-
1 drag
n. sleep, gesleep; rem; gezanik, gezeur; (in computers) het slepen; (bij computers) voorwerpen (of tekst) op het scherm verplaatsen door de muisknop ingedrukt te houden; tegenkracht (zoals weerstand van lucht)--------v. slepen; dreggen; kruipendrag1[ dræg] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 het slepen ⇒ het trekken, het zeulen3 dreg ⇒ dregnet, dreganker6 〈 informeel〉saai gedoe/figuur ⇒ vervelend iets/iemand♦voorbeelden:6 it was such a drag • het was stierlijk vervelend/stomvervelend8 in drag • in travestie, als man/vrouw verkleed————————drag2〈 dragged〉1 dreggen♦voorbeelden:1 (mee)slepen ⇒ (voort)trekken/sleuren/zeulen♦voorbeelden:don't drag my name in • laat mijn naam erbuitenshe dragged him off to concerts • ze sleepte hem mee naar concertendrag someone into something • iemand tegen zijn zin ergens in betrekken -
2 tow
n. slepen of boegseren; op sleeptouw nemen--------v. wegslepen, wegtrekkentow1[ too] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 sleep♦voorbeelden:take someone in tow • iemand op sleeptouw nemen————————tow2〈 werkwoord〉1 (weg)slepen ⇒ op sleeptouw nemen, (weg)trekken -
3 trail
n. spoor, baan, pad--------v. slepen, loshangen; achterliggen; nasporen, volgentrail1[ treel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slier(t) ⇒ stroom, rij♦voorbeelden:blaze a trail • 〈 figuurlijk〉de weg banen, baanbrekend werk verrichten————————trail21 slepen ⇒ slieren, loshangen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 slepen ⇒ sleuren, slieren2 nasporen ⇒ volgen, schaduwen -
4 sweep
n. beurt, opruiming; veger, stoffer; zwaai, slag, draai, bocht; schoorsteen/ straatveger--------v. vegen; opvegen; voeren; schrijdensweep1[ swie:p]2 veger ⇒ bezem, stoffer4 veeg ⇒ haal (met een borstel), streek5 zwaai ⇒ slag, houw, riemslag; zwier, draai, bocht6 〈 benaming voor〉gebogen traject/lijn♦voorbeelden:make a clean sweep • schoon schip maken5 sweep of the eye • oogopslag, blikwide sweep • wijde draai/bochtmake a sweep • een bocht maken, draaienat one/a sweep • in één klap¶ sweep of mountain country • stuk bergland, berglandschapclean sweep • verpletterende overwinning3 beweging ⇒ stroom, golving♦voorbeelden:beyond/within the sweep of • buiten/binnen het bereik van————————sweep21 zich (snel) (voort)bewegen ⇒ spoeden, vliegen♦voorbeelden:sweep by/past • voorbijschietensweep down on • aanvallensweep on • voortijlensweep round • zich (met een zwaai) omdraaiensweep from/out of the room • de kamer uit stuivensweep into power • aan de macht komena wave swept over the ship • een golf sloeg over het schip1 vegen ⇒ aan/af/op/wegvegen2 (laten) slepen ⇒ slepen over, strijken langs/over♦voorbeelden:sweep the house clean/clear of dirt • het huis schoonvegen〈 figuurlijk〉 sweep the seas • de zeeën schoonvegen/zuiveren van piratensweep the dirt away • het vuil wegvegensweep up • aan/uitvegen, bijeenvegen2 mee/wegsleuren ⇒ meevoeren, afrukken3 doorkruisen ⇒ teisteren, razen over4 afzoeken ⇒ aftasten, afvissen♦voorbeelden:sweep someone a bow/curtsey • statig buigen voor iemand2 sweep along • meesleuren/slepenbe swept off one's feet • omvergelopen worden; 〈 figuurlijk〉 overdonderd worden; versteld staan, hals over kop verliefd wordenbe swept out to sea • in zee gesleurd wordena new fashion sweeping America • een nieuwe mode die Amerika verovert -
5 carry
