-
1 peindre
peindre [pẽdr]1 zich aftekenen ⇒ te lezen zijn, tot uitdrukking komenv1) verven, schilderen2) beschilderen3) beschrijven -
2 peinture
peinture [pẽtuur]〈v.〉3 schildering ⇒ schets, beschrijving♦voorbeelden:1 attention, peinture fraîche! • nat!peinture métallisée • metallic lakpeinture à l'eau, à l'huile • water-, olieverfattention à la peinture! • nat!→ potla peinture en bâtiment(s) • het huisschilderenne pas pouvoir voir qn. en peinture • iemand niet kunnen luchten of zienpeinture à l'eau, à l'huile • aquarel-, olieverfschilderijf1) verf2) (het) schilderen, verven3) schilderij -
3 brosser
brosser [brossee]1 (af)borstelen ⇒ (af)wrijven, afschuieren♦voorbeelden:→ cours♦voorbeelden:se brosser les ongles • z'n nagels borstelen〈 informeel〉 tu peux te brosser! • je kan lang wachten!, schrijf het maar op je buik!→ ventrev2) schilderen, schetsen3) effect geven (aan) [biljardbal]4) speibelen -
4 composition
composition [kõpooziesjõ]〈v.〉2 (het) vervaardigen ⇒ (het) schrijven, (het) schilderen, (het) componeren♦voorbeelden:c'est un plat de ma composition • dit gerecht heb ik zelf bedachtentrer en composition avec • tot een vergelijk trachten te komen metvenir à composition • toegeven, concessies doenf5) werk, compositie6) schilderstuk7) proefwerk8) zetwerk9) opstel -
5 après
après1 [aapre]〈 bijwoord〉1 daarna ⇒ daarop, vervolgens, later♦voorbeelden:l'école est tout de suite après • de school ligt daar direct achterle jour d'après • de dag eropaussitôt après • meteen daaropet puis après! • en wat dan nog?, nou en?————————après2 [aapre]〈voorzetsel; ook m.〉1 na ⇒ achter(na)♦voorbeelden:l'un après l'autre • achtereenvolgensaprès avoir fait son café • na haar kopje koffie gezet te hebbenaprès être partie, elle a dit • nadat ze vertrokken was, heeft ze gezegdaprès manger • na het etenaprès ce(la) • vervolgens, daarnaaprès quoi • waarnaaprès tout • alles welbeschouwd, eigenlijkd' après eux • volgens hend' après ses dires • naar zijn zeggenpeindre d' après une photo, d' après nature • van een foto, naar de natuur schilderenl'avant et l' après • wat ervoor en erna gebeurt1. advdaarna, vervolgens, later2. prép1) na2) achter(na)3. après queconj -
6 barbouiller
barbouiller [baarboejee]〈 werkwoord〉1 bekladden ⇒ besmeren, volsmeren♦voorbeelden:avoir l'estomac barbouillé • misselijk zijnbarbouiller du papier • papier vermorsenv1) bekladden, besmeren2) uitstrijken [verf]3) neerkrabbelen [artikel]4) bederven -
7 composer
composer [kõpoozee]♦voorbeelden:composer avec l'ennemi • met de vijand onderhandelen over de overgavesavoir composer ( avec qn.) • met iemand kunnen samenwerkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 een werk〉 vervaardigen ⇒ 〈 boek, gedicht enz.〉 schrijven ⇒ 〈schoolwerk enz.〉 maken, schilderen, componeren♦voorbeelden:composer ses paroles • gemaakt spreken2 zich vormen ⇒ zich samenstellen, zich vermengen♦voorbeelden:1. v1) samenstellen, vormen2) draaien [telefoonnummer]3) schrijven [boek]4) maken [huiswerk]5) componeren [muziek]6) aannemen [houding]7) zetten [boekwezen]2. se composerv -
8 croquer
croquer [krokkee]1 knapp(er)en ⇒ een knapp(er)end geluid maken, kraken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 (vluchtig) schetsen, schilderen♦voorbeelden:3 cette fille est (jolie) à croquer • dit meisje is snoezig, om op te eten→ marmotv2) opknabbelen, opeten3) erdoor jagen4) schetsen -
9 faire
faire1 [fer]〈m.〉1 〈 beeldende kunst, literatuur〉manier van schrijven, schilderen, beeldhouwen ⇒ stijl, techniek, wijze van uitvoering→ dire————————faire2 [fer]1 maken2 doen9 zeggen ⇒ antwoorden 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:ce faisant • daarbijque faire? • wat te doen?mais qu'est-ce qu'ils font! • wat spoken ze toch uit!qu'est-ce que vous faites dans la vie? • wat doet u (voor de kost)?quoi qu'on fasse, il n'est jamais content • wat men ook doet, hij is nooit tevredenpour quoi faire? • waarvoor?, waarom?il ne fait rien à l'école • hij presteert niets op schoolje ne peux pas faire autrement • ik kan niet andersil a bien fait • dat heeft hij goed gedaanfaire bien, mal de 〈+ onbepaalde wijs〉 • er goed, verkeerd aan doen tecomment avez-vous fait pour résoudre ce problème? • hoe heeft u dit probleem opgelost?3 faire de l'anglais • 〈 aan de universiteit〉 Engels studeren; 〈 op school〉 Engels leren; 〈 in vrije tijd〉 aan Engels doenfaire de l'aviron, de la natation, de la voile • roeien, zwemmen, zeilenil a fait les Beaux-Arts • hij heeft de academie voor beeldende kunsten doorlopenfaire que 〈+ aantonende wijs〉 • ten gevolge hebben dat, veroorzaken dat〈 onpersoonlijk, van tijd〉 ça fait quinze jours que je ne l'ai pas vu • ik heb hem sinds veertien dagen niet geziencent centimètres font un mètre • honderd centimeter is een meteril fait un mètre quatre-vingts • hij is 1,80 m (lang)quelle pointure faites-vous? • welke maat (schoenen) heeft u?je fais du quarante • ik heb maat veertigquatre et trois font sept • vier en drie maakt, is zevencombien fais-tu? • hoe groot, zwaar ben jij?combien ça fait? • hoeveel is dat?il me fait penser à mon oncle • hij doet me aan mijn oom denkenfaire rire qn. • iemand aan het lachen makenfaire savoir (à qn.) que • (iemand) mededelen datfaire traverser la rue à qn. • iemand de straat helpen overstekenfaire l'idiot • zich van den domme houden; gek doen9 sans doute, fit-il, vous avez raison • ongetwijfeld, antwoordde, zei hij, u heeft gelijkmon manteau fera l'hiver • met mijn jas kom ik de winter nog wel doorune bouteille de whisky me fait six mois • ik doe zes maanden met een fles whiskyest-ce qu'il a déjà fait sa rougeole? • heeft hij al mazelen gehad?faire jeune • er jong uitzienvotre cravate fait sérieux • door uw das ziet u er serieus uitsi tu fais cela, tu auras à faire à moi • als je dat doet, dan krijg je het met mij aan de stokavoir à faire à, avec • te doen, te maken hebben metn'avoir que faire de qc. • iets niet nodig hebbenêtre fait pour • bestemd, geschikt zijn voor〈 informeel〉 (il) faut le faire! • doe het maar eens na!ça fait une heure que je t'attends • ik wacht al een uur op jeen faire (à sa tête) • zijn eigen gang gaanje n'en ferai rien! • ik denk er niet aan!en faire tout un drame • er een drama van maken〈 informeel〉 on ne me la fait pas! • ik ben niet van gisteren!qu'est-ce que cela fait? • wat zou dat?qu'est-ce que ça peut bien vous faire? • wat kan u dat eigenlijk schelen?qu'est-ce que vous voulez que ça me fasse? • wat maakt het mij uit?