-
1 keep people from the poll
trachten mensen ervan te weerhouden aan de verkiezingen deel te nemen -
2 aim
organisatie opgericht om de rechten en de interessen van autochtone Amerikanen in de V.S. te beschermenAIM (American Indian Movement)--------raket die in de lucht het doel onderscheptAIM (Air Intercept Missile)--------software geproduceerd door America Online de gebruiker in staat stelt onmiddellijke berichten naar andere gebruikers te zendenAIM (AOL Instant Messenger)aim1[ eem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (streef)doel ⇒ bedoeling, oogmerk, plan2 aanleg ⇒ het mikken/richten♦voorbeelden:1 what's your aim in life? • wat wil je in je leven bereiken?2 take aim (at) • aanleggen/richten (op)————————aim21 trachten ⇒ proberen, willen♦voorbeelden:aim at doing something • iets willen/trachten te doen, van plan zijn iets te doenaim at/for increased production • naar productieverhoging strevenwhat are you aiming at? • wat wil je nu eigenlijk?1 richten ⇒ mikken, aanleggen♦voorbeelden:aim (a gun) at • (een vuurwapen) richten opaim at something/someone • op iets/iemand doelen -
3 court
n. binnenplaats, erf; rechtbank; paleis, hof, hofhouding, ontvangst--------v. het hof maken, uitnodigencourt1[ ko:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 rechtbank ⇒ gerechtsgebouw/zaal, (gerechts)hof3 hof ⇒ koninklijk paleis, hofhouding5 omsloten ruimte ⇒ (licht)hal; binnenhof/plaats, cul-de-sac♦voorbeelden:1 Court of Appeal(s) • hof van appel/beroepCourt of Cassation • hof van cassatiecourt of honour • ereraadcourt of inquiry • gerechtelijke commissie van onderzoekcourt of justice • gerechtshofcourt of law • rechtbankCourt of Session • (Schots) civiel hooggerechtshofgo to court • naar de rechter stappensettle out of court • in der minne/buiten de rechter om schikkentake someone to court • iemand voor de rechter slepen3 Court of St. James's • het kabinet van St.-James, de Engelse regering, het Britse hofhold court • hof houdenbe presented at court • aan het hof gepresenteerd worden¶ laugh someone/something out of court • iemand/iets weghonenpay court to someone • iemand het hof makenrule/put out of court • uitsluiten 〈 getuige, bewijsmateriaal; ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉(iets/iemand) totaal geen kans geven————————court2II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 flirten met ⇒ vragen om, uitlokken♦voorbeelden: -
4 ingratiate
-
5 seek
v. zoeken; trachten; verzoeken; achtervolgen; proberen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nastreven ⇒ proberen te bereiken, zoeken2 vragen ⇒ wensen, verlangen3 opzoeken♦voorbeelden:seek someone out • naar iemand toekomen, iemand opzoeken¶ the reason is not far to seek • de reden hoef je niet ver te zoeken/ligt voor de hand -
6 aim at doing something
aim at doing somethingiets willen/trachten te doen, van plan zijn iets te doen -
7 attempt
n. poging, aanslag; het maken van een poging of iets volbrengen (zoals "een aanslag op iemands leven")--------v. pogen, trachten, proberenattempt1[ ətem(p)t] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:they make no attempt to change/at changing their living conditions • ze doen niets om hun levensvoorwaarden te verbeteren————————attempt2〈 werkwoord〉1 pogen ⇒ proberen, wagen♦voorbeelden: -
8 dangle something before/in front of someone
dangle something before/in front of someoneiemand met iets trachten te paaien/verleidenEnglish-Dutch dictionary > dangle something before/in front of someone
-
9 dangle
v. bengelen, slingeren; schommelen; verleiden; trekken; hangen[ dænggl]1 bengelen ⇒ bungelen, slingeren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 laten bengelen/bungelen/slingeren♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 dangle something before/in front of someone • iemand met iets trachten te paaien/verleiden -
10 emulate
-
11 endeavour
-
12 follow
v. volgen, opvolgen; begrijpen; achter iemand aangaan; achtervolgen; zich gedragen volgens; eruit voorkomen[ folloo]1 〈 benaming voor〉 volgen ⇒ er achteraan/erna komen; achternalopen/gaan; aanhouden, gaan langs 〈 weg, richting, rivier〉; achternazitten, achtervolgen; vergezellen; bijwonen; komen na, volgen op; opvolgen; aandacht schenken aan, in de gaten houden; begrijpen; bijhouden 〈 nieuws〉; zich laten leiden door, handelen naar, uitvoeren 〈 bevel, advies〉; nadoen 〈 voorbeeld〉; voortvloeien uit♦voorbeelden:follow the plough/sea • boer/zeeman zijnfollow the rules • zich aan de regels houdenfollow someone about/(a)round • iemand overal volgenfollow someone close • iemand op de voet volgenfollow someone home • met iemand mee naar huis lopen/gaanfollow something home • iets helemaal uitwerkenfollow on • verder gaan, volgen 〈 na onderbreking〉follow out • (nauwkeurig) opvolgen/uitvoeren; afmaken, afwerkenfollow up • (op korte afstand) volgen, in de buurt blijven van; vervolgen, een vervolg maken op; gebruik maken van; nagaanfollow (up)on • volgen opthe outcome is as follows • het resultaat is als volgtit follows that I am in favour of the scheme • ik ben derhalve voor het planto follow • als volgend(e) gang/gerechtwould you like anything to follow? • wilt u nog iets toe?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitoefenen ⇒ beoefenen, bedrijven♦voorbeelden:follow the navy • bij de marine zijnfollow the trade of butcher • het slagersvak uitoefenen -
13 ingratiate oneself with someone
ingratiate oneself with someone -
14 make a go of it
-
15 make a pass at a girl
-
16 pass
n. pas; stand van zaken; doorgang; slagen bij een examen; doorgeven van een bal; handbeweging--------v. voorbijgaan, passeren; aangeven; slagen; inhalen; goedkeurenpass1[ pa:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 passage ⇒ (berg)pas; doorgang, vaargeul♦voorbeelden:it/things had come to such a pass that • het was zo ver gekomen dat————————pass21 (verder) gaan ⇒ (door)lopen, voortgaan2 voorbijgaan ⇒ passeren; voorbijkomen; overgaan, eindigen3 passeren ⇒ er door(heen) (ge)raken/komen6 aanvaard/aangenomen worden ⇒ slagen 〈 voor examen(onderdeel)〉; door de beugel kunnen 〈 grove taal bijvoorbeeld〉10 overgemaakt/overgedragen worden♦voorbeelden:pass from a solid to an oily state • van een vaste in een olieachtige stof overgaanpass to other matters • overgaan naar/tot andere zakenpass on the left • s inhalenpass unnoticed • niet opgemerkt wordeneverything must pass • aan alles moet een einde komenno passing (permitted) • geen doorgangplease, let me pass • mag ik er even langswe are only passing through • we zijn enkel op doorreispass as/for • doorgaan voor, dienen alscome to pass • gebeuren〈 juridisch〉 pass on/upon a constitutional question • een uitspraak doen/vonnis vellen over een grondwettelijke kwestie→ pass away pass away/, pass between pass between/, pass by pass by/, pass into pass into/, pass off pass off/, pass on pass on/, pass out pass out/, pass over pass over/, pass through pass through/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 passeren ⇒ voorbijlopen, voorbijtrekken2 oversteken ⇒ gaan/lopen door, komen over4 goedkeuren ⇒ aanvaarden, bevestigen5 slagen in/voor6 komen door ⇒ aanvaard/bekrachtigd worden door♦voorbeelden:pass the salt • het zout doorgevenpass the word (a)round • vertel het verderpass in • inleverenpass an opinion • een oordeel/idee geven -
17 plumb
adj. loodrecht--------adv. loodrecht; je reinste onzin; precies--------n. (schiet)lood; dieplood--------v. met schietlood meten,peilen; doorgronden; aansluiten (waterleiding)plumb1[ plum] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 off/out of plumb • niet loodrecht, niet in het lood————————plumb2♦voorbeelden:————————plumb3〈 werkwoord〉1 loden ⇒ peilen met dieplood, meten met schietlood2 in het lood zetten ⇒ verticaal zetten, loodrecht maken————————plumb4〈 bijwoord〉1 loodrecht ⇒ precies in het lood/verticaal♦voorbeelden: -
