-
41 lijn
♦voorbeelden:iets in grote lijnen aangeven • 〈 ook figuurlijk〉 tracer les grandes lignes de qc.een rechte lijn • une (ligne) droitein een rechte lijn van iemand afstammen • descendre en ligne directe de qn.de resultaten bewegen zich in opgaande lijn • les résultats vont en s'amélioranteen lijn trekken • tracer une ligneaan de (slanke) lijn doen • surveiller sa ligneMaastricht is aan de lijn • vous avez Maastricht au bout du filblijft u aan de lijn, a.u.b.! • ne quittez pas!in de lijn liggen van • être dans le droit fil dedat ligt helemaal in zijn lijn • 〈 net iets voor hem〉 c'est tout à fait lui; 〈 de aangewezen man〉 c'est l'homme qu'il nous fautop dezelfde, op één lijn zitten • être sur la même lignemet lijn 15 gaan, lijn 15 nemen • prendre la ligne no. 15 -
42 maag
♦voorbeelden:op de nuchtere maag • à jeuneen sterke maag hebben • avoir un estomac d'autrucheeen volle maag hebben • avoir le ventre pleineen vuile maag hebben • avoir l'estomac barbouilléeen rommelende maag hebben • avoir l'estomac qui gargouillede maag uitpompen • faire un lavage d'estomaciemand iets in de maag splitsen • 〈 ermee opschepen〉 refiler qc. à qn.; 〈 duur verkopen〉 estamper qn.hij zit ermee in z'n maag • 〈 kan het niet kwijtraken〉 ça lui reste sur l'estomac; 〈 zit ermee verlegen〉 il en est bien embarrassémijn avondeten ligt me zwaar op de maag • mon dîner m'est resté sur l'estomacmijn maag is van streek • j'ai l'estomac dérangé -
43 nek
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iemand de nek breken • casser les reins à qn.〈 figuurlijk〉 zijn nek breken (over iets) • se casser la figure (sur qc.)iemand, een kip de nek omdraaien • tordre le cou à qn., à une poulede nek uitsteken om beter te kunnen zien • avancer le cou pour mieux voirik heb geen ogen in mijn nek • je n'ai pas des yeux derrière la tête〈 figuurlijk〉 iemand met de nek aanzien, aankijken • traiter qn. par-dessous la jambe〈 figuurlijk〉 wat haal je je op je nek? • dans quoi est-ce que tu t'embarques?〈 figuurlijk〉 op iemands nek zitten • être sur le dos de qn.iemand op z'n nek springenover zijn nek gaan • vomirtot aan zijn nek in de schulden zitten • être endetté jusqu'au cou -
44 richten
1 [in een rechte lijn brengen] aligner2 [in een richting laten gaan] diriger3 [sturen] adresser♦voorbeelden:2 iemands gangen richten • diriger qn.gericht zijn op iets • viser à qc.een brief, aan mij gericht • une lettre qui m'est adressée1 [in bepaalde richting brengen] placer2 [m.b.t. vuurwapens] viser♦voorbeelden:(iets) horizontaal richten • mettre (qc.) à l'horizontale2 een geweer op iemand richten • braquer un fusil sur qn.scherp richten • viser bienop iemand, iets richten • viser qn., qc.III 〈wederkerend werkwoord; zich richten〉1 [zich wenden tot] s'adresser (à qn.)3 [zich concentreren op] se concentrer (sur)♦voorbeelden: -
45 rug
♦voorbeelden:1 hij heeft een brede rug • 〈 schuld krijgend〉 on lui met tout sur le dos; 〈 veel verdragend〉 il a bon doseen hoge rug (op)zetten • faire le gros doseen open rug • un spina-bifidamet ronde rug • le dos rondiemand de rug toekeren • tourner le dos à qn. 〈 ook figuurlijk〉je kunt mijn rug op! • tu peux te fouiller!〈 figuurlijk〉 achter de rug van iemand kwaadspreken • médire de qn. derrière son dosdat is weer achter de rug • voilà qui est faitde feestdagen zijn achter de rug • les fêtes sont derrière nouseen moeilijke tijd achter de rug hebben • venir de passer une période difficilede zestig al achter de rug hebben • avoir dépassé les soixante anspijn in de rug hebben • avoir mal au dosde wind in de rug hebben • avoir (le) vent arrièremet de rug tegen iets aan zitten • être adossé à qc.met de rug tegen de muur staan • être au pied du muriemand met de rug tegen de muur zetten • mettre qn. au pied du murop zijn rug liggen • être allongé (sur le dos)het loopt mij koud over mijn rug • j'en ai froid dans le dos -
46 rusten
1 [uitrusten; slapen] se reposer2 [begraven liggen] reposer3 [innerlijke rust hebben] avoir l'esprit tranquille4 [niet gebruikt worden] ne pas être utilisé5 [stil liggen; steunen op; gebaseerd zijn op] reposer (sur)6 [als iets bezwarends drukken] peser7 [m.b.t. de blik] être posé♦voorbeelden:niet rusten voor … • n'avoir pas de cesse que … ne 〈+ aanvoegende wijs〉2 hier rust • ici repose, ci-gîtop hem rust een zware verdenking • de graves soupçons pèsent sur luidie kwestie moet nu blijven rusten • cette question doit rester en suspens pour le moment -
47 scherp
scherp1〈 het〉♦voorbeelden:met scherp schieten • tirer à balles————————scherp2♦voorbeelden:een scherp potlood • un crayon pointuscherpe trekken • traits en lame de couteaumaak die punt wat scherper • aiguise un peu cette pointeeen scherp licht • une lumière cruescherpe pijnen • douleurs aiguësde wind is scherp • le vent est âpreiemand scherp bekritiseren • critiquer qn. violemmentscherp gekant zijn tegen • être fortement hostile àscherp reageren • réagir avec véhémencescherp uitvallen • se répandre en invectiveszich scherp aftekenen tegen • se détacher suriets scherp uit laten komen • accentuer qc.scherp horen • avoir l'oreille finescherp luisteren • tendre l'oreillescherp zien • avoir la vue perçanteeen scherp verhoor • un interrogatoire serréscherp beoordelen • juger sévèrementscherp concurreren • faire une concurrence acharnéeeen bocht scherp nemen • prendre un virage à la corde -
48 schoot
♦voorbeelden:in de schoot van het gezin terugkeren • rentrer au foyerin de schoot van de kerk terugkeren • rentrer dans le giron de l'Eglisetoen hij zich nog in de schoot van zijn moeder bevond • quand il n'était pas encore néop iemands schoot zitten • être assis sur les genoux de qn.een kind op (de) schoot nemen • prendre un enfant sur ses genoux→ link=hand hand -
49 schrijlings
♦voorbeelden:schrijlings op zijn stoel zitten • être assis à califourchon sur sa chaiseschrijlings op zijn paard zitten • monter à califourchon -
50 steunen
1 [stutten; ook figuurlijk] appuyer♦voorbeelden:elkaar steunen • s'épauleriemand met raad en daad steunen • soutenir qn. de son aide et de ses conseils1 [+ op][leunen (op)] (s')appuyer (sur)2 [kreunen] gémir♦voorbeelden:een opvatting doen steunen op • appuyer une opinion sur -
51 strijken
1 [zich laten gladmaken] se repasser2 [gaan langs, over] raser♦voorbeelden:1 [met een strijkende beweging aanraken] effleurer2 [(textiel) gladmaken] repasser (qc.)♦voorbeelden:iemand over de haren strijken • caresser les cheveux de qn.→ link=hand hand1 [met een strijkende beweging verplaatsen, veranderen] étaler (sur)2 [laten zakken] (a)baisser♦voorbeelden:de vlag strijken • amener le drapeaude haren uit zijn gezicht strijken • écarter les cheveux de son visagekreukels uit het papier strijken • défroisser le papier -
52 struikelen
1 [het evenwicht verliezen; vallen] trébucher (contre, sur) 〈 ook figuurlijk〉2 [figuurlijk][een misstap begaan] faire un faux pas3 [figuurlijk][aantreffen] marcher (sur)♦voorbeelden:over een steen struikelen • buter sur une pierre3 in Rome struikel je over de beeldhouwwerken • à Rome, il y a des sculptures partout -
53 tien
1 dix♦voorbeelden:hoofdstuk tien • chapitre dixtien juli • le dix juillethij woont op nummer tien • il habite au (numéro) dixeen stuk of tien • une dizainewij waren met ons tienen • nous étions (à) dixiets in tienen delen • diviser qc. en dixhet is tien over tien • il est dix heures dixtien tegen één (dat) • il y a gros à parier (que)hij ziet eruit of hij niet tot tien kan tellen • il n'a pas inventé l'eau chaudehet is tien voor • il est moins dix -
54 trappen
1 [de voet neerzetten] marcher (dans, sur)2 [de voet drukken] appuyer le pied (sur)3 [schoppen] donner des coups de pied (à qn.)4 [fietsen] pédaler♦voorbeelden:in de poep trappen • marcher dans la crottetegen een bal trappen • donner un coup de pied dans un ballontrap niet zo tegen de tafelpoot • arrête de donner des coups contre le pied de la tableje trapte tegen mijn been • tu m'as donné un coup de pied à la jambeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door trappen op een plaats, in een toestand brengen] écraser♦voorbeelden:hij is eruit getrapt • il s'est fait mettre à la porteeen stuk hout in de grond trappen • enfoncer un bout de bois dans le sol à coups de pied -
55 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets; luchtstroom doorlaten] tirer2 [in een bepaalde richting gaan] s'en aller3 [spierbewegingen maken] traîner (qc.)4 [m.b.t. zenuwtrek] avoir un tic (nerveux) (à)5 [in een richting getrokken worden] être attiré (par)6 [ergens in getrokken worden] être absorbé (par)7 [lijken (op)] tirer (sur)♦voorbeelden:de kachel trekt goed • le poêle tire bienaan een sigaar trekken • tirer sur un cigaredoor Frankrijk trekken • parcourir la Francein een huis trekken • s'installer dans une maisonde wijde wereld in trekken • partir à la conquête du mondekrom trekken • se déformerde kinderen trekken nogal naar hun vader • les enfants tiennent plutôt de leur père1 [tussen iets anders uitnemen] tirer2 [aantrekken] attirer3 [als zijn deel ontvangen] toucher♦voorbeelden:een kies trekken • arracher une dentloten trekken • tirer des lots au sortvolle zalen trekken • remplir les sallesdie stad blijft trekken • cette ville garde son attrait1 [algemeen] tirer2 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] attirer4 [tekenen] tracer6 [Algemeen Zuid-Nederlands][fotograferen] prendre♦voorbeelden:een horoscoop trekken • tirer un horoscopeeen single van een elpee trekken • tirer un 45 tours d'un 30 centimètresiets stuk trekken • déchirer qc.iets omver trekken • renverser qc.iemand aan zijn haar trekken • tirer les cheveux à qn.〈 figuurlijk〉 iets naar zich toe trekken • s'occuper intensivement de qc.iets in het belachelijke trekken • tourner qc. en dérision -
56 uitlopen
1 [lopend uitgaan; met een doel ergens heen gaan] sortir de2 [geleidelijk snelheid verliezen] ralentir5 [+ op][leiden tot] aboutir (à)6 [een voorsprong nemen] prendre une avance7 [meer tijd in beslag nemen] se prolonger8 [uitvloeien] couler♦voorbeelden:het gebouw uitlopen • sortir de l'immeubleje moet deze straat helemaal uitlopen • il faut suivre cette rue jusqu'au boutbij iemand in- en uitlopen • être un familier de la maisonde keeper liep te vroeg uit • le gardien de but est sorti trop tôthet salaris kan tot ƒ 3500,- uitlopen • le salaire peut s'élever jusqu'à Hfl. 3500,-dat loopt op niets uit • cela n'aboutira à rienwaar moet dat op uitlopen? • comment cela finira-t-il?verder uitlopen op het peloton • augmenter son avance sur le pelotonde verf is uitgelopen • la peinture a bavédeze schoenen moeten nog uitlopen • ces chaussures doivent encore se faire au piedII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [groter maken] assouplir à l'usage♦voorbeelden: -
57 vaarwater
♦voorbeelden:in iemands vaarwater komen, zitten • 〈 op zijn gebied〉 marcher sur les brisées de qn.; 〈 tegenwerken〉 se mettre sur le chemin de qn.blijf uit mijn vaarwater • 〈 kom mij niet te na〉 ne marche pas sur mes brisées; 〈 hinder mij niet〉 ne me mets pas de bâtons dans les roues -
58 vallen
1 [algemeen] tomber2 [los neerhangen] (re)tomber3 [zich aangetrokken voelen tot] avoir un faible pour♦voorbeelden:bommen laten vallen • lâcher des bombeseen gat in zijn knie vallen • s'ouvrir le genou en tombanter valt sneeuw • il neigehet toneelstuk is gevallen • la pièce de théâtre a fait un fourde vesting is gevallen • la forteresse est tombéehij laat alles vallen • tout lui glisse des mainshet anker laten vallen • jeter l'ancrezich laten vallen • se laisser tomberzijn beste vriend laten vallen • lâcher son meilleur amihij viel languit op de grond • il s'étala de tout son longop, over een woord vallen • tiquer sur un motde verantwoordelijkheid valt op … • la responsabilité incombe à …haar aandacht viel plotseling op die man • son attention fut soudain attirée par cet hommeKerstmis valt op een woensdag • Noël tombe un mercrediover een steen vallen • trébucher sur une pierreuit de handen vallen • échapper des mainsvoor het vaderland vallen • mourir pour la patriehet vallen van de bladeren • la chute des feuillesbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuitin plooien vallen • retomber en plisniet op elkaar vallen • ne pas être fait l'un pour l'autreer vielen doden • il y eut des mortswat valt er te doen? • qu'est-ce qu'il y a à faire?een kandidaat laten vallen • faire échouer un candidatiets laten vallen van de prijs • rabattre un peu du prixhij liet de aanklacht vallen • il a retiré sa plainteer viel niet aan te tornen • il n'y eut rien à fairedat valt goed • cela tombe bienin een bepaalde categorie vallen • tomber dans une certaine catégorievallen onder • être du ressort deal naar het valt • suivant le cas -
