-
1 devoir
devoir1 [dəvwaar]〈m.〉♦voorbeelden:rendre à qn. les derniers devoirs • iemand de laatste eer bewijzen————————devoir2 [dəvwaar]1 verschuldigd, schuldig zijn♦voorbeelden:2 cette famille ne veut devoir rien à personne • die familie wil tegen niemand dank je hoeven te zeggenl'homme devait tomber une heure plus tard • de man zou een uur later vallen♦voorbeelden:1. mplicht, verplichting2. devoirsm pl3. v3) moeten, behoren -
2 accomplir
accomplir [aakõplier]♦voorbeelden:1 geschieden ⇒ plaatsvinden, in vervulling gaan1. vvervullen, uitvoeren2. s'accomplirvgeschieden, tot stand komen, in vervulling gaan -
3 appeler
appeler [aaplee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 roepen2 oproepen3 opbellen4 noemen5 benoemen ⇒ roepen (tot), bestemmen (voor)6 verlangen ⇒ noodzaken, met zich brengen♦voorbeelden:appeler le médecin • de dokter laten komenappeler qn. • iemand (aan)roepenappeler à l'aide, au secours • om hulp roepenappeler qn. ( au téléphone) • iemand opbellenappeler qn. en justice • iemand voor het gerecht dagenappeler qn. par son prénom • iemand bij zijn voornaam noemenappeler les choses par leur nom • het kind bij de naam noemenêtre appelé à 〈+ onbepaalde wijs〉 • bestemd zijn (om), geroepen worden (tot), genoodzaakt zijn (om)appeler qn. à une fonction, à un poste • iemand benoemen op een postelle est appelée par sa fonction à beaucoup voyager • haar functie zal met zich meebrengen dat ze veel moet reizenune riposte en appelle une autre • het ene weerwoord lokt het andere uitappeler l'attention de qn. sur qc. • iemands aandacht op iets vestigen♦voorbeelden:1 comment t'appelles-tu? • hoe heet je?voilà ce qui s'appelle parler • dat is pas duidelijke taalou je ne m'appelle plus X, aussi sûr que je m'appelle X • zowaar als ik leef, hier sta1. v1) noemen2) (op)roepen3) opbellen4) benoemen2. s'appelerv -
4 connaître
connaître [konnetr]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 iemand, iets〉 kennen ⇒ 〈 iemand ook〉 leren kennen ⇒ 〈 iets ook〉 weten, op de hoogte zijn van, verstand hebben van♦voorbeelden:connaître qn. de nom • iemand van naam kennenconnaître un grand succès • veel succes hebbenfaire connaître qc. à qn. • iemand iets meedelense faire connaître • zich bekendmaken; zich doen geldenfaire connaître qn. • iemand bekendheid gevença me connaît • dat heb ik meer gedaanje ne lui connaissais pas ce talent • ik wist niet dat hij daarin zo begaafd wasne connaître que son devoir • alleen maar zijn plicht zienil ne connaît rien à la littérature • hij weet niets van literatuur→ fruit1 elkaar, zichzelf kennen♦voorbeelden:1 s'y connaître en qc. • verstand hebben van iets, iets goed kunnenv1) kennen2) leren kennen3) weten, verstand hebben (van) -
5 douleur
douleur [doelur]〈v.〉♦voorbeelden:être sensible à la douleur • kleinzerig zijnnous avons la douleur de vous annoncer • hiermede vervullen wij de droeve plicht u mede te delen 〈 tekst op rouwkaart〉éprouver une douleur • pijn, verdriet hebbenraviver une douleur ancienne • oud zeer weer naar boven halen1. fpijn, verdriet2. douleursf pl -
6 élémentaire
élémentaire [eeleemãter]♦voorbeelden:enseignement élémentaire • basisonderwijsexercice élémentaire • gemakkelijke opgavetraité de géométrie élémentaire • inleiding in de meetkundenotions élémentaires • grondbegrippenla plus élémentaire politesse • de eenvoudigste regels van beleefdheidprécautions élémentaires • meest voor de hand liggende voorzorgsmaatregelenc'est élémentaire • het is doodsimpeladj -
7 loi
loi [lwaa]〈v.〉1 wet2 (bindende) regel ⇒ voorschrift, norm3 gezag ⇒ macht, heerschappij♦voorbeelden:loi de finances • miljoenennota, (wet op de) rijksbegrotinghomme de loi • juristloi martiale • standrechtavoir la loi pour soi • het recht aan z'n zijde hebbendéposer une loi • een wet indienenc'est la loi et les prophètes • dat staat als een paal boven watermettre qn. hors la loi • iemand vogelvrij verklarentomber sous le coup de la loi • strafbaar zijnhors la loi • vogelvrij; wetteloosse faire une loi de • het zich tot plicht rekenen om3 la loi de la jungle, du plus fort • de wetten van de jungle, het recht van de sterkstedicter sa loi à qn., faire la loi à qn. • iemand de wet voorschrijvenfaire la loi • de baas zijnf -
8 manquer
manquer [mãkee]1 ontbreken ⇒ afwezig zijn, verstek laten gaan, missen2 gebrek hebben (aan) ⇒ niet hebben, te kort komen, missen3 tekortschieten (in) ⇒ nalaten, verzuimen♦voorbeelden:1 ce n'est pas l'argent qui manque! • er is geld genoeg!ses enfants lui manquent • hij, zij mist zijn, haar kinderenles occasions ne manquent pas! • gelegenheid te over!l'argent vint à manquer • het geld raakte opla voix lui manqua • zijn stem stokte in zijn keelles forces lui manquèrent • zijn krachten begaven hettu me manques beaucoup • ik mis je ergmanquer à l'appel • op het appel ontbrekenla conversation manque d' entrain • het gesprek wil niet vlottenmanquer d' expérience • onervaren zijnil ne manque pas d' esprit • hij is niet ongeestigil ne manque de rien • hij komt niets te kortmanquer à sa parole • zijn woord breken〈 formeel〉 manquer à qn., au respect qu'on doit à qn. • iemand niet met het verschuldigde respect bejegenenje n'y manquerai pas • ik zal het zeker doenne pas manquer de faire qc. • iets zeker doenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 mislopen3 tot een mislukking maken ⇒ laten mislukken, laten mislopen, verknoeien♦voorbeelden:manquer le train • de trein missen〈 figuurlijk〉 la prochaine fois, je ne le manquerai pas • de volgende keer zal ik hem te grazen nemen, zal ik hem weten te vinden→ coche¶ manquer la classe • spijbelen, de school verzuimenmanquer une occasion • een gelegenheid voorbij laten gaanil n'en manque pas une • hij begaat de ene stommiteit na de anderev1) ontbreken2) niet hebben, missen3) verzuimen4) mislukken5) missen, niet treffen6) mislopen -
9 obligation
obligation [obliegaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:remplir ses obligations militaires • z'n dienstplicht vervullenobligation scolaire • leerplichtêtre dans l'obligation de • verplicht zijn omf1) verplichting2) obligatie -
10 devoir élémentaire
devoir élémentaire -
11 faillir
faillir [faajier]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 〈 alleen verleden tijd, + onbepaalde wijs〉 il a failli être écrasé • hij was bijna onder een auto gekomenj'ai failli manquer le train • het scheelde niet veel of ik had de trein gemistfaillir à son devoir • in zijn plicht tekortschieten -
12 faillir à son devoir
faillir à son devoir -
13 il est de mon devoir de
il est de mon devoir de 〈+ onbepaalde wijs〉 -
14 incomber
-
15 le devoir m'appelle
le devoir m'appelle -
16 manquer à son devoir
manquer à son devoir -
17 ne connaître que son devoir
ne connaître que son devoirDictionnaire français-néerlandais > ne connaître que son devoir
-
18 nous avons la douleur de vous annoncer
nous avons la douleur de vous annoncerDictionnaire français-néerlandais > nous avons la douleur de vous annoncer
-
19 se faire un devoir de
se faire un devoir de 〈+ onbepaalde wijs〉 -
20 se faire une loi de
se faire une loi de
См. также в других словарях:
Plicht — mit zwei Steuerständen auf einer großen Segelyacht Plicht eines alten Segelbootes Eine … Deutsch Wikipedia
Plicht — (Plictat), der Austritt der Bake in einem Schiffe nach dem Galion zu … Pierer's Universal-Lexikon
Plicht — (Pflicht), Wohnraum in Fluß und Leichterfahrzeugen; auch die Fußbodengräting in Booten … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Plicht — Plịcht 〈f. 20〉 = Cockpit (2) [→ Pflicht2] * * * Plịcht, die; , en [mhd., mniederd. pliht, ahd. plihta = Ruderbank vorn im Boot, wohl < spätlat. plecta = geflochten(e Leiste)] (Seemannsspr.): ↑ Cockpit (3). * * * Plicht [althochdeutsch… … Universal-Lexikon
Plicht — (althochdeutsch Ruderbank vorn im Schiff ) die (Cockpit), der offene, tief gelegene Sitzraum auf Segel und Motorbooten … Maritimes Wörterbuch
Plicht — Plịcht, die; , en (offener Sitzraum hinten in Motor und Segelbooten) … Die deutsche Rechtschreibung
plicht — … Useful english dictionary
plicht-anker — … Useful english dictionary
selbstlenzende Plicht — selbstlenzende Plicht, das Cockpit einer Segeljacht, das bei Vollschlagen mit Wasser durch ein mit einem Rückschlagventil versehenes Abflussrohr wieder leer läuft … Universal-Lexikon
Steuerstand — Plicht mit zwei Steuerständen auf einer großen Segelyacht Ein Steuerstand ist eine Stelle an, über oder unter Deck, an der ein Steuermann steht, um wichtige Funktionen eines größeren Wasserfahrzeuges zu steuern und regeln. Er ist meist mit… … Deutsch Wikipedia
Israel Finkelstein — Israël Finkelstein Pour les articles homonymes, voir Finkelstein. Israël Finkelstein est un archéologue israélien, directeur de l Institut d Archéologie de l Université de Tel Aviv et co responsable des fouilles de Megiddo (25 strates… … Wikipédia en Français