18 try
n. probeersel, proef, onderzoek--------v. proberen, onderzoeken; berechten; trachten, pogentry1[ traj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: tries〉1 poging♦voorbeelden:1 give it a try • het eens proberen, een poging wagen————————try2〈 tried〉♦voorbeelden:1 try someone's courage/patience • iemands moed/geduld op de proef stellentry soap and water • het met water en zeep proberentry to be on time • proberen op tijd te komentried and found wanting • gewogen en te licht bevondentry something on someone • iets op iemand uitproberenjust try and stop me! • probeer me maar eens tegen te houden!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:be tried on a charge of • terechtstaan wegens -
19 urge
n. behoefte, drift, hartstocht--------v. aanmoedigen, versnellenurge1[ ə:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 drang ⇒ impuls, neiging, behoefte————————urge2〈 werkwoord〉2 dringend verzoeken ⇒ bidden, smeken♦voorbeelden:4 she urged (up)on us the need for secrecy • zij drukte ons de noodzaak van geheimhouding op het hart -
20 woo
v. dingen naar (de gunst van); het hof maken; verzoeken[ woe:]♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Trachten — Trachten, verb. reg. act. et neutr. welches im letzten Fallen das Hülfswort haben erfordert. 1. * Beobachten, denken, erwägen, sich das mannigfaltige an einem Dinge vorstellen; lauter längst veraltete Bedeutungen, von welchen die letzte noch in… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
trachten — trachten: Das Verb mhd. trahten »an etwas denken, über etwas nachdenken; auf etwas achten; erwägen; nach etwas streben; bedenken, aussinnen«, ahd. trahtōn (entsprechend niederl. trachten) ist aus lat. tractare »herumzerren; behandeln, sich mit… … Das Herkunftswörterbuch
trachten — Vsw std. (8. Jh.), mhd. trahten, ahd. trahtōn, as. trahton Entlehnung. Wie ae. trahtian, afr. trachtia entlehnt aus l. tractāre behandeln , dann speziell die Antwort auf eine Frage überlegen . Ebenso nndl. trachten, ne. treat, nfrz. traiter,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
trachten — V. (Aufbaustufe) geh.: sich bemühen, ein bestimmtes Ziel zu erreichen Synonyme: bestrebt sein, streben, sinnen (geh.), zu erreichen suchen (geh.) Beispiel: Er hat um jeden Preis nach der Krone getrachtet. Kollokation: nach Frieden trachten … Extremes Deutsch
Trachten [1] — Trachten (Trachtenwand), s. Huf, S. 598 … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Trachten [2] — Trachten, ein Teil des Sattels (s. d.) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
trachten — im Auge haben; absehen auf * * * trach|ten [ traxtn̩], trachtete, getrachtet <itr.; hat (geh.): bemüht sein, etwas Bestimmtes zu erreichen, zu erlangen: nach Ehre, Ruhm trachten; sie trachtete danach, möglichst schnell wieder nach Hause zu… … Universal-Lexikon
trachten — abzielen auf, sich anstrengen, sich bemühen, bemüht sein, bestrebt sein, streben, vorhaben, wollen; (geh.): eifern, sinnen, zu erreichen suchen. * * * trachten:t.|nach|:⇨erstreben trachten→abzielenauf … Das Wörterbuch der Synonyme
trachten — trạch·ten; trachtete, hat getrachtet; [Vi] nach etwas trachten sich bemühen, etwas zu erreichen <nach Ruhm, Gewinn trachten>: Er trachtete danach, den Plan zu verhindern || ID ↑Leben … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
trachten — trạch|ten ; nach etwas trachten … Die deutsche Rechtschreibung
Trachten — 1. Das, wonach viele trachten, muss man scharf beachten. Lat.: Difficile custoditur, quod multis placet. (Philippi, I, 118.) 2. Trachte auf die Bank, so kommst du drunter. 3. Trachte nach der Nahrung und nicht nach der Mastung. 4. Wer nach dem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon