-
1 eigen
eigen1〈 het〉 〈 figuurlijk〉1 [informeel; + bezittelijk voornaamwoord] myself, yourself, himself, herself, itself 〈 enkelvoud〉; ourselves, yourselves, themselves 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 ik dacht bij mijn eigen dat … • I was thinking to myself …op zijn eigen gaan wonen • start living on one's own————————eigen22 [uitgaand van iemand zelf] own3 [kenmerkend] typical, characteristic, individual4 [vertrouwd] familiar♦voorbeelden:voor eigen gebruik • for one's (own) private usemensen met een eigen huis • people who own their own houseiets in eigen kring vieren • celebrate something privatelywij hebben ieder een eigen (slaap)kamer • we have separate (bed)roomseigen weg • private roadhet waren haar eigen woorden • those were her very wordsbemoei je met je eigen zaken • mind your own businesseen geheel eigen stijl ontwikkelen • develop a style all one's ownmet de hem eigen bescheidenheid • with his characteristic modesty4 zich iets eigen maken • make oneself familiar with something; 〈 met betrekking tot taal〉 master, pick up; 〈 met betrekking tot gewoonte〉 pick up, fall into, acquireeigen producten • domestic products -
2 zichzelf
1 himself, herself, itself, oneself, themselves, self♦voorbeelden:de tijd aan zichzelf hebben • have one's time to oneselfbuiten zichzelf van woede • beside oneself with rageop zichzelf staand • separateop zichzelf wonen • live on one's ownop zichzelf is dat niets nieuws • in itself that's nothing newop zichzelf (genomen) • as it istot zichzelf komen • come to oneselfuit zichzelf • of one's own accordzij heeft geld van zichzelf • she has money of her ownvoor zichzelf beginnen • start a business of one's owneen coupé voor zichzelf alleen hebben • have a compartment all to oneselfgeen moment voor zichzelf hebben • not have a minute to call one's own -
3 hemzelf
pron. himself, his own person; to his own person; by his own person; from his own person -
4 zelf
zelf1〈 het〉1 self♦voorbeelden:————————zelf21 [in eigen persoon] my/your/him/her/itself, our/your/themselves, oneself2 [in tegenstelling met iets anders] itself♦voorbeelden:zelf een zaak beginnen • start one's own businessdat moet je zelf beoordelen • you must judge (that) for yourselfzelf gebakken brood • home-made breadhij heeft zelf een auto • he has got a car of his ownwilt u a.u.b. zelf komen? • will you please come in person?ik kook zelf • I do my own cookingzeg nou zelf • what do you think?al zeg ik het zelf • although I say it myselfJan en ik zelf • Jan and myselfmen zou het zelf moeten doen • one should do it oneselfhet huis zelf is onbeschadigd • the house itself is undamaged -
5 alleen
♦voorbeelden:1 vrouw/man alleen • single man/womanhij is graag alleen • he likes to be alone/by himselfhet alleen klaarspelen • manage it alone/on one's ownalleen staan • be on one's ownhelemaal alleen • all/completely aloneeen kamer voor hem alleen • a room (all) to himselfik alleen wens u te spreken • I'm the only one who wants to talk to youalleen in het weekeinde geopend • only open at weekendsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:de gedachte alleen al • the mere/very thoughtzijn toezegging alleen al was genoeg • his promise was enough in itselfalleen al hierom • if only because of thisik wilde u alleen maar even spreken • I just wanted to talk to youal was het alleen maar om/omdat • if only for (the fact that)alleen maar aan zichzelf denken • only think of oneselfniet alleen … maar ook • not only … but also2 alleen al het feit dat … • the very/mere fact that … -
6 eigenhandig
♦voorbeelden:een door de minister eigenhandig geschreven brief • a personal letter from the Minister; 〈 letterlijk〉 a letter in the Minister's own handwriting -
7 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
8 rekening
