Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

obstakel

Толкование Перевод

1 obstacle

n. hindernis, obstakel

obstacle

[ obstəkl]

1 obstakel ⇒ belemmering

♦voorbeelden:

1 form an obstacle to something • een beletsel vormen voor iets

English-Dutch dictionary > obstacle
2 bar

n. stang; tralie; tussenschot; wegversperring; salon; bar
--------
prep. zonder; behalve-
--------
v. op slot doen, sluiten; versperren

bar¹

[ ba:]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 langwerpig stuk 〈 van hard materiaal〉 ⇒ staaf, stang; baar, staaf; reep; 〈 sport〉 lat

2 afgrendelend iets ⇒ tralie; grendel; slagboom, afsluitboom; 〈 figuurlijk〉 obstakel, hindernis

3 drempel 〈 in rivier, zee〉 ⇒ ondiepte, (zand)bank

4 streep ⇒ balk 〈 op wapen, onderscheidingsteken〉

5 bar 〈 ook als lokaal〉 ⇒ buffet

6 〈 Brits-Engels〉 ruimte voor niet-leden in parlement

7 〈 muziek〉 maat(streep)

8 〈 techniek, technologie〉 bar 〈 drukeenheid〉

♦voorbeelden:

1   bar of chocolate • reep chocola

     bar of gold • baar goud

     bar of soap • stuk zeep

2   be put behind bars • achter (de) tralies gezet worden

4   a medal with a bar on the ribbon • een medaille met een balk/gesp op het lint

→ horizontal horizontal/, parallel parallel/

II 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 balie 〈 van rechtbank〉 ⇒ 〈 bij uitbreiding〉 gerecht, rechtbank; 〈 figuurlijk〉 oordeel

2 〈 juridisch〉 exceptie

♦voorbeelden:

1   the bar of conscience • het oordeel van het geweten

     be tried at (the) bar • in openbare terechtzitting berecht worden

III 〈zelfstandig naamwoord; meestal Bar; the; werkwoord enkelvoud of meervoud〉

1 advocatuur ⇒ balie, advocatenstand; 〈 Amerikaans-Engels〉 orde der juristen

♦voorbeelden:

1   read/study for the Bar • voor advocaat studeren

¶ be called/go to the Bar • als advocaat toegelaten worden

————————

bar²

〈werkwoord; barred〉

1 vergrendelen ⇒ afsluiten

2 opsluiten ⇒ insluiten

3 versperren 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ verhinderen

4 verbieden

5 〈 meestal passief〉 strepen

♦voorbeelden:

2   bar oneself in/out • zichzelf binnen/buitensluiten

4   bar someone from participation • iemand de deelneming verbieden

5   the flag is barred in red and white • de vlag heeft rode en witte strepen

————————

bar³, barring

[ ba:ring] 〈 voorzetsel〉

1 behalve ⇒ uitgezonderd

♦voorbeelden:

1   bar very bad weather • tenzij het zeer slecht weer is

     all bar one • alle(n) op één na

     bar none • zonder uitzondering

English-Dutch dictionary > bar
3 blockage

n. versperring; oponthoud; blokkade

blockage

[ blokkidzj]

1 verstopping ⇒ opstopping, obstakel

2 stagnatie ⇒ stremming

English-Dutch dictionary > blockage
4 discouragement

n. moedeloosheid, ontmoediging

discouragement

[ diskurridzjmənt]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 ontmoediging ⇒ obstakel, tegenslag

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 moedeloosheid ⇒ ontmoediging, het ontmoedigd zijn

2 ontmoediging ⇒ het iemand de moed ontnemen

3 het iemand weerhouden

English-Dutch dictionary > discouragement
5 fence

n. omheining, schutting, hek; sport van zwaardvechten; heler; vermogen te debatteren; iemand die gestolen goederen verkoopt; vertikaal obstakel in showspringen (Sport)
--------
v. zwaard vechten, schermen; een hek bouwen, iets afzetten d.m.v. een hek; beschermen (d.m.v. een hek); ontwijken (van een vraag)

fence¹

[ fens] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 hek ⇒ omheining, afscheiding

2 heler

3 〈 sport〉 hindernis

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 be/sit on the fence • geen partij kiezen

     〈 figuurlijk〉 mend one's fences • een ruzie bijleggen

¶ rush one's fences • overijld handelen

————————

fence²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈 sport〉 schermen

2 heler zijn ⇒ helen

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 fence with a question • een vraag pareren/ontwijken

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 omheinen

2 heler zijn van ⇒ helen

♦voorbeelden:

1   the tree was fenced around with barbed wire • er stond (een hek van) prikkeldraad om de boom

     fence in • afrasteren; 〈 figuurlijk〉 inperken

English-Dutch dictionary > fence
6 hurdle

n. horde; hindernis
--------
v. horde; hindernis

hurdle¹

[ hə:dl] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 horde ⇒ hindernis, obstakel 〈 ook figuurlijk〉

2 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 schot ⇒ horde

3 〈 voornamelijk meervoud〉horde(loop/ren)