n. positie van geschouderd geweer; vervoer van boten over land; dragen--------v. dragen; vervoeren; voeren; verder gaancarry1[ kærie] 〈meervoud: carries〉————————carry2〈 carried〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vervoeren ⇒ transporteren, (over)brengen; (mee)dragen, steunen; (met zich) (mee)voeren, bij zich hebben; afvoeren; 〈 natuurkunde〉 (ge)leiden; (binnen)halen 〈oogst e.d.〉; drijven; door/optrekken2 zwanger/in verwachting zijn van3 veroveren ⇒ in de wacht/uit het vuur slepen, voor zich winnen5 (als artikel) voeren ⇒ in het assortiment hebben, verkopen♦voorbeelden:my brother carries the whole department • de hele afdeling draait op mijn broersuch a crime carries a severe punishment • op zo'n misdaad staat een strenge strafdiseases carried by insects • ziekten door insecten overgebrachtcarry to excess • te ver doordrijvencarry a motion • een motie steunenthis field carries wheat • op deze akker staat tarwe〈 informeel〉 the firm will carry you until your illness is over • de zaak springt bij tot je weer beter bentthe loan carries an interest • de lening is rentedragendhe carried the news to everyone in the family • hij ging de hele familie af/rond met het nieuwtjethese pipes will carry the oil • de olie zal via deze pijpleidingen getransporteerd wordencarry new pipes under a street • nieuwe buizen onder een straat leggenpower carries responsibility • macht verplicht tot verantwoordelijkheidwrite 3 and carry 2 • 3 opschrijven, 2 onthoudencopper wires carry electric current • elektrische stroom loopt door koperen dradenJoan carries herself like a model • Joan gedraagt zich als een mannequinyou don't have to carry that umbrella about all the time • je hoeft niet voortdurend die paraplu mee te slepenthe building will be carried up to 10 floors • het gebouw wordt opgetrokken tot 10 verdiepingencarry into effect • ten uitvoer brengen3 the government carried the country • de regering had de steun van het land/volkcarry one's motion/bill • zijn motie/wetsontwerp erdoor krijgenthe soldiers carried the enemy's position • de soldaten namen de vijandelijke stelling stormenderhand inhe carried his audience with him • hij nam het publiek (sterk) voor zich in6 this field can carry up to 25 sheep • op dit land kunnen hoogstens 25 schapen grazen/weidenthe report carried several suggestions • het rapport bevatte diverse suggestieshe can't carry a tune • hij kan geen wijs houdenhe can't carry more than a few drinks • hij kan maar een paar borrels hebbencarry too far • overdrijven→ carry along carry along/, carry away carry away/, carry back carry back/, carry forward carry forward/, carry off carry off/, carry on carry on/, carry out carry out/, carry over carry over/, carry through carry through/ -
6 haul
n. trek, sleep--------v. trekken, slepen; veranderen van richtinghaul1[ ho:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 haal ⇒ trek; het halen, het trekken♦voorbeelden:in/over the long haul • op lange termijn————————haul21 trekken ⇒ hijsen, rukken2 〈 scheepvaart〉 van koers veranderen ⇒ oploeven; 〈 figuurlijk〉 van gedachte veranderen, zich bedenken♦voorbeelden:1 haul to/(up)on the wind • bij de wind brassen, oploevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:haul in the net • het net binnenhalen→ haul up haul up/ -
7 haulage
n. het slepen, het trekken; transportkosten[ ho:lidzj] -
8 scrounge
v. schooien, bietsen, klaplopen, profiteren; in de wacht slepen, achteroverdrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bietsen -
9 tug
n. ruk; sleepboot--------v. slepentug1[ tug] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 〈 informeel〉 tug of love • touwtrekkerij om (de voogdij over) een kind 〈 tussen gescheiden ouders〉parting was a tug (at his heart-strings) • het vertrek deed hem pijn (aan het hart)————————tug2〈 tugged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 sleuren -
10 arraign
