-
1 obstacle race
hindernis ren (een wedstrijd waarin de renners over obstakels moeten springen)obstacle race -
2 obstacle on the road to peace
hindernis op de weg naar de vrede -
3 hurdle
n. horde; hindernis--------v. horde; hindernishurdle1[ hə:dl] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 voornamelijk meervoud〉horde(loop/ren)————————hurdle2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 balk
n. balk; belemmering; hindernis--------v. twijfelen; blijven staan; niet verder willen gaan; verijdeld worden[ bo:k, bo:lk] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————1 weigeren ⇒ stokken, blijven steken/hangen♦voorbeelden:the horse balked at the fence • het paard weigerde de hindernisII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:be balked in one's ambitions • geremd worden in zijn ambities -
5 barricade
n. versperring, hindernis--------v. barricade, versperringbarricade1[ bærikkeed, bærikkeed] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————barricade2〈 werkwoord〉1 barricaderen ⇒ versperren, afzetten♦voorbeelden: -
6 hindrance
-
7 obstruction
-
8 Chinese wall
de Chinese muur (de lange muur gebouwd in de derde eeuw om noord-China te verdedigen; scheidsmuur, absolute verbreking) -
9 Chinese
adj. chinees, van China--------n. ChineesChinese1[ tsjajnie:z] 〈meervoud: Chinese〉I 〈 eigennaam〉1 Chinees————————Chinese21 Chinees ⇒ van/uit China, van het Chinees♦voorbeelden:Chinese copy • slaafse kopie, slechte reproductieChinese lantern, 〈 plantkunde ook〉Chinese lantern plant • lampion, papieren lantaarn; 〈 plantkunde〉 lampionplantChinese puzzle • moeilijke puzzel; moeilijk probleem, puzzel -
10 bar
n. stang; tralie; tussenschot; wegversperring; salon; bar--------prep. zonder; behalve---------v. op slot doen, sluiten; versperrenbar1[ ba:]♦voorbeelden:bar of gold • baar goudbar of soap • stuk zeep4 a medal with a bar on the ribbon • een medaille met een balk/gesp op het lint→ horizontal horizontal/, parallel parallel/♦voorbeelden:be tried at (the) bar • in openbare terechtzitting berecht wordenIII 〈zelfstandig naamwoord; meestal Bar; the; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:————————bar2〈werkwoord; barred〉♦voorbeelden:2 bar oneself in/out • zichzelf binnen/buitensluiten————————[ ba:ring] 〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:all bar one • alle(n) op één nabar none • zonder uitzondering -
11 barrier
n. barrière; slagboom[ bæriə]1 barrière ⇒ hek, slagboom; hindernis♦voorbeelden:lack of money is a barrier to progress • gebrek aan geld blokkeert de vooruitgang -
12 chicane
-
13 clearance
n. vrijspraak; reiniging[ kliərəns]1 op/verheldering ⇒ verduidelijking2 ontruiming ⇒ opruiming, uitverkoop3 〈 benaming voor〉 vergunning ⇒ toestemming, fiat, (akte van) in/uitklaring 〈 in het bijzonder schepen〉; 〈 luchtvaart〉 toestemming tot landen/opstijgen5 speling ⇒ vrije ruimte, tussenruimte♦voorbeelden:5 there was only 2 ft. clearance between the two ships • er zat maar twee voet speling tussen de twee schepen7 oh, what a bad clearance by Spelbos • o, wat wordt die bal slecht weggewerkt door Spelbos -
14 contretemps
-
15 distraction
n. afleiding; verwarring; storing, hindernis; vermaak, vertier[ distræksjn]I 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉1 vermakelijkheid ⇒ ontspanning, vermaak♦voorbeelden:3 gebrek aan aandacht/concentratie♦voorbeelden:the children are driving me to distraction • de kinderen maken mij hoorndol -
16 entanglement
n. verzeild raking[ intængglmənt] -
17 fence
n. omheining, schutting, hek; sport van zwaardvechten; heler; vermogen te debatteren; iemand die gestolen goederen verkoopt; vertikaal obstakel in showspringen (Sport)--------v. zwaard vechten, schermen; een hek bouwen, iets afzetten d.m.v. een hek; beschermen (d.m.v. een hek); ontwijken (van een vraag)fence1[ fens] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hek ⇒ omheining, afscheiding2 heler♦voorbeelden:————————fence2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 omheinen♦voorbeelden: -
