-
1 haken
-
2 haken
1 [met een haak grijpen, blijven vastzitten] s'accrocher (à)2 [+ naar][hevig verlangen] aspirer (à)1 [m.b.t. handwerken] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 faire du crochet; 〈 overgankelijk werkwoord〉 faire (qc.) au crochet1 [+ aan][aan een haak bevestigen] accrocher (à) -
3 haken
mvHaken {pl} -
4 haken
(с)вязать крючком; прицепить к; с крючками; вязаный* * *(t)1) зацеплять3) страстно желать ( naar — чего)* * *гл.общ. вязать крючком, зацеплять, страстно желать (naar-чего-л.) -
5 haken
v. hook, ensnare, catch; crave, long, yearn -
6 haken
ww2) aspirer (à), désirer ardemment -
7 haken
• to seize• to stick -
8 haken
tığla örmek [-er] v -
9 haken
aborder, accrocher, monter à l'abordage, sauter à l'abordage -
10 haken en ogen
гл.перен. неприятности, осложнения, ссоры, трудности -
11 haken naar
anhelá -
12 dat hangt met haken en ogen aan elkaar
dat hangt met haken en ogen aan elkaarDeens-Russisch woordenboek > dat hangt met haken en ogen aan elkaar
-
13 die jurk sluit met haken en ogen
die jurk sluit met haken en ogenDeens-Russisch woordenboek > die jurk sluit met haken en ogen
-
14 er zitten veel haken en ogen aan
er zitten veel haken en ogen aanDeens-Russisch woordenboek > er zitten veel haken en ogen aan
-
15 iemand pootje haken
iemand pootje hakenfaire un croche-pied à qn.; 〈 figuurlijk〉 faire un croc-en-jambe à qn. -
16 er zitten veel haken en ogen aan
er zitten veel haken en ogen aanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er zitten veel haken en ogen aan
-
17 hij bleef met zijn jas aan een spijker haken
hij bleef met zijn jas aan een spijker hakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij bleef met zijn jas aan een spijker haken
-
18 iemand (pootje) haken
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand (pootje) haken
-
19 iemand pootje haken
iemand pootje hakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand pootje haken
-
20 vrij in de haken
vrij in de hakenfree on board, f.o.b.Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vrij in de haken
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Haken [2] — Haken zum Anhängen von Latten als einfache Haken (Fig. 13) oder Doppelhaken (Fig. 4) werden aus zähem Eisen geschmiedet. Für den einfachen Haken, der für Lasten bis 25 t benutzt wird, seien hier folgende Formeln vorgeschlagen. Der… … Lexikon der gesamten Technik
Haken — bezeichnet: Haken (Gerät), ein Bauteil oder Werkzeug zum Anbringen von Lasten Angelhaken, zum Fischfang Felshaken, eine Sicherung im Klettern und Bergsport Haken (Boxen), eine Schlagtechnik im Boxen Häkchen (Schriftzeichen), ein Schriftsymbol, um … Deutsch Wikipedia
Haken — Sm std. (9. Jh.), mhd. hāke(n), ahd. hācko Stammwort. Aus vd. * hǣggōn m. Haken neben g. * hakōn in as. hako, ae. haca, anord. haki und g. * hōka in mndd. hōk, huk, afr. hōk, ae. hōc Haken und anord. hœkja f. Krücke . Außergermanisch vergleicht… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Haken — may refer to:* Wolfgang Haken, mathematician who helped prove the four color theorem and made notable contributions to low dimensional topology * a type of 3 manifold, called a Haken manifold, named after Wolfgang Haken * Rianne ten Haken, Dutch… … Wikipedia
Haken — Haken: Mhd. hāke‹n›, ahd. hāko, mnd. hōk, engl. hook, ablautend asächs. hako, aengl. haca, schwed. hake gehen mit verwandten Wörtern in anderen idg. Sprachen, vgl. z. B. die baltoslaw. Sippe von russ. kogot᾿ »Klaue; gekrümmte Eisenspitze«, auf … Das Herkunftswörterbuch
haken — Haken: Mhd. hāke‹n›, ahd. hāko, mnd. hōk, engl. hook, ablautend asächs. hako, aengl. haca, schwed. hake gehen mit verwandten Wörtern in anderen idg. Sprachen, vgl. z. B. die baltoslaw. Sippe von russ. kogot᾿ »Klaue; gekrümmte Eisenspitze«, auf … Das Herkunftswörterbuch
Haken — Haken, verb. reg. act. vermittelst eines Hakens ergreifen, herbey ziehen u.s.f. wo es doch in den Zusammensetzungen anhaken, einhaken, abhaken u.s.f. am üblichsten ist. In den Gegenden, wo man sich statt eines Pfluges des Hakens bedienet,… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Haken — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • Häkchen • Kreuzchen Bsp.: • Gibt es einen Haken, an dem ich meinen Mantel aufhängen kann? • Aber wie immer gab es einen Haken … Deutsch Wörterbuch
Haken [1] — Haken, 1) ein krumm od. in einen Winkel gebogener [860] Gegenstand von Holz od. Eisen, bes. um etwas damit fortzuziehen, zu heben od. aufzuhängen; 2) anatomisches od. chirurgisches Instrument mit einem Häkchen an einem Ende, um die Hautlappen,… … Pierer's Universal-Lexikon
Haken — Haken, Hakenbüchse, das alte kurzläufige schwere Feuergewehr, so von dem Haken am Schafte genannt, der zur sicheren Auflage der Büchse auf einer Gabel diente; die H. schossen 4–8 Loth Blei … Herders Conversations-Lexikon
Haken [2] — Haken, das Feld mit dem Hakenpflug bearbeiten … Pierer's Universal-Lexikon