ça ne fait rien • dat doet er niet toerien à faire! • niets daarvan!, nee is nee!rien n'y fit • niets hielpnous ne pouvons rien y faire • wij kunnen er niets aan doencela y fait beaucoup • dat maakt veel uitça fait bien de 〈+ onbepaalde wijs〉 • het is in de mode, het staat goed tec'est bien fait! • goed zo!c'est bien fait (pour lui)! • net goed!, lekker!il ne fait que commencer • hij begint pasne faire qu'entrer et sortir • even bij iemand aanwippenne faire que (de) 〈+ onbepaalde wijs〉 • zo pas, net, juist iets gedaan hebbencela ne fait rien à l'affaire • dat verandert niets aan de zaakqu'est-ce que tu as fait de mes clefs? • wat heb je met mijn sleutels gedaan?ne pas pouvoir faire que • niet kunnen verhinderen dat〈 kaartspel〉 c'est à qui de faire? • wie geeft?faites! • ga uw gang!ce n'est ni fait ni à faire • het is knoeiwerkje le connais comme si je l'avais fait • ik ken hem door en door1 tot stand komen ⇒ ontstaan, gemaakt worden3 worden4 beter, rijper worden6 gebruikelijk zijn 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 comment que ça se fait? • hoe komt dat?〈 handel〉 se faire en acajou, en bleu • in mahonie, in blauw vervaardigd worden, leverbaar zijn〈 onpersoonlijk〉 il pourrait bien se faire que 〈+ aanvoegende wijs〉 • het is niet onwaarschijnlijk datse faire vieux • oud worden, verouderense faire à une idée • aan een idee wennença ne se fait pas! • dat, zoiets doet men niet!se faire les ongles • zijn nagels verzorgense faire une tasse de café • een kopje koffie voor zichzelf makense faire couper les cheveux • zijn haren laten knippense faire faire un costume • (zich) een pak laten makens'en faire • zich zorgen maken, zich ongerust makenne pas s'en faire • zich niet druk maken, zich nergens iets van aantrekken; 〈 ook〉 zich niet generen(ne) t'en fais pas! • (maak je maar) geen zorgen!, maak je niet dik!〈 informeel〉 il faut se le, la faire • het leven met hem, haar is geen lolletje♦voorbeelden:il fait nuit • het is nachtquel temps fait-il? • wat voor weer is het?par le temps qu'il fait • met dit weeril fait beau • het is mooi weercombien il fait aujourd'hui? • hoeveel graden is het vandaag?1. v1) maken2) doen3) doen (aan) [sport, muziek, etc.]4) afleggen [afstand]5) veroorzaken6) zijn [maten, rekenen]7) doen (alsof), spelen8) antwoorden2. se fairev2) gebeuren3) worden4) beter/rijper worden5) wennen (aan)3. il faitv -
10 toile
toile [twaal]〈v.〉1 (stuk) doek ⇒ weefsel, linnen♦voorbeelden:toile émeri • schuurlinnen, -doektoile à matelas • beddentijk〈 figuurlijk〉 toile de Pénélope • eindeloze zaak, penelopearbeidtoile de sauvetage • vangzeiltoile de tente • tentzeil, -doektoile à voile • zeildoek, canvastoile cirée • wasdoek, zeiltoile métallique • metaal-, kippengaastoile métisse • halflinnen2 fixer sur la toile • schilderen, op 't doek vastleggen4 navire chargé de toiles • schip met volle zeilen, met alle zeilen gehesenfaire de la toile • veel zeil bijzetten→ village1. f1) doek2) (spinnen)web3) zeil2. toilesf pl -
11 touche
touche [toesĵ]〈v.〉4 toets ⇒ penseelstreek, kleurcontrast, schrijfstijl♦voorbeelden:touche à effleurement • tiptoetstouche d'espacement • spatietoetssentir une touche • voelen dat men beet heeftpeindre à petites, grandes touches • met fijne, grove streek schilderentouche longue, courte • lange, korte inworpil y a touche • de bal is uitrester sur la touche • op het reservebankje zitten〈 figuurlijk〉 être mis sur la touche • op non-actief gesteld zijn, uitgerangeerd zijnf1) toets3) treffer [schermen]4) uiterlijk, voorkomen5) inworp [sport]6) zijlijn [sport] -
12 tracer
tracer [traasee]〈 werkwoord〉3 beschrijven ⇒ aangeven, schilderen♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 tracer le chemin, tracer la voie à qn. • iemand de weg aangeven, het voorbeeld geventracer un tableau sommaire • een kort overzicht gevenv1) traceren, afbakenen2) tekenen3) trekken [lijn]4) beschrijven5) uitstippelen -