v. aanklagen; voor het gerecht brengen[ əreen] 〈zelfstandig naamwoord: arraignment〉1 beschuldigen ⇒ aanvallen, aantijgen -
11 bear away/off a prize
bear away/off a prize -
12 bear
n. beer--------v. bevallen--------v. dragen; dulden; verdragen; bijstaan; leidenbear1[ beə] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.1 ook bear〉1 beer→ sore sore/————————bear25 druk uitoefenen ⇒ duwen, leunen♦voorbeelden:bear near • naderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen4 hebben/voelen voor ⇒ toedragen, koesteren5 verdragen ⇒ dulden, uitstaan9 drijven ⇒ duwen, drukken♦voorbeelden:be borne away • meegesleept wordenbear away/off a prize • een prijs in de wacht slepenhis letter bore no signature • zijn brief was niet ondertekendbear signs/traces of • tekenen/sporen vertonen vanborne by • geboren uit -
13 capstan
-
14 capture a prize
-
15 capture
n. vangen (ook in computers); (in computers) een document geheel of gedeeltelijk kopiëren naar het tijdelijke geheugen; gevangene--------v. veroveren; gevangennemencapture1[ kæptsjə]1 gevangene ⇒ vangst, buit, prijs1 vangst ⇒ gevangenneming, inbezitneming————————capture2〈 werkwoord〉3 buitmaken ⇒ bemachtigen, veroveren♦voorbeelden: -
16 carry off
-
17 carry through
een opdracht uitvoerencarry throughII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 erdoor helpen/slepen♦voorbeelden: -
18 court
n. binnenplaats, erf; rechtbank; paleis, hof, hofhouding, ontvangst--------v. het hof maken, uitnodigencourt1[ ko:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 rechtbank ⇒ gerechtsgebouw/zaal, (gerechts)hof3 hof ⇒ koninklijk paleis, hofhouding5 omsloten ruimte ⇒ (licht)hal; binnenhof/plaats, cul-de-sac♦voorbeelden:1 Court of Appeal(s) • hof van appel/beroepCourt of Cassation • hof van cassatiecourt of honour • ereraadcourt of inquiry • gerechtelijke commissie van onderzoekcourt of justice • gerechtshofcourt of law • rechtbankCourt of Session • (Schots) civiel hooggerechtshofgo to court • naar de rechter stappensettle out of court • in der minne/buiten de rechter om schikkentake someone to court • iemand voor de rechter slepen3 Court of St. James's • het kabinet van St.-James, de Engelse regering, het Britse hofhold court • hof houdenbe presented at court • aan het hof gepresenteerd worden¶ laugh someone/something out of court • iemand/iets weghonenpay court to someone • iemand het hof makenrule/put out of court • uitsluiten 〈 getuige, bewijsmateriaal; ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉(iets/iemand) totaal geen kans geven————————court2II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 flirten met ⇒ vragen om, uitlokken♦voorbeelden: -
19 draw
n. attractie, trekking; (uit)verloting; gelijk spel, remise--------v. tekenen; trekken; opnemen; trekken (v.e. pistool)draw1[ dro:] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 aantrekkingskracht ⇒ attractie, trekpleister♦voorbeelden:————————draw2♦voorbeelden:draw near • naderen, dichterbij komendraw off • (zich) terugtrekken, weggaanhe drew alongside the bus • hij ging naast de bus rijden→ draw apart draw apart/, draw away draw away/, draw back draw back/, draw in draw in/, draw on draw on/, draw out draw out/, draw up draw up/♦voorbeelden:the chimney doesn't draw • de schoorsteen trekt nietdraw one's sword against • ten strijde trekken tegendraw along • voorttrekkendraw aside • opzij trekken, apart nemendraw back the curtains • de gordijnen opentrekken/doendraw off • uittrekken, afdoendraw together • samentrekken, nader tot elkaar komendraw someone into a conversation • iemand in een gesprek betrekken2 draw a circle • een cirkel trekken/beschrijvendraw