-
1 temper
n. humeur, slecht humeur--------v. temperen, matigen; verzachten; doen bedaren; mengen; aanmakentemper1[ tempə]2 kwade/slechte bui♦voorbeelden:1 be in a bad temper • in een slecht humeur zijn, de pest in hebben1 temperament ⇒ geaardheid, natuur2 opvliegendheid ⇒ opvliegend karakter, drift(igheid)♦voorbeelden:♦voorbeelden:lose one's temper • zijn kalmte verliezen〈 formeel〉 out of temper with • boos/woedend op————————temper2〈 werkwoord〉2 temperen ⇒ matigen, intomen -
2 Fassung
Fassung〈v.; Fassung, Fassungen〉3 kalmte, zelfbeheersing ⇒ innerlijk evenwicht♦voorbeelden:die verschiedenen Fassungen eines Begriffes • de verschillende definities van een begrip3 (die) Fassung behalten, bewahren • zijn kalmte, zelfbeheersing bewarenjemanden aus der Fassung bringen • iemand van zijn stuk brengenetwas in, mit Fassung ertragen • iets met kalmte verdragen5 die Fassung eines Problems • het vatten, begrijpen van een probleem -
3 calm
adj. kalm, rustig--------n. stilte, rust--------v. kalmeren, rustig makencalm1[ ka:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————calm21 kalm ⇒ (wind)stil, vredig, rustig♦voorbeelden:————————calm3, calm down1 bedaren ⇒ tot bedaren komen, kalmeren♦voorbeelden:1 the gale calmed (down) • de storm nam af/ging liggenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 cool
adj. koel; koud (gevoelsuiting)--------n. koelte; kalmte--------v. koelen; afkoelen; dalen (mijn boosheid is gedaald)cool1[ koe:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:keep your cool • hou je in/rustig————————cool2〈bijvoeglijk naamwoord; coolly; coolness〉3 kalm ⇒ rustig, beheerst4 kil ⇒ koel, gereserveerd, afstandelijk♦voorbeelden:3 (as) cool as a cucumber • ijskoud, doodbedaardkeep cool • rustig maar, kalm aan5 a cool card/customer/hand • een gehaaid figuur, sluwe vosexpressing desires isn't cool • het is niet ‘cool’ om je verlangens te uiten————————cool3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:try to cool your wife down/off a bit • probeer je vrouw een beetje tot bedaren te brengen————————cool4〈 bijwoord〉1 koel♦voorbeelden:1 play it cool • rustig te werk gaan, er(gens) de tijd voor nemen -
5 keep one's temper
-
6 repose
n. rust, kalmte--------v. vertrouwen stellen in; uitrusten, rustenrepose11 rust ⇒ slaap, ontspanning♦voorbeelden:————————repose2〈 formeel〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 sobriety
-
8 tranquillity
n. kalmte, rust -
9 accalmie
accalmie [aakaalmie]〈v.〉f1) korte windstilte [na storm]2) rustpauze, kalmte -
10 calme
calme1 [kaalm]〈m.〉♦voorbeelden:perdre son calme • zijn zelfbeheersing verliezenavec calme • rustigse comporter avec le plus grand calme • zich uiterst beheerst gedragenallons, du calme! • kom op, beheers jezelf!————————calme2 [kaalm]1 kalm ⇒ rustig, stil, bedaard♦voorbeelden:1. m1) rust, stilte2) kalmte, beheerstheid3) windstilte2. adjkalm, rustig, stil -
11 douceur
douceur [doesur]〈v.〉4 genot ⇒ (het) aangename, heerlijkheid5 zachtheid ⇒ vriendelijkheid, zachtmoedigheid♦voorbeelden:3 en douceur • in alle rust, zachtjesatterrissage en douceur • zachte landings'éclipser en douceur • zonder opzien te baren ervandoor gaanelle est d'une douceur angélique • zij is engelachtigc'est la douceur même • hij, zij is de zachtmoedigheid zelveemployer la douceur • iets met zachte hand proberen te doenprendre qn. par la douceur • iemand zachtjes aanpakken1. f1) zoetheid2) zachtheid, mildheid3) rust, kalmte4) genot, heerlijkheid2. douceursf pl -
12 flegme
-
13 paix
paix [pe]〈v.〉1 vrede ⇒ eendracht, harmonie2 rust ⇒ kalmte, stilte♦voorbeelden:paix fourrée • schijnvredefaire la paix • vrede sluiten, de strijdbijl begravenavoir la conscience en paix • een gerust geweten hebbenf1) vrede2) rust, kalmte -
14 placidité
-
15 sérénité
sérénité [seereenietee]〈v.〉2 rust ⇒ kalmte, onbewogenheid♦voorbeelden:f1) sereniteit2) rust, kalmte -
16 tranquillité
-
17 покой
rust, kalmte -
18 спокойствие
rust, gerustheid, kalmte, bedaardheid, stilte -
19 безветрие
ngener. kalmte -
20 душевный покой
adjgener. gemoedsrust, kalmte, zielerust, zielsrust
См. также в других словарях:
Meer — 1. Auch das Meer schlägt aus, wenn der Frühling kommt, aber am Tanz merkt man, wie die Blüten sind. – Altmann V. 2. Auf dem Meer vnd im Kriege lesst sichs nicht zweimal vmbwerffen. – Petri, II, 23. 3. Auf dem Meere gibt es keine Herren. – Bertram … Deutsches Sprichwörter-Lexikon