-
61 overvaren
overvaren11 couler————————overvaren21 [naar de overkant varen] traverserII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met een vaartuig overzetten] faire traverser -
62 stremmen
1 [m.b.t. melk] (se) caillerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in zijn loop belemmeren, tegenhouden] gêner♦voorbeelden: -
63 sturen
1 [zenden] envoyer2 [bedienen] commander♦voorbeelden:1 iemand naar huis sturen • renvoyer qn. à la maisoniemand om een boodschap sturen • envoyer qn. faire une commissioneen speler van het veld sturen • faire sortir un joueur du terrain♦voorbeelden:een schip naar de haven sturen • diriger un navire sur le port -
64 trappen
1 [de voet neerzetten] marcher (dans, sur)2 [de voet drukken] appuyer le pied (sur)3 [schoppen] donner des coups de pied (à qn.)4 [fietsen] pédaler♦voorbeelden:in de poep trappen • marcher dans la crottetegen een bal trappen • donner un coup de pied dans un ballontrap niet zo tegen de tafelpoot • arrête de donner des coups contre le pied de la tableje trapte tegen mijn been • tu m'as donné un coup de pied à la jambeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door trappen op een plaats, in een toestand brengen] écraser♦voorbeelden:hij is eruit getrapt • il s'est fait mettre à la porteeen stuk hout in de grond trappen • enfoncer un bout de bois dans le sol à coups de pied -
65 uittrappen
1 [uitdoen] quitter d'un coup de pied2 [doven] éteindre avec le pied♦voorbeelden:1 [(de bal) door een uittrap in het spel brengen] remettre (le ballon) en jeu2 [uit het speelveld trappen] taper, botter (le ballon) en touche -
66 verzamelen
1 [bijeenbrengen] rassembler2 [uit liefhebberij bijeenbrengen] collectionner♦voorbeelden:krachten verzamelen • rassembler ses forcesmateriaal verzamelen voor een onderzoek • réunir du matériel pour une recherchemoed verzamelen • rassembler son courage→ link=werk werk1 [bijeenbrengen, -komen] se rassembler♦voorbeelden: -
67 voeren
♦voorbeelden:wat voert u hierheen? • qu'est-ce qui vous amène ici?dat zou mij te ver voeren • cela me mènerait trop loiniemand bij de hand voeren • mener qn. par la mainhet pad voert naar het dorp • le sentier mène au villageII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vervoeren] (trans)porter2 [de leiding hebben van, over] commander3 [eten geven] nourrir4 [op stang jagen] charrier♦voorbeelden:de paarden voeren • donner la pâture aux chevauxiemand dronken voeren • enivrer qn.het voeren • l'alimentation→ link=proces proces -
68 aanleggen
1 [aanbrengen tegen/om] apply2 [doen overeenkomstig een doel] contrive ⇒ set/go about3 [bezig zijn tot stand te brengen] construct, build ⇒ 〈 straat ook〉 lay, dig 〈 kanaal〉, lay out 〈 park, tuin〉, install 〈 voorzieningen〉, build up 〈 voorraad〉♦voorbeelden:een verband aanleggen • dress (a wound), bandage2 het zó weten aan te leggen dat … • contrive it so that …het erop aanleggen dat/om … • set out to …hoe leg ik dat aan? • how do I go about this?het met de buurvrouw aanleggen • start carrying on with the woman next doorhet met iemand aanleggen • 〈 zich inlaten met〉 get involved with someone; 〈 gemene zaak maken met〉 join forces with someone3 een spoorweg/weg aanleggen • construct a railway/roadeen verzameling aanleggen • start a collectioneen vuur aanleggen • lay a fireeen nieuwe wijk aanleggen • build a new Bestate/Adevelopment2 [onderweg stilhouden] stop (off)1 [richten] aim♦voorbeelden:1 leg aan! • take aim! -
69 aanvallen
♦voorbeelden:de vijand in de rug/flank aanvallen • attack/take the enemy from the rear/in the flank♦voorbeelden:een politicus over zijn uitspraken aanvallen • attack a politician about his statements♦voorbeelden:(op het eten) aanvallen • attack (the food) -
70 aanzetten
1 [vastmaken] put on ⇒ sew/stitch on4 [meer nadruk geven] accentuate♦voorbeelden:1 een mouw aanzetten • sew on/set in a sleeveiemand tot daden aanzetten • incite someone to actioniemand tot diefstal aanzetten • incite someone to steal♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 (een toon) aanzetten • start/produce a tone/note -
71 afbreken
