-
61 строить
bouwen, optrekken, opbouwen, oprichten, maken ; opstellen, formeren -
62 учредить
stichten, oprichten ; instellen -
63 учреждать
stichten, oprichten ; instellen -
64 воздвигать
vgener. opbouwen, oprichten, optrekken, zetten -
65 воздвигать памятник
vgener. een monument oprichtenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > воздвигать памятник
-
66 основывать
v1) gener. fonderen, funderen, gronden, stichten, vesten, vestigen, aangaan, baseren (op-íà ÷ëì-ô.), oprichten2) liter. grondvesten -
67 поднимать
vgener. (вопрос и т.п.) aankaarten, beuren (ãðóç), heffen, hijsen, opbeuren, opbrengen, opdragen, opdrijven, ophalen, ophebben, opheffen, opjagen, opjagen (зверя, дичь), oplaten (занавес), opnemen, oprichten, opschuiven, opslaan (глаза), opsteken, optrekken, opvatten, opvoeren, opzetten, verheffen, lichten, oplichten, aansnijden (вопрос и т.п.), ophijsen (ôôàã), ophogen, oppakken, oprapen, optillen, opwaaien (ïûôü), overal maken, rapen, schorten, spannen (паруса), tillen, verhogen -
68 сооружать
vgener. construeren, grondvesten, opbouwen, oprichten -
69 строить
v1) gener. verrijzen, bouwen, metselen (из кирпича), opbouwen, oprichten, optrekken, timmeren (из дерева), zetten, scharen2) milit. formeren3) gram. construeren -
70 учреждать
v1) gener. constitueren, oprichten, fonderen, funderen, gronden, instellen, opzetten (предприятие), stichten, vesten, vestigen2) south.Dutch. inrichten -
71 bottom
adj. onderst--------n. bodem; achterwerk, zitvlak; zitvlak van stoel--------v. oprichten; bouwen; vestigenbottom1[ bottəm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:go to the bottom • zinkensend to the bottom • in de grond boren, kelderenknock the bottom out of something • iets waardeloos/krachteloos makenreach/touch bottom • het laagste punt bereikenbottom up • onderste bovenat the bottom of the mountain/the stairs • aan de voet van de berg/trapfrom the bottom up • van bij het begin, helemaal (opnieuw)the bottom of the garden • achterin de tuinthe bottom of the social ladder • onderaan de sociale ladder¶ get to the bottom of the heap • tot de verliezers/mislukkelingen (gaan) behoren〈 informeel〉 bottoms up! • ad fundum!at bottom • eigenlijk, in wezentell me who is at the bottom of this • zeg me wie hier verantwoordelijk voor isI'll get to the bottom of this • ik ga dit helemaal uitzoeken————————bottom21 onderste ⇒ laatste, laagste♦voorbeelden: -
72 cock up
cock up♦voorbeelden: -
73 constitute
v. gefrabiceerd worden; scheppen; stichten, oprichten; bevoegen[ konstitjoe:t]1 vormen ⇒ (samen) uitmaken, vertegenwoordigen2 instellen ⇒ vestigen, stichten3 aanstellen ⇒ aanwijzen, benoemen♦voorbeelden:1 ten years constitute a decade • tien jaar vormen/maken samen een decennium2 constitute a law • een wet uitvaardigen/in werking doen treden3 they constituted him ambassador • ze hebben hem aangesteld als/tot ambassadeur -
74 draw oneself up
zich oprichten, zich lang maken -
75 draw up
opstellen (document)draw up♦voorbeelden:1 draw up to • naderen, dichter komen bijII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opmaken ⇒ opstellen, formuleren♦voorbeelden:¶ draw oneself up • zich oprichten, zich lang maken -
76 erection
n. erectie; oprichting, bouw[ irreksjn]1 erectie2 gebouw3 het oprichten ⇒ het bouwen, het optrekken4 het stichten ⇒ het vestigen, het instellen -
77 form a club
-
78 form
n. vorm; figuur; gewoonte; formulier (ook in computers); konditie; geestesgesteldheid; klas; ceremonie; gedrag; order; regeling; pasvorm; (in computers) formulier--------v. maken, vormen; ontwerpen; scheppen; redden, halen; voorbereidenform1[ fo:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (verschijnings)vorm ⇒ gedaante, silhouet2 vorm ⇒ soort, systeem3 vorm(geving) ⇒ opzet, presentatiewijze7 manier ⇒ wijze, vorm♦voorbeelden:cursing is bad form • vloeken is onbehoorlijktrue to form • geheel in stijl, zoals gebruikelijk6 in form • in vorm/goede conditiebe on form, be in great form • goed op dreef zijn————————form21 zich vormen ⇒ verschijnen, zich ontwikkelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vormen ⇒ modelleren, vorm geven♦voorbeelden:form an example to someone • iemand tot voorbeeld dienen/zijnform an opinion • zich een oordeel vormenform (a) part of • deel uitmaken van -
79 gather oneself up/together
gather oneself up/togetherzich oprichten/vermannen -
80 gather
n. bijeenkomst; vouw (in kleding)--------v. verzamelen; verzamelen; binnenhalen; krijgen; samentrekken; opmaken; oogstengather1[ gæðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————gather23 toenemen ⇒ (aan)groeien, stijgen5 plooien, rimpelen♦voorbeelden:gather round someone/something • zich rond iemand/iets scharenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 verzamelen ⇒ samenbrengen, bijeenroepen; op(een)hopen, op(een)stapelen; vergaren, inzamelen; plukken, oogsten; oprapen4 opmaken ⇒ afleiden, concluderen5 opsommen♦voorbeelden:gather wood • hout sprokkelengather in • binnenhalen, oogsten; opstrijkengather together • verzamelen, bijeenroepengather up • oprapen, bij elkaar nemen, optrekken 〈 benen〉; opsteken 〈 haar〉; verzamelen 〈 gedachten〉gather oneself up/together • zich oprichten/vermannengather oneself for something • zich voor iets gereed maken4 he's gone to work, I gather • hij is naar z'n werk, begrijp ikgather from • afleiden/opmaken uitI gather that • ik krijg de indruk dat
См. также в других словарях:
Mariakaakje-Beratung — Willem Drees, niederländischer Ministeroräsident 1948 1958 Die Mariakaakje Beratung (Mariakaakje overleg) ist eine moderne Sage in den Niederlanden, die besagt, die bescheidene Wohnung von Ministerpräsident Will … Deutsch Wikipedia
Sack — 1. Alte Säcke brauchen viel Flecke. – Winckler, IX, 57. 2. Alte Säcke näht man nicht mit Seide. – Eiselein, 538. 3. An einem neuen Sacke bleibt das Mehl hängen. Holl.: Aan nieuwe zakken blijft het meel hangen. (Harrebomée, II, 487b.) 4. An einem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon