-
21 un
un1 [ũ],une [uun]〈m., v.〉1 één♦voorbeelden:ne faire ni une ni deux • geen moment aarzelenpas un(e) • geen (enkele)plus d'un • menigeenun à un, un par un • één voor éénet d' un(e)! • dat is één!voilà une de ces bêtises! • is me dat weer een stommiteit!〈 spreekwoord〉 quand il y en a pour un (deux, trois), il y en a pour deux (trois, quatre) 〈 wanneer er genoeg is voor één (twee, drie), dan is er ook genoeg voor twee (drie, vier)〉————————un2 [ũ],une [uun]1 één ⇒ een eenheid, een geheel vormend♦voorbeelden:la vérité est une • er is maar één waarheidne faire qu'un • één geheel zijn, vormenII 〈 telwoord〉1 één♦voorbeelden:le trente et un décembre • een en dertig december→ avis, précaution————————un3 [ũ],une [uun]〈onbepaald voornaamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:un de ces jours • één dezer dagenils s'injurient l' un l'autre • zij schelden elkaar uitl' un et l'autre • beiden→ malheur————————un4 [ũ],une [uun]〈 lidwoord〉1 een♦voorbeelden:1 une fois, un jour • eens, op zekere dagun monsieur X • een zekere meneer X1. = une; m/f, adj 2. = une; art -
22 maître
maître1 [metr],maîtresse [metres]〈m., v.〉1 heer, vrouw ⇒ meester(es), gebieder, baas2 onderwijzer(es) ⇒ leermeester, schoolmeester, voorganger♦voorbeelden:maître, maîtresse de maison • heer, vrouw des huizesêtre maître de son sujet • zijn onderwerp beheersenêtre maître, le maître • de baas zijnêtre son maître • zijn eigen baas zijnêtre maître de soi • zich beheersenêtre maître de son destin • het lot in eigen handen hebbenêtre maître de faire qc. • vrij zijn iets te doenmaître à penser • geestelijk leermeesterse rendre maître de • zich meester maken van, bemachtigense rendre maître d'un incendie • een brand meester wordense rendre maître d'un secret • achter een geheim komenle capitaine est le maître après Dieu • de kapitein is schipper naast Godil est passé maître dans l'art de mentir • hij is heel handig geworden in het liegenen maître • met gezagrégner en maître • de onmiskenbare heerser, meester zijnparler en maître • op gebiedende toon sprekenmaître nageur • badmeester; zwemleraarmaître auxiliaire • leraar met tijdelijke aanstellingmaître de chapelle • kapelmeestermaître compagnon • werkbaas, meesterknechtmaître de conférences • lectormaître d'école • (school)meester, onderwijzermaître de l'heure • persoon van wie actuele gebeurtenissen afhangen(à la) maître d'hôtel • met boter- en peterseliesaus4 maître Aliboron • steiloor, domme bemoeialmaître Renard • Reinaert de Vosmaître anonyme • onbekende meester————————maître2 [metr],maîtresse [metres]1 hoofd- ⇒ belangrijkste, meester-♦voorbeelden:maître autel • hoofdaltaarmaître coq, queux • meester-kokmaîtresse femme • kranige vrouwl'oeuvre maîtresse • het belangrijkste werkpoutre maîtresse • hoofdligger, -balk1. m (f - maîtresse)1) heer/vrouw, meester/-eres, baas/bazin2) onderwijzer/-eres, schoolmeester2. = maîtresse; adjbelangrijkste, hoofd-, meester- -
23 quel
1 welk(e) ⇒ wie, wat, wat voor een, hoe♦voorbeelden:1 quelle heure est-il? • hoe laat is het?quelle idée! • wat een (absurd) idee!quel est le titre? • wat is de titel?je vous demande quel travail il fait • ik vraag u wat voor werk hij doetn'importe quel • onverschillig welke, wiequel qu'il soit • wie het ook is, wie het ook moge zijn= quelle; pron, adjwelk, wie, wat, wat voor een -
24 devoir
devoir1 [dəvwaar]〈m.〉♦voorbeelden:rendre à qn. les derniers devoirs • iemand de laatste eer bewijzen————————devoir2 [dəvwaar]1 verschuldigd, schuldig zijn♦voorbeelden:2 cette famille ne veut devoir rien à personne • die familie wil tegen niemand dank je hoeven te zeggenl'homme devait tomber une heure plus tard • de man zou een uur later vallen♦voorbeelden:1. mplicht, verplichting2. devoirsm pl3. v3) moeten, behoren -
25 fermer
fermer [fermee]1 sluiten ⇒ dichtgaan, gesloten zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)sluiten ⇒ dichtmaken, uitdoen♦voorbeelden:fermer à clef • op slot doenfermer au verrou • (af)grendelenc'est l'heure, on ferme • het is sluitingstijd→ porte1 dichtgaan ⇒ dichtvallen, zich sluiten♦voorbeelden:1. v1) sluiten, dichtgaan2) (af)sluiten, dichtmaken2. se fermerv1) dichtgaan -
26 horloge
horloge [orlozĵ]〈v.〉♦voorbeelden:horloge à quartz • kwartsuurwerkhorloge à sable • zandloperhorloge solaire • zonnewijzeril est réglé comme une horloge • hij leidt een zeer geregeld leven→ exactitude, heuref -
27 mauvais
mauvais [moove]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m., v.〉1 slecht ⇒ verkeerd, ongunstig2 boos(aardig) ⇒ gemeen, laag, vals♦voorbeelden:mauvais joueur • speler die niet tegen zijn verlies kanmauvaise odeur • vieze lucht, stankun mauvais quart d'heure • een benauwd kwartiertjel'avoir mauvaise • er beroerd aan toe zijnil fait mauvais • het is slecht weerça sent mauvais! • dat stinkt!; 〈 figuurlijk〉daar zit een luchtje aan!〈 informeel〉 pas mauvais ça! • niet gek!le mauvais • het kwade; de deugnietle Mauvais • de duiveladj1) slecht, verkeerd2) boos, gemeen, vals -