13 bomber
-
14 briqueter
briqueter [briektee]〈 werkwoord〉 -
15 peindre d' après une photo, d' après nature
peindre d' après une photo, d' après naturevan een foto, naar de natuur schilderenDictionnaire français-néerlandais > peindre d' après une photo, d' après nature
-
16 faire de la peinture
faire de la peinture -
17 fixer sur la toile
fixer sur la toileschilderen, op 't doek vastleggen -
18 peindre à petites, grandes touches
peindre à petites, grandes touchesmet fijne, grove streek schilderenDictionnaire français-néerlandais > peindre à petites, grandes touches
-
19 pignocher
pignocher [pienjosĵee]〈 werkwoord〉 -
20 planton
planton [plãtõ]〈m.〉 〈 leger〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 faire le planton, rester de planton • (staan te) schilderen, (moeten) wachten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
schildern — darlegen; beleuchten; darstellen; umschreiben; ausführen; erörtern; erzählen; erläutern; wiedergeben; erklären; ausmalen; ref … Universal-Lexikon
Judith Herzberg — Judith Frieda Lina Herzberg, née à Amsterdam le 4 novembre 1934, est une poétesse, dramaturge, scénariste et essayiste néerlandaise. Sommaire 1 Biographie 2 Œuvre 2.1 Poésie 2.2 Théâtre … Wikipédia en Français
Frans Hals — Infobox Artist bgcolour = #EEDD82 name = Frans Hals imagesize = 250px caption = Copy of a self portrait by Frans Hals. birthname = Frans Hals birthdate = c. 1580 location = Antwerp deathdate = death date|1666|8|26|mf=y deathplace = Haarlem… … Wikipedia
Dutch grammar — series Dutch grammar Dutch verbs Dutch conjugation t kofschip T rules Dutch nouns Dutch declension Gender in Dutch grammar Dutch orthography Dutch dictionary IJ Dutch phonology … Wikipedia
Ed Gebski — is an artist from Amsterdam (1959 in Heerlen). His monumental canvasses are created in a darkroom where he works with silver nitrate/oil paint. Only when the paintings are exposed to light they reveal their colour and presentation. This process… … Wikipedia
Toki Pona — Infobox Language name=Toki Pona caption=Symbol creator=Sonja Elen Kisa date=2001 setting=testing principles of minimalism, the Sapir Whorf hypothesis and pidgins speakers=at least three fluent, [http://bknight0.myweb.uga.edu/toki/lesson/lesson1.ht… … Wikipedia
Peter Klashorst — (born February 11, 1957) is a Dutch painter, sculptor, and photographer.BiographyPeter Klashorst was born on February 11, 1957 in Santpoort, Netherlands.Klashorst specializes in painting and photographing young women, particularly from the… … Wikipedia
Judith Herzberg — Judith Frieda Lina Herzberg (born on November 4, 1934 in Amsterdam) is a Dutch Jewish poet. Life and Work Judith Herzberg is the daughter of Abel Herzberg, and lives alternately in the Netherlands and Israel. She mainly writes poems and plays,… … Wikipedia
De Focq — Willem Godschalck van Focquenbroch (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines… … Deutsch Wikipedia
Focquenbroch — Willem Godschalck van Focquenbroch (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines… … Deutsch Wikipedia
Herman Brood — (2000) Hermanus (Herman) Brood (* 5. November 1946 in Zwolle; † 11. Juli 2001 in Amsterdam) war ein niederländischer Blues und Rockmusiker, Maler, Schauspieler … Deutsch Wikipedia