2 [staat met debet- en creditzijde] account4 [+ voor] [op kosten/ter verantwoording van de genoemde] expense♦voorbeelden:te betalen rekeningen • accounts payableeen rekening betalen/voldoen • pay/settle an account/a billte innen rekeningen • accounts receivableober, mag ik de rekening? • waiter, may I have the bill please?een lopende rekening • current accounteen rekening openen (bij een bank) • open an account (at a bank)iemand iets in rekening brengen • charge something to someone, charge someone for somethingop rekening kopen • buy on accountop rekening van • at the expense ofgeld op een rekening hebben/storten • have money in/pay money into an accountdat is voor mijn rekening • I'll get the bill; 〈 figuurlijk〉 I'll take care of that, leave that to mekosten voor zijn rekening nemen • pay the costs, take care of the costs4 voor eigen rekening • at one's own expense, out of one's own pocket; 〈 handel〉 for (their) own accountdat is geheel voor rekening van de schrijver • that is (entirely) the author's viewde VS nemen 35 % van het wereldverbruik van vlees voor hun rekening • the U.S. accounts for 35 % of the world's meat consumptionje moet een beetje rekening houden met je ouders • you should show some consideration for your parentsrekening rijden • pay-as-you-drive〈 figuurlijk〉 een oude rekening vereffenen • pay off an old grudge, settle an old score -
9 voor eigen rekening
voor eigen rekeningat one's own expense, out of one's own pocket; 〈 handel〉 for (their) own accountVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor eigen rekening
-
10 wil
♦voorbeelden:met de beste wil van de wereld kan ik niet komen • I couldn't come with the best will in the worldhet was haar eigen wil • it was her own wisheen/geen eigen wil hebben • have a/no mind of one's own(mensen) van goede wil • (people) of goodwillvol goede wil • full of good willmet een beetje goeie wil gaat het best • with a little good will it'll all work outzijn laatste wil • one's last will (and testament)een sterke wil hebben • be strong-willediets uit (eigen) vrije wil doen • do something of one's own free willde vrije wil • free williemands wil doen • do someone's willuw wil geschiede • thy will be donezijn wil is wet • his word is lawzijn goede wil tonen • show one's good will(voor) elk wat wils • something for everybodytegen de wil van iemand ingaan • go against someone's wishesiemand ter wille zijn • do someone a favour -
11 adopteren
v. adopt, form a relationship with another person (as in to take a child as one's own); choose to make one's own (of an idea, name, etc.) -
12 eigen
adj. own, personal, private; characteristic, typical--------pron. one's own -
13 aankunnen
2 [berekend zijn voor] be equal/up to ⇒ be able to manage/cope with♦voorbeelden:kan ik ervan op aan, dat je komt? • can I rely on your coming? -
14 beheer
1 [het beheren van andermans eigendom] management ⇒ 〈 toezicht〉 control, supervision, stewardship 〈 met betrekking tot nalatenschap〉, guardianship 〈 met betrekking tot nalatenschap〉♦voorbeelden:het beheer van een failliete onderneming • the administration of a bankrupt enterpriseeen boek in eigen beheer uitgeven • publish a book on one's own(een) werk in eigen beheer laten uitvoeren • have one's own staff to do the workals gevolg van een slecht financieel beheer • owing to financial mismanagementhet beheer voeren • have managerial control, be in charge of/run the administrationhet beheer voeren over iemands nalatenschap • be guardian of someone's estatehet beheer voeren over iemands eigendom • hold someone's property in trustde penningmeester heeft het beheer over de kas • the treasurer is in charge of the funds -
15 beweren
♦voorbeelden:ik meen te mogen beweren dat … • I submit that …dat zou ik niet willen beweren • I wouldn't (go as far as to) say thatzij beweerde onschuldig te zijn • she claimed to be innocentwat ik wil beweren is dat … • the point I want to make is that …dat is precies wat wij beweren • that's the very point we're makinghij beweert dat hij niets gehoord heeft • he maintains that he did not hear anythingmet klem beweren dat • contend thater wordt beweerd dat hij erbij was • he is alleged to have been involvednaar hij zelf beweert • by his own account, according to his (own) claim(s)naar beweerd wordt/men beweert • reputedly, allegedly, supposedly -
16 bloedeigen
-
17 een eigen huis hebben