————————

hurdle²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 hordelopen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 springen over ⇒ nemen 〈 een hindernis〉

English-Dutch dictionary > hurdle
7 leap

n. sprong; aanloop
--------
v. springen; aanloop nemen; doen springen

leap¹

[ lie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 sprong ⇒ gesprongen afstand; plotselinge toename/verandering; (door een sprong te passeren) hindernis/obstakel

♦voorbeelden:

¶ by leaps and bounds • hals over kop

     〈 figuurlijk〉 a leap in the dark • een sprong in het duister

————————

leap²

〈 ook leapt, leapt [ lept]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (op/vooruit) springen

2 plotseling/(als) met een sprong geschieden

♦voorbeelden:

1   leap for joy • dansen van vreugde

2   leap into fame • plotseling beroemd worden

¶ leap out (at someone) • eruit springen (voor iemand), opvallen (bij iemand)

     her heart leaped up • haar hart maakte een sprongetje

     leap at • met beide handen aangrijpen 〈kans e.d.〉

→ look look/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 met een sprong overbruggen ⇒ springen over

English-Dutch dictionary > leap
8 monkey wrench

Engelse sleutel, verstelbare moersleutel; obstakel, hindernis, belemmering

monkey wrench

1 Engelse sleutel ⇒ schroefsleutel

English-Dutch dictionary > monkey wrench
9 obstruction

n. obstruktie; verstoring; voorkoming; sabotage; hindernis

obstruction

[ əbstruksjn]

1 belemmering ⇒ hindernis

2 versperring ⇒ obstakel

3 obstructie 〈 ook sport, medicijnen, geneeskunde〉 ⇒ 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 verstopping

♦voorbeelden:

1 obstruction of justice • belemmering van de rechtsgang

3 adopt a policy of obstruction, practice obstruction • obstructie voeren

English-Dutch dictionary > obstruction
10 preventive

adj. voorkomend; ter voorkoming
--------
n. voorbehoedmiddel

preventive¹

[ privventiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 obstakel ⇒ hindernis

2 〈 medicijnen, geneeskunde〉 voorbehoedmiddel

————————

preventive², preventative

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 preventief ⇒ voorkomend

♦voorbeelden:

1 preventive detention • voorlopige/preventieve hechtenis

preventive medicine • preventieve geneeskunde

English-Dutch dictionary > preventive
11 reef

n. rif; reef, klip; zandbank; eind van zeil (van boot)
--------
v. wat inbinden

reef¹

[ rie:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 rif

2 klip 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ obstakel, moeilijkheid

3 〈 zeilen〉 reef ⇒ rif

————————

reef²

〈 werkwoord〉〈 zeilen〉

1 reven ⇒ inhalen, inbinden

English-Dutch dictionary > reef
12 setback

n. hindernis, obstakel; oponthoud; nederlaag

setback

1 inzinking

2 tegenslag ⇒ nederlaag

English-Dutch dictionary > setback
13 stinger

n. pijnlijke slag; steek

stinger

[ stingə]

1 〈 informeel〉 mep ⇒ por; 〈 figuurlijk〉 steek

2 〈 slang〉 obstakel ⇒ onopgelost probleem

English-Dutch dictionary > stinger
14 dragon's teeth

drakentanden (een obstakel tegen tanken gemaakt van gepantserde beton conussen)

English-Dutch dictionary > dragon's teeth
15 glitch

n. lichte storing, obstakel

English-Dutch dictionary > glitch
16 major hurdle

voornaamste hindernis/obstakel

English-Dutch dictionary > major hurdle
17 stent

n. (Medicijnen) vorm gebruikt om huidenting op plaats te houden tijdens de genezing; dunne pijp in pijpachtige structuur geplaatst (zoals bv. een bloedvat) om het open te houden of om obstakel te verwijderen

English-Dutch dictionary > stent

См. также в других словарях:

Obstakel — (v. lat.), Hinderniß … Pierer's Universal-Lexikon
Obstākel — (lat.), Hindernis … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Obstakel — Obs|ta|kel, das; s, [lat. obstaculum] (veraltet): Hindernis … Universal-Lexikon
Obstakel — Obs|ta|kel* das; s, <aus gleichbed. lat. obstaculum zu obstare, vgl. ↑obstieren> (veraltet) Hindernis … Das große Fremdwörterbuch
Obstaculum — Obstaculum, lat., Obstakel, Hinderniß, Widerstand … Herders Conversations-Lexikon
Anexo:Esculturas en el Centro de La Haya — Esculturas en el Centro de La Haya Tipo Esculturas Ubicación … Wikipedia Español
Hindernis — 1. Beeinträchtigung, Behinderung, Erschwernis, Erschwerung, Handicap, Hemmnis, Hemmschuh, Hemmung, Hinderung, Hürde, Komplikation, Nachteil, Problem, Schwierigkeit, Verwehrung, Widerstand; (veraltet): Embarras; (Rechtsspr. veraltet): Impediment.… … Das Wörterbuch der Synonyme

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

obstakel

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

obstakel

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: