-
81 drinken
drinken1〈 het〉♦voorbeelden:de zieke vroeg om drinken • the patient asked for something to drink————————drinken22 [opzuigen] soak (up)♦voorbeelden:iemand vragen een borrel te komen drinken • invite someone for a drinkeen kop thee/koffie drinken • have a cup of tea/coffeedie koffie is niet te drinken • that coffee is undrinkablewat wil je drinken?, wat drink jij? • what are you having?, what'll it be?op iemands gezondheid drinken • drink/pledge (to) someone's healthik drink op ons succes • here's to our success!hier moet op gedronken worden • this calls for a toastje moet niet alles door elkaar drinken • don't mix your drinks1 [alcohol drinken] drink♦voorbeelden:nooit drinken • be a teetotallerstevig drinken • drink heavilyteveel drinken • drink (to excess)1 [in een toestand brengen] drink♦voorbeelden:zich dood drinken • drink oneself to death -
82 eindigen
2 [als einde hebben] end ⇒ finish, come to an end, terminate, 〈 tijd ook〉 run out, 〈 tijd ook〉 expire♦voorbeelden:eindigen waar men begonnen is • end up where one started (from)de school eindigt om twaalf uur • school finishes at twelve o'clockde ruzie eindigde met … • the outcome of the quarrel was …dit woord eindigt op een klinker • this word ends in a vowelII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:hij eindigde met te zeggen dat … • he ended by saying that … -
83 emanciperen
II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [gelijkstellen voor de wet] emancipate -
84 eten
eten1〈 het〉1 [voedsel] food♦voorbeelden:hij houdt van lekker eten • he is fond of good foodeten en drinken meenemen • bring along something to eat and drinkdat is geen eten • that isn't fit to eat2 koud eten • cold meal, lunchwarm eten • hot meal, dinnerhet eten is opgediend/klaar • dinner is served/readyhet eten laten staan • 〈 niet beginnen〉 leave one's food; 〈 niet helemaal opeten〉 not finish one's foodhet eten maken • make dinnerwijn bij het eten drinken • drink wine with a mealik ben niet thuis met het eten • I won't be home for dinneronder het eten • during meals/the meal, at dinner(time)nog een kik en je gaat zonder eten naar bed • one more word out of you and you'll be packed off to bed without your dinner————————eten21 eat♦voorbeelden:hij begon er direct van te eten • he fell tote veel/te weinig te eten geven • overfeed, underfeedhet is te eten /niet te eten • it's edible/inedible, it tastes OK/awfulwat eten we vandaag? • what's for dinner today?goed kunnen eten • have a good hearty appetiteje kunt hier lekker eten • they serve good food herelekker gegeten? • enjoyed your meal?eet smakelijk • enjoy your mealte veel eten • overeat (oneself)om op te eten zijn • be/look good enough to eateet ze • enjoy♦voorbeelden:1 blijf je (te) eten? • will you stay for dinner?wij zitten net te eten • we've just sat down to dinnerbuitenshuis/buiten de deur eten • eat/dine outthuis eten • eat iniemand te eten vragen • ask someone to dinneruit eten gaan • go out for dinneriemand uit eten nemen • take someone out to dinner1 [door eten verkrijgen] eat♦voorbeelden:zijn bord leeg eten • eat everything upzijn buikje rond eten • eat one's fillzich te barsten eten • eat till one is fit to burst -
85 fluiten
2 [fluitinstrument bespelen] play the flute3 [fluitend geluid voortbrengen] whistle ⇒ 〈 vogel, fluitketel〉 sing, 〈 schip〉 pipe, 〈 ter afkeuring〉 hiss♦voorbeelden:op zijn vingers fluiten • whistle through one's fingers〈 figuurlijk〉 daar kun je naar fluiten • 〈 krijg je nooit〉 you can whistle for it; 〈 zie je niet weer〉 you can kiss that goodbyeII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [door fluiten tot zich roepen] whistle♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
86 fokken
-
87 haken
-
88 horen
