-
101 gradient
-
102 is
totaal consistent metrisch systeem van eenheden voor een wetenschapper (met basishoeveelheid lengte, tijd, electrische stroom, temperatuur, lichtgevende intensiteit, hoeveelheid van materiaal en massa), ISIS (International System)is→ be be/ -
103 large calorie
grote calorie, kilocalorie (duizend calorieën: de warmte nodig om één liter water één graad in temperatuur te verhogen)grote calorie, kilocalorie -
104 let me take your temperature
-
105 record
adj. record--------n. lijst; getuigenis; top, hoogtepunt; register (ook in computers); verleden; (grammofoon)plaat, verslag; (in computers) register--------v. noteren; opnemenrecord1[ rekko:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verslag ⇒ rapport, aan/optekening2 document ⇒ archiefstuk, officieel afschrift3 vastgelegd(e) feit(en) ⇒ het opgetekend/gerapporteerd zijn4 staat van dienst ⇒ antecedenten, verleden6 record♦voorbeelden:1 for the record • openbaar, officieeloff the record • vertrouwelijk, onofficieel3 matter of record • te boek gesteld/algemeen bekend feitbe on record • (officieel) geregistreerd zijn, in de geschiedenis vermeld wordengo on record as saying • publiek(elijk) verklaren4 have a record • een strafregister/blad hebben6 break/make/establish a record • een record breken/vestigen→ straight straight/————————record21 record-♦voorbeelden:record sales • recordverkoop/omzet————————record3[ rikko:d]♦voorbeelden:1 optekenen ⇒ noteren, te boek stellen♦voorbeelden:a thermometer records the temperature • een thermometer registreert de temperatuur -
106 send down
-
107 shoot up
de hoogte ingaan (ook v. prijzen); de hoogte in schieten (bij het groeien); terroriseren (door schietpartijen)shoot upII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
108 specific heat
soortelijke warmte (hoeveelheid warmte vereist voor verhoging van temperatuur van massaeenheid met een graad) -
109 take someone's temperature
-
110 take
n. vangst; ontvangst, recette (van schouwburg); opname (v. film)--------v. nemen; pakken; brengen; begrijpen, snappentake1[ teek] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vangst————————take21 pakken ⇒ aanslaan, wortel schieten2 effect sorteren ⇒ inslaan, slagen4 worden♦voorbeelden:4 he took cold/ill • hij werd verkouden/ziekI took against him at first sight • ik vond hem al direct niet aardig→ take away take away/, take off take off/, take on take on/, take over take over/, take to take to/, take up take up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nemen ⇒ grijpen, (beet)pakken4 nemen ⇒ zich verschaffen, gebruiken5 vergen ⇒ vereisen, in beslag nemen8 krijgen ⇒ vatten, voelen9 opnemen ⇒ noteren, meten11 aanvaarden ⇒ accepteren, incasseren♦voorbeelden:he took me unawares • hij verraste mijtake a degree • een graad/titel behalenthis seat is taken • deze stoel is bezetdo you take sugar in your tea? • gebruikt u suiker in de thee?we take the Times • we zijn geabonneerd op de Timesthe man took her by force • de man nam haar met geweldtake five/ten • even pauzeren/rustenhave what it takes • aan de eisen voldoentake about • rondleidentake someone around • iemand rondleidentake someone aside • iemand apart nemenit took her mind off things • het bezorgde haar wat afleidingtake five from twelve • trek vijf van twaalf aftake fire • vlamvattentake it into one's head • het in zijn hoofd krijgentake it easy! • kalm aan!, maak je niet druk!take for granted • als vanzelfsprekend aannementake as read • voor gelezen houdenI take it that he'll be back soon • ik neem aan dat hij gauw terugkomthow am I to take that? • hoe moet ik dat opvatten?take it badly • het zich erg aantrekkentake it well • iets goed opvattenwhat do you take me for? • waar zie je me voor aan?take sides • partij kiezenyou may take it from me • je kunt van mij aannemenI can take it • ik kan het wel hebbenyou (can) take it from there • daar neem jij het wel (weer) over, verder kun je het wel alleen aantake a decision • een besluit nementake an exam • een examen afleggentake notes • aantekeningen makentake a trip • een reisje makenshe took a long time over it • zij deed er lang overtake it or leave it • graag of nietshe took it lying down • zij verzette zich niettake aback • verrassen, van zijn stuk brengen, overdonderenshe was rather taken by/with it • zij was er nogal mee in haar schiktake it (up)on oneself • het op zich nemen, het wagen, zich aanmatigen -
111 temperatures vary from 12° to 20°
temperatures vary from 12° to 20°English-Dutch dictionary > temperatures vary from 12° to 20°
-
112 the temperature has dropped to freezing point
de temperatuur is tot het vries/nulpunt gezaktEnglish-Dutch dictionary > the temperature has dropped to freezing point
-
113 the temperature is up eight degrees
English-Dutch dictionary > the temperature is up eight degrees
-
114 thermometer
-
115 thermos
n. thermosfles (tweelagige fles voor op temperatuur houden van vloeistof, die erin bevindt) -
116 this month's average temperature
-
117 uniform
adj. eenvormig, uniform; vast, permanent--------n. uniform, beroeps kledinguniform1[ joe:niffo:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 uniform————————uniform21 uniform ⇒ gelijkvormig, eensluidend -
118 up
