-
1 média
-
2 mass-media
-
3 arroser
arroser [aaroozee]〈 werkwoord〉3 drinken op ⇒ klinken op, vieren♦voorbeelden:arroser son repas (de vin) • wijn bij het eten drinken3 ça s'arrose!, on va arroser ça! • daar moet op gedronken worden!v1) (be)sproeien, (be)gieten2) stromen (door) [rivier]3) drinken (op)4) omkopen5) bombarderen [leger, media] -
4 audience
audience [oodjãs]〈v.〉4 aandacht ⇒ belangstelling, gehoor♦voorbeelden:f1) publiek, luisteraars, kijkers2) kijk-, luisterdichtheid [media]4) aandacht, gehoor -
5 basculer
basculer [baaskuulee]1 kantelen ⇒ omslaan, (om)tuimelen2 omslaan ⇒ kenteren, overgaan, omzwaaien♦voorbeelden:basculer du côté de qn. • iemands partij kiezenfaire basculer du côté de qn. • naar iemands zijde doen omzwaaienII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (om) doen kantelen ⇒ omkiepen, doen omslaan3 verplaatsen ⇒ verleggen, overbrengen♦voorbeelden:v1) kantelen, omslaan2) omkiepen, doen omslaan3) omschakelen [media]4) verplaatsen, overbrengen -
6 numéro
numéro [nuumeeroo]〈m.〉♦voorbeelden:numéro de fax, de télécopie • faxnummernuméro d'ordre • volgnummertirer le bon numéro • geluk hebbennuméro minéralogique • autonummer; registratienummercomposer un numéro • een (telefoon)nummer draaienm1) nummer2) type -
7 médiatique
-
8 analyse
analyse [aanaaliez]〈v.〉1 analyse ⇒ ontleding, onderzoek♦voorbeelden:analyse grammaticale • taalkundige ontledinganalyse logique • zinsontleding¶ en dernière analyse • in wezen, tenslotte→ romanf1) analyse, ontleding -
9 espace
espace [espaas]I 〈m.〉1 ruimte ⇒ plaats, tussenruimte, (lucht)ruim♦voorbeelden:mettre un espace • een spatie zettenen l'espace de quelques minutes • in een paar minuten tijd1 spatie1. m1) ruimte, plaats2) reclameblok2. fspatie [boek] -
10 indicatif
indicatif1 [ẽdiekaatief]〈m.〉♦voorbeelden:————————indicatif2 [ẽdiekaatief]♦voorbeelden:prix indicatif • adviesprijsà titre indicatif • ter informatie1. m1) tune, jingle2) aantonende wijs [taal]3) toegangsnummer [communicatie]2. indicatif/-iveadjaanwijzend, aanduidend -
11 parasite
-
12 passer
passer [paasee]2 voorbijgaan ⇒ voorbijkomen, gaan (langs), passeren4 gaan (van … naar) ⇒ overgaan (naar, tot)5 doorgaan (voor) ⇒ gelden (als), passeren (voor)♦voorbeelden:défense de passer • geen toegangmon dîner ne passe pas • mijn avondeten ligt me zwaar op de maagcette histoire-là ne passe pas • dat verhaal is niet geloofwaardigla loi a passé • de wet is aangenomencette scène ne passe pas • die scène komt niet goed over (bij het publiek)laissez passer! • maak ruimte!, opzij!passer outre à qc. • geen rekening houden met ietsje suis passé par là • dat heb ik ook meegemaaktil faut en passer par ses volontés • men moet voor zijn wil buigenil faudra en passer par là • er zit niets anders openfin, passe pour lui • nu goed, voor hem maken we een uitzondering(cela) passe (encore), mais … • dat is nog tot daar aan toe, maar …passer prendre qn. • iemand komen ophalenen passant • in het voorbijgaan, terloopssoit dit en passant • trouwens, tussen twee haakjespasser sur les fautes de qn. • iemands fouten door de vingers zienpasser sur les détails • niet stil blijven staan bij details3 comme le temps passe! • wat gaat de tijd snel!faire passer le temps • de tijd verdrijvenfaire passer à qn. le goût, l'envie de qc. • iemand de lust tot iets doen vergaan〈 spreekwoord〉 tout passe, tout lasse, tout casse 〈 alles gaat voorbij〉cela lui passera • dat gaat wel overenfin, passons! • nu goed, laten we daar niet meer over praten!4 où est-il passé? • waar is hij gebleven?passer à l'ennemi • naar de vijand overlopenpasser en deuxième, seconde • overschakelen naar de tweede versnellingpasser en seconde • naar de vijfde klas gaanse faire passer pour • zich uitgeven voor1 oversteken ⇒ over-, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door3 voorbijgaan ⇒ passeren, overschrijden4 aanreiken ⇒ overhandigen, aan-, doorgeven5 aanschieten ⇒ aandoen, aantrekken6 halen door, langs, over ⇒ strijken langs, over, steken door, in, vertonen 〈 film〉 ⇒ draaien 〈 plaat〉7 overslaan ⇒ voorbij laten gaan, weglaten♦voorbeelden:1 passer un mur • over een muur klimmen, springenpasser sa vie à manger et à dormir • niets anders doen dan eten en slapenpasser la seconde • naar de tweede versnelling gaanpasser un coup de fil à qn. • iemand opbellen〈 communicatie(media)〉 je vous passe … • ik verbind u door met …6 qu'est-ce qu'il lui a passé! • hij heeft hem er flink van langs gegeven!j'en passe et des meilleures! • en ik vertel nog niet ééns alles!1 gebeuren ⇒ zich afspelen, voorvallen4 het stellen zonder ⇒ missen, ontberen, afzien van♦voorbeelden:1 que se passe-t-il?, qu'est-ce qui se passe? • wat gebeurt er?ça ne se passera pas comme ça! • dat gaat zomaar niet!tout se passe comme si • het lijkt wel of, alles wijst erop datne pas pouvoir dire ce qui se passe en soi • niet kunnen zeggen wat er in zijn binnenste omgaat→ jeunesse4 je me passerais bien volontiers de cette corvée • ik zou maar al te graag onder dat karwei uit willen komenvoilà qui se passe de commentaires • dat maakt commentaar overbodig, dat spreekt voor zichzelf1. v2) gaan (van...naar)4) uitgezonden worden [film, radio]6) verbleken7) oversteken8) doorbrengen9) passeren, overschrijden10) over-handigen11) aantrekken12) halen door, langs, over13) vertonen [film]14) overslaan15) vergeven16) doen verdwijnen17) zeven18) boeken2. se passerv1) gebeuren2) voor-bijgaan3) missen, afzien (van) -
13 produire
produire [prodŵier]2 opbrengen ⇒ (op)leveren, afwerpen3 veroorzaken ⇒ teweegbrengen, ten gevolge hebben4 overleggen ⇒ tonen, laten zien♦voorbeelden:1. v1) produceren2) opbrengen, afwerpen3) veroorzaken4) tonen, laten zien5) produceren [film]6) introduceren2. se produirev1) plaatsvinden2) optreden [acteur] -
14 radar
-
15 réception
réception [reesepsjõ]〈v.〉3 ontvangst ⇒ receptie, partij5 toelating ⇒ opneming, installatie6 aanvaarding ⇒ overneming, (op)levering♦voorbeelden:f1) ontvangst, onthaal2) receptie [hotel]3) toelating4) aanvaarding5) (het) opvangen [bal]6) (het) neerkomen [sprong] -
16 relayer
-
17 titre
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehaltem1) titel2) hoedanigheid3) akte4) opschrift [boek]5) kop [krant]6) effect, waardepapier7) rechtsgrond8) gehalte -
18 titré
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehalteadj -
19 transmission
transmission [trãsmiesjõ]〈v.〉♦voorbeelden:→ courroief1) overdracht2) uitzending3) erfelijkheid4) besmetting -
20 audio-visuel
audio-visuel [oodie.ovviezuu.el]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
média — [ medja ] n. m. • 1965; abrév. de l angl. amér. mass media « moyens de communication de masse » ♦ Moyen de diffusion, de distribution ou de transmission de signaux porteurs de messages écrits, sonores, visuels (presse, cinéma, radiodiffusion,… … Encyclopédie Universelle
Media Go — Screenshot of the older version of Media Go … Wikipedia
media — me‧di‧a [ˈmiːdiə] noun the (mass) media TELECOMMUNICATIONS all the different ways of entertaining and giving information to the public and advertising goods, for example television, radio, and newspapers: • The Japanese media have carried… … Financial and business terms
Media Go — Media Go … Википедия
Media — ist die lateinische und englische Pluralform des Wortes Medium. Weitere Bedeutungen sind: Wirtschaft und Unternehmen: MEDIA (Filmförderung), ein Filmförderungstopf der EU zur Unterstützung der europäischen Filmwirtschaft Media Control,… … Deutsch Wikipedia
Media — puede referirse a: Femenino de medio (página de desambiguación). Contenido 1 Matemática 2 Comunicación 3 Toponimia 4 Música … Wikipedia Español
media — media, media naranja s. cónyuge, consorte. ❙ «Mi esposa, mi señora, mi media naranja. Mi mujer.» Carmen Posadas, Yuppies, jet set, la movida y otras especies. ❙ «...encontré a mi media naranja.» Cómic Jarabe, n.° 4, 1996. ❙ «Si este pleito por su … Diccionario del Argot "El Sohez"
media (1) — {{hw}}{{media (1)}{{/hw}}s. f. 1 (stat.) Valore compreso fra l estremo superiore e l estremo inferiore dei valori considerati | Media aritmetica, quoziente che si ottiene dividendo la somma di n numeri dati per n | Media geometrica, radice n… … Enciclopedia di italiano
Media Go — Développeur Sony Corporation Dernière version … Wikipédia en Français
media — sustantivo femenino 1. (preferentemente en plural) Prenda interior femenina de tejido fino como nailon o espuma que cubre el pie y la mayor parte de la pierna hasta el muslo o hasta la cintura: No gano para medias, enseguida se me rompen. 2.… … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
MEDIA — Asiae regio latissima et notissima, cuius Reges olim percelebres. A Septentrione Hyrcanô mari, ab Occasu maiori Armeniâ, et Assyria terminata, a Meridie Persidem, ab Ortu Hyrcaniam habet et Parthiam, quae Caspiorum montibus ab ea excluditur.… … Hofmann J. Lexicon universale