructie plegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 belemmeren ⇒ verhinderen, tegenhouden♦voorbeelden:block credits • kredieten bevriezenblock a bill • een wetsvoorstel tegenhoudenthe exits were blocked • de uitgangen waren versperdblock off • afsluiten, blokkerenblock out something on a photo • iets op een foto afdekken/wegwerkenblock up/in a window • een raam afsluiten/dichtspijkeren¶ block in/out • ontwerpen, schetsen -
13 catch up
inhalencatch up1 〈 informeel〉een achterstand wegwerken/inlopen♦voorbeelden:♦voorbeelden:caught up in an intrigue • betrokken bij een intrigecaught up in a daydream • in gedachten verzonken2 ophouden ⇒ opsteken, omhoog houden -
14 dispatch
n. bericht, (officieel) report, efficiëntie--------v. (ver)zenden, (weg)sturen; de genadeslag geven, doden[ dispætsj]♦voorbeelden:————————〈 werkwoord〉2 de genadeslag geven ⇒ doden, expediëren -
15 eliminate
-
16 finish
n. eind; afwerking; polijsting--------v. eindigen; afwerken; afmaken; opmaken; afwerken; wegwerken; polijstenfinish1[ finnisj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beëindiging ⇒ einde, voltooiing♦voorbeelden:(fight) to the finish • tot het bittere einde (doorvechten)————————finish21 eindigen ⇒ tot een einde komen, uit zijn2 finishen ⇒ de eindstreep bereiken, de finish bereiken3 uiteindelijk terecht/uitkomen ⇒ belanden♦voorbeelden:finish off with • eindigen metwe used to finish up with a glass of port • we namen altijd een glas port om de maaltijd af te rondenshe must have finished with Jamie • ze schijnt het uitgemaakt te hebben met Jamiewe have finished with that firm • we hebben geen (zaken)relaties meer met die firmaI haven't finished with you yet, my girl • ik ben met jou nog niet klaar, meisjehe has finished with your dictionary: you can have it back • hij heeft je woordenboek niet meer nodig: je mag het terug (hebben)II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 afwerken ⇒ voltooien, de laatste hand leggen aan4 appreteren ⇒ hoogglans geven aan, aflakken♦voorbeelden: -
17 jockey
n. jockey, rijder op renpaard (professioneel); werker--------v. door bedrog krijgen; (iem.) wegwerken; knoeien; manoeuvreren, met de ellebogen werkenjockey1[ dzjokkie] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 jockey————————jockey2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
18 put away
-
19 work off
-
20 date of payment
datum van afbetaling, tijd van afbetaling (datum van wegwerken van overdispositie, datum van terugbetaling van lening)
Страницы
- 1
- 2