adj. wakker; staand--------adv. boven--------n. helling, opgang; stijging--------v. (plotseling) de hoogte in jagen, verhogenup1♦voorbeelden:¶ ups and downs • wisselvalligheden, voor- en tegenspoed〈 informeel〉 on the up-and-up • 〈 voornamelijk Brits-Engels〉gestaag stijgend/vooruitgaand; 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉eerlijk, openhartig————————up21 omhoog- ⇒ op-, opgaand♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 (om)hoog ⇒ hoger(geplaatst), op, rechtstaand2 op ⇒ uit bed, wakker5 gestegen9 om ⇒ op, voorbij♦voorbeelden:that matter is up for discussion • die zaak is voor discussie vatbaar9 time's up • de/je tijd is om/verstreken10 be well up in/on • veel afweten van, goed op de hoogte zijn vanI'm not up on this subject • ik weet geen snars van dit onderwerp af¶ what's up? • wat gebeurt er (hier)?up and about/around • weer op de been, (druk) in de weer♦voorbeelden:1 the road up • de weg omhoog/naar boven————————up3〈 upped〉♦voorbeelden:1 she upped and left • zij vertrok plotseling/zomaar1 (plotseling) de hoogte in jagen ⇒ verhogen, (abrupt) doen stijgen♦voorbeelden:————————up4[ up] 〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉 omhoog ⇒ op, naar boven, sterker, hoger, meer, verder 〈enz.〉, op-, uit-2 te voorschijn ⇒ zichtbaar, voor, uit-, over-4 〈 plaats of richting〉in/naar ⇒ 〈 Brits-Engels in het bijzonder〉 in/naar de universiteit(sstad)/Londen♦voorbeelden:hands up! • handen omhoog!face up • met de bovenkant omhoogup the republic • leve de republiekcome up for air • aan de oppervlakte komen om lucht te happenhelp her up • help haar opstaanlive up in the hills • boven in de bergen wonenpuffed up • opgeblazensail up against the wind • tegen de wind in zeilenshe tore up the flowers • ze rukte de bloemen uit de grondturn up the music • zet de muziek harderhe went up north • hij ging naar het noordenup and down • op en neer, heen en weerup through history • door heel de geschiedenis heenup till/to now • tot nu toeup to and including • tot en metsums of up to sixty pounds • bedragen tot zestig pondfrom £4 up • vanaf vier pondfrom then on up • van dan af aanchildren from six years up • kinderen van zes jaar en ouderown up • bekennenit will turn up • het zal wel aan het licht komendrink up • drink je glas uitall sold up • helemaal uitverkochtup and down • overalI don't feel up to it • ik voel er mij niet toe in staat————————up5〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ boven in/op, omhoog♦voorbeelden:up the coast to Edinburgh • langs de kust omhoog naar Edinburghit's up the coast from here • het is hier vandaan verder langs de kustup (the) river • stroomopwaartsup the stairs • de trap opup the street • verderop in de straatup the valley • (verder) het dal in¶ up and down the country • door/in het gehele land→ yours yours/ -
119 vary
v. veranderen, zich veranderen, variëren, afwisselen[ veərie] 〈 varied〉1 variëren ⇒ (doen) veranderen/afwisselen, van elkaar (doen) verschillen, afwijken♦voorbeelden:1 he hardly ever varies his eating habits • hij wijzigt/varieert zijn eetgewoonten bijna nooittheir expectations varied too much • hun verwachtingen liepen te zeer uiteenwith varying success • met afwisselend succestemperatures vary from 12° to 20° • de temperatuur varieert van 12 tot 20 graden -
120 warm up
v. verwarmen; warm maken; opwarmen, de spieren losmaken (sport); opwarmingwarm up♦voorbeelden:1 warm up to something • opgaan in/enthousiast worden over ietsII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Arp Schnitger — Schnitger Orgel in Cappel, 1680 Arp Schnitger (* 1648, vermutlich in Schmalenfleth; getauft am 9. Juli 1648 in Golzwarden, heute Brake; begraben 28. Juli 1719 in Neuenfelde, heute Hamburg) war einer der berühmtesten Orgelbauer seiner … Deutsch Wikipedia
Реес Рийк — (или Рихард ван) голландский математик, астроном и физик (1797 1875). В 1819 г. сделался доктором философии, а в 1821 медицины. Для получения первой из этих степеней представял в 1819 г. сочинение Tentamina Mathematica de Cubatura segmenti… … Энциклопедический словарь Ф.А. Брокгауза и И.А. Ефрона
Реес, Рийк — (или Рихард ван) голландский математик, астроном и физик (1797 1875). В 1819 г. сделался доктором философии, а в 1821 медицины. Для получения первой из этих степеней представял в 1819 г. сочинение Tentamina Mathematica de Cubatura segmenti… … Энциклопедический словарь Ф.А. Брокгауза и И.А. Ефрона
Arp-Schnitger-Orgel — in Bülkau, 1676 Arp Schnitger Orgel in Elmshorn, 1684 … Deutsch Wikipedia
Arp Schnitker — Arp Schnitger Orgel in Bülkau, 1676 Arp Schnitger Orgel in Elmshorn, 1684 … Deutsch Wikipedia
Temperatur — Sf std. (15. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. temperātūra richtige Mischung , wie Temperament ein Abstraktum zu l. temperāre mischen (temperieren). Seit dem 16. Jh. auch der als Mischung zwischen warm und kalt verstandene Wärmegrad, worauf die… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
BORGESIUS — NETHERLANDS (see also List of Individuals) 27.5.1864 Norg/NL 27.5.1941 Den Haag/NL Anne Herman Borgesius studied natural sciences at Groningen University and from 1901 to 1922 joined as a staff member Den Haag University. He was a Member of… … Hydraulicians in Europe 1800-2000