-
1 cirer
-
2 frotter
frotter [frottee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 wrijven (langs, over) ⇒ strijken (langs, over), schuren (langs)3 insmeren ⇒ inwrijven, bestrijken♦voorbeelden:frotter son doigt contre, sur une table • met zijn vinger langs, over een tafel strijkenfrotter qn. pour le laver, le réchauffer, le sécher • iemand afschrobben, warmwrijven, droogwrijven→ oreille♦voorbeelden:ne vous y frottez pas • brand je vingers daar niet aanv1) (in)wrijven2) schuren, boenen, poetsen3) insmeren -
3 polir
polir [pollier]1 polijsten ⇒ slijpen, (op)poetsen1 gepolijst, gladder worden♦voorbeelden:¶ se polir les ongles • zijn nagels doen, politoerensa rudesse se polira avec les ans • met de jaren zullen zijn manieren wel beter wordenv1) polijsten, poetsen2) bijschaven -
4 brosser
brosser [brossee]1 (af)borstelen ⇒ (af)wrijven, afschuieren♦voorbeelden:→ cours♦voorbeelden:se brosser les ongles • z'n nagels borstelen〈 informeel〉 tu peux te brosser! • je kan lang wachten!, schrijf het maar op je buik!→ ventrev2) schilderen, schetsen3) effect geven (aan) [biljardbal]4) speibelen -
5 chaussure
chaussure [sĵoosuur]〈v.〉1 schoen♦voorbeelden:1 chaussures à crampons • schoenen met noppen, spikeschaussures à lacets • veterschoenenchaussures à pointes • spikesfaire ses chaussures • zijn schoenen poetsen〈 figuurlijk〉 trouver chaussure à son pied • iets van zijn gading vinden, de ware Jakob vindenf1) schoen, schoeisel2) schoenenindustrie, -handel -
6 fille
fille [fiej]〈v.〉2 meisje3 non♦voorbeelden:jouer la fille de l'air • de plaat poetsen, met de noorderzon vertrekkenfille de cuisine • keukenmeisjevraie jeune fille • maagdpetite fille • meisjevieille fille • oude vrijsterfille à marier • meisje op huwbare leeftijdrester fille • ongehuwd blijvenêtre fille à • het soort meisje zijn datfille publique • publieke vrouwf1) dochter2) meisje -
7 laver
-
8 reluire
-
9 te
-
10 astiquage
-
11 astiquer
-
12 cirage
-
13 décamper
décamper [deekãpee]〈 werkwoord〉1 zich uit de voeten maken ⇒ er (plotseling) van tussen gaan, 'm smeren, de plaat poetsen♦voorbeelden:1 décampe! • maak dat je wegkomt! -
14 décrotter
-
15 et je te frotte et je te brique
et je te frotte et je te briqueen maar poetsen, en maar schoonmakenDictionnaire français-néerlandais > et je te frotte et je te brique
-
16 faire reluire
-
17 faire ses chaussures
faire ses chaussures -
18 jouer la fille de l'air
jouer la fille de l'airde plaat poetsen, met de noorderzon vertrekken -
19 se brosser les dents
se brosser les dents -
20 se laver les dents
se laver les dents
- 1
- 2