-
1 in de wacht slepen
-
2 in de wacht slepen
v. net, land, pan out, pan off -
3 iets in de wacht slepen
iets in de wacht slependécrocher qc. -
4 iets in de wacht slepen
iets in de wacht slepencarry off/pocket/bag somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets in de wacht slepen
-
5 wacht
♦voorbeelden:de wacht betrekken • monter la garde(de) wacht houden • être de gardeop wacht staan • être de quart¶ iets in de wacht slepen • décrocher qc. -
6 wacht
I 〈 de (mannelijk)〉II 〈de〉♦voorbeelden:de wacht betrekken • mount guard(de) wacht houden • be on/stand guard〈 nachtdienst in ziekenhuis〉 in de wacht zijn/zitten • be on/have dutywachten uitzetten • post guards/sentries¶ iemand de wacht aanzeggen • give someone a warning/talking toiets in de wacht slepen • carry off/pocket/bag something -
7 scrounge
v. schooien, bietsen, klaplopen, profiteren; in de wacht slepen, achteroverdrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bietsen -
8 похитить
-
9 увести
vgener. (iem.) in de wacht slepen -
10 украсть
v1) gener. afrollen, rollen, (iets) in de wacht slepen, (iets) op de kop tikken, afkapen, afstelen, futselen, ontfutselen, ontstelen2) navy. kaaien, kapen3) colloq. achteroverdrukken, gappen, jatten -
11 bear away/off a prize
bear away/off a prize -
12 bear
n. beer--------v. bevallen--------v. dragen; dulden; verdragen; bijstaan; leidenbear1[ beə] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.1 ook bear〉1 beer→ sore sore/————————bear25 druk uitoefenen ⇒ duwen, leunen♦voorbeelden:bear near • naderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen4 hebben/voelen voor ⇒ toedragen, koesteren5 verdragen ⇒ dulden, uitstaan9 drijven ⇒ duwen, drukken♦voorbeelden:be borne away • meegesleept wordenbear away/off a prize • een prijs in de wacht slepenhis letter bore no signature • zijn brief was niet ondertekendbear signs/traces of • tekenen/sporen vertonen vanborne by • geboren uit -
13 capture a prize
-
14 capture
n. vangen (ook in computers); (in computers) een document geheel of gedeeltelijk kopiëren naar het tijdelijke geheugen; gevangene--------v. veroveren; gevangennemencapture1[ kæptsjə]1 gevangene ⇒ vangst, buit, prijs1 vangst ⇒ gevangenneming, inbezitneming————————capture2〈 werkwoord〉3 buitmaken ⇒ bemachtigen, veroveren♦voorbeelden: -
15 carry off
-
16 grab
n. greep; graai--------v. grijpen; vast pakken; kapengrab1[ græb] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 make a grab at/for something • ergens naar grijpen/graaien〈 informeel〉 up for grabs • voor het grijpen/pakken————————grab2〈 grabbed〉1 graaien ⇒ grijpen, pakken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:try to grab the attention • proberen de aandacht op zich te vestigen -
17 land
n. land; aarde; volk; landschap; koninkrijk--------v. landen; neerkomen; belanden; doen belanden (in plaats of situatie); aan land zetten; aan land gaan; van boord gaan; anker uitgooienland1[ lænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 land(streek) ⇒ staat, gebied4 (bouw)land ⇒ aarde, grond5 grondgebied ⇒ lap grond, weiland♦voorbeelden:make land • land in zicht krijgenthe promised land • het beloofde land————————land21 landen ⇒ aan land/wal gaan3 (be)landen ⇒ neerkomen, terechtkomen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aan land/wal brengen/zetten♦voorbeelden: -
18 scoop
n. schop, emmer, hoosvat; schep, lepel; spatel; (kaas)boor; haal (met een net), vangst; primeur, scoop (v. krant); grote winst (slang)--------v. scheppen; uithollen; hozen; binnenhalen, grijpen; vóór zijn, de loef afstekenscoop1[ skoe:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schep ⇒ lepel; hoosvat; bak; schoep♦voorbeelden:————————scoop2〈 werkwoord〉3 hozen♦voorbeelden: -
19 walk off with
weggaan met; in de wacht slepen; stelen -
20 accrocher
accrocher [aakrosĵee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v1) haperen2) vastmaken, vastpennen, ophangen4) licht aanrijden [auto]5) aanklampen, tegenhouden6) bemachtigen, aan de haak slaan2. s'accrocherv2) volharden, doorzetten
Страницы
- 1
- 2