inspiration from • inspiratie opdoen uitdraw on/upon • een beroep doen op, putten uit, gebruik maken vanI'll have to draw upon my savings • ik zal mijn spaargeld moeten aanspreken4 (te voorschijn) halen ⇒ uittrekken; 〈 figuurlijk〉 ontlokken; naar buiten brengen/halen; (af)tappen 〈bier enz.〉5 van de ingewanden ontdoen ⇒ ontweien, schoonmaken10 〈 sport〉een bepaald(e) richting/effect geven aan 〈 de bal〉 ⇒ 〈 biljart〉 trekken; 〈 cricket, golf〉 (te veel) naar s slaan 〈 van rechtshandige〉; (te veel) naar rechts slaan 〈 van shandige〉♦voorbeelden:2 draw a deep breath • diep inademen, diep ademhalenhis story drew tears • zijn verhaal maakte de ogen vochtighe refused to be drawn • hij liet zich niet uit zijn tent lokkendraw forth • te voorschijn halenshe drew all her savings from her account • zij nam al haar spaargeld op (van haar rekening) -
20 grab
n. greep; graai--------v. grijpen; vast pakken; kapengrab1[ græb] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 make a grab at/for something • ergens naar grijpen/graaien〈 informeel〉 up for grabs • voor het grijpen/pakken————————grab2〈 grabbed〉1 graaien ⇒ grijpen, pakken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:try to grab the attention • proberen de aandacht op zich te vestigen
См. также в других словарях:
slepen — srepi … Woordenlijst Sranan
i-slepen — i slepe(n ME. pa. pple. of sleep v … Useful english dictionary
schleppen — tragen; (sich) etwas aufladen; transportieren; abschleppen * * * schlep|pen [ ʃlɛpn̩]: 1. <tr.; hat a) (etwas Schweres) schleppend (1 b) irgendwohin befördern: Pakete zur Post schleppen; er schleppte seinen Koffer nach Hause. Syn.: ↑ … Universal-Lexikon
Low German — Low Saxon Spoken in Germany, Denmark, Netherlands, United States, Canada Native speakers ≈5 million (date missing) Language fam … Wikipedia
Osa-Klasse — Übersicht Typ Schnellboot Einheiten Osa I: 140 … Deutsch Wikipedia
Boote der sowjetischen und russischen Marine — Dieser Artikel soll eine Übersicht geben über Boote, die in der sowjetischen und russischen Marine und den Grenzschutztruppen im Dienst waren. Dabei wird die russische Klassifikation benutzt, wonach Seefahrzeuge bis 500 t Verdrängung… … Deutsch Wikipedia
Sleep — Sleep, v. i. [imp. & p. p. {Slept}; p. pr. & vb. n. {Sleeping}.] [OE. slepen, AS. sl?pan; akin to OFries. sl?pa, OS. sl[=a]pan, D. slapen, OHG. sl[=a]fan, G. schlafen, Goth. sl?pan, and G. schlaff slack, loose, and L. labi to glide, slide, labare … The Collaborative International Dictionary of English
Sleeping — Sleep Sleep, v. i. [imp. & p. p. {Slept}; p. pr. & vb. n. {Sleeping}.] [OE. slepen, AS. sl?pan; akin to OFries. sl?pa, OS. sl[=a]pan, D. slapen, OHG. sl[=a]fan, G. schlafen, Goth. sl?pan, and G. schlaff slack, loose, and L. labi to glide, slide,… … The Collaborative International Dictionary of English
Slept — Sleep Sleep, v. i. [imp. & p. p. {Slept}; p. pr. & vb. n. {Sleeping}.] [OE. slepen, AS. sl?pan; akin to OFries. sl?pa, OS. sl[=a]pan, D. slapen, OHG. sl[=a]fan, G. schlafen, Goth. sl?pan, and G. schlaff slack, loose, and L. labi to glide, slide,… … The Collaborative International Dictionary of English
schlep — or schlepp; also shlep or shlepp verb (schlepped; also shlepped; schlepping; also shlepping) Etymology: Yiddish shlepn, from Middle High German sleppen, from Middle Low German slēpen Date: 1922 transitive verb drag … New Collegiate Dictionary
Middle English — Spoken in England, south east Scotland and in Scottish burghs, to some extent in Ireland Extinct developed into Early Modern English, Scots and Yola in Wexford by the 16th century Language family … Wikipedia