-
1 ruin
n. ruïne, vernietiging, vernieling, verwoesting; einde, afloop; oorzaak van vernieling--------v. bederven; ruïneren; vernietigenruin1[ roe:in] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————ruin2〈 werkwoord〉 -
2 beggar
n. bedelaar, iemand die bedelt, arm iemand,arme, behoeftig iemand; man of jongen (Slang)--------v. tot de bedelstaf brengen, ruïnerenbeggar1[ begə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————beggar2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 devastate
v. vernielen, afbreken, ruïneren[ devvəsteet] 〈zelfstandig naamwoord: devastation〉1 verwoesten ⇒ ruïneren, vernietigen -
4 dish
n. schaal; schotel; gerecht; speciaal gerecht--------v. verknallen; ruïnerendish1[ disj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ do the dishes • de afwas doen, afwassen————————dish2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ dish up dish up/ -
5 wreck
n. ruïne; vernieling; afbraak, verval; oud roest; wrak; gezonken schip; overblijfsels van een gezonken schip--------v. vernielen; ruïneren; versplinteren (van hoop); vernietigd worden; gezonken worden (schip)wreck1[ rek]♦voorbeelden:————————wreck2〈 werkwoord〉1 〈 voornamelijk passief〉 schipbreuk doen lijden ⇒ doen stranden, aan de grond doen lopen; 〈 figuurlijk〉 doen mislukken 〈plan e.d.〉2 ruïneren ⇒ verwoesten, te gronde richten♦voorbeelden:1 the ship was wrecked on the rocks • het schip liep/verging op de rotsenwe were wrecked off Flushing • we leden ter hoogte van Vlissingen schipbreuk -
6 blast
interj. loop naar de maan!--------n. rukwind, luchtdruk; explosie--------v. ontploffing; vloekenblast1[ bla:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:blast! • verdorie/verdraaid————————blast2〈 werkwoord〉1 opblazen ⇒ doen exploderen, bombarderen2 vernietigen ⇒ verijdelen, ruïneren♦voorbeelden:4 blast him! • laat hem naar de maan lopen!→ blast off blast off/ -
7 break
n. onderbreking; doorbraak; pauze; inbraak; kans; wijziging; (in computers) overbrugging, stoppen en starten van een nieuw deel in een document--------v. breken; stuk slaan; verbreken; inbreken; stoppen, aflastenbreak1[ breek]♦voorbeelden:there was a break in the weather • het weer sloeg omwithout a break • onophoudelijk, zonder te stoppen4 bad break • pech, tegenvallerlucky break • geluk, meevallergive someone a break • iemand een kans geven (om zichzelf te bewijzen), iemand een plezier doen→ clean clean/♦voorbeelden:2 break of day • dageraad, ochtendgloren————————break23 pauzeren♦voorbeelden:his voice broke • hij kreeg de baard in zijn keelthe box broke open • de doos barstte open2 break free/loose • ontsnappen, losbreken4 the frost broke • het hield op met vriezen, het ging dooienbreak into a gallop • plotseling gaan galopperenbreak forth • uitbarsten, losbarsten 〈 in woede〉break into a tenner • een briefje van tien aanbrekenthis extra work breaks into my evenings • dit extra werk slokt mijn avonden opbreak over • overheen golven, overheen spoelen→ break away break away/, break down break down/, break in break in/, break off break off/, break out break out/, break through break through/, break up break up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 break a blow • een klap opvangen/brekenbreak camp • het kamp opbrekenbreak cover • uit de schuilplaats komenbreak someone of a habit • iemand een gewoonte aflerenbreak the law • de wet overtreden/brekenbreak a path/way • een weg banenbreak prison/jail • uitbrekenbreak a record • een record verbeteren/brekenbreak a strike • een staking breken -
8 damn
n. verdorie--------v. verdommen, vervloeken; afkrakendamn1♦voorbeelden:she doesn't care/give a (tinker's) damn • het kan haar geen barst schelen¶ damn! • verdomme!————————damn2〈bijvoeglijk naamwoord; bijwoord〉 〈 slang〉1 allejezus ⇒ godvergeten, verdomd(e)♦voorbeelden:damn fast • verdomd snelyou're damn well going to • jij doet dat om de sodemieter wel————————damn3〈 werkwoord〉1 verdoemen ⇒ vervloeken, verwensen♦voorbeelden:1 damn that fool! • laat ie doodvallen!〈 informeel〉 (well,) I'll be damned • wel allejezus/verdomme, krijg nou wat〈 slang〉 damn it! • verdomme!damn you! • (kloot)zak!, val dood! -
9 destroy
-
10 mar
-
11 murder
n. moordenaar--------v. vermoorden; doden; vernietigenmurder1[ mə:də] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 moord♦voorbeelden:→ blue blue/————————murder2〈 werkwoord〉 -
12 muss up one's suit
muss up one's suit -
13 muss
-
14 put out of business
put out of businessfailliet doen gaan, ruïneren -
15 put
n. kogelwerpen--------v. plaatsen, leggen, zetten; stoppen; stellen; merkenput1[ poet] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 → putt putt/————————put2♦voorbeelden:¶ stay put • blijven waar je bent, op zijn plaats blijven————————put32 → putt putt/♦voorbeelden:1 the ship put into the port • het schip voer/stevende de haven binnen〈 voornamelijk Brits-Engels〉 put (up)on someone • iemand last/ongemak bezorgen→ put about put about/, put back put back/, put down put down/, put in put in/, put out put out/, put over put over/, put to put to/, put up put up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉5 werpen ⇒ stoten, jagen7 uitdrukken ⇒ zeggen, stellen8 vertalen ⇒ overbrengen, omzetten♦voorbeelden:put an end to (one's life) • een eind maken (aan zijn leven)put a/one's finger to one's lips • de vinger voor de lippen/mond leggen 〈 als aanmaning tot zwijgen〉put one's hand on something • de hand leggen