-
1 cribler
-
2 tri
tri [trie]〈m.〉1 (het) sorteren ⇒ (het) schiften, (het) uitzoeken2 tri ⇒ trieur, (brieven)sorteerinrichting♦voorbeelden:1 faire le tri de qc. • iets sorteren, schiften -
3 éliminer
éliminer [eeliemienee]〈 werkwoord〉1 uitschakelen ⇒ schiften, verwijderenvuitschakelen, verwijderen -
4 filtrer
filtrer [fieltree]2 doorsijpelen ⇒ infiltreren, doorzijgenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 schiften ⇒ zeven, ziftenv1) filtreren2) doorsijpelen3) uitlekken4) zeven5) controleren -
5 sélectionner
sélectionner [seeleksjonnee]〈 werkwoord〉1 selecteren ⇒ selectie toepassen op, schiften, uitkiezenvselecteren, uitkiezen -
6 tamis
-
7 tourner
tourner [toernee]3 veranderen ⇒ een loop, wending nemen♦voorbeelden:faire tourner un disque • een plaat draaienfaire tourner une usine • een fabriek draaiende houdenfaire tourner la tête • duizelig makenfaire tourner les tables • de tafels doen dansenla tête lui tourne • het duizelt hem, hij is duizeligqu'est-ce qui ne tourne pas rond? • wat schort er aan?tourner rond • goed lopen, goed draaientourner autour d' une femme • een vrouw proberen te versierenla conversation tournait autour de la crise économique • het gesprek had de economische crisis tot onderwerptourner à droite, sur sa droite • rechtsaf slaantourner dans une rue • een straat inslaan3 tourner mal • een verkeerde wending nemen, slecht aflopenelle a mal tourné • ze is op het verkeerde pad geraaktla discussion tourne à la violence • de discussie loopt uit op gewelddadighedenle temps tourne au beau • het wordt mooier weer4 silence, on tourne • stilte, opnameII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 draaien ⇒ omdraaien, bewerken2 roeren4 richten ⇒ wenden, draaien♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 tourner et retourner un problème dans sa tête • een probleem van alle kanten bekijken2 zich richten ⇒ zich wenden, zich keren♦voorbeelden:1. v1) draaien5) zuur worden [melk]6) roeren7) omslaan [bladzijde]8) richten9) om [iets] heen lopen10) omzeilen2. se tournerv2) zich richten -
8 criblage
-
9 débrouiller
débrouiller [deebroejee]1 ontwarren ⇒ scheiden, schiften♦voorbeelden:qu'il se débrouille! • hij zoekt het maar uit!débrouillez-vous! • zoek het zelf maar uit! -
10 faire le tri de qc.
faire le tri de qc.iets sorteren, schiften -
11 filtrage
filtrage [fieltraazĵ]〈m.〉♦voorbeelden: -
12 passer au tamis
passer au tamis(uit)schiften, zorgvuldig uitzoeken
См. также в других словарях:
Schiften — der Segel auf Vorwindkurs Schiften bezeichnet ein Segelmanöver, bei dem auf einem Vorwindkurs (unfachmännisch ausgedrückt: „Wind von hinten“) ein oder mehrere Segel auf die andere Seite bewegt werden, ohne dabei den Kurs zu ändern. Das Manöver… … Deutsch Wikipedia
Schiften — Schiften, verb. reg. act. ein nur in einigen Fällen übliches Wort. 1) Ein Gewehr schiften, in einigen Gegenden, es mit einem Schafte versehen; wofür doch schäften gangbarer ist, S. dasselbe. 2) Bey den Falkenieren wird ein Habicht geschiftet,… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Schiften — Schiften, 1) von Raubvögeln frische Schwungfedern bekommen, wenn die alten verstoßen sind; 2) einen Balken der Länge nach an u. auf den andern verbinden; 3) so v.w. Schüften; 4) auf der Donau ein Schiff lichten, um glücklich über die gefährlichen … Pierer's Universal-Lexikon
Schiften — (Anschiften, Schmiegen), zwei Hölzer z. B. Dachsparren, ohne besondere Verbindung, nur durch Nägel in schräger Richtung aneinander befestigen; seemännisch heißt S. (aus dem engl. »shift«) soviel wie ändern, umwechseln … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Schiften — (Anschiften, Schmiegen), die Art und Weise, wie die Schiftsparren oder Schifter an die Grat bezw. Kehlsparren angepaßt (geschiftet) und befestigt werden. Das praktische Verfahren, die Länge der Schiftsparren sowie die Form und Lage der… … Lexikon der gesamten Technik
Schiften — Schiften, von Raubvögeln: frische Schwungfedern bekommen; in der Baukunst: einen Balken der Länge nach an und auf den andern verbinden … Kleines Konversations-Lexikon
schiften — schiften:⇨verschieben(II,1) … Das Wörterbuch der Synonyme
schiften — schịf|ten1 〈V. intr.; hat; Seemannsspr.〉 1. ein Segel vor dem Winde von der einen Seite auf die andere bringen 2. die Lage verändern, wechseln ● die Ladung schiftet verrutscht (bei starkem Seegang) [<engl. shift „verschieben, versetzen,… … Universal-Lexikon
schiften — ein Segel vor dem Wind auf die andere Seite bringen; die Ladung verschieben, verandern … Maritimes Wörterbuch
schiften — schịf|ten 〈V.; Seemannsspr.〉 1. ein Segel vor dem Wind von der einen Seite auf die andere bringen 2. die Lage verändern, wechseln; die Ladung schiftet verrutscht bei Seegang [Etym.: <engl. shift »verschieben, versetzen, (Lage) verändern«] … Lexikalische Deutsches Wörterbuch
schiften — schịf|ten (Bauwesen [Balken] nur durch Nägel verbinden; [zu]spitzen, dünner machen; Seemannssprache die Stellung des Segels verändern; verrutschen [von der Ladung]) … Die deutsche Rechtschreibung