-
1 bullebak
-
2 bullebak
-
3 bullebak
бука; пугало; грубиян; нахал; грубиян, нахал; жлоб* * *сущ.общ. бука, грубиян, нахал, пугало -
4 bullebak
n. bully, intimidator -
5 bullebak
-
6 de bullebak spelen
de bullebak spelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de bullebak spelen
-
7 грубиян
bruut, bullebak, botterik, lomperik, lomperd -
8 бука
ngener. bullebak, boeman -
9 грубиян
n1) gener. bruut, bullebak, een beest van een kerel, een grove kerel, een rauwe kerel, kinkel, lomperd, lomperik, lummel2) scorn. vlegel -
10 нахал
ngener. poen, brutaaltje, bruut, bullebak, een brute kerel -
11 пугало
-
12 bear
n. beer--------v. bevallen--------v. dragen; dulden; verdragen; bijstaan; leidenbear1[ beə] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.1 ook bear〉1 beer→ sore sore/————————bear25 druk uitoefenen ⇒ duwen, leunen♦voorbeelden:bear near • naderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen4 hebben/voelen voor ⇒ toedragen, koesteren5 verdragen ⇒ dulden, uitstaan9 drijven ⇒ duwen, drukken♦voorbeelden:be borne away • meegesleept wordenbear away/off a prize • een prijs in de wacht slepenhis letter bore no signature • zijn brief was niet ondertekendbear signs/traces of • tekenen/sporen vertonen vanborne by • geboren uit -
13 bully
adj. aardig, plezierig--------interj. mooi--------n. aanstichter, opstoker--------v. aanstichten, opstokenbully11 bullebak ⇒ beul, kwelgeest♦voorbeelden:————————bully21 prima♦voorbeelden:1 bully for you • bravo!, wat geweldig van jou!————————bully3〈 bullied〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
14 blusterer
n. opschepper, snoever; bullebak -
15 snarler
n. grom-, knorrepot; bullebak -
16 croque-mitaine
-
17 dogue
-
18 garde-chiourme
garde-chiourme [gaardəsĵie.oerm]〈m.〉2 slavendrijver ⇒ (gewetenloos) opzichter, bloedhond, bullebak -
19 бука
ngener. bullebak, boeman -
20 грубиян
n1) gener. bruut, bullebak, een beest van een kerel, een grove kerel, een rauwe kerel, kinkel, lomperd, lomperik, lummel2) scorn. vlegel
Страницы
- 1
- 2