-
101 brain
n. hersenen; verstand--------v. de hersens inslaanbrain1[ breen]3 brein ⇒ intelligentie, hoofd♦voorbeelden:3 beat/cudgel/rack one's brain(s) about something • zijn hersens pijnigen over iets, diep nadenken over ietsget/have something on the brain • steeds aan iets denken, iets niet uit zijn hoofd kunnen krijgenshe has (a lot of) brains/a good brain • ze heeft (een goed stel) hersenspick someone's brain(s) • iemands ideeën stelen♦voorbeelden:blow someone's brains out • iemand een kogel door het hoofd schieten————————brain2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 I'll brain you if you're late again • als je weer te laat komt, vermoord ik je -
102 breast
n. borst--------v. het hoofd bieden aan-; weerstaan; worstelen tegen-breast1[ brest] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 borst ⇒ voorzijde, borststuk2 hart ⇒ boezem, gemoed♦voorbeelden:→ clean clean/————————breast2〈 werkwoord〉1 het hoofd bieden ⇒ weerstaan, (op) worstelen tegen -
103 bush
n. George Walker Bush (geboren 1946), 43-ste president van de Verenigde Staten (2001-), vroeger gouverneur van Texas; George Walker Bush (geboren 1924), 41-ste president van de Verenigde Staten (1989-1993); familienaam[ boesj]♦voorbeelden:¶ beat about/around the bush • ergens omheen draaien, niet ter zake komen1 struikgewas ⇒ onderhout, kreupelhout♦voorbeelden: -
104 clock
n. klok--------v. een tijd zetten; opnemen van de tijdclock1[ klok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:watch the clock • de tijd in de gaten houdensleep (a)round the clock • het klokje rond slapena race against the clock • een race tegen de klok→ German German/————————clock2♦voorbeelden:clock off/out • uitklokkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 de tijd opnemen van ⇒ timen, klokken♦voorbeelden:3 Peter clocked 2 hours and 10 minutes for the marathon • Peter liep de marathon in 2 uur 10 minuten -
105 daylight
n. daglichtdaylight2 dageraad ⇒ ochtendgloren, zonsopgang♦voorbeelden:see daylight • iets door/in de gaten krijgen; een lichtpuntje zienbeat/knock the (living) daylights out of someone • iemand overhoop/buiten westen slaanscare the (living) daylights out of someone • iemand de stuipen op het lijf jagen -
106 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
107 game
adj. moedig; klaar; mank lopen; invalide--------n. spel; pret; wild; wedstrijd--------v. spelen, dobbelengame1[ geem]♦voorbeelden:1 game of chance • kans/hazardspelplay a good/poor game • goed/slecht spelenhave the game in one's hands • de wedstrijd controlerenplay a losing game • de (wed)strijd verliezenplay the game • eerlijk (spel) spelen, zich aan de regels houdenplay a waiting game • een afwachtende houding aannemenplay a winning game • de (wed)strijd winnen, de bovenhand krijgenit's all in the game • het hoort er (allemaal) bijbe off one's game • uit vorm/niet op dreef zijngame and (set) • game en setgive the game away • het plan(netje) verklappentwo can play (at) that game • dat spelletje kan ik ook spelennone of your (little) games! • geen kunstjes!the game is up • het spel is uit, nu hangen wij/julliebe up to some game • iets in zijn schild voerenit's your game • jij wintwhat a game! • wat een komedie!1 grap(je) ⇒ geintje, pret(je)2 bedrijf ⇒ gebeuren, -wezen♦voorbeelden:make game of • spotten metthe game was to tell how many • het was de kunst/het ging erom te zeggen hoeveel♦voorbeelden:¶ 1 points is game • wie 21 punten heeft, wint→ fair fair/IV 〈 meervoud〉————————game21 dapper ⇒ kranig, f♦voorbeelden:I am game • ik doe meebe game for something • tot iets bereid zijn, ergens zin in hebben————————game3————————game4〈 werkwoord〉1 gokken ⇒ spelen, dobbelen -
108 gun
n. geweer; pistool; kanon; pistool (i.d. spreektaal)--------v. neerschieten, doodschieten; (motor) laten razengun1[ gun] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 vuurwapen ⇒ (jacht)geweer, pistool5 → gunman gunman/♦voorbeelden:spike someone's guns • iemand de wind uit de zeilen nemenstick to one's guns • voet bij stuk houden→ great great/————————gun2〈 gunned〉1 jagen ⇒ op jacht zijn/gaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
109 hat
n. pet, muts; kerel--------v. een hoed opzetten; een hoed geven[ hæt]1 hoed♦voorbeelden:hat in hand • deemoedig, kruiperig¶ 〈Brits-Engels; slang〉 bad hat • een kwaaie, een gemenerdbeat/knock into a cocked hat • gehakt maken van, helemaal inmaken; in duigen doen vallenI'll eat my hat if … • ik mag doodvallen als …〈informeel; schertsend〉 hang/hold on to your hat! • hou je vast aan de takken van de bomen!keep something under one's hat • iets geheim houdenpass/send/take the hat (round) • met de pet rondgaan〈 slang〉 talk through one's hat • bluffen, nonsens verkopenthrow/toss one's hat in(to) the ring • zich in de (verkiezings)strijd werpenhats off to you! • gefeliciteerd!, gelukgewenst!my hat! • nou breekt mijn klomp!; nonsens! -
110 head
adj. belangrijkste, hoofdzaak--------n. hoofd; (in computers) kop, het onderdeel dat leest van, en schrijft naar de harde schijf of diskettes--------v. leiden, aan het hoofd staan; afstotenhead1[ hed] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.15 head〉1 hoofd ⇒ kop, hoofdlengte9 (opname/wis)kop 〈van band/videorecorder〉♦voorbeelden:have something hanging over one's head • iets boven het hoofd hebben hangen 〈 voornamelijk figuurlijk〉head first/foremost • voorovertaller by a head • een kop groterget/take something into one's head • zich iets in het hoofd zettenthe success has gone to/turned his head • het succes is hem naar het hoofd gestegenput one's heads together • de koppen bij elkaar stekenput something into someone's head • iemand iets suggererenthat is above/over my head • dat gaat boven mijn peta head for mathematics • een wiskundeknobbeloff/out of one's head • gek, niet goed bij zijn verstand3 heads or tails? • kruis of munt?4 £1 a head • £1 per persooncome to a head • een kritiek punt bereikenbang one's head against a brick wall • met het hoofd tegen de muur lopenhead over ears/heels • tot over zijn orenfrom head to foot • van top tot teenbury one's head in the sand • de kop in het zand stekenI could not make head or tail of it • ik kon er geen touw aan vastknopenkeep one's head above water • het hoofd boven water houdenbeat/knock someone's head off • iemand totaal verslaanbite/snap someone's head off • iemand afsnauweneat one's head off • eten als een wolf〈 slang〉 give someone head • iemand beffen/pijpenhold one's head high • z'n hoofd niet laten hangenkeep one's head • zijn kalmte bewarenkeep one's head down • zich gedekt houdenlaugh one's head off • zich een ongeluk lachenscream/shout one's head off • vreselijk tekeergaanhave one's head screwed on straight/right • verstandig zijn, niet gek zijnshe could do it standing on her head • het was voor haar een fluitje van een centbe promoted over one's head • gepasseerd worden————————head21 gaan ⇒ gericht zijn, koers zetten♦voorbeelden:the plane headed north • het vliegtuig zette koers naar het noorden→ head for head for/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the procession was headed by the mounted police • de stoet werd voorafgegaan door de bereden politie→ head off head off/ -
111 hell
interj. verdomd!--------n. hel[ hel]♦voorbeelden:hot as hell • verduiveld warm¶ hell's bells! • verdorie!be hell (on) • erg onaangenaam/pijnlijk zijn (voor)beat/knock the hell out of someone • iemand halfdood slaancome hell and/or high water • wat er zich ook voordoetget hell • op zijn donder krijgengo to hell • loop naar de hel/duivellike all hell let loose • alsof de hel was losgebrokenthere will be hell to pay • dan heb je de poppen aan het dansenraise hell • de boel op stelten zettenwhat the hell, I'll just do it • ach wat, ik doe het gewoonwho the hell said that? • wie zei dat, verdomme?where in hell have you been? • waar heb je in godsnaam gezeten?for the hell of it • voor de gein, zomaarlike hell (you will) • om de donder nietwork like hell • als een gek werkenthe/to hell with it • barst maar!one hell of a dirty trick/a helluva dirty trick • een smerige streekhell! • verdorie!, verdomme! -
112 hollow
adj. hol, uigehold; ijdel, doelloos, leeg--------n. gat, hol--------v. graven, uithollenhollow1[ holloo] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 leegte————————hollow2〈bijvoeglijk naamwoord; hollowness〉1 hol2 zonder inhoud ⇒ leeg, onoprecht————————hollow3〈 bijwoord〉1 volkomen♦voorbeelden: -
113 jelly
-
114 own
adj. van mij (van jou, van haar, etc.); zelf--------v. behoren tot; dank verschuldigd zijn aan; erkennen; bezittenown1[ oon] 〈bijvoeglijk naamwoord; voornaamwoord〉1 eigen ⇒ van … zelf, eigen bezit/familie♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeienthey ate of their own cooking • zij aten uit hun eigen keukenleave someone to his/her own devices/resources • iemand aan zijn lot overlatenan own goal • een doelpunt in eigen doelput/set one's own house in order • orde op zaken stellentake the law into one's own hands • het recht in eigen handen nemen, voor eigen rechter spelentake matters into one's own hands • de zaak zelf onder handen nemenlet someone stew in his own juice • iemand in zijn eigen vet/sop gaar laten kokenbe one's own man/master • zijn eigen heer en meester/onafhankelijk zijnthe truth for its own sake • de waarheid op zich(zelf)my time is my own • ik heb de tijd aan mezelffor one's own use • voor eigen gebruiknot have a moment/minute/second to call one's own • geen moment voor zichzelf hebbenhe finally came into his own • eindelijk kreeg hij wat hem toekwamit has a value all its own • het heeft een heel bijzondere waardemay I have it for my own? • mag ik het echt hebben?/houden?he has a computer of his own • hij heeft zijn eigen computerfor reasons of his own • om persoonlijke redenenhave a way of his own • zo zijn eigen manier van doen hebbenmy own self • ikzelf, ik persoonlijkin his own (good) time • wanneer het hem zo uitkomt/uitkwam→ come into come into/————————own2♦voorbeelden:he owned to having said that • hij gaf toe dat hij dat gezegd hadII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
115 pulp
n. vruchtvlees (van fruit); pap--------v. vlees (van vruchten); tot moes of brei makenpulp1[ pulp] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 rommel5 sensatieblad/boek/verhaal♦voorbeelden:reduce someone to (a) pulp • iemand helemaal murw maken————————pulp2〈 werkwoord〉1 tot moes maken ⇒ (doen) verpulveren, murw maken -
116 punch
n. vuistslag, stomp; pons; drevel; punch--------v. stompen; ponsenpunch1[ puntsj]I 〈eigennaam; Punch〉♦voorbeelden:1 werktuig om gaten te slaan ⇒ pons(machine/tang); perforator; kniptang♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————punch21 ponsen2 slaan♦voorbeelden:3 punch in/out • klokken bij binnenkomst/vertrekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 slaan ⇒ een klap/vuistslag geven♦voorbeelden:1 he punched down/in the nails • hij dreef/sloeg de spijkers erinshe punched up £1 on the cash register • ze sloeg 1 pond aan op de kassa -
117 rap
n. rap muziek, muziekgenre waarin versen en rijmen op ritmische wijze wordt voorgedragen met als begeleiding een ritmische maatslag (ontwikkeld in de stedelijke gebieden gedurende de mid-zeventiger (20-e E))--------n. tik; schuldig zijn; aanmaning--------v. tikken; aanmanenrap1[ ræp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 get a rap on/over the knuckles • een tik op de vingers krijgen; 〈 figuurlijk〉 op de vingers getikt wordenbeat the rap • zijn straf ontlopen————————rap2〈 rapped〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 the President rapped the Department of State • de president gaf het ministerie van Buitenlandse Zaken een schrobbering→ rap out rap out/ -