59 verzoek
♦voorbeelden:een dringend verzoek om hulp • un appel pressant à l'aideop dringend verzoek van • sur les instances devriendelijk verzoek • demande à titre d'amieen verzoek doen om … • en appeler à …een verzoek inwilligen • accéder à une demandeeen verzoek ondersteunen • appuyer une demandeik heb een verzoek aan u • j'ai une demande à vous adressereen verzoek om prijsopgave • une demande de prixeen verzoek om gratie • un recours en grâceop verzoek van • sur la demande deop verzoek toezenden • envoyer sur demandegevolg geven aan een verzoek • donner suite à une demande -
60 waarop
1 [op wat, hetwelk] sur quoi2 [betrekkelijk][op welke] sur lequel, laquelle, lesquels, lesquelles3 [betrekkelijk][na welke] à quoi♦voorbeelden:2 de datum waarop … • la date à laquelle …de manier waarop … • la manière dont …de toon waarop hij het zei • le ton sur lequel il l'a ditwaarop ik antwoordde dat … • à quoi je répondis que …
См. также в других словарях:
SUR — may refer to *Sur, Lebanon, a.k.a Tyre *Sur, Oman, the easternmost major town in Oman *Sur, Fujairah, a settlement in Fujairah *Sur, Switzerland, is a village in the canton of Grisons *Súr, a village in Hungary * Notes in Indian music, see swara… … Wikipedia
Sur — bezeichnet: das ISO 3166 und olympische Länderkürzel für die Republik Suriname den IATA Flughafencode von Summer Beaver Airport, Kanada Seemingly Unrelated Regression, eine Methode in der Ökonometrie um Regressionsgleichungen zu schätzen Siemens… … Deutsch Wikipedia
SUR — bezeichnet: das ISO 3166 und olympische Länderkürzel für die Republik Suriname den ITU Landeskenner im internationalen Kurzwellenrundfunk für Suriname den IATA Flughafencode von Summer Beaver Airport, Kanada Seemingly Unrelated Regression, eine… … Deutsch Wikipedia
Sur- — [F. sur over, above, contr. fr. L. super, supra. See {Super }.] A prefix signifying over, above, beyond, upon. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Sur En — (rätoromanisch für „am Inn“) bezeichnet: Sur En (Sent), Ortsteil im Kanton Graubünden, die politisch zur Gemeinde Sent gehört Sur En (Ardez), Ortsteil im Kanton Graubünden, die politisch zur Gemeinde Ardez gehört Siehe auch: Suren Surén … Deutsch Wikipedia
SUR — Préposition de lieu qui sert à marquer La situation d une chose à l égard de celle qui la soutient. Sur la terre. Sur terre. Sur mer et sur terre. Sur le haut d une maison. Sur une montagne. Sur un cheval. Sur un vaisseau. Sur sa tête. Sur un… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
SÛR — ÛRE. adj. Certain, indubitable, vrai. C est une chose sûre. Cela est sûr. Rien n est si sûr. Rien n est plus sûr. Cela est il bien sûr ? C est une chose moralement sûre. Je regarde cela comme sûr. Je vous donne cela pour sûr. Il se dit aussi… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Sur GR — GR ist das Kürzel für den Kanton Graubünden in der Schweiz und wird verwendet, um Verwechslungen mit anderen Einträgen des Namens Surf zu vermeiden. Sur … Deutsch Wikipedia
Súr — Infobox Settlement subdivision type = Country subdivision name = HUN timezone=CET utc offset=+1 timezone DST=CEST utc offset DST=+2|official name=Súr subdivision type1=County subdivision name1=Komárom Esztergom area total km2=37.37 population… … Wikipedia
SUR — URE. adj. Qui a un goût acide et aigret. Ce fruit est sur. Ces pommes sont sures. L oseille est fort sure … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Sur, Oman — Sur City Sur s dhow building yard … Wikipedia