-
1 headlong
-
2 headfirst
adv. voorover, onbesuisd, onstuimigheadfirst -
3 stoop
n. veranda; vooroverbuigen, gebukte houding--------v. zich bukken, voorover buigenstoop1[ stoe:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 ronde rug ⇒ kromme/gebogen rug————————stoop2♦voorbeelden:stoop to folly • zich tot onbezonnenheden verlagenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 buigen♦voorbeelden: -
4 bender
n. boemelpartij; voorover gebogen[ bendə]♦voorbeelden: -
5 declination
n. wegkwijnen; weigering; vervoeging van werkwoorden[ deklinneesjn]2 〈 aardrijkskunde, natuurkunde, sterrenkunde〉 declinatie ⇒ afwijking(shoek)/miswijzing 〈 van kompasnaald〉 -
6 head first/foremost
head first/foremost -
7 head
adj. belangrijkste, hoofdzaak--------n. hoofd; (in computers) kop, het onderdeel dat leest van, en schrijft naar de harde schijf of diskettes--------v. leiden, aan het hoofd staan; afstotenhead1[ hed] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.15 head〉1 hoofd ⇒ kop, hoofdlengte9 (opname/wis)kop 〈van band/videorecorder〉♦voorbeelden:have something hanging over one's head • iets boven het hoofd hebben hangen 〈 voornamelijk figuurlijk〉head first/foremost • voorovertaller by a head • een kop groterget/take something into one's head • zich iets in het hoofd zettenthe success has gone to/turned his head • het succes is hem naar het hoofd gestegenput one's heads together • de koppen bij elkaar stekenput something into someone's head • iemand iets suggererenthat is above/over my head • dat gaat boven mijn peta head for mathematics • een wiskundeknobbeloff/out of one's head • gek, niet goed bij zijn verstand3 heads or tails? • kruis of munt?4 £1 a head • £1 per persooncome to a head • een kritiek punt bereikenbang one's head against a brick wall • met het hoofd tegen de muur lopenhead over ears/heels • tot over zijn orenfrom head to foot • van top tot teenbury one's head in the sand • de kop in het zand stekenI could not make head or tail of it • ik kon er geen touw aan vastknopenkeep one's head above water • het hoofd boven water houdenbeat/knock someone's head off • iemand totaal verslaanbite/snap someone's head off • iemand afsnauweneat one's head off • eten als een wolf〈 slang〉 give someone head • iemand beffen/pijpenhold one's head high • z'n hoofd niet laten hangenkeep one's head • zijn kalmte bewarenkeep one's head down • zich gedekt houdenlaugh one's head off • zich een ongeluk lachenscream/shout one's head off • vreselijk tekeergaanhave one's head screwed on straight/right • verstandig zijn, niet gek zijnshe could do it standing on her head • het was voor haar een fluitje van een centbe promoted over one's head • gepasseerd worden————————head21 gaan ⇒ gericht zijn, koers zetten♦voorbeelden:the plane headed north • het vliegtuig zette koers naar het noorden→ head for head for/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the procession was headed by the mounted police • de stoet werd voorafgegaan door de bereden politie→ head off head off/ -
8 pitch
n. hoogte van een toon; teer; worp van een bal; helling; waar zaken gedaan worden; (in computers - printers) het aantal tekens per inch--------v. gooien; opslaan; stampen; stortenpitch11 worp8 pek♦voorbeelden:————————pitch2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen afhellen/aflopen 〈 dak〉♦voorbeelden: -
9 precipitation
n. het overhaasten, onbezonnenheid; precipitaat, bezinksel; neerslag (meteo.)[ prissippitteesjn]2 het overhaasten ⇒ onbezonnenheid, impulsief gedrag♦voorbeelden: -
10 prone
-
11 antrorsely
adv. voorover gebogen, naar boven (in dierkunde) -
12 forward
spitsvoorovervoorstevooruitvoorwaarts
См. также в других словарях:
Charlotte van Pallandt — Retrato de la escultora[1] Nombre de nacimiento … Wikipedia Español