een eigen huis hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een eigen huis hebben
-
18 eigen vermogen
eigen vermogenproperty of one's own; 〈 van een echtgenote〉 separate property; 〈 bij onderneming〉 equity capital, own funds -
19 eigendom
1 [eigendomsrecht] ownership ⇒ title, 〈 onroerend goed, onbeperkte duur〉 freehold, 〈onroerend goed; beperkte duur〉 leasehold♦voorbeelden:in eigendom hebben • own (something)II 〈 het〉♦voorbeelden:het eigendom blijven/worden van • remain/become the property ofdat boek is mijn eigendom • that book belongs to me -
20 gang
gang1〈de〉7 [met betrekking tot spijzen] course8 [loop/tocht ergens heen] trip9 [in samenstellingen] 〈zie voorbeelden 9〉♦voorbeelden:4 ga je gang maar • 〈 begin maar〉 (just/do) go ahead; 〈 ga maar verder〉 (just/do) carry on; 〈 na jou〉 after youzijn eigen gang gaan • go one's own waykunnen we aan de gang gaan? • can we get started?de les was al aan de gang • the lesson had already got going/(got) startedeen motor aan de gang krijgen • get an engine goingzo kan ik wel aan de gang blijven! • at this rate I'm never going to get finished!de zaak aan de gang houden • keep the business goingeen gesprek weer op gang brengen • get a conversation going againiemand op gang helpen • help someone to get going, give someone a startwij betreuren deze gang van zaken • we regret this state of affairsde dagelijkse gang van zaken • the daily routineverantwoordelijk zijn voor de goede gang van zaken • be responsible for the smooth running of thingsde verdere gang van zaken afwachten • await further developmentshet feest is in volle gang • the party is in full swingalles gaat weer zijn gewone gang • everything's back to normalhet leven hernam zijn gewone gang • life resumed its normal course9 gehoorgang • auditory duct/canal————————gang2〈de〉 〈 Engels〉1 [groep] gang
См. также в других словарях:
Own the Night — Studio album by Lady Antebellum Released September 13, 2011 ( … Wikipedia
Own the Night — Студийный альбом Lady Ant … Википедия
OWN: Oprah Winfrey Network (Canada) — OWN: Oprah Winfrey Network OWN: Oprah Winfrey Network logo Launched September 1, 1999 Owned by Corus Entertainment Picture format 1080i (HDTV) … Wikipedia
Own This Club — Single by Marvin Priest Released 25 February 2011 (2011 02 25) … Wikipedia
own — [ōn] adj. [ME owen < OE agen, pp. of agan, to possess: see OWE] 1. belonging, relating, or peculiar to oneself or itself: used to strengthen a preceding possessive [his own book, her own idea] 2. Now Rare related by blood rather than by… … English World dictionary
own-brand — ˌown ˈbrand adjective [only before a noun] MARKETING COMMERCE own brand products have on them the name of the shop that is selling them, rather than the producer s name; = own label AmE: • We indicate the recyclability of the packaging on our own … Financial and business terms
own-brand — own brandˈ or own laˈbel adjective (of a commodity) carrying the trademark or label of the store that sells it (also noun) • • • Main Entry: ↑own * * * own brand «OHN BRAND», adjective. bearing the name or brand of the store which sells it… … Useful english dictionary
Own the Podium — Formation date 2004 (2004) Chief Exec Alex Baumann (Interim) … Wikipedia
own — [əʊn ǁ oʊn] verb [transitive] to have or possess something that is legally yours: • He still owns shares in the company. • The company is owned by a foreign consortium. * * * Ⅰ. own UK US /əʊn/ verb [T] ► to have something that legally belongs to … Financial and business terms
own-label — ˌown ˈlabel adjective [only before a noun] MARKETING COMMERCE own label products have on them the name of the shop that is selling them, rather than the producer s name; = own brand Bre: • a leading manufacturer of own label breakfast cereals… … Financial and business terms
Own — Own, a. [OE. owen, awen, auen, aughen, AS. [=a]gen, p. p. of [=a]gan to possess; akin to OS. [=e]gan, G. & D. eigen, Icel. eiginn, Sw. & Dan. egen. [root]110. See {Owe}.] Belonging to; belonging exclusively or especially to; peculiar; most… … The Collaborative International Dictionary of English