1 [met het gehoor waarnemen] hear♦voorbeelden:het is wel te horen dat je verkouden bent • you can hear that you've got a coldnu kun je het me vertellen, hij kan ons niet meer horen • you can tell me now, he is out of earshotzo mag ik het horen • that's what I like to hearzijn naam horen noemen • hear one's name mentionedik heb het alleen van horen zeggen • I only have it on hearsayik hoor het hem nog zeggen • I can still hear him saying itwij hoorden zingen/schreeuwen 〈enz.〉 • we heard singing/shouting 〈enz.〉zichzelf graag horen praten • like to hear oneself talkhij deed alsof hij het niet hoorde • he pretended not to hear (it)ik hoor je wel! • 〈 met betrekking tot schreeuwen〉 you don't need to shout!; 〈 met betrekking tot herhaling〉 I heard you the first timeik kon aan zijn stem horen dat hij zenuwachtig was • I could tell by his voice that he was nervousze kromp ineen bij het horen van zijn stem • she winced at the sound of his voice1 [geluiden kunnen waarnemen] hear2 [zijn plaats hebben] belong3 [gepast zijn] 〈zie voorbeelden 3〉4 [toebehoren] belong (to)♦voorbeelden:hij hoort slecht • he is hard of hearing〈 spreekwoord〉 wie niet horen wil, moet voelen • he who will not listen to advice must suffer for itwij horen hier niet • we don't belong herede kopjes horen hier • the cups go herebij elkaar horen • belong togetherhij hoort niet bij/tot de vlugsten • he's not one of the fastest3 dat hoor je te weten • you should/ought to know thatvoor wat hoort wat • you scratch my back and I'll scratch yoursze weet niet hoe het hoort • she doesn't know how to behaveje hoort niet te fluisteren in gezelschap • you shouldn't whisper in companydat hoort niet • it's not donedat hoort zo • that's how it should been zo hoort het ook • and that's how it should be tooze weten niet beter of het hoort zo • they don't know any betterdat is niet zoals het hoort • that's not good manners2 [in aanmerking nemen] listen (to)♦voorbeelden:laat eens iets van je horen • keep in touchlaat zijn vrouw het maar niet horen • don't let his wife (get to) know (about it)hij heeft niets van zich laten horen • he hasn't been in touchdat moet je dan nog jaren horen • you'll never hear the last/end of itik moet altijd horen dat ik vergeetachtig ben • I'm constantly being told that I'm forgetfulzij wil geen kwaad van hem horen • she won't hear a word said against himzij wil geen nee horen • she won't take no for an answerhij vertelde het aan iedereen die het maar horen wilde • he told it to anyone who would listenik wist niet wat ik hoorde • I could hardly believe my earstoevallig horen • overhearbij het horen van het nieuws • on hearing the newshij wilde er niets meer over horen • he didn't want to hear any more about itdaar heb ik nooit van gehoord • I've never heard of itdaarna hebben we niets meer van hem gehoord • that was the last we heard from himu hoort nog van ons • 〈 neutraal〉 you'll be hearing from us; 〈 als bedreiging〉 you've not heard the last of thisdaar hoor je nog meer van • you've not heard the last of thisik hoor niets dan goeds van hem • I've heard nothing but good of himnou hoor je het ook eens van een ander • so I'm not the only one who says sodat hoor ik voor het eerst • that's the first I've heard of itzo te horen gaat het goed met hem • it sounds like he's doing wellik hoor het nog wel • let me know (about it)moet je horen wie het zegt! • 〈 ironisch〉 look who's talking!moet je hem horen!, hoor hem! • (just) listen to him!als je hem hoort zou je denken dat • (from) the way he talks you'd think thathoor eens • listen, (I) say -
89 inslaan
2 [in voorraad nemen] stock (up on/with)4 [aanbrengen in] stamp in/on♦voorbeelden:1 iemand de hersens inslaan • bash/beat someone's brains ineen ruit inslaan • smash a window♦voorbeelden:nieuwe wegen inslaan • break new ground, blaze a (new) trailop iemand blijven inslaan • hit someone repeatedlyzijn nieuwe plaat sloeg enorm in • his new record was a smash hithet nieuws sloeg in als een bom • the news came as a bombshell♦voorbeelden: -
90 keilen
II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
91 kleuren
1 [kleur aannemen] colour2 [blozen] blush3 [passen bij] match♦voorbeelden:2 hij kleurde tot achter zijn oren • he blushed to the roots of his hair, he blushed deeply3 dat kleurt er niet bij/niet bij je rok • that doesn't match/match your skirtII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [kleur geven aan] (give) colour2 [overdrijven] overstate♦voorbeelden:3 een lichte blos kleurde haar wangen • a light blush/flush gave colour to her cheeks -
92 knijpen
1 [druk uitoefenen op iemands vel/een lichaamsdeel] pinch ⇒ tweak 〈 bijvoorbeeld neus als liefkozing〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 [door knijpen verplaatsen] squeeze♦voorbeelden: -
93 lezen
1 [kennis nemen van] read2 [voorlezen] read (out/aloud)♦voorbeelden:je handschrift is niet te lezen • your (hand)writing is illegible(niet) kunnen lezen en schrijven • be (un)able to read and writelezen, schrijven en rekenen • reading, writing and arithmeticdaarover staat in het rapport niets te lezen • the report says nothing about thathet is haast niet te lezen • it's almost impossible to read〈 studenten(taal)〉 heb je er veel omheen gelezen? • have you read up (a lot) on this subject?daar heb ik kennelijk overheen gelezen • I must have overlooked ithij heeft veel gelezen • he's well-readiets vluchtig lezen • skim through somethingdie krant wordt weinig/slecht gelezen • that newspaper has a small readershiphet is leuk/pijnlijk om te lezen • it makes enjoyable/painful readingveel lezen over een schrijver/een bepaald onderwerp • read up on a writer/on a particular subjectbij het lezen • when/while readingik lees hier dat … • it says here that …uit eigen werk lezen • read (from) one's own workII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opmaken uit, ontcijferen] make of2 [interpreteren, uitleggen] read3 [opdragen] say♦voorbeelden:er meer in lezen dan er staat • read more into something (than intended)wat lees jij uit dit woord? • what do you make of this word?iets op iemands gezicht lezen • see something from someone's face1 [zich laten lezen] read♦voorbeelden:dat boek leest lekker weg • that book is easy reading -
94 overheersen
1 [heersen over] rule over1 [domineren] dominate ⇒ 〈 onovergankelijk werkwoord〉 predominate, 〈 de baas spelen over〉 domineer over, 〈 de baas spelen over〉 lord it over♦voorbeelden:een overheersende moeder • a dominating/domineering motherde smaak van knoflook overheerst te veel • the taste of garlic is too powerful -
95 overrijden
overrijden♦voorbeelden:————————overrijden♦voorbeelden:1 hij is door de bus overreden • he was run over/knocked down by the bus -
96 pakken
1 [te voorschijn halen] get, take, fetch3 [betrappen] catch5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:een extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a pendan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈 tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the armiets te pakken krijgen • lay one's hands on somethingde verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own agehet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈 erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the busze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈 bij de neus nemen ook〉 they really made me look silly1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:het betoog pakte de toehoorders • the speech held the audience2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing -
97 passeren
♦voorbeelden:een huis passeren • pass (by) a housemag ik (u) even passeren? • excuse me, may I get by, please?elkaar passeren • pass one another1 [voorvallen] pass♦voorbeelden:een paar foutjes laten passeren • pass over a few mistakes2 [overslaan] pass over♦voorbeelden:1 de grens/een brug passeren • cross the border/a bridgehet schip passeerde het Suezkanaal • the ship passed through the Suez Canal -
98 persen
♦voorbeelden:je moet harder persen • you must press harderII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:grammofoonplaten persen • press gramophone records1 [kind uitdrijven] push2 [ontlasting uitdrijven] strain -
99 ploegen
-
100 poffen
1 [schieten] pop2 [ploffen] plop/flop (down)♦voorbeelden:2 zij pofte op de grond • she plopped/flopped down on the groundII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [met een doffe slag laten vallen] plop (down)3 [zo naaien dat het bol staat] puff♦voorbeelden:2 [op krediet leveren] give credit, Bsell on tick
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Французский
overgankelijk+werkwoord
Страницы