op ietsput an idea/thought into someone's head • iemand op een idee brengenput a knife between someone's ribs • iemand een mes tussen de ribben stekenput a match to something • iets aansteken/in brand stekenput money in(to) something • geld steken in ietsput pen to paper • pen op papier zettenput pressure (up)on • pressie uitoefenen opput a price on something • een prijskaartje hangen aanput one's signature to something • zijn handtekening plaatsen onder ietsput someone on the train • iemand op de trein zettenput a stop to something • een eind maken aan ietsput one's trust in • zijn vertrouwen stellen inthe death of his son put years on him • de dood van zijn zoon heeft hem ouder gemaaktput oneself into something • zich geheel/zijn beste krachten aan iets gevenput safety above cost • veiligheid boven kosten stellenput someone across the river • iemand overzettenput something before something else • iets prefereren/stellen boven iets andersput behind bars • achter de tralies zettenput something behind oneself • zich over iets heen zetten, met iets brekenput in order • in orde brengenput in an awkward position • in een moeilijk parket brengenput in(to) touch with • in contact brengen metput into circulation • in omloop brengenput into effect • ten uitvoer brengenput into power • aan de macht brengenput someone off his food • iemand de eetlust benemenput someone off his game • iemand van zijn spel afleidenput someone off learning • iemand de zin om te leren ontnemenput someone off smoking • iemand van het roken afbrengenput someone on antibiotics • iemand antibiotica voorschrijvenput someone on his guard • iemand waarschuwenput on the right track • op het goede spoor brengenput out of business • failliet doen gaan, ruïnerenput someone out of temper • iemand uit zijn humeur brengenput a Bill through Parliament • een wetsvoorstel door het parlement krijgenput one's children through university • zijn kinderen universitaire studies laten voltooienput the children to bed • de kinderen naar bed brengenput to death • ter dood brengenput a poem to music • een gedicht op muziek zettenput the children to school • de kinderen op school doenput one's son to a trade • voor zijn zoon een beroep vindenput oneself/someone to work • zich/iemand aan het werk zettenput to good use • goed gebruik maken vanput £100 towards the cost • £100 in de kosten bijdragen〈 informeel〉 put someone through it • iemand een zware test afnemen/zwaar op de proef stellenput to flight/rout • op de vlucht drijvenput someone to (great) inconvenience • iemand (veel) ongerief bezorgenput someone to trouble • iemand last/ongemak bezorgenput £1,000,000 on the taxes • de belastingen met £1.000.000 verhogenput a proposal before/to a meeting • een vergadering een voorstel voorleggenput someone onto someone • iemand aan iemand voorstellen/bij iemand introducerenhow shall I put it? • hoe zal ik het zeggento put it bluntly • om het (maar) ronduit/cru te zeggenbe hard put (to it) to do something • iets nauwelijks aankunnen, het erg moeilijk hebben om iets te doenput under • verdoven, onder narcose brengenput it/one/something across someone • het iemand flikken, iemand beetnemenI put it to him that he was wrong • ik hield het hem voor dat hij het verkeerd hadput oneself to it to do something • zich ertoe zetten iets te doen→ put about put about/, put across put across/, put ahead put ahead/, put aside put aside/, put away put away/, put back put back/, put behind put behind/, put by put by/, put down put down/, put forth put forth/, put forward put forward/, put in put in/, put off put off/, put on put on/, put out put out/, put over put over/, put through put through/, put to put to/, put together put together/, put up put up/ -
16 ravish
v. betoveren; pakken; verkrachten[ rævisj] 〈zelfstandig naamwoord: ravishment〉♦voorbeelden:1 ravished by/with her blue eyes • in vervoering over/betoverd door haar blauwe ogen -
17 shatter
v. verbrijzelen, versplinteren; ruïneren; ondermijnen, wankelen[ sætə]1 uiteenspatten ⇒ barsten, in stukken (uiteen)vallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:shattered nerves • geschokte zenuwen -
18 waste
adj. overbodig, overtollig, niet uitgebuit; afvals-; verlaten; geruïneerd; woest; vervallen--------n. verkwisting; uitbuiting; verlies; vernieling; vernietiging; wildernis; woestijn; afval; bijprodukten van afval; riool (water)--------v. verkwisten, uitbuiten; ruïneren; beschadigen; uitdunnen; vergaan; vernietigd worden; likwideren; vermoorden (slang)waste1[ weest] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 afval(product) ⇒ puin, vuilnis♦voorbeelden:3 go to waste, run to waste • verloren gaan, verspild worden————————waste21 woest ⇒ braak(liggend), verlaten♦voorbeelden:lay waste • verwoestenlie waste • braak liggen————————waste3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:waste time on something • tijd verspillen aan iets -
19 bollix
v. vernietigen, ruïneren; puinhoop maken van, verknoeien, mislukken -
20 destroyingly
adv. vernielen, vernietigen, ruïneren
- 1
- 2
См. также в других словарях:
ruineren — maskaderi … Woordenlijst Sranan
HMS Sovereign of the Seas — was ordered as a 90 gun first rank ship of the line of the English Royal Navy, but at launch was armed with 102 bronze guns, at the insistence of the king. She was later renamed Sovereign , and then Royal Sovereign .Royal Navy, Sovereign of the… … Wikipedia