-
21 complexity
n. ingewikkeldheid[ kəmpleksətie] 〈meervoud: complexities〉1 complicatie ⇒ moeilijkheid, probleem2 ingewikkeldheid ⇒ gecompliceerdheid, complexiteit -
22 complication
n. komplikatie[ komplikkeesjn]♦voorbeelden:1 if there's any further complication, I'll get out • als de zaak nog onoverzichtelijker wordt, stap ik eruitcomplications arose • er deden zich complicaties voor -
23 crux
-
24 discomfort
n. ongemak--------v. ongemak veroorzaken[ diskumfət]1 ongemak ⇒ ontbering, moeilijkheid1 onbehaaglijkheid ⇒ ongemakkelijkheid, gebrek aan comfort -
25 drawback
-
26 embarrassment
n. schaam, verlegenheid; moeilijkheid[ imbærəsmənt]2 verlegenheid ⇒ gêne, verwarring, onbehagen♦voorbeelden: -
27 facer
n. instrument om iets te vereffenen; klap in het gezicht; kink in de kabel (Engelse term), probleem; iemand of iets die/dat kijkt[ feesə]2 onverwachte moeilijkheid ⇒ kink in de kabel, probleem -
28 get over
overkomenget over♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ get something over (with), get something over and done with • ergens een eind aan maken; doorzetten, door de zure appel heenbijtenIII 〈werkwoord + voorzetsel〉1 klimmen/raken over 〈 bijvoorbeeld hek〉♦voorbeelden:¶ I still can't get over the fact that … • ik heb nog steeds moeite met het feit dat … -
29 hardship
-
30 hit a snag
op een moeilijkheid stuiten/botsen -
31 knot
n. knoop ; kwastknoop; contact; uitstulping; groep; ingewikkeld probleem; zee-knoop (komt overeen met 6076 voet)--------v. knopen; verbinden; verwikkelen; in de knoop rakenknot1[ not] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ get tied (up) into knots (over) • van de kook/de kluts kwijt raken (van/over)→ Gordian knot Gordian knot/————————knot2〈 knotted〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (vast)knopen ⇒ (vast)binden, een knoop leggen in2 dichtknopen/binden -
32 mess
n. rommel, wanorde, rotzooi, vuil; probleem; pech; eetzaal; maaltijd--------v. rommelen; rotzooi maken; bevuilen; verward raken (in); samen etenmess11 puinhoop ⇒ troep, (war)boel, knoeiboel♦voorbeelden:clear up the mess • de rotzooi opruimenmake a mess of • in de war schoppenthe house was in a pretty mess • het huis was een puinhoop————————mess2♦voorbeelden:→ mess with mess with/ -
33 pressure
n. druk (uitoefenen), (onder) druk; last--------v. onder druk zettenpressure1[ presjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:4 bring pressure (to bear) on someone, put pressure on someone, put someone under pressure • iemand onder druk zettena promise made under pressure • een afgedwongen belofte————————pressure2 -
34 puzzle
n. puzzle; probleemstelling; spel--------v. verwonderen; in verlegenheid brengen; verwondering wekkenpuzzle1[ puzl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————puzzle2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:puzzle something out • iets uitpluizen/uitknobbelen -
35 puzzler
n. niet op te lossen moeilijkheid; vraag of kwestie; raadsel[ puzlə] -
36 reef
n. rif; reef, klip; zandbank; eind van zeil (van boot)--------v. wat inbindenreef1[ rie:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 rif————————reef21 reven ⇒ inhalen, inbinden -
37 smooth out a problem
smooth out a problem -
38 smooth
adj. glad, vlak; gepolijst; stabiel; onbeweeglijk; rustig; probleemloos; glibberig--------n. glad, vlak--------v. glad; gladstrijken; problemen uit de weg halen; oplossen; de weg banen, glad wordensmooth1[ smoe:ð] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————smooth2〈bijvoeglijk naamwoord; smoothness〉1 glad♦voorbeelden:smooth surface • glad oppervlak————————[ smoe:ðn]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 gladmaken ⇒ effen/regelmatig maken♦voorbeelden:smooth down one's clothes • zijn kleren gladstrijkensmooth over an argument • een woordentwist bijleggen -
39 squeeze
n. samendrukking, druk--------v. afpersen, wringen; dringen; drukken; samenpersen; knijpen; afgeperst gedrongensqueeze1[ skwie:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 samendrukking ⇒ pressie, druk2 uitgeperste/uitgeknepen hoeveelheid3 gedrang♦voorbeelden:put the squeeze on someone • iemand onder druk zetten————————squeeze22 wurmen ⇒ dringen, zich wringen♦voorbeelden:squeeze up a bit • schuif nog wat opsqueeze through the crowd • zich een weg door de menigte banenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:4 how can she squeeze so many things into one single day? • hoe krijgt ze zoveel dingen op één dag gedaan? -
40 the real tug-of-war
Страницы