-
121 toegeven
1 [tegemoetkomend zijn voor] 〈 overgankelijk werkwoord〉 indulge, humour ⇒ 〈 al te veel toegeven〉 pamper, spoil, allow (for), take into account♦voorbeelden:onder druk toegeven • submit under pressureII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [onderdoen voor] yield♦voorbeelden:toegegeven! • granted!, point taken!toegegeven, dat is waar • admittedly, that is true -
122 trappen
1 [de voet neerzetten] step3 [fietsen] pedal♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 [door trappen op een plaats/in een toestand brengen] kick♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 eruit getrapt zijn • have got the boot/sack 〈 ontslagen〉; have been kicked out 〈 klas〉 -
123 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
124 vegen
♦voorbeelden:de kruimels van de tafel vegen • brush the crumbs off the table♦voorbeelden:1 [afvegen, schoonmaken] wipe2 [met betrekking tot mijnen] sweep♦voorbeelden:de tranen uit de ogen vegen • wipe the tears from one's eyes -
125 verduisteren
2 [achteroverdrukken] embezzle♦voorbeelden:2 gelden verduisteren • embezzle money, misappropriate funds1 [duister worden] darken ⇒ grow/get/become dark♦voorbeelden:1 de zon verduistert • 〈 sterrenkunde〉 the sun eclipses/has eclipsed; 〈 door wolken〉 the sun is obscured/hidden1 [alle lichtopeningen afsluiten] black out -
126 verliezen
1 [kwijtraken] lose2 [niet meer kunnen doen gelden] lose, forfeit♦voorbeelden:de macht verliezen • fall from powerterrein verliezen • lose ground2 zijn aanspraken verliezen • lose/forfeit one's claims3 geen tijd verliezen met • lose/waste no time iner is geen tijd te verliezen • there is no time to lose/to be lost1 [de mindere blijken] lose♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich verliezen〉1 [opgaan] lose oneself (in) -
127 vragen
1 [een vraag stellen] ask (for)2 [verzoeken] ask, demand ⇒ request♦voorbeelden:1 een politieagent de weg vragen • ask a policeman for/to show one the wayals ik vragen mag, bent u getrouwd? • may I ask whether you are married?zou ik u iets mogen vragen? • would you mind if I asked you a question?; 〈 informeel〉 can I ask you something?daar vraag je (me) wat • you've got me therenu vraag ik je! • I ask you!, really (now)!als je het mij vraagt • if you ask me/want my opinionvragen hoe laat het is • ask (for) the timede rekening vragen • ask/call for the billII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [uitnodigen] ask, invite2 [verlangen] ask, request3 [nodig hebben, verlangen om te bezitten] ask, demand♦voorbeelden:2 hoeveel vraagt hij voor zijn huis? • how much does he want for his house?van iemand het onmogelijke vragen • demand/expect the impossible from someonegevraagd: typiste • wanted: typistje vraagt te veel van jezelf • you're asking/demanding too much of yourselfdat mag ik niet van u vragen • I couldn't ask that of you3 veel aandacht vragen • demand/ask a great deal of attention1 [informeren] ask (after/about), inquire (after/about)3 [kaartspel] [een bod doen] bid, call♦voorbeelden:daar wordt niet naar gevraagd • that's beside the pointdat is om moeilijkheden vragen • that's asking for trouble -
128 vreten
vreten1〈 het〉1 [voer voor dieren] fodder 〈voor vee e.d.〉; food 〈voor huisdieren/wilde dieren〉; forage 〈voor paarden/koeien e.d.〉; 〈 van afval〉 slops2 [vulgair] [eten] grub, stuff————————vreten21 [vulgair] [met betrekking tot personen/eten] feed2 [informeel] [gulzig eten] stuff/cram/gorge (oneself)♦voorbeelden:1 dat is niet te vreten! • that's not fit for pigs!2 zich te barsten vreten • stuff oneself to the gullet/sickII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:het publiek vréét die schandaalverhaaltjes • the public simply laps up these scandalsdat toestel vréét stroom • this machine eats up electricity1 [knagen] eat (away), gnaw (at), prey (on)♦voorbeelden:
Страницы