18 hazard
n. gevaar; risiko; geluksspel--------v. wagen, riskeren, in de waagschaal stellenhazard1[ hæzəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 kans ⇒ mogelijkheid, toeval♦voorbeelden:2 games of hazard • kansspelen, gokspelen————————hazard2〈 werkwoord〉1 in de waagschaal stellen ⇒ wagen, riskeren♦voorbeelden: -
19 jump
n. sprong; aanloop; huppel; spronglengte; korte reis; plotseling opschrikken--------v. springen; opschrikken; aanloop nemen; huppelen; even wegbrengen; weggaan, vluchten; met kracht pakken; eruit latenjump1[ dzjump] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:by jumps • sprongsgewijze————————jump23 opspringen ⇒ opschrikken, een schok krijgen♦voorbeelden:he jumped at him • hij sprong op hem toejump for joy • opspringen/dansen van vreugdejump to one's feet • opspringen→ jump off jump off/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jump rope • touwtje springen -
20 leap
n. sprong; aanloop--------v. springen; aanloop nemen; doen springenleap1[ lie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 sprong ⇒ gesprongen afstand; plotselinge toename/verandering; (door een sprong te passeren) hindernis/obstakel♦voorbeelden:————————leap21 (op/vooruit) springen2 plotseling/(als) met een sprong geschieden♦voorbeelden:¶ leap out (at someone) • eruit springen (voor iemand), opvallen (bij iemand)her heart leaped up • haar hart maakte een sprongetje→ look look/II 〈 overgankelijk werkwoord〉
См. также в других словарях:
Hindernis — Hindernis … Deutsch Wörterbuch
Hindernis — ↑Barriere … Das große Fremdwörterbuch
Hindernis — Blockade; Fallstrick; Hemmschuh; Hürde; Barriere; Behinderung; Hemmnis; Barrikade; Straßensperre * * * Hin|der|nis [ hɪndɐnɪs], das; ses, se: 1. hindernder Umstand … Universal-Lexikon
Hindernis — Als Hindernis wird ein Erschwernis der Fortbewegung bezeichnet, insbesondere durch Eigenschaften des Geländes (z. B. Fluss, Steilhang, Bewuchs) als Sichthindernis, siehe Abschattung und Visur durch künstliche Einbauten ins Gelände in Form… … Deutsch Wikipedia
Hindernis — Hịn·der·nis das; ses, se; 1 etwas, das einen Weg versperrt und das Weiterkommen schwer oder unmöglich macht ≈ Barriere <ein Hindernis aufbauen, errichten, umgehen, überwinden / nehmen, überspringen>: Das Pferd setzte mühelos über die… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Hindernis — 1. Beeinträchtigung, Behinderung, Erschwernis, Erschwerung, Handicap, Hemmnis, Hemmschuh, Hemmung, Hinderung, Hürde, Komplikation, Nachteil, Problem, Schwierigkeit, Verwehrung, Widerstand; (veraltet): Embarras; (Rechtsspr. veraltet): Impediment.… … Das Wörterbuch der Synonyme
Hindernis — das Hindernis, se (Mittelstufe) Umstand, der etw. hemmt oder verhindert Synonym: Behinderung Beispiel: Sie lässt sich nie von Hindernissen entmutigen. Kollokation: auf ein Hindernis stoßen … Extremes Deutsch
Hindernis — hindern: Das altgerm. Verb mhd. hindern, ahd. hintarōn, niederl. hinderen, engl. to hinder, schwed. hindra ist von der unter ↑ hinter dargestellten Präposition abgeleitet und bedeutet eigentlich »zurückdrängen, zurückhalten«. Ähnliche Bildungen… … Das Herkunftswörterbuch
Hindernis — kliūtis statusas T sritis fizika atitikmenys: angl. hindrance; obstacle vok. Hindernis, n rus. препятствие, n pranc. obstacle, m … Fizikos terminų žodynas
Hindernis — kliūtis statusas T sritis Kūno kultūra ir sportas apibrėžtis Dirbtinė arba natūrali užtvara, kliuvinys, kurį turi įveikti sportininkas: 1) specialūs barjerai, kuriuos turi peršokti bėgikas, bėgdamas trumpuosius (iki 400 m) ir vidutinius (3000 m)… … Sporto terminų žodynas
Hindernis — kliūtis statusas T sritis Kūno kultūra ir sportas apibrėžtis Veiksniai, verčiantys vienaip ar kitaip veikti ir ribojantys sportinio meistriškumo didėjimą, norimų rezultatų siekimą. Kliūtys gali būti ↑vidinės ir ↑išorinės. atitikmenys: angl.… … Sporto terminų žodynas