-
1 блокировать
blokkeren -
2 blocking up
blokkeren -
3 to disable
blokkeren -
4 to block
blokkerendichtdrukkensamenstellen van blokkensperrenstremmen -
5 to jam
blokkerenknellenvastlopen -
6 block
n. blok; versperring; (in computers) een verzameling tekst, die als eenheid wordt behandeld voor een bepaalde bewerking; stremming; obstructie--------v. versperren, blokkeren; vertragenblock1[ blok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:block of marble • blok marmerhe lives four blocks away • hij woont vier straten verder(op)walk around the block • een straatje omlopenpsychological block • psychologische drempel→ old old/————————block21 blokkeren ⇒ blokken, obstructie plegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 belemmeren ⇒ verhinderen, tegenhouden♦voorbeelden:block credits • kredieten bevriezenblock a bill • een wetsvoorstel tegenhoudenthe exits were blocked • de uitgangen waren versperdblock off • afsluiten, blokkerenblock out something on a photo • iets op een foto afdekken/wegwerkenblock up/in a window • een raam afsluiten/dichtspijkeren¶ block in/out • ontwerpen, schetsen -
7 jam
n. jam; file, verkeersopstopping--------v. vast (blijven) zitten, blokkeren, vastraken; dringen; jammen; vastzetten, klemmen. knellenjam1[ dzjæm]1 opstopping ⇒ gedrang; blokkering, stremming3 〈 verkorting〉[jam session]♦voorbeelden:2 be in/get into a jam • in de nesten/knoei zitten/raken1 jam♦voorbeelden:————————jam2〈 jammed〉1 vast (blijven) zitten ⇒ klemmen, blokkeren, vast raken2 dringen♦voorbeelden:the machine jammed • de machine liep vastII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vast zetten ⇒ klemmen, knellen; zeevast zetten2 (met kracht) drijven ⇒ dringen, duwen4 blokkeren ⇒ verstoppen, versperren♦voorbeelden:he jammed his spurs into the horse's flanks • hij gaf het paard de sporenthe typewriter keys jam • de schrijfmachinetoetsen blokkeren -
8 bloquer
bloquer [blokkee]3 groeperen ⇒ verenigen, samenvoegen♦voorbeelden:1 bloqué par la glace • vastgevroren, ingevrorenbloquer les prix • een prijzenstop afkondigenbloquer les salaires • de lonen bevriezen, een loonstop afkondigen1. v1) blokkeren2) vastzetten, vastleggen3) stoppen [bal]4) versperren, afsluiten5) verenigen2. se bloquervgeblokkeerd raken, vastlopen -
9 gripper
gripper [griepee]3 rimpelen -
10 blockade
n. blokkade--------v. blokkeren, afsluitenblockade1[ blokkeed] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blokkade ⇒ afsluiting, versperring♦voorbeelden:run a blockade • een blokkade breken————————blockade2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 chock
n. stoot(blok), klos, klamp, remblok--------v. vastzetten, blokkeren, vastleggen; samenpersenchock1[ tsjok] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blok ⇒ klos, klamp————————chock2〈 werkwoord〉1 vastzetten ⇒ blokkeren, vastleggen♦voorbeelden: -
12 stall
n. stal; kraam, stalletje; afdeling (in restaurant), box; koorbank; stallesplaat; diefjesmaat; verlies van besturing over vliegtuig--------v. blijven steken; afslaan (v. motor); draaien, tijd rekken; stallen; ophouden, blokkerenstall1[ sto:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 box ⇒ hok, stal————————stall23 draaien ⇒ uitvluchten zoeken, tijd rekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stallen♦voorbeelden: -
13 stop
n. halte; achterstand; eind, einde; pauze; verstopping; halte--------v. stoppen; ophouden met; staken; eindigen; versperren; tegenhoudenstop1[ stop] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 einde ⇒ beëindiging, het stoppen; pauze, onderbreking3 afsluiting ⇒ blokkade, belemmering♦voorbeelden:1 bring to a stop • stopzetten, een halt toeroepenput a stop to • een eind maken aan————————stop2〈 stopped〉1 ophouden ⇒ tot een eind komen, stoppen2 halt houden ⇒ stilhouden, tot stilstand komen♦voorbeelden:they stopped short of doing it • ze gingen niet zover, dat ze het dedenstop at nothing • tot alles in staat zijnstop in • binnenblijvenstop off • zijn reis onderbrekenstop over • de (vlieg)reis onderbrekenstop to tea • blijven etenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 verhinderen ⇒ afhouden, tegenhouden3 blokkeren ⇒ afsnijden, tegenhouden, stoppen4 een eind maken aan ⇒ stopzetten, beëindigen5 ophouden met ⇒ staken, beëindigen♦voorbeelden:stop up a leak • een lek dichten2 stop thief! • houd de dief!stop someone (from) getting into trouble • zorgen dat iemand niet in moeilijkheden raaktstop a cheque • een cheque blokkerenstop a fee out of one's wages • contributie van iemands salaris inhoudenstop muttering • ophouden met foeterenstop it! • hou op! -
14 jammer
n. persoon of ding dat blokkeert; apparaat dat gebruikt wordt om radiogolven te blokkeren; apparaat dat gegevensstroom van tegenstander probeert te blokkeren -
15 enrayer
enrayer [ãrejjee]2 〈 crisis, gevaarlijke ontwikkeling〉 tot staan brengen ⇒ stuiten, (af)remmen, een halt toeroepen aan♦voorbeelden: -
16 sperren
sperrenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 eine Straße sperren • een straat, weg afsluiten, afzettenjemandem den Weg sperren • iemand de weg versperrengesperrt! • verkeer gestremd!jemandem das Konto sperren • iemands rekening blokkeren1 zich verzetten ⇒ tegenspartelen, tegenstribbelen -
17 блокировать
v1) gener. blokkeren (тж. фин.), sperren2) sports. een blok vormen3) eng. vergrendelen4) railw. blokken -
18 закрывать путь семафором
vrailw. blokkerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > закрывать путь семафором
-
19 осаждать
-
20 перекрыть
vgener. (weg) blokkeren
См. также в других словарях:
MisterWiki/VF — Usuario:MisterWiki/VF Saltar a navegación, búsqueda Página principal de Vandal Fighter • Manual del usuario • Reportes de bugs • Solicitud de Requerimientos • Versiones anteriores de Vandal Fighter • Notas de desarrollo… … Wikipedia Español
blockieren — Vsw std. (17. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus frz. bloquer (zunächst: mit einem Fort versehen ), einer Ableitung von frz. blocus Festungsfort , dieses aus mndl. bloc hūs Verteidigungsstellung aus Balken , unter Rückgriff auf frz. bloc… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache