-
1 beard
n. baard--------v. trotseren, tartenbeard1[ biəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 baard2 weerhaak————————beard2〈 werkwoord〉 -
2 brave
adj. moedig, dapper; f; knap--------n. (indiaans) krijgsman--------v. tarten, uitdagen, trotserenbrave1[ breev] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————brave2〈bijvoeglijk naamwoord; braver〉1 dapper ⇒ moedig, onverschrokken♦voorbeelden:→ fortune fortune/————————brave3〈 werkwoord〉1 trotseren ⇒ weerstaan, tarten♦voorbeelden: -
3 outbrave
-
4 outface
v. Trotseren (van); iemand van zijn stuk brengenoutface -
5 venture
n. onderneming; avontuurlijke reis/stap--------v. in gevaar brengen, een kans nemenventure1[ ventsjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (gevaarlijke) onderneming ⇒ gewaagd project, 〈 in het bijzonder〉 speculatie; avontuurlijke reis/stap————————venture2♦voorbeelden:venture out of doors • zich op straat wagen1 (aan)durven ⇒ wagen (iets te doen), durven (te beweren)♦voorbeelden:venture (up)on something • iets aandurven/wagen, zich wagen aan ietsventure that • durven te beweren dat2 inzetten♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 nothing ventured, nothing gained • wie niet waagt, die niet wint -
6 affront death
-
7 affront
n. belediging--------v. beledigenaffront1[ əfrunt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 belediging ⇒ affront, krenking♦voorbeelden:————————affront2〈 werkwoord〉1 (openlijk) beledigen ⇒ krenken, affronteren♦voorbeelden: -
8 bid defiance to
trotseren, uitdagen -
9 carry off
-
10 dare
n. uitnodiging; uitdaging--------v. durven; uitdagendare1[ deə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————dare2[ deə]♦voorbeelden:II 〈hulpwerkwoord; 3e persoon enkelvoud dare〉1 (aan)durven ⇒ het wagen, het lef hebben te♦voorbeelden:how dare (you say such things)? • hoe durf je zoiets te zeggen?¶ I dare say • ik veronderstel, ik neem aan; 〈 als tussenwerpsel〉natuurlijk, waarschijnlijk; 〈 Brits-Engels〉 misschien -
11 defiance
n. tegenspraak, ongehoorzaamheid[ diffajjəns]1 trotsering ⇒ tarting, uitdagende houding2 openlijk(e) ongehoorzaamheid/verzet ⇒ opstandigheid♦voorbeelden:1 bid defiance to • trotseren, uitdagenin defiance of • in weerwil vanact in defiance of • zich niets aantrekken van -
12 defy
v. verachten, kleineren, geringschatten♦voorbeelden: -
13 fire
n. vuur; brand; brandstichting; vreugdevuur; enthousiasme; schittering; passie--------v. ontslaan; aansteken; vuren; lossen; bakken; aanwakkeren; glinsterenfire1[ fajjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be full of fire • vol vuur/enthousiast zijnblow (up) a fire • een vuur aanblazencatch fire • vlam vattenlay a fire • een vuur aanleggenlight/make a fire • een vuur aanstekenmake up a fire • een vuur opstokenfight fire with fire • vuur met vuur bestrijdenset on fire, set fire to • in brand stekencease/open fire • het vuur staken/openen4 light the fire • de haard/kachel aanstekengo through fire and water • door het vuur gaan, alle gevaren trotserenplay with fire • met vuur spelenfire! • brand!————————fire2♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 oil-fired furnace • olie/petroleumkachelfire off a speech • een speech afstekenfire at/(up)on something • op iets schieten♦voorbeelden:it fired him with enthusiasm • het zette hem in vuur en vlam¶ fire up • bezielen, stimuleren -
14 fly in the teeth of
fly in the teeth oftrotseren, ingaan tegen -
15 go through fire and water
-
16 mock
adj. nep, nagemaakt--------n. bespotting; spotten; nabootsing--------v. spotten, bespotten; na-apen; teleurstellenmock1[ mok] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:mock trial • schijnproces————————mock2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
17 square
adj. recht; rechthoekig; quitte; eerlijk; vierkant; loodrecht--------adv. vierkant, kwadraat; rechthoekig; eerlijk, openhartig--------n. vierkant; plein; kwadraat; recht; quitte; eerlijk--------v. vierkant maken; kanten; in het kwadraat verheffen; vierkant brassen; vereffenen; in het reine brengen; overhalen, omkopen; trotseren, onder ogen ziensquare1[ skweə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vierkant4 teken/winkelhaak8 oefenplein/terrein♦voorbeelden:¶ be/go back to square one • van voren af aan/opnieuw moeten beginnen→ magic magic/————————square2〈 squareness〉 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉3 eerlijk ⇒ fair; open(hartig) 〈 antwoord, bijvoorbeeld〉; regelrecht, vierkant 〈 weigering, bijvoorbeeld〉♦voorbeelden:a square chin • een vierkante kinone square metre • één vierkante meterthree metres square • drie meter in het vierkantsquare to • recht(hoekig) opmeet (with) a square refusal • nul op het rekest krijgenget a square deal • eerlijk behandeld wordengive someone a square deal • iemand eerlijk/royaal behandelenbe square with someone • eerlijk zijn tegen/met iemanda square peg (in a round hole) • de verkeerde persoon (voor iets)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 in orde♦voorbeelden:¶ be square with • effen/quitte zijn/staan met; op gelijke hoogte/voet staan metcall it all square • beschouw het als vereffend; we zijn/staan quitte, okay?————————square31 overeenstemmen ⇒ kloppen, stroken♦voorbeelden:1 square to • aansluiten/passen bij→ square up square up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 van een vierkant/vierkanten voorzien6 in orde brengen ⇒ regelen, vereffenen♦voorbeelden:5 square to/with • doen aansluiten bij, in overeenstemming brengen metsquare up one's debts • zijn schuld voldoen→ square away square away/————————square4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:square to • vlak/pal tegenover→ fair fair/ -
18 stand up to
stand up to -
19 stand up
opstaanstand up♦voorbeelden:stand up for • opkomen voorit stood up to the years • het heeft al die jaren goed doorstaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
20 tooth
n. tand; punt[ toe:θ] 〈meervoud: teeth [tie:θ]〉♦voorbeelden:have a tooth (pulled) out • een tand/kies laten trekkenin the teeth of … • ondanks …fly in the teeth of • trotseren, ingaan tegenkick in the teeth • voor het hoofd stotenlie in one's teeth/throat • liegen of het gedrukt staatthe sound set his teeth on edge • het geluid ging hem door merg en been→ long long/
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Trotzen — Trotzen, verb. reg. neutr. mit dem Hülfsworte haben. 1. * Einen hohen Grad der Kühnheit besitzen, und solchen thätig erweisen; eine im Hochdeutschen völlig veraltete Bedeutung. 2. Einen hohen Grad des Vertrauens auf eine Sache hegen, und solchen… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Die Tolle Grete — Pieter Bruegel der Ältere, um 1562 Öl auf Holz, 117 cm × 162 cm Museum Mayer v … Deutsch Wikipedia