-
21 torcher
torcher [torsĵee]2 afraffelen ⇒ haastig afdoen, in elkaar flansen♦voorbeelden:♦voorbeelden:se torcher le nez • zijn neus afvegenje m'en torche! • het kan me geen reet schelen! -
22 torchonner
Страницы
- 1
- 2