28 mon
mon [mõ],♦voorbeelden:mon ami et mon amie • mijn vriend en vriendinje parlerai à mon heure • ik zal wat zeggen als ík daarvoor de tijd gekomen acht→ endroit= ma; = mes; adjmijn, van mij -
29 tourner
tourner [toernee]3 veranderen ⇒ een loop, wending nemen♦voorbeelden:faire tourner un disque • een plaat draaienfaire tourner une usine • een fabriek draaiende houdenfaire tourner la tête • duizelig makenfaire tourner les tables • de tafels doen dansenla tête lui tourne • het duizelt hem, hij is duizeligqu'est-ce qui ne tourne pas rond? • wat schort er aan?tourner rond • goed lopen, goed draaientourner autour d' une femme • een vrouw proberen te versierenla conversation tournait autour de la crise économique • het gesprek had de economische crisis tot onderwerptourner à droite, sur sa droite • rechtsaf slaantourner dans une rue • een straat inslaan3 tourner mal • een verkeerde wending nemen, slecht aflopenelle a mal tourné • ze is op het verkeerde pad geraaktla discussion tourne à la violence • de discussie loopt uit op gewelddadighedenle temps tourne au beau • het wordt mooier weer4 silence, on tourne • stilte, opnameII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 draaien ⇒ omdraaien, bewerken2 roeren4 richten ⇒ wenden, draaien♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 tourner et retourner un problème dans sa tête • een probleem van alle kanten bekijken2 zich richten ⇒ zich wenden, zich keren♦voorbeelden:1. v1) draaien5) zuur worden [melk]6) roeren7) omslaan [bladzijde]8) richten9) om [iets] heen lopen10) omzeilen2. se tournerv2) zich richten -
30 zéro
zéro [zeeroo]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord, telwoord〉1 nul ⇒ nulpunt, niets♦voorbeelden:1 degré, état zéro • nulgraad, nultoestandà zéro heure • om twaalf uur 's nachtsavoir le moral à zéro, être à zéro • in de put zittencollectionner les zéros • veel nullen, slechte cijfers halenpartir de zéro • van niets af, van voor af aan beginnen1. m1) nul2) nulpunt2. adjgeen (enkele), nul
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Heure de l'Est — L heure de l Est est en jaune à droite L heure de l Est (en anglais Eastern Time Zone) est un fuseau horaire couvrant la côte est de l Amérique du Nord, ainsi que la côte ouest de l Amérique du Sud. Au Canada et aux États Unis, il correspond en… … Wikipédia en Français
A mon age et a l'heure qu'il est — À mon âge et à l heure qu il est À mon âge et à l heure qu il est Album par Julien Clerc Pays France Sortie 1976 Genre(s) … Wikipédia en Français
À mon âge et à l'heure qu'il est — Album par Julien Clerc Pays France Sortie 1976 Genre … Wikipédia en Français
À l'heure qu'il est, à l'heure actuelle, pour l'heure, à cette heure — ● À l heure qu il est, à l heure actuelle, pour l heure, à cette heure actuellement, en ce moment précis, dans les circonstances actuelles … Encyclopédie Universelle
Je ne te demande pas l'heure qu'il est — ● Je ne te demande pas l heure qu il est mêle toi de ce qui te regarde, je ne t adresse pas la parole … Encyclopédie Universelle
heure — [ ɶr ] n. f. • 1080 ore, eure; lat. hora 1 ♦ Espace de temps égal à la vingt quatrième partie du jour (pratiquement, aujourd hui, du jour solaire moyen). Heure sidérale, heure solaire vraie, heure solaire moyenne. L heure est subdivisée en 60… … Encyclopédie Universelle
Heure D'été — L heure d été est un régime utilisé par un grand nombre de pays consistant à ajuster l heure locale officielle, généralement d une heure par rapport au fuseau horaire standard pour les périodes du printemps, de l été et du début de l automne. L… … Wikipédia en Français
Heure UNIX — Cet article est consacré à l heure Unix. Il introduit d abord la notion d heure Posix pour présenter les points qui sont communs à toutes les implémentations qui respectent la norme POSIX (la norme est unique), puis la notion d heure Unix c est à … Wikipédia en Français
Heure d'ete — Heure d été L heure d été est un régime utilisé par un grand nombre de pays consistant à ajuster l heure locale officielle, généralement d une heure par rapport au fuseau horaire standard pour les périodes du printemps, de l été et du début de l… … Wikipédia en Français
Heure internet — Pour les articles homonymes, voir SIT. La dernière fois que vous avez rafraîchi la page il était 14:56 UTC, soit : .be … Wikipédia en Français
Heure (temps) — Pour les articles homonymes, voir Heure. Heure courante 10:39:35 (UTC) L’heure est une unité de mesure du temps. Le mot désigne aussi la grandeur elle même, l instant (l « heure qu il est »), y compris en sciences (« heure… … Wikipédia en Français