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [slopen] pull down, demolish ⇒ break/tear down 〈schutting e.d.〉, 〈 aan stukken slaan〉 break up, 〈 ontmantelen〉 dismantle, 〈 ontmantelen〉 take apart, take down 〈 tent〉4 [figuurlijk] [afkraken] heavily criticize♦voorbeelden:woorden afbreken • break (off) wordseen bloem van haar steel afbreken • break a flower off its stalkde wedstrijd werd afgebroken • the game was stoppedafbrekende kritiek • scathing criticism♦voorbeelden: -
72 afschuiven
♦voorbeelden:1 van het vuur afschuiven • shift/move away from the firehet kleed schoof van de tafel af • the cloth slipped off the table♦voorbeelden:3 [op een ander laten neerkomen] pass (onto someone)♦voorbeelden:zijn verantwoordelijkheid van zich afschuiven • shirk one's responsibility -
73 afstompen
♦voorbeelden:1 [minder gevoelig worden] become blunt(ed)/numb2 [minder scherp worden] become blunt♦voorbeelden:1 [stomp maken] blunt -
74 afstoten
3 [biologie] reject♦voorbeelden:de poes stootte haar jong af • the cat rejected her youngtaken afstoten • give up duties1 [onaangenaam aandoen] repel2 [natuurkunde] repel♦voorbeelden: -
75 bellen
1 [aanbellen] ring (the bell)2 [een signaal geven] ring (a/the bell) ⇒ sound a/the bell♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 kan ik even bellen? • may I use the (tele)phone?met iemand bellen • give someone a ring1 [door een bel (iemand) roepen] ring for -
76 betalen
1 [het verschuldigde doen toekomen] pay 〈 iemand, een rekening〉; pay for 〈 iets〉 ⇒ 〈 na protest〉 pay up, 〈 ten volle〉 pay off, 〈 ten volle〉 settle 〈ook → link=betaald betaald〉♦voorbeelden:1 het nog te betalen bedrag is … • the amount still due is …de chauffeur/de ober betalen • pay the driver/the waitereen deel van de kosten betalen • share in the costsieder zijn deel betalen • share and share alikede kosten betalen • bear the costte betalen saldo, (nog) te betalen • balance duezijn schulden (niet) betalen • (not) pay one's debtsiemand te veel laten betalen • overcharge someonemag ik even betalen? • could I have the bill, please?weigeren te betalen, niet meer betalen 〈 rekeningen〉 • repudiate/suspend paymenten wij moeten alles maar betalen • and we have to foot the billwie zal dit betalen? • who's going to pay for this?contant betalen • pay (in) cashiets duur (moeten) betalen • pay dear for somethingwat heb je ervoor moeten betalen • what did they charge you for it?hoeveel krijgen zij ervoor betaald? • what's in it for them?die huizen zijn niet te betalen • the price of these houses is prohibitivevooruit te betalen, vooraf betalen • payable in advanceelkaar met gesloten beurzen betalen • settle on mutual termsmet een cheque/met cheques betalen • pay by chequeper uur/stuk betaald worden • be paid by the hour, be on piece-workuit eigen portemonnee betalen • pay out of one's own pockethier hoeft u niets voor te betalen • there is no charge (for this)hier kun je alles kopen, als je maar betaalt • you can buy anything here, at a price1 [geld opleveren] pay♦voorbeelden:2 [vergelden] repay♦voorbeelden: -
77 bijleggen
♦voorbeelden:1 als ik het zo verkoop, moet ik erop bijleggen • if I sell it like this, I lose (money) on itII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [goedmaken] settle♦voorbeelden:het bijleggen • make up1 [scheepvaart] lay to/by -
78 bijten
1 [de tanden in iets zetten] bite♦voorbeelden:van zich af bijten • give as good as one gets, stick up for oneselfpeper bijt op de tong • pepper burns the tongue1 [de tanden zetten in] bite♦voorbeelden:1 [door bijten in een toestand brengen] bite♦voorbeelden: -
79 buigen
1 [doen krommen] bend♦voorbeelden:zich over de balustrade buigen • lean over the railing1 [een buiging maken] bow2 [zich krommen] bend (over)♦voorbeelden:plastic buigt gemakkelijk • plastic bends easilyde weg buigt hier naar links • the road curves to the left here1 [natuurkunde] diffract -
80 delen
♦voorbeelden:1 bacteriën vermenigvuldigen zich door zich te delen • bacteria multiply by division/fissionin tweeën delen • divide in twohet verschil delen • split the differenceu moet kiezen of delen • you may take it or leave iteerlijk delen • share and share alikesamen delen • go halveseen kamer delen met • share a room with♦voorbeelden:iemand in zijn vreugde laten delen • share one's joy with someone1 [meevoelen] share♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Французский
overgankelijk+werkwoord
Страницы