118 retreat
n. terugtrekking; vluchtoord; eenzaamheid, afzondering--------v. vluchten; terugtrekkenretreat1[ ritrie:t]♦voorbeelden:make good one's retreat • weten te ontkomen♦voorbeelden:————————retreat2 -
119 shit
interj. stront! (uitdruk van walging, i.h. Nederlands "bah!", spreektaal)--------n. poep; stront; uitwerpsel; gezeur, gezwam, domme praat--------v. poepen, drukkenshit1♦voorbeelden:1 you shit! • klootzak!1 stront ⇒ kak, poep♦voorbeelden:beat the shit out of someone • iemand een pak op zijn sodemieter gevennot give a shit • er schijt aan hebben1 gezeik ⇒ gelul, onzin2 hasj→ tough tough/IV 〈meervoud; the〉1 schijterij ⇒ ‘dunne’, diarree————————shit2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schijten op/in♦voorbeelden:————————shit3〈 tussenwerpsel〉 〈 vulgair〉 -
120 tattoo
n. taptoe (trommel/klaroensignaal); taptoe; tromgeroffel; tatoeëring; in Indië gefokte pony--------v. tatoeërentattoo1[ tætoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 beat/sound the tattoo • taptoe slaan/blazen————————tattoo2〈 werkwoord〉
См. также в других словарях:
Beat It — Single par Michael Jackson extrait de l’album Thriller Face B Burn This Disco Out (R U) / Get on the Floor Sortie Février 1983 Enregistrement 1982 … Wikipédia en Français
Beat — may refer to: * Battery (crime), contact on another person in a manner likely to cause bodily harm * Beating upMusic* Beat (music), a pulse of sound that marks the metre or rhythm of a piece of music * Beatmatching, the aligning of the tempos of… … Wikipedia
Beat generation — Pour les articles homonymes, voir Beatnik (homonymie). La Beat Generation est un mouvement littéraire et artistique née dans les années 1950, aux États Unis. Le terme de « Beat Generation » fut employé pour la première fois en 1948 par… … Wikipédia en Français
Beat génération — Beat generation Pour les articles homonymes, voir Beatnik (homonymie). La Beat Generation est un mouvement littéraire et artistique née dans les années 1950, aux États Unis. Le terme de « Beat Generation » fut employé pour la première… … Wikipédia en Français
Beat it — Single par Michael Jackson extrait de l’album Thriller Face B Burn this Disco Out Sortie Février 1983 … Wikipédia en Français
Beat — (b[=e]t), v. t. [imp. {Beat}; p. p. {Beat}, {Beaten}; p. pr. & vb. n. {Beating}.] [OE. beaten, beten, AS. be[ a]tan; akin to Icel. bauta, OHG. b[=o]zan. Cf. 1st {Butt}, {Button}.] 1. To strike repeatedly; to lay repeated blows upon; as, to beat… … The Collaborative International Dictionary of English
Beat — (b[=e]t), v. t. [imp. {Beat}; p. p. {Beat}, {Beaten}; p. pr. & vb. n. {Beating}.] [OE. beaten, beten, AS. be[ a]tan; akin to Icel. bauta, OHG. b[=o]zan. Cf. 1st {Butt}, {Button}.] 1. To strike repeatedly; to lay repeated blows upon; as, to beat… … The Collaborative International Dictionary of English
Beat — (b[=e]t), v. t. [imp. {Beat}; p. p. {Beat}, {Beaten}; p. pr. & vb. n. {Beating}.] [OE. beaten, beten, AS. be[ a]tan; akin to Icel. bauta, OHG. b[=o]zan. Cf. 1st {Butt}, {Button}.] 1. To strike repeatedly; to lay repeated blows upon; as, to beat… … The Collaborative International Dictionary of English
Beat It — Michael Jackson Veröffentlichung 26. Februar 1983 Länge 4:17 Genre(s) Pop Autor(en) Michael Jackson … Deutsch Wikipedia
Beat'em all — Beat them all Le beat them all (ou beat em all, de l anglais « battez les tous », aussi appelé parfois scrolling fighter) est un type de jeu vidéo opposant un ou deux joueurs à un nombre important d ennemis. Le principe du jeu est d… … Wikipédia en Français
Beat'em up — Beat them all Le beat them all (ou beat em all, de l anglais « battez les tous », aussi appelé parfois scrolling fighter) est un type de jeu vidéo opposant un ou deux joueurs à un nombre important d ennemis. Le principe du jeu est